Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, nadat de Vlaamse Regering een Vlaamse klimaattop heeft aangekondigd, is er recent bekendgemaakt dat die van start zal gaan in maart. De regering verwacht resultaten te presenteren in de loop van november. In De Standaard van maandag 1 februari is te lezen dat dit alles moet resulteren in een klimaatpact waarin ook bedrijven, vakbonden, milieubewegingen of onderzoeksinstellingen engagementen aangaan.
Tegelijkertijd werd in het Vlaams Parlement beslist om een klimaatcommissie op te richten met de notoire voorzitter die ook voorzitter is van het parlement, de heer Peumans. Deze commissie heeft als doel om uit te zoeken met welke maatregelen en vooruitzichten er vorm kan worden gegeven aan de afspraken die er gemaakt zijn tijdens de internationale klimaattop in Parijs afgelopen jaar. De verwachting is om de werkzaamheden van de klimaatcommissie tegen het zomerreces af te ronden.
Gegeven dat de twee initiatieven mogelijk gelijkaardige doelen en verwachtingen in het vooruitzicht stellen, zou ik graag de volgende vragen stellen. Minister-president, kunt u een gedetailleerd overzicht geven van de verwachtingen en doelen van de klimaattop? Wie zullen er naar uw verwachting deelnemen aan de klimaattop en wat verwacht u van de deelnemers tijdens de klimaattop? Hoe ziet u de verhouding tussen de activiteiten en doelstellingen van de klimaattop en de activiteiten en doelstellingen van de klimaatcommissie? Hoe ziet u de complementariteit tussen parlement en regering over deze problematiek?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, op 19 april 2016 organiseren we een eerste klimaattop. We hebben ambitieuze doelstellingen. We willen dat die top wervend is, dat die draagvlak creëert voor een probleem dat de hele samenleving aanbelangt, alle overheden, alle sectoren van de samenleving, ngo’s, lokale besturen, federaties van werkgevers, milieuorganisaties enzovoort. We willen er ook een goede communicatie over opzetten. We willen vooral uitgaan van een positieve aanpak.
Er zullen dit jaar twee momenten zijn waarop we de klimaattop organiseren. De eerste is op 19 april. We gaan voor een betrokkenheid van de hele Vlaamse Regering. Ik zal de klimaattoppen voorzitten. Collega Schauvliege doet de coördinatie, doet de voorbereiding van het inhoudelijke werk en van de interkabinettenwerkgroepen (IKW) die worden georganiseerd. We willen absoluut naar buiten komen met een klimaattop die een zaak is van de hele regering. We willen alle beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid betrekken. Vandaar ook mijn voorzitterschap.
Op de eerste top zal een stand van zaken worden meegedeeld van het Vlaams klimaatbeleid. Er wordt een forum aangeboden voor goedepraktijkvoorbeelden met presentatie van een aantal innovaties. Het is duidelijk dat onderzoek en ontwikkeling een heel belangrijke rol zullen spelen in de aanpak van de klimaatproblemen, zowel voor CO2-reductie als voor hernieuwbare energie. Het traject wordt opgestart voor het opstellen van een ‘klimaatplan 2021-2030’ en een ‘klimaatvisie 2050’ in het kader van de visienota 2050 om te komen tot een koolstofarme samenleving. Alle belanghebbenden en stakeholders worden uitgenodigd om engagementen uit te werken.
In november organiseren we dan een tweede klimaattop. Tijdens deze top wordt een synthese gepresenteerd van alle voorgestelde klimaatengagementen en wordt een prognose gegeven van het effect van die maatregelen. Er wordt afgetoetst of ze beantwoorden aan de ambitie 2020 die we hebben geformuleerd. Het is ook de bedoeling dat er engagementen op een plechtige manier worden ondertekend en dat de engagementen die worden uitgesproken, ook worden bevestigd. Er wordt een vervolgtraject aangekondigd om het ‘klimaatplan 2021-2030’ verder uit te werken. U weet dat de deadline van de Europese Unie 2018 is. De engagementen voor 2030 worden nog dit jaar door de Europese Commissie vastgelegd. Er wordt een effectief monitoringssysteem goedgekeurd, zodat onze inspanningen en de bereikte resultaten goed opgevolgd kunnen worden.
Om de druk op de ketel te houden, plannen we een derde klimaattop eind 2017, begin 2018 om na te gaan welke resultaten we al geboekt hebben en het plan desgevallend bij te sturen.
Ik verwacht dat er een hele brede deelname zal zijn van alle mogelijke betrokkenen, uiteraard van alle overheden, van alle Vlaamse beleidsdomeinen, maar ook van parlementsleden, van de industrie, de logistiek, de distributie, de landbouw, de milieubewegingen, de adviesraden, de onderzoeksinstellingen enzovoort. Het is ook een absolute voorwaarde om tot engagementen en tot draagvlak te komen. Er gebeuren uiteraard voorbereidingen voor 19 april. Tussen april en november komen er tussentijdse overlegmomenten en evenementen om concrete afspraken te maken. We verwachten een actieve en ambitieuze inbreng van alle deelnemers met concrete engagementen.
Wat de verhoudingen met de doelstellingen van de klimaatcommissie betreft, is het zaak om elkaar zoveel mogelijk te versterken en om zoveel mogelijk complementair te zijn. Ik kan natuurlijk niet spreken in naam van de voorzitter van het Vlaams Parlement – die u een notoir voorzitter noemde, wat meestal een speciale connotatie heeft, maar dat laat ik eventjes in dubio –, maar wil graag met hem verder overleggen over hoe we die doelstellingen zo goed mogelijk waar kunnen maken. Ik denk bijvoorbeeld aan de tijdshorizon. We zullen concrete maatregelen moeten uitwerken om tot resultaten te komen. De doelstellingen 2020 moeten worden gehaald, zowel voor CO2-reductie als voor hernieuwbare energie. We moeten ook vooruitkijken naar 2030 en 2050. Maar wie ben ik om de suggestie te doen dat het parlement zeker ook de blik op 2030 richt, maar wat ons betreft, ook zeer graag op 2050 omdat het gaat over grote transities die we hebben uitgeschreven in de visienota 2050 die volop in uitwerking is. De adviezen zijn ingewonnen en we zullen hierover in debat gaan, ook met het Vlaams Parlement.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister-president, ik merk dat u al zeer grondig bent voorbereid, wat logisch is omdat de datum nadert. Ik heb eigenlijk geen enkele opmerking op de boeiende doelstelling en het plan van aanpak dat u lanceert.
Het parallel traject tussen parlement en regering is toch ietwat vreemd. Ik ben iemand die het primaat van de wetgevende macht nogal hoog in het vaandel draagt. In die zin had ik het ook niet onlogisch gevonden dat het parlement eerst een aanzet zou geven en dat de regering daarmee dan verder aan de slag zou gaan. Maar er zijn natuurlijk ook geen drieduizend manieren om aan klimaatvisie te werken. De recepten zijn intussen al grotendeels gekend. Het gaat vooral om de haalbaarheid in een aantal parameters, cijfers en concrete actiepunten te gieten.
Er is door het parlement ook nog een energievisie en energiepact aan de regering gevraagd. Ik heb begrepen dat er binnenkort werk van wordt gemaakt. De twee thema’s zijn natuurlijk zeer nauw met elkaar verbonden, zij het niet exclusief. Er zou ook een bottom-up-aanpak aan gekoppeld zijn. Ik merk dat daar nog mee wordt geworsteld. U zegt dat u draagvlak wilt creëren. Ik vrees dat we dat niet alleen zullen kunnen door de middenveldorganisaties en de kennisinstellingen erbij te betrekken, maar ik denk dat de betrokkenheid van de hele bevolking nodig is. Ook de creativiteit en het engagement van de burger mag zeker en vast worden gevraagd. Het is de ultieme manier om draagvlak te creëren als burgers mede-eigenaar zijn van deze transitie die toch wel een bijzondere uitdaging aan ons zal stellen.
Ik denk dat we hiervan, zowel in de regering als in het parlement, een zeer boeiend project kunnen maken.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Vorige vrijdag heeft de Vlaamse Regering op voorstel van minister Turtelboom de energievisie en het voorstel tot het sluiten van een energiepact goedgekeurd.
Het zal natuurlijk interfereren en samengaan met de klimaatdoelstellingen die grosso modo uiteenvallen in twee grote luiken: CO2-reductie en hernieuwbare energie. Het is evident dat ze op elkaar worden afgestemd. U hebt volkomen gelijk dat we tot een zo breed mogelijk engagement moeten komen. We moeten nagaan hoe we de burgers ook kunnen mobiliseren. U weet dat wij ook normerend optreden. Er zijn normen opgelegd voor residentiële en niet-residentiële woningen met een groeipad 2020-2021, met een kostenoptimum dat we willen bereiken in de bijna energieneutrale normen. Er zijn nog een aantal andere maatregelen die ook al effect sorteren zoals de vergroening van de verkeersfiscaliteit, het decreet dat toelaat om emissiearme zones in de steden te maken. Als het parlement nog suggesties heeft, dan zijn die welkom. We moeten als overheid natuurlijk ook initiatieven nemen voor ons wagenpark, voor de gebouwen. Het zal ook zaak zijn om de burgers en de bedrijven – ook de landbouwbedrijven die voor 12 procent van de CO2-uitstoot zorgen – mee te nemen in de engagementen. Het wordt een heel grote opdracht. Ik heb wel het gevoelen dat op dit ogenblik in de samenleving, ook omdat er heel wat media-aandacht voor is, heel veel draagvlak aan het groeien is. Alle suggesties zijn dus welkom.
Het primaat van de wetgever is er natuurlijk, maar hier gaat het over het uittekenen van trajecten en vooral over het nemen van concrete maatregelen. 2020 is dichtbij. We zitten nu aan 5,5 procent hernieuwbare energie, maar we moeten komen tot 10,33 procent in 2020. Alle hens aan dek dus.
De vraag om uitleg is afgehandeld.