Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, uit een studie van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie blijkt dat de export van peren de gevolgen van het Russisch embargo goed heeft doorstaan. De uitvoer van peren van België naar Rusland is sinds het invoerembargo van Rusland in augustus 2014 zo goed als onbestaand. Ook de uitvoer naar alle landen buiten de EU – eind 2013 goed voor 47 procent van de export waarvan vier vijfden voor Rusland – daalde tussen het tweede kwartaal 2014 en medio 2015 met 80 procent.
Dat werd volgens de studie van de FOD volledig gecompenseerd door de toename van de uitvoer binnen de Europese Unie. Die steeg in dezelfde periode met meer dan 100 procent. De Belgische perenboer kreeg eind vorig jaar bovendien 4,4 procent meer voor zijn peren dan vóór het Russische embargo. Ook de Belgische perenexport herstelde volledig en steeg zelfs met 0,5 procent. De Belgische appelboer die vóór het embargo 11 procent van zijn productie naar Rusland exporteerde en nu bijna niets meer, zag zijn prijs eind 2015 met gemiddeld 22 procent dalen in vergelijking met 2013. De totale uitvoer steeg sinds eind 2013 met 36 procent.
Dat zijn de cijfers van de FOD. Als we kijken naar wat onlangs in het Belang van Limburg verscheen namens de Haspengouwse fruitboeren, dan horen we een heel andere klok luiden. Ze stellen dat de fruitsector vandaag nog altijd in een grote crisis verkeert ten gevolge van de Russische boycot. Voor appels wijzen ze niet alleen de Russische boycot aan, maar ook het feit dat de markt ten gevolge daarvan bij ons wordt overspoeld door Poolse appelen. Dit drukt enorm op de prijs.
Voor peren lijkt de prijs wel goed, maar de bijzonder goede oogst van vorig jaar steekt nog grotendeels in de frigo’s bij gebrek aan een grote alternatieve afzetmarkt. Volgens hen lijkt het alsof er bij de peren niets aan de hand is, maar de fruitsector verkeert nog steeds in crisis. Om er iets aan over te houden moeten fruitproducenten gemiddeld 50 eurocent per kilo krijgen. Vandaag halen ze voor de peren nog geen 40 eurocent en nog geen 30 eurocent voor de appelen.
Het eerste kwartaal van 2016 kondigt zich in verhouding tot het eerste kwartaal 2015 zeer slecht aan, zegt ook de directeur van de Belgische Fruitveiling. Het vierde kwartaal van 2015 was qua volume en qua prijsvorming voor peren beter dan het vierde kwartaal van 2014. Maar dat was dan ook een absoluut dieptepunt omdat eind 2014 alle handel stillag door de Ruslandcrisis. Momenteel zijn de peren ongeveer 42 procent goedkoper dan vorig jaar en ligt de verkoopprijs onder de productieprijs. Dat bevestigt alleszins de directeur van de Belgische fruitveiling. Ook de ondervoorzitter van de Veiling Haspengouw onderschrijft deze analyse en stelt dat nieuwe afzetmarkten zoals China en Canada weliswaar werden aangeboord, maar dat de sector daar voorlopig weinig van voelt.
Minister, hoe schat u de economische toestand van de Vlaamse peren- en appeltelers in? Dreigen er inderdaad dramatische toestanden die het economisch overleven van een aantal appel- en perenbedrijven bedreigen? Klopt het dat de peren van vorig jaar grotendeels in de frigo zijn blijven steken bij gebrek aan alternatieve afzetmarkten? Welke maatregelen kunt u nemen om de crisis op korte termijn af te wenden? Zult u structurele maatregelen nemen om de toestand van de appel- en perentelers te verbeteren? Hoeveel ton appelen en peren konden de Vlaamse fruitkwekers kwijt op de nieuwe afzetmarkten, zoals China en Canada? Waarom duurt het zolang vooraleer ze daar effectief iets van voelen? Welke inspanningen onderneemt het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) om nieuwe afzetmarkten aan te boren, en hoe zal erover gewaakt worden dat die markten ook snel worden geopend voor belevering door de Vlaamse appel- en perentelers?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Peeters, het klopt dat het absolute prijsniveau van appelen en peren verre van bevredigend is. In het totaal is de prijs niet goed, maar er is wel een verschil tussen beide. Voor appelen ligt de prijs een paar centen hoger in vergelijking met vorig jaar, voor peren is dat een paar centen minder.
Hardfruit heeft een lange bewaartermijn als het oordeelkundig wordt gestockeerd, waardoor de huidige stocks de komende maanden nog verder afgezet kunnen worden bij de consument of bij de verwerkende industrie. De tijd begint echter te dringen omdat het invoerseizoen van fruit uit zuiderse landen stilaan begint. Ik ontving signalen dat verschillende leveranciers uit het zuidelijk halfrond naar alternatieve markten zoeken dan de Europese omdat die niet zo goed is momenteel. Dit neemt niet weg dat de financiële reserves van veel bedrijven fors zijn geslonken. De toestand van de fruitbedrijven verschilt weliswaar van bedrijf tot bedrijf, maar algemeen kan worden gesteld dat de crisissituatie aanhoudt.
Uit de cijfers van de Belgische hardfruitstocks blijkt dat op 1 april nog 86.000 ton peren in voorraad zat. Dat is 35 procent minder dan op 1 maart, maar in totaliteit wel nog altijd 29 procent meer dan op 1 april van vorig jaar. Uit de vergelijking van de cijfers over de voorbije jaren heen is duidelijk te zien dat de stocks bij aanvang van de lente sinds het Russische embargo significant hoger liggen dan voorheen. Een vergelijking tussen de stocks in maart 2014 – dus vóór het embargo – en maart 2016, geeft plus 55 procent voor appelen en plus 82 procent voor peren. Dergelijke cijfers tonen goed aan dat het Russische embargo wel een serieuze impact heeft.
De huidige crisismaatregelen voor appelen en peren lopen nog tot en met voorlopig 30 juni 2016. Voor beide samen kreeg België van de Europese Unie een enveloppe toegewezen van 85.650 ton die uit de markt kan worden genomen. Tot op 31 maart 2016 hebben onze producentenorganisaties daarvan slechts 4899 ton gebruikt of nog net geen 6 procent. Er is dus nog een groot volume en bijhorend budget ter beschikking. Het feit dat men de crisismaatregelen nog weinig heeft gebruikt, wijst erop dat men erop rekent dat men de resterende stocks nog zal kunnen vermarkten. Over een mogelijke verlenging van de crisismaatregelen wordt verder gedebatteerd op Europees niveau.
Naast de verhoogde inzet op het openen van nieuwe exportmarkten, het prospecteren van die nieuwe exportmarkten en de bijkomende promotie-inspanningen voor de binnen- en buitenlandse markten, blijf ik ook zoeken naar nieuwe marktgerichte variëteiten. Binnen het onderzoek wordt ook gezocht naar meer duurzame productietechnieken en naar kostenverlagende maatregelen. Het inkomen van de fruitteler wordt immers niet louter bepaald door de prijs, maar ook door de productiekost.
De producentenorganisaties die erkend zijn, hebben ook de mogelijkheid om goedgekeurde en lopende operationele programma’s bij te sturen en aan te passen aan de acute noden van de sector. De sector kan dus flexibel inspelen op behoeften die zij voelen of kan bepaalde toekomstgerichte maatregelen starten. Die operationele programma’s worden gefinancierd vanuit het landbouwbeleid.
Wat de nieuwe afzetmarkten voor peren betreft, vallen vooral Roemenië, Bosnië-Herzegovina en Portugal op. Deze landen zijn goed voor respectievelijk 1860, 1350 en 2535 ton export. De export naar Canada bedraagt slechts enkele tientallen ton peren, terwijl de export naar China verdrievoudigd is: van ongeveer 500 ton in 2013 tot 1860 ton in 2015. Wat opvalt, is dat het verlies door het wegvallen van Rusland voor de peren volledig wordt gecompenseerd door de sterk toegenomen export naar Letland, Litouwen, Tsjechië, Spanje, Cyprus en Denemarken. Een derde van onze peren wordt nu naar die landen uitgevoerd.
Voor de export van onze appelen zien we een gelijkaardig beeld. De export naar nieuwe markten kan het verlies van de export naar Rusland helemaal niet goedmaken. Er werden geen appelen uitgevoerd naar China en amper een honderdtal ton naar Canada. De meest opvallende afzetmarkt is Egypte, goed voor een export van 2075 ton in 2015. Andere nieuwe afzetmarkten zoals Kameroen en Bangladesh zijn goed voor respectievelijk 170 en 113 ton.
Net zoals bij de peren, wordt het verlies van de export naar Rusland goedgemaakt door de toename van export naar bestaande afzetmarkten. Het gaat hierbij om Litouwen, Letland, India en Cyprus. Daar zien we een toename van de export van appelen van 25.000 ton in vergelijking met de periode 2011-2013.
Het openen van markten door de federale overheid is slechts een eerste stap in een heel proces. Het mogen exporteren naar een land betekent niet dat je daar plotseling tonnen producten kunt afzetten. Daartoe moeten er commerciële relaties worden opgebouwd met de lokale operatoren en moet er ook een imago van gezonde, duurzame en kwaliteitsvolle producten worden opgebouwd. Ook de logistiek om de producten kwaliteitsvol ter plaatse te brengen, moet worden opgebouwd.
In de internationale handel is het ook belangrijk dat er betaalgaranties zijn voor onze exporteurs, zo niet kunnen ze in de problemen komen bij wanbetaling. Het is precies daarom dat ik tijdens de Landbouwraad heb aangedrongen op een Europees systeem van exportverzekeringen, naar analogie van de systemen die daarvoor bestaan in onder andere de USA.
De investeringen van VLAM in exportpromotie zijn de laatste jaren fors toegenomen, voornamelijk dankzij promotieprogramma’s waarvoor er cofinanciering is vanuit Europa. Met het programma Taste of Europe richt VLAM zijn pijlen op nieuwe markten zoals de Verenigde Staten, Canada, de Verenigde Arabische Emiraten, India, Japan en Kazachstan. Het is een generiek project, waarbij tijdens beursdeelnames een ruime korf aan Vlaamse producten wordt gepromoot. Onze appel en peer zijn ‘key products’. VLAM werkt op dit moment ook drie nieuwe voorstellen uit voor promotiecampagnes in derde landen, specifiek voor appelen en peren. Het is de bedoeling dat deze campagnes complementair zijn aan het generieke Taste of Europe en zich vooral richten op degustatieacties ter plekke: in India appel en peer, in Brazilië peer en in China peer. Indien de Europese Unie er haar goedkeuring aan geeft, kunnen deze nieuwe programma’s vanaf 1 januari 2017 worden uitgevoerd. We volgen dat dus op de voet.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Minister, het komt allemaal toch wat vreemd over. Enerzijds zegt u dat de crisis aanhoudt. De financiële reserves van de bedrijven zijn inderdaad erg geslonken. Daartegenover staat dat van de crisismaatregelen maar amper 6 procent gebruikt wordt. Dat lijkt een beetje tegenstrijdig: ondanks het aanbod van de crisismaatregelen, wordt daar toch weinig gebruik van gemaakt. Desalniettemin is er de algemene vaststelling dat de crisis aanhoudt en dat de financiële reserves van de bedrijven blijven slinken. We zullen over een maand moeten bekijken of men de stocks die men op dit ogenblik heeft en die nog altijd ongeveer 30 procent hoger liggen dan vorig jaar, nog ten volle kan benutten, zeker als we concurrentie krijgen van de landen uit Zuid-Europa.
Anderzijds valt op dat de afzetmarkt van China verdrievoudigd is. Dat lijkt me een goede tendens, terwijl de Haspengouwse fruitboeren eerder communiceren dat ze weinig voelen van die nieuwe afzetmarkten als China en Canada. Als ik u hoor, heb ik wel de indruk dat China een goede extra afzetmarkt is geworden, naast tal van andere. We kunnen dat alleen maar toejuichen. We hopen natuurlijk dat die Haspengouwse fruitboeren daar zo snel mogelijk iets van voelen.
Ik denk alleszins dat we dit moeten blijven opvolgen en zeker moeten kijken of er bijkomende maatregelen moeten worden genomen of dat de maatregelen nog eens extra in beeld worden gezet. Bij de Russische boycot lag iedereen wakker van de peren. Nu is dat langzaamaan aan het wegebben. We moeten misschien nog een extra communicatie doen. VLAM doet dat al heel veel, zeker naar de externe afzetmarkten. We moeten dat alleszins warm houden, zeker ook om te voorkomen dat we straks met te veel stock blijven zitten en dat de financiële reserves almaar blijven slinken. Daar moeten we alert voor zijn.
Het is evident dat de Russische importban gevolgen heeft gehad voor de hele land- en tuinbouwsector, en dus ook voor de fruitsector. De zorg van collega Peeters in verband met de prijszetting en de export is uiteraard terecht. Ik las heel toevallig deze week het verslag van het verbond van de Belgische tuinbouwveilingen. Ik beveel het alle leden van de commissie aan. Het is een omvangrijk werk. De teneur die ik daar terugvind, is milder en genuanceerder ten aanzien van het overheidsoptreden, om niet te zeggen op vele terreinen, zelfs positief.
Volgende opmerking heb ik in het verleden reeds gemaakt: ons paradepaardje, het meest succesvolle in de sector van de peren, is uiteraard de Conference en die heeft tot nu toe, zowel in Vlaanderen als in Europa en daarbuiten, een enorme aantrekkingskracht. Tegelijkertijd weten we ook dat onze perensector juist daardoor heel kwetsbaar is op lange termijn en op middellange termijn. Daarom moeten we reeds denken en starten met het brengen van een ruimere variatie, wat men in de appelsector meer heeft gedaan.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik heb deze week nog gelezen dat het wetenschappelijk bewezen is dat als je elke dag een appel eet, je dan langer leeft. Misschien moeten we dat nog wat meer vertellen. Dergelijke berichten zijn positief en kunnen aanzetten tot nog meer consumptie.
Mijnheer De Meyer, u haalde een terecht punt aan. Het is daarom dat we steun geven bij het omschakelen naar andere producten. Als iedereen hetzelfde aanbiedt en er is plots wat minder vraag naar een bepaald type peer, dan heeft men een groot probleem. Diversiteit is een opdracht. We ondersteunen de omschakeling.
Er is ook de marktprospectie om uit te maken wat men eigenlijk wil. Is men op zoek naar iets anders, naar andere toepassingen waarop de sector kan inspelen?
Mevrouw Peeters, we volgen dit zeker op de voet op. We zorgen er ook voor dat we de cijfers en analyses goed bijhouden. We bekijken wat we kunnen doen indien er nood aan is. Natuurlijk moeten we altijd werken binnen de context van Europa, want u weet dat we niet zomaar steun kunnen geven. We moeten binnen die context blijven werken. We zitten zeker niet stil. Al onze diensten staan paraat om de sector te ondersteunen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.