Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
De Europese Commissie stuurde overeenkomstig artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een verzoek om informatie – dit is eigenlijk een schriftelijke aanmaning – aan België met betrekking tot de inbreuken die werden vastgesteld bij de correcte omzetting van de Energie-efficiëntierichtlijn. Deze richtlijn moest uiterlijk op 5 juni 2014 – bijna twee jaar geleden – in nationaal recht zijn omgezet. Op 22 oktober 2015 ontving België van de Commissie een met redenen omkleed advies, waarbij ons land twee maanden de tijd kreeg om de situatie recht te zetten.
Energie-efficiëntie behoort tot de bevoegdheden van de gewesten, en het zijn dan ook de gewesten die via de permanente vertegenwoordiging van België bij de EU een antwoord aan de Commissie moeten bezorgen.
Welke vraag heeft de Commissie precies aan België gesteld? Op welke punten werd België in gebreke gesteld door de Europese Commissie? Heeft deze ingebrekestelling van de Europese Commissie betrekking op de Vlaamse omzetting van de Energie-efficiëntierichtlijn? Indien het met redenen omkleed advies van de Europese Commissie betrekking heeft op de omzetting van de Energie-efficiëntierichtlijn door Vlaanderen, wat heeft dan geleid tot de incorrecte omzetting? Wat was het probleem? Hoe zal dit probleem worden aangepakt of hoe werd dit probleem aangepakt? Welke stappen zult u ondernemen om te voldoen aan het met redenen omkleed advies van de Europese Commissie?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Op 22 oktober 2015 werd België op de hoogte gesteld van het met redenen omkleed advies van de Europese Commissie. Dit advies betrof de niet-kennisgeving van maatregelen tot omzetting in nationaal recht van richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De Commissie meende immers dat de in het advies genoemde bepalingen van de richtlijn nog niet in de nationale wetgeving waren omgezet.
Het advies had dus ook betrekking op enkele artikelen voor het Vlaamse Gewest, met name de artikelen 10, 14 en 15. Er is artikel 10 in verband met de opname in de nationale regelgeving dat factureringsinformatie nauwkeurig moet zijn en gebaseerd moet zijn op het werkelijke verbruik. Artikel 14 betreft de wederzijdse erkenning van garanties van oorsprong voor elektriciteit uit hoogrenderende warmte-krachtkoppeling (wkk). Artikel 15 betreft de verplichtingen van de nationale reguleringsautoriteiten op het gebied van energie-efficiëntie, het waarborgen van transport en distributie en de prioritaire verdeling van elektriciteit uit hoogrenderende warmte-krachtkoppeling, balanceringsdiensten van wkk-exploitanten, het voldoen aan energie-efficiëntieverplichtingen voor transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders, en vraagrespons en balancering. Ter omzetting van artikel 15 werden enerzijds aanvullende maatregelen aangemeld bij de Commissie en anderzijds werd ook het nieuwe decreet van 27 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake energie aangemeld. De Commissie heeft de aanmelding van dit decreet ontvangen op 7 januari 2016. Wat de omzetting van artikel 14 betreft, heeft het Vlaamse Gewest nogmaals gewezen op reeds aangemelde regelgeving die dit artikel implementeert. De omzetting van artikel 10 is op heden lopende.
De in het Vlaamse Gewest vereiste omzettingsmaatregelen worden door middel van een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 geïmplementeerd. Dit besluit werd inmiddels voorgelegd aan de strategische adviesraden, en het advies wordt eerstdaags verwacht.
De antwoorden van de gewesten op het advies werden tijdig bezorgd. Op 21 maart 2016 ontving België de ontvangstbevestiging van de Commissie van de antwoorden op het advies. Het Vlaamse Gewest heeft in haar antwoord de relevante reeds aangemelde nationale omzettingsmaatregelen herhaald en stelde de Commissie eveneens in kennis van aanvullende maatregelen ter omzetting van de genoemde bepalingen van de richtlijn.
Voorts werd tevens een nieuwe regelgevingskalender aan de Commissie meegedeeld die aantoont dat het voormelde besluit van de Vlaamse Regering op korte termijn zal worden gepubliceerd – omstreeks juni 2016 – waardoor de omzetting van de richtlijn volledig zal zijn.
We kunnen dus concluderen dat, wat betreft de door de Commissie aangehaalde artikelen, alle vragen zijn beantwoord.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat het in orde komt, maar allicht was er weinig keuze. Als het besluit in juni wordt gepubliceerd, dan is dat meer dan twee jaar na de einddatum die de richtlijn naar voren schoof. Ik vind dat niet bijzonder goed behoorlijk bestuur. Ik vraag u om dit soort dingen in de toekomst zo veel mogelijk te proberen vermijden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.