Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, u bent sinds dit jaar verantwoordelijk voor de voormalige gescomiddelen voor jongerenorganisaties die werken met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Conform het regeerakkoord is besloten dat de gescoprojecten geregulariseerd zouden worden.
Het probleem is dat met het wegvallen van het decreet Lokaal Jeugdbeleid er onduidelijkheid is op welke manier de gescomiddelen op een structurele manier worden overgebracht naar deze jongerenorganisaties die werken met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. De voormalige gescomiddelen zijn voor hen van ontzettend groot belang. Het werk dat deze organisaties doen, is ook van ontzettend groot belang voor onze samenleving. Men moet er dus voor zorgen dat er een structurele manier wordt gevonden om die middelen door te sluizen.
Minister, bent u bewust van deze problematiek en is er al een oplossing in het vooruitzicht die de Werkingen Met Kansarme Jongeren (WMKJ’s) ervan verzekert dat ze hun werking op een structurele manier voort kunnen zetten? Hoe ziet deze oplossing eruit? Kunt u hierover al enige toelichting geven? Zo niet, wanneer wel? Wat is de timing? Wij horen geruchten dat er een nieuw decreet Bovenlokaal Jeugdbeleid in de maak is. Klopt dat? Kunnen de gescomiddelen voor WMKJ’s in dit decreet verankerd worden? Zal er in een overgangsregeling worden voorzien zodat de bestaande WMKJ’s kunnen blijven functioneren en er voldoende tijd en ruimte is om zich voor te bereiden en aan te passen aan de nieuwe regelgeving? Welke timing houdt u bij dit alles voor ogen?
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Annouri, natuurlijk ben ik bewust van de impact die de mogelijke pistes in het kader van de regularisatie van de gescoprojecten teweeg kunnen brengen. Maar ik behandel die problematiek niet enkel met oog voor de lokale jeugdwerkingen met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, die het voorwerp van uw vraag uitmaken. De problematiek is natuurlijk breder. In alle sectoren die onder mijn bevoegdheid vallen, zijn er vele organisaties die met deze impact geconfronteerd worden. Net daarom is het niet zo eenvoudig om met één pennentrek een globale oplossing uit de mouw te schudden.
Ik werk momenteel wel aan een visie die me moet toelaten een evenwichtige oplossing te bieden aan alle organisaties uit het jeugdwerk maar ook binnen de kunsten, erfgoed, media en het sociaal-culturele leven. Hoe die mogelijk gedifferentieerde regeling er zal uitzien, kan ik u nu nog niet meedelen. De gesprekken hierover lopen nog. Er zijn nog een aantal knopen die moeten worden ontward. Ik zal uiteraard rekening houden met de heterogeniteit en de specificiteit van alle organisaties om een genuanceerd antwoord te formuleren. Het is dus een evenwichtsoefening die grotendeels op continuïteit gebaseerd zal zijn, maar die toch ook een stuk herverdeling kan inhouden wanneer er extreme toekenningen uit het verleden zouden zijn. Die zijn er ook in sommige sectoren. Ik zeg niet dat dat te maken heeft met uw specifieke invalshoek.
In verband met het gerucht over het Lokale Regionale Jeugdwerkdecreet, kan ik het antwoord dat ik op 14 april gaf, dus nog niet zo lang geleden, op uw vraag over provinciale initiatieven en middelen voor het jeugdbeleid alleen maar herhalen. Ik heb toen gezegd dat er inderdaad wordt nagedacht over een nieuw decreet Jeugdwerk van bovenlokaal belang. Maar zoals ik ook toen al meldde, zal naast de financiering van provinciale initiatieven voor kinderen en jongeren met een handicap de focus van dit decreet in eerste instantie liggen op het jeugdhuiswerk. Wellicht krijgen ook de sterk geprofessionaliseerde werkingen, waarnaar u verwijst, een plek in deze regelgeving. Ik zou dat eerder als geruststellend dan als problematisch beschouwen. Maar zoals daarnet gezegd, moeten hierover nog een aantal knopen worden doorgehakt. Voor het Bovenlokale Jeugddecreet zijn we uiteraard afhankelijk van het verdere verloop van het project rond de afslanking van de provincies.
Bij de regularisatie van de voormalige gescoprojecten zal inderdaad rekening worden gehouden met een redelijke transitieperiode. Dat is in het verleden zo gebeurd met andere sociale statuten en dat zal nu ook zo zijn. Zoals u weet, werd dat voor 2016 gelukkig al vastgelegd. Het is mijn bedoeling om in de loop van de komende weken alvast een definitieve beslissing te nemen over de regularisatie van alle gesco’s in mijn beleidsdomeinen. Op die manier kunnen de betrokken organisaties ook tijdig worden ingelicht inzake de regeling en modaliteiten van eventuele bijkomende overgangsperioden.
De map met de totale problematiek ligt al een tijdje op mijn bureau. Wij zijn nu sector per sector en subsector per subsector aan het bekijken waar de continuïteit het evidente antwoord is. Dat zal in de meeste gevallen zo zijn. Waar er mogelijk een aantal zaken uit het verleden scheeftrekkingen hebben, kunnen we mogelijk wat nieuwe ruimte creëren. We doen dit omzichtig en evenwichtig. Het zal sowieso voor de zomer gebeuren.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Het klopt natuurlijk dat de problematiek breder is dan deze specifieke WMKJ’s, maar ik stel die vraag vooral vanuit het belangrijke werk dat deze organisaties doen in tijden van kansarmoede, van jeugdwerkloosheid en van maatschappelijk kwetsbare jongeren. Door de polarisatie in de samenleving is het werk dat zij doen van ontzettend groot belang en moeten we er vanuit dit parlement voor zorgen dat zij hun heel belangrijk werk kunnen voortzetten en niet het slachtoffer worden van allerlei regelgeving die hen zou kunnen beschadigen of on hold zouden zetten. Als ik uw antwoord goed heb begrepen, zal dat zeker niet het geval zijn.
U hebt ook aangegeven dat continuïteit zeker gerespecteerd zal worden, op die enkele uitzonderingen na. Dat is een goed en een belangrijk signaal. Ik heb ook genoteerd dat u zult voorzien in een redelijke transitieperiode waardoor alle organisaties de nodige tijd hebben om die overstap te maken. Ik heb ook gehoord dat er dit jaar nog een beslissing valt in de komende weken voor de zomervakantie. Wat mij betreft, kan ik alvast even verder met dit antwoord.
Als de beslissing is genomen, zullen we die bekijken en zien op welke manier we daar verder mee omgaan en of die voldoet aan alles wat er op dit moment nodig is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.