Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, uit een studie over toegankelijk openbaar groen in het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel, het VSGB, blijkt een tekort van meer dan 3750 hectare toegankelijk groen in de Vlaamse Rand. Hierbij maakte men gebruik van de normen ‘Langetermijnplanning Groenvoorziening’ en ‘Gewenste Bosstructuur voor Vlaanderen’. De Vlaamse minister voor de Vlaamse Rand heeft intussen de toegankelijkheid van het aanwezige groen in de Vlaamse Rand in kaart gebracht.
In het regeerakkoord staat de intentie ingeschreven om tegen 2019 te zorgen voor bijkomend toegankelijk groen, parken, bossen, natuurgebieden, in de Vlaamse Rand om zo het groene karakter van de Rand te versterken. De doelstelling is 1000 hectare extra ademruimte. Eerlijk gezegd denk ik dat die 1000 hectare een tikfout is geweest, want dat lijkt me gigantisch veel. Maar het zou de Vlaamse Rand inderdaad ten goede komen. Het is ook een van de speerpunten in de beleidsnota Omgeving. De doelstelling zou in hoofdzaak worden gerealiseerd door bijkomende aankopen.
Voor de realisatie van bijkomend groen in het kader van het VSGB is het Agentschap voor Natuur en Bos, ANB, de trekker. Uit het antwoord op een schriftelijke vraag van september 2015 kon ik afleiden dat sinds het begin van deze regeerperiode 81 hectare werd aangekocht en dat er nog onderhandelingen liepen. Op dat moment zouden ook twee dossiers in voorbereiding zijn voor nog eens ongeveer 6 hectare.
Begin 2015 werd op het terrein gestart met een onderzoek naar welke bijkomende aankopen mogelijk zijn. Uit het antwoord op een schriftelijke vraag van januari 2016 werd me niet duidelijk welk resultaat dat onderzoek heeft opgeleverd. Er wordt slechts in algemene termen geantwoord dat “de grondprijzen hoog zijn en de kansen op verwerving schaars”. Bovendien zou vooral worden gekeken naar partnerschappen met lokale besturen en privé-eigenaars om het in het regeerakkoord vooropgestelde doel, de 1000 hectare, te bereiken. Lokale besturen kunnen een beroep doen op de middelen in het Boscompensatiefonds ter ondersteuning van de aankoop van gronden voor nieuwe bosaanleg met focus op de realisatie van instandhoudingsdoelen (IHD’s) enerzijds en het versterken van stadsrandbossen anderzijds.
Minister, wat is het resultaat van het gevoerde onderzoek naar bijkomende aankopen in het kader van de realisatie van bijkomend groen in de Vlaamse Rand? In welke mate hebt u er zicht op welke aankopen Vlaanderen zélf kan doen om het vooropgestelde doel van 1000 hectare bijkomend toegankelijk groen te bereiken?
Welke instrumenten zult u concreet inzetten om de taakstelling en de afspraak in het regeerakkoord om deze regeerperiode te komen tot 1000 hectare bijkomend toegankelijk groen in de Vlaamse Rand waar te maken?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voor mij is aankopen op zich geen doel dat we absoluut moeten bereiken. Ik vind het vooral belangrijk dat we op het terrein goed kunnen samenwerken en kunnen zorgen voor bijkomend toegankelijk groen, conform het regeerakkoord. Soms kan dat via aankoop worden gerealiseerd, soms op andere manieren.
Ik heb het Agentschap voor Natuur en Bos inderdaad de opdracht gegeven daarvoor een duidelijk plan uit te werken, en daarin volgen we eigenlijk vier sporen. Ten eerste versterken we de bestaande beleidsinitiatieven. Ten tweede werken we samen met terreinbeherende verenigingen. Ten derde werken we samen met privé-eigenaars. Ten vierde ondersteunen en subsidiëren we kleinschalige initiatieven. Ik zal ze alle vier even uitdiepen.
Het samensporen met bestaande beleidsinitiatieven is natuurlijk in de eerste plaats om onze Europese instandhoudingsdoelstellingen te behalen. We realiseren die op het terrein, en dat kan ook samensporen met die 1000 hectare bijkomend toegankelijk groen. We realiseren ecologisch-recreatieve verbindingen. Zo wordt er werk gemaakt van de verbinding Zoniën-Meerdaal en zijn er het project Land van Teirlinck, het plan Boommarter, Ozon-Horizon, ‘Van basiliek tot basiliek’ en ‘Van basiliek tot kathedraal’. Al deze verbindingen zijn gepland.
In het kader van de structuurvisie Zoniënwoud worden de toegangspoorten tot het Zoniënwoud ook verder uitgebouwd. De nadruk ligt op de toegangspoorten Groenendaal, Tervuren en Jezus-Eik. Of het mogelijk is de poort Zevenster projectmatig uit te bouwen wordt op dit moment ook onderzocht. Ook in het domein Ter Rijst willen we dat de aanvullende groene gebieden toegankelijk worden gemaakt.
Ook qua stadsrandbossen zijn er drie concrete projecten. In de gemeente Asse worden voor een stadsrandbos met een oppervlakte van 100 hectare op het ogenblik de erfpachtovereenkomsten op de gronden van de gemeente en het OCMW onderzocht. Er wordt een groene belevingsroute ‘Van basiliek tot kathedraal’ ontwikkeld in overleg met Vilvoorde, Zemst en Mechelen. Het is een route van 20 kilometer die door meerdere groengebieden loopt. Ook Sint-Pieters-Leeuw is bezig met een stadsrandbos: de Zennebeemden. Tot zover het eerste punt, de bestaande initiatieven.
Ten tweede willen we samenwerken met erkende verenigingen. Zij hebben natuurlijk een belangrijke rol in de erkende reservaten. Het verbeteren van de toegankelijkheid daarvan voor het publiek zorgt ervoor dat ze een cruciale rol kunnen spelen. Voor de gebieden buiten de speciale beschermingszones is de beleefbaarheid ook van groot belang. Dit jaar, 2016, wordt het aanbod verder geïnventariseerd en wordt overleg gepleegd om bijkomend toegankelijk groen te kunnen realiseren.
Onze derde partner zijn de privé-eigenaars. We onderhandelen met de regionale landschappen en bosgroepen om ook hen te betrekken bij de plannen om 1000 hectare bijkomend toegankelijk groen te realiseren. Het gaat over honderden eigenaars en we moeten daar dus goede afspraken maken en duidelijke prioriteiten bepalen.
Ten vierde zetten we in op de subsidiëring van kleinschalige initiatieven. We subsidiëren vooral gemeentebesturen in het kader van het VSGB. Het gaat om subsidies voor bebossing met onder andere middelen uit het Boscompensatiefonds, maar ook om subsidies in het kader van Natuur in je Buurt. Door de actieve betrokkenheid van gemeentebesturen zullen bijvoorbeeld Vilvoorde, Machelen, Dilbeek en Zaventem in hun subsidiedossiers worden gefaciliteerd. Er lopen ook gesprekken met Overijse, Wemmel, Sint-Genesius-Rode en Halle, zodat we ook die gemeenten actief kunnen ondersteunen. U merkt het, we hebben een plan van aanpak om die 1000 hectare ook effectief te realiseren.
De heer Nevens heeft het woord.
Dank voor uw uitvoerig antwoord, minister. Het zal inderdaad nodig zijn op verschillende sporen in te zetten, want 1000 hectare is niet niets.
Vandaag is er al tamelijk veel groen dat toegankelijk is, en gelukkig maar. We kennen allemaal de verwevenheid van buurt- en voetwegen in de Vlaamse Rand en ver daarbuiten. Maar voor die extra 1000 hectare zal toch nog een tandje moeten worden bijgestoken.
Minister, ik heb ook begrepen dat u middelen uit het Boscompensatiefonds speciaal daarvoor zou inzetten. Koken kost geld. Er moeten goede afspraken worden gemaakt, zeker met private eigenaars. Er is altijd een beetje drempelvrees bij het openzetten van dergelijke domeinen voor wandelaars en fietsers.
Ik zal dit opvolgen. Ik zal zien of die 1000 hectare inderdaad een haalbare kaart is. Ik zal u daarover bij gelegenheid nog om een stand van zaken vragen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, ik hoop dat die 1000 hectare geen tikfout was in het regeerakkoord.
Minister, dank voor uw duidelijke overzicht. Ik hoorde daarin heel veel verschillende zaken. Het gaat over aankoop via het ANB, over afspraken met private eigenaars en ruimtebeherende verenigingen, over het Boscompensatiefonds. Hoe moeten we die passage in het regeerakkoord dan eigenlijk interpreteren? Gaat het om bijkomend groen dat ook toegankelijk is, of gaat het om bestaand groen toegankelijk maken? Dat is wel een belangrijk verschil.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, 1000 hectare voor de vergroening van de Rand is een doelstelling die we zeker moeten halen. U haalt een aantal pistes aan, private eigenaars en andere. Wordt ook onderzocht wat de Vlaamse overheid zelf in handen heeft? Daarmee bedoel ik niet alleen eigen bossen en parken, maar ook historische gebouwen en tuinen. Kunnen die ook permanent worden opengesteld voor de bevolking? Wordt dat onderzocht?
Minister, ik heb begrepen dat het regeerakkoord zeer duidelijk en correct is. Het is een grote uitdaging. Ik lees in het regeerakkoord: “Tegen het einde van de regeerperiode moet er 1000 hectare toegankelijk groen gerealiseerd worden.” Dit is in het algemeen belang. Toegankelijk groen is groen met een meerwaarde voor mensen, voor hun beleving, welzijn en gezondheid.
Minister, ik ben blij dat u aangeeft dat er een stevig pad wordt afgelegd door verschillende pistes te bewandelen. Dat hebt u ook in uw beleidsbrief aangegeven. Er is ook samenwerking en overleg. Er wordt bekeken hoe er met private eigenaars overeenkomsten kunnen worden gemaakt om de toegankelijkheid te versterken. Zijn er, bij de weg die u aan het afleggen bent, specifieke elementen die u tegenkomt, die misschien als rode draden kunnen worden uitgefilterd, waarbij we moeten nadenken of we beleidsmatig bijsturingen of versterkingen kunnen doen in andere gebieden? Dit zou een opstapje kunnen betekenen naar samenwerking, bijvoorbeeld met private eigenaars. U zei ook dat het Boscompensatiefonds voor de toegankelijkheid een belangrijke rol kan spelen. Zijn er specifieke elementen uit te filteren of wordt dat meegenomen in de oefening, om op die manier te zien of er ook in andere gebieden een versterkte toegankelijkheid kan worden georganiseerd?
Minister Schauvliege heeft het woord.
De toegankelijkheid overal in Vlaanderen is een algemene beleidslijn. Het staat ook uitdrukkelijk in mijn beleidsnota en beleidsbrief. Het gaat hier over bijkomend toegankelijk groen. Het is een combinatie van beide. Er zal bijkomend groen zijn en er zal ook bestaand groen bijkomend toegankelijk gemaakt worden.
Uiteraard willen wij het goede voorbeeld geven: waar wij zelf eigenaar zijn, zullen wij ook gaan voor de openstelling en de toegankelijkheid.
We kennen de knelpunten. In dit gebied rond Brussel is een van de grote knelpunten de kostprijs. Het is heel duur om zaken te realiseren. De aankoop is gigantisch duur door de druk op de grond zelf. Daarom ook zijn we pistes aan het bewandelen om met de private eigenaars en de gemeenten tot een gedragen, gezamenlijke visie te komen, die we inderdaad ook in de rest van Vlaanderen kunnen gebruiken. Die druk in stadsranden bestaat niet alleen in Brussel maar ook op andere plaatsen in Vlaanderen. Daar kunnen we zeker lessen uit trekken.
Ik geloof niet in het verwerven van alle gronden. We moeten het ook op een andere manier doen. Het is onmogelijk om alles zelf aan te kopen. Je kunt niet 1000 hectare aankopen. Dat is in de huidige tijd een ‘mission impossible’. We moeten anders te werk gaan. Daarom hebben wij een gezamenlijke visie en geven wij een duidelijke opdracht.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, het is inderdaad geen 1000 hectare in plus. Dat is bijna onmogelijk. Maar we moeten toch respect hebben voor het regeerakkoord: er moet bijkomend 1000 hectare toegankelijk gemaakt worden. Ik wil die nuance maken. 1000 hectare is een grote uitdaging. We zullen op verschillende fronten, zowel met lokale besturen als met natuurverenigingen, aan tafel moeten zitten. Ik denk ook aan kasteeltuinen en parken, die vandaag in privaat eigendom zijn. Die moeten worden opengesteld voor het publiek, of toch een aantal paden daarvan, om aan die doelstelling te geraken. Het is onbetaalbaar om die 1000 hectare zelf te verwerven en dan te zeggen dat de doelstelling bereikt is. Ik kijk uit naar de evolutie in dit dossier en hoe we stapjes kunnen zetten om te streven naar die 1000 hectare op het einde van deze legislatuur.
De vraag om uitleg is afgehandeld.