Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Hofkens heeft het woord.
Minister, deze vraag dateert al van enkele weken geleden. Door het paasreces kan die nu pas aan bod komen. Ik heb ze ingediend naar aanleiding van de initiatieven die werden aangekondigd door Europees commissaris voor Sociale Zaken Marianne Thyssen. Ze heeft een voorstel klaar om de loonvoorwaarden voor gedetacheerde werknemers in de EU gelijk te schakelen. Dat moet uitbuiting en sociale dumping voorkomen. Ze wil ook de detachering in tijd beperken tot maximaal twee jaar. De huidige Europese wetgeving over gedetacheerde werknemers is al twintig jaar oud en niet meer aangepast aan de huidige arbeidsmarktomstandigheden.
Mevrouw Thyssen heeft een plan klaar om die wetgeving te moderniseren. Concreet wil ze dat gedetacheerde werknemers dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden krijgen als de werknemers van het land waar ze aan het werk zijn. Gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats. Dat gaat niet enkel over het loon zelf, maar ook over een dertiende maand, bonussen, vervoersvergoedingen enzovoort.
Op de Vlaamse arbeidsmarkt zien we vaak dat onze eigen werknemers een hogere kost vertegenwoordigen dan hun collega’s/concurrenten uit andere Europese landen. Dit kan oplopen tot 30, 40 of zelfs 50 procent. Dit is niet enkel oneerlijk voor de betrokken zelf, maar het leidt tot een verstoring van de evenwichten op de arbeidsmarkt. De Vlaamse arbeidsmarkt kreunt hieronder. Dat is een oud zeer dat al meermaals aan de orde gesteld, vooral door de bouw- en transportsector.
In dit parlement heeft mevrouw Thyssen midden februari een toespraak gehouden. We konden daar toen op reageren. Bijna vanuit alle fracties is toen gewezen op de bekommernis van de Vlaamse arbeidsmarkt en de deloyale concurrentie. We hebben haar gevraagd om daar iets aan te doen. Ik ben dan ook verwonderd en zelfs een beetje ontgoocheld over haar plan omdat ze niet ver genoeg gaat of niet ver genoeg kan gaan. Ze biedt eigenlijk geen antwoord op de prangende bekommernis van onze Vlaamse ondernemers uit de getroffen sectoren. In haar plan is niets opgenomen over de essentiële vlakken waar het misloopt, namelijk het tegengaan van fictieve constructies vanuit het land van herkomst en de controlemogelijkheden daarop, en het verschil in sociale lasten en loonkost.
Ik ben mij ervan bewust dat dit voor een deel federale materie is. Zult u de bekommernissen die leven op de Vlaamse arbeidsmarkt over haar plannen overmaken aan mevrouw Thyssen?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Hofkens, ik ben eigenlijk voorstander van de mogelijkheid van detachering binnen de Europese Unie, maar dan op de zuivere manier van werken. Dat betekent dat buitenlandse diensten en arbeidskrachten worden aangetrokken op basis van expertise en knowhow en niet omdat ze goedkoper zijn. Dat gebeurt vandaag echter wel. Vanuit die optiek ondersteun ik het voorstel van commissaris Thyssen om de loonvoorwaarden voor gedetacheerde werknemers in de Europese Unie gelijk te schakelen. Het concurrentievoordeel voor de werkgever ligt momenteel vooral in de sociale zekerheid. Voor gedetacheerde werknemers worden in België geen socialezekerheidsbijdragen betaald omdat dit in het land van herkomst zou moeten gebeuren. Er zijn grote verschillen in socialezekerheidsbijdragen en dat kan de totale loonkost voor gedetacheerden verschillend maken. De voorstellen over de loonvoorwaarden vind ik prima, maar het is spijtig dat het voorstel niet ingaat op het gedeelte van de sociale zekerheid.
Binnen mijn Vlaamse bevoegdheden ben ik slechts onrechtstreeks betrokken bij de detacheringsrichtlijn aangezien deze betrekking heeft op de arbeidsrechtelijke en socialezekerheidsverplichtingen van detachering van werknemers. Dat is inderdaad een federale aangelegenheid.
Vanuit de Vlaamse arbeidsmarkt en economie zie ik twee verbeterpunten. Ten eerste denk ik aan de beperking van de detachering in tijd. Momenteel is een detachering sociaalrechtelijk mogelijk voor een periode van maximum 24 maanden, die kan worden verlengd tot 5 jaar. In de praktijk duurt een detachering gemiddeld 4 maanden per jaar. Het voorstel van mevrouw Thyssen wil een detachering beperken tot 2 jaar. Volgens mij is dit onvoldoende. Een doorgedreven inkorting van de termijn zal ertoe leiden dat het aantal detacheringen daalt. Op die manier blijven enkel de echte detacheringen over die gebeuren op basis van kennis en expertise. De beperking in duur zal ook vermijden dat de ontvangende vestiging vast personeel vervangt door tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten.
Ten tweede moet een efficiënte controle en sanctionering van detacheringsmisbruik mogelijk zijn. Er moeten maatregelen getroffen worden om de betrouwbaarheid van het A1-attest – het bewijs van aansluiting sociale zekerheid in het land van herkomst – te verhogen. Als antwoord op bestaande misbruiken werd in België voorzien dat de sociale inspectie bij een vermoeden van fraude, op een werf bijvoorbeeld, onmiddellijk het A1-attest kan intrekken. De gedetacheerde wordt dan verplicht onder de Belgische sociale zekerheid geplaatst. Deze antimisbruikwet is momenteel het voorwerp van een zaak voor het hof van justitie. Ik wil erop wijzen dat zonder een efficiënt controleapparaat de naleving van de Europese afspraken inzake sociale zekerheid niet geverifieerd kan worden en misbruiken niet bestreden kunnen worden.
Ik zal die twee punten via politieke weg met de minister-president en via diplomatieke weg laten doorgeven aan Europa.
De heer Hofkens heeft het woord.
Minister, ik onderschrijf volledig uw eerste zin, namelijk dat we niet tegen detachering, een vrije markt en het vrije verkeer van werknemers zijn, wel integendeel. Ik merk rondom mij dat de niet uit te leggen kostenhandicap vreet aan het draagvlak voor de Europese constructie. Dat klinkt misschien hoogoplopend, maar het is wel zo. Mensen worden eurokritisch omdat ze zien dat werknemers vanuit een ander land komen op basis van Europese regelgeving en hen uit markt wegconcurreren. Dat is een bekommernis die we op alle mogelijke fora moeten laten gelden.
Ik ben zeer blij dat u die twee bekommernissen over de controle en de duurtijd van detachering, waar ik volledig achter sta, nog eens op tafel zult leggen, dat u daarop zult blijven hameren. Ik vraag me echter ook af of we niet moeten vragen sectorspecifieke maatregelen te nemen. Het argument wordt gebruikt dat, als de sociale bijdragen moeten worden betaald in het land waar men werkt, en dan eventueel doorstort, dit te ingewikkeld wordt. Het zal misschien een zekere administratie vergen om dat op te lossen, maar is wel oplosbaar. Doe dat dan op zijn minst voor de twee sectoren waar die detachering blijkbaar echt wel een probleem is: de bouwsector en de transportsector. Daar heb je immers echt bodyshopping, louter aan de hand van de prijs. Dat heeft inderdaad niets meer te maken met het onderaannemen van competenties, van echte dienstverlening. Dat is louter prijsconcurrentie. Ik kan niet voldoende benadrukken dat we daarmee onze Vlaamse arbeidsmarkt werkelijk aan het ontwrichten zijn.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik treed u bij: het is niet allemaal kommer en kwel als het gaat over detachering van Europese werknemers. De insteek is positief en zou toch opnieuw positief moeten zijn. We kunnen daarmee immers plaatselijke tekorten aan specifieke gespecialiseerde werknemersprofielen aanpakken. De krapte op de arbeidsmarkt kan ook worden aangepakt. De bedrijven kunnen ook groeien door buiten de landsgrenzen hun activiteiten uit te bouwen. Ook voor de landen van de gedetacheerde werknemers geeft dat natuurlijk heel wat voordelen. Voor België is er ook niet slechts sprake van import. We staan op de derde plaats in de Europese Unie wat detachering naar ons land betreft, met ongeveer 160.000 mensen in 2014, maar we exporteerden op datzelfde moment zelf ook 80.000 werknemers. Los van de terechte vraag van collega Hofkens moeten we ons hoeden voor het terugdraaien van de klok voor de Europese vrije markt.
Dat wil niet zeggen dat we blind zijn voor de problemen van sociale dumping. Er is de jongste jaren heel wat ingezet op de strijd tegen alle vormen van sociale fraude, met resultaat ook, want in 2015 bracht dat 180 miljoen euro op. Dat is een stijging met 30 procent op een jaar tijd. Er zijn echter natuurlijk wel grenzen aan wat lidstaten als België kunnen doen in de strijd tegen sociale dumping. Er moet dus absoluut op Europees vlak actie worden genomen. Een belangrijke stap is volgens ons een betere uitwisseling van de gegevens tussen inspectiediensten. Uiteraard gebeurt dat idealiter elektronisch en automatisch, zodat de inspectiediensten meteen kunnen vaststellen of hun gedetacheerde werknemer voldoet aan alle reglementaire betalingen. Het is hier ook al gezegd: de betaling van de sociale bijdragen in het land van herkomst kan inderdaad ook bijdragen tot een oplossing. Ons lijkt dat ook een oplossing om die sociale dumping aan te pakken. Minister, ik begrijp dat u daar ook wel achter staat en dat u die bekommernis ook zult delen met eurocommissaris Thyssen.
Minister Muyters heeft het woord.
Uiteraard neem ik elke suggestie mee. Het zou goed zijn als er stappen vooruit kunnen worden gezet met betrekking tot die gegevensuitwisseling, zeker qua mogelijkheden voor controle en sanctionering, wat voor mij wel belangrijk is. De vraag of er sectorspecifiek ook mogelijkheden zijn, zal ik ook meenemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.