Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Van Esbroeck heeft het woord.
Minister-president, de Catalaanse regionale regering besliste in januari tot de oprichting van een eigen ministerie van Buitenlandse Zaken, net zoals we er in Vlaanderen één hebben en we bezig zijn met de oprichting van zo’n ministerie. Het ministerie moet de belangen van de toekomstige republiek in Europa en de wereld verdedigen. Gewezen Europarlementslid Raul Romeva werd aangeduid als hoofd van het departement. Ik heb de man mogen ontmoeten en hij is zeer aangenaam en gedreven.
De centrale Spaanse regering vindt dat het initiatief buiten de bevoegdheden van de regionale overheid valt en dat de bevoegdheid op het vlak van internationale betrekkingen uitsluitend bij de nationale overheid ligt. De centrale regering in Madrid stapte daarom naar het Grondwettelijk Hof dat de werking van het ministerie voor vijf maanden schorste.
De hele actie en het niet aanvaarden door de Spaanse overheid van democratische verkiezingen in Catalonië baren me enige zorgen. Wat is het standpunt van de Vlaamse Regering aangaande de opschorting van het Catalaanse ministerie van Buitenlandse Zaken? Zal de Vlaamse Regering een signaal geven aan de Spaanse overheid of de Catalaanse minister van Buitenlandse Zaken?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Van Esbroeck, op 22 januari 2016 heeft de regering in Madrid beroep aangetekend bij het Spaans Grondwettelijk Hof strekkende tot nietigverklaring van het Catalaans decreet tot oprichting van het Catalaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat beroep is aangetekend op grond van artikel 161.2 van de Spaanse Grondwet. Dat artikel stelt dat de Madrileense regering beroep kan aantekenen bij het constitutioneel hof tegen "provisions and resolutions adopted by the bodies of the self-governing communities”. Dat brengt bij ontvankelijkheid de automatische schorsing mee totdat het Grondwettelijk Hof zich uitgesproken heeft. Dat moet gebeuren in een periode van niet meer dan vijf maanden.
Het gaat dus om een intern juridisch-constitutionele aangelegenheid, zoals dat bij ons ook gebeurt. Decreten kunnen hier ook worden aangevochten door de Federale Regering en omgekeerd kunnen wetten worden aangevochten door de deelstaatregeringen. Dit is een intern Spaanse aangelegenheid waar de Vlaamse Regering zich niet over uitspreekt en zich niet over uit te spreken heeft. Dat belet niet dat we de relaties met de Generalitat nauw blijven behartigen.
Er zijn sinds de jaren negentig zeer nauwe politieke contacten. Een eerste samenwerkingsovereenkomst werd gesloten op 20 februari 2008. De respectieve departementen die ik ‘Buitenlandse Zaken’ zal blijven noemen, coördineren de samenwerkingsacties. Tot nu toe is daar door Madrid op geen enkele manier een probleem van gemaakt. Blijkbaar heeft het nu te maken met het feit dat de nieuwe Generalitat het departement Buitenlandse Zaken – net zoals ik heb gedaan – wil upgraden naar een volwaardig ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat heeft geleid tot de procedure.
Zoals gezegd, is dit een constitutioneel interne aangelegenheid waar wij ons niet over uit te spreken hebben. In de feiten zal aan het buitenlands beleid van Catalonië niet zoveel veranderen. De naam op zich zal – neem ik aan – niets veranderen aan het feit dat Catalonië een zeer voluntaristisch buitenlands beleid zal blijven voeren en specifiek in de relaties tot Vlaanderen een zeer warm en nauw samenwerkingsbeleid.
De heer Van Esbroeck heeft het woord.
Minister-president, het ging mij er vooral om dat de houding van de Vlaamse Regering en de onderlinge verhouding tot Catalonië niet zouden veranderen naar aanleiding van dit soort Spaanse interne juridische onenigheden. Het verheugt me dat we onze relaties met Catalonië zullen behouden en verder zullen uitbouwen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.