Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vraag om uitleg over de houding van de landbouwsector tegen de campagne 'Dagen Zonder Vlees'
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, vorige week konden we er niet naast kijken: in kranten, op tv, op de radio, in praatprogramma’s werd er veel aandacht besteed aan het initiatief ‘Dagen Zonder Vlees’ (DZV). Ik heb mij de moeite getroost om de webstek www.dagenzondervlees.be eens te gaan bezoeken, en dit zijn de twee voornaamste zaken die ik daaruit gedistilleerd heb. Ten eerste: “Het opzet is simpel: veertig dagen minder vlees en vis eten. En dat met zo veel mogelijk mensen. Samen besparen we zo veel mogelijk op onze ecologische voetafdruk.” Dat was de teneur van de webstek. Ten tweede, ook heel belangrijk en mijns inziens voor een stuk misleidende informatie: “Vleesconsumptie is een van de hoofdoorzaken van de klimaatverandering. De veeteelt stoot namelijk meer broeikasgassen uit dan de hele transportsector. Bovendien is het een erg inefficiënte manier van voeding.” De bedoeling van DZV is vooral “bewustwording als gedragsverandering teweegbrengen”. Ook die zin is heel belangrijk in mijn betoog.
Op de webstek is ook te zien dat een aantal politici meedoen, onder wie ook partijvoorzitters en mandatarissen. Ik begrijp dat en ik ben het ermee eens dat dat een individuele keuze is, al vind ik dat als men als partijvoorzitter aan zo’n initiatief deelneemt, het toch een zeker politiek statement inhoudt. Maar natuurlijk is iedereen vrij om te eten wat hij wil. Wat mij voornamelijk stoorde, was het feit dat drie ministers, onder wie de Vlaamse minister-president, mee op de kar van het initiatief zijn gesprongen, al dan niet bewust, al dan niet uit opportunisme, dat laat ik hier nog in het midden.
Los van mijn mening over dit initiatief – en we zullen straks de visie van de minister erover horen – en los van het debat over het initiatief zelf, vind ik het een beetje eigenaardig dat ministers van een Vlaamse Regering deelnemen aan een campagne waardoor de vleesconsumptie onder druk komt te staan. Dergelijke campagnes zullen een zekere economische schade toebrengen aan de sector en zullen er waarschijnlijk ook voor zorgen dat het imago van de vleessector en de vleesconsumptie beschadigd wordt.
Ik heb binnen mijn eigen ruime kennissenkring eens een kleine enquête gedaan. Het resultaat van die bevraging was dat de meesten onder hen na het bekijken van de webstek dachten dat vlees eten slecht is, dat vleesconsumptie heel schadelijk is voor het klimaat en dat minder vlees eten de boodschap is. Dat is de perceptie die leeft bij het overgrote deel van de bevolking. En u weet net als ik dat het overgrote deel van de bevolking, wanneer men geconfronteerd wordt met een dergelijk initiatief, met een lawine aan positieve berichtgeving rond dat initiatief, niet in staat is om een zekere nuance in die boodschap te leggen.
Gelukkig waren er nog twee mensen die de boodschap wel trachtten te nuanceren. Ten eerste was er de voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat. Dat is logisch, zal de collega straks zeggen. Natuurlijk lijkt mij dat logisch. En ten tweede was er de woordvoerster van de Boerenbond. U hebt wellicht allemaal haar vrije tribune gelezen, waarin ze zei dat de boodschap van de initiatiefnemers echt ongenuanceerd was.
Enerzijds is er dus de deelname van ministers aan dit initiatief, wat volgens mij een politiek statement is, en anderzijds druist het initiatief mijns inziens in tegen het landbouwbeleid dat u probeert te voeren, minister. We hebben het hier al jaren elke week opnieuw over de diepe crisis waarin de landbouwsector verzeild is geraakt. Straks zullen we het nog eens hebben over het afschaffen van de melkquota en de crisis die daardoor teweeggebracht wordt.
Er is intussen ook protest geweest bij de Europese Landbouwraad. We zijn dus al jaren bezig met te debatteren over de crisis in de landbouwsector. Wij vragen ons dan af hoe dit initiatief – en dat initiatief kunnen wij natuurlijk niet verbieden – strookt met de inspanningen die u als minister van Landbouw doet om de sector uit de crisis te halen en met bijvoorbeeld campagnes die worden gevoerd? Zeker tijdens de vorige legislatuur maar ook nu, waren er collega’s die zich bij de bespreking van de beleidsnota afvroegen of er niet meer subsidies naar het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) moesten gaan zodat VLAM meer promotie kan voeren voor het eten van vlees. Er worden spotjes gemaakt met Vlaamse subsidies die dus van het budget van de minister komen. U begrijpt wat ik bedoel. Deze campagne staat in contrast met het beleid van de minister en met de verschillende campagnes die worden gevoerd onder meer door VLAM. Het verbaast me trouwens dat vlees en vis in één adem worden vernoemd. Ik heb altijd geleerd dat vis eten gezond was, maar het zal wel aan mij liggen.
Minister, ik zou graag uw visie – u zou toch een specialist moeten zijn – kennen over het initiatief Dagen Zonder Vlees. Onderschrijft u dit initiatief? Hebben uw collega-ministers u daarover geconsulteerd? Als drie belangrijke ministers uit de Vlaamse Regering deelnemen aan zo’n initiatief, lijkt het me logisch dat zij aan u als minister van Landbouw vragen wat u daarvan vindt. Kan het een effect hebben op de landbouwsector? Is de Vlaamse overheid op enigerlei wijze betrokken bij deze campagne, bijvoorbeeld via subsidies, tv-spotjes? Ik heb gemerkt dat eminente sprekers uit de Vlaamse Regering in sommige praatprogramma’s plots het alfa en omega van de landbouw kenden, onder meer minister Homans. Bent u het met mij eens dat deze campagne schadelijk is voor de sector, zowel voor het imago als voor de economische schade? Kunt u bij benadering zeggen wat de economische impact van dit initiatief op de sector zou kunnen zijn? Welke gevolgen heeft dit alles voor de verdere ondersteuning van de sector? Bent u het met me eens dat deze campagne niet echt strookt met een landbouwvriendelijk beleid waarvoor u staat? Althans dat wordt u altijd verweten, maar collega Vandaele is hier nu niet. Welke gevolgen heeft dit voor verdere campagnes van VLAM? Hebt u weet van dergelijke campagnes in het buitenland? Hebt u daar resultaten van?
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik zal de campagne, die aan zijn vijfde editie toe is, niet meer toelichten. Dit jaar ligt ze misschien een stuk gevoeliger bij rundvee- en varkenshouders omdat uitgerekend hun sectoren zeer sterk worden getroffen door een crisis.
De manier waarop deze campagne door de media onder de aandacht is gebracht, stelt de landbouw in een negatief daglicht. Ik denk dat we het daarover eens zijn. Ik neem zelf niet deel aan de campagne, behalve op de dagen zonder ‘g’. Er is geen twijfel mogelijk dat een evenwichtig vleesgebruik essentieel blijft in de voeding van de mens.
Het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) heeft zich via voorzitter Hendrik Vandamme in het debat gemengd. In een verwijzing naar Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA) stelde hij dat ‘klimaatvasten het nieuwe dogma is’. Vanuit zijn positie is het logisch dat de voorzitter van een landbouworganisatie wijst op het belang van vlees in het dieet van de mens. Toch roept hij ook op voor een gematigde consumptie en stelt dat ABS niet alleen de spreekbuis is van de vleesindustrie, maar ook vooral van de zich geviseerd voelende veehouders.
Het is inderdaad ook van belang dat campagnes als ‘Dagen Zonder Vlees’ niet worden gepercipieerd als een dwingende vraag naar een 100 procent vegetarisch, laat staan veganistisch dieet, maar wel als bewustmaking om ons vleesverbruik te matigen in het belang van onze gezondheid. Ook Sonja De Becker, voorzitter van Boerenbond, heeft zich in het debat gemengd. Zij stelt toch wat ontgoocheld te zijn dat je terechtkomt bij oeroude clichés over vleesproductie, clichés waarvan niemand de oorsprong nog kent. Ze leest dat vleesproductie dé grote oorzaak is van ontbossing, de achteruitgang van de biodiversiteit, de klimaatverandering. Ze zegt dat deze info ongenuanceerd is en totaal geen rekening houdt met de meest recente gegevens of met de Vlaamse situatie.
Collega Sintobin en ik hebben een kleine Twitterrel gehad over het al of niet deelnemen van mijn partijvoorzitter aan Dagen Zonder Vlees. Ik vind dat vreemd. Uw vraag gaat ook over wie wel of niet meedoet aan deze campagne. Die campagne pleit helemaal niet voor een verplichting tot vegetarisme of veganisme. Het staat iedere democratische partij vrij om zelf te kiezen en vooral bij de liberale partij is iedereen vrij om deel te nemen of niet.
De campagne zelf wil sensibiliseren over de kwalijke gevolgen van te veel vlees eten. We moeten net een evenwicht zoeken. Die feiten zijn wetenschappelijk onderbouwd, bijvoorbeeld in het geval van rood vlees. Anti-landbouw kan je dit bezwaarlijk noemen. Zelfs VLAM, dat wordt gefinancierd door de sector zelf en mensen van de twee landbouworganisaties als voorzitter en ondervoorzitter heeft, verwerkt al sinds enkele jaren dezelfde boodschap dat een matig vleesgebruik aangewezen is. Nochtans heeft niemand ooit geroepen of vermoed dat VLAM de sector die hij hoort te vertegenwoordigen daarmee wetens en willens zou schaden.
De oorzaken voor de crisis in de rundvee- en varkenshouderij liggen elders. Heksenjachten op symbolen als deze acties zullen die niet oplossen. De afgelopen maanden hebben beleidsmakers rond landbouw trouwens bewezen zeer actief te zoeken naar structurele oplossingen voor de crisis bij de rundvee- en varkenshouders. In dit kader kan zelfs de actie Dagen Zonder Vlees ook positief worden aangewend. We spreken vaak over nichemarkten, maar hier kan minder maar kwaliteitsvol vlees voor velen een oplossing en een unique selling proposition zijn.
Minister, hoe ziet u die campagne? Ziet u die als een rechtstreekse benadeling van de runds- en varkenshouderij in Vlaanderen? Hoe staat u tegenover de boodschap van een matig vleesgebruik? Is het noodzakelijk dat VLAM afstapt van het publiceren van commercials van matig vleesverbruik? Hoe schat u de beweringen in over de schade van vleesproductie en -verbruik op ons milieu, op ontbossing en biodiversiteit, over de rechtstreekse impact van de productie van runds- en varkensvlees in Vlaanderen hierop? Welke conclusies trekt u uit de campagne, zowel inzake de boodschap als de commotie, mede veroorzaakt door de heer Sintobin?
Minister Schauvliege heeft het woord.
De campagne ‘40 Dagen Zonder Vlees’ is een privaat initiatief en wordt niet gesteund door de overheid. Het komt mij dan ook niet toe om uitspraken te doen over deze campagne. Enkele politici uit verschillende partijen doen mee, niet alleen partijvoorzitters, maar ook ministers. Dat is een afweging die ze zelf maken. Als u me vraagt naar hun motivering, kan ik daar moeilijk in hun plaats op antwoorden. Mijnheer Sintobin, dit is niet afgesproken in de Vlaamse Regering, het is ieders persoonlijke keuze om daar al of niet aan mee te doen. Meer kan ik daar inhoudelijk niet over zeggen.
Sommige vragen hebben wel betrekking op mijn bevoegdheid als landbouwminister. De economische impact van een dergelijke campagne is niet eenvoudig te becijferen. Ik kan dat niet weten en ook niet inschatten. We hebben geen zicht op hoeveel mensen deelnemen, hoeveel vlees ze normaal eten. Het kunnen evengoed vegetariërs zijn die meedoen. Dat weten we niet. Ik beschik niet over gegevens. Ik weet ook niet of het wijs is om dat te doen.
De promotiecampagnes van VLAM zullen ook niet wijzigen. VLAM voert een heel correcte campagne, die zegt dat de gematigde consumptie van vlees hoort bij een gezond en evenwichtig voedingspatroon. Dat sluit aan bij wat de Hoge Gezondheidsraad zegt en ook bij de voedingsdriehoek, die stelt dat de consumptie van vlees deel uitmaakt van een gezond voedingspatroon, maar dat het een gematigde consumptie moet zijn. Dat ondersteunen wij volledig en ook wat VLAM in de markt zet. Dat is zeker niet strijdig met 40 Dagen Zonder Vlees.
VLAM promoot niet het extra consumeren van vlees, maar zegt wel dat vlees deel uitmaakt van een gezond voedingspatroon, als je dat gematigd en evenwichtig doet. VLAM maakt ook reclame met onze lokale producenten voor kwaliteitsvol vlees ‘Lekker van bij ons’. Dat sluit ook aan bij de campagne.
Het is bekend dat de productie van runds- en varkensvlees een impact heeft op het leefmilieu. Dat ontkent niemand. Daarom werken wij al jaren aan het verminderen van die impact. Dat staat heel uitdrukkelijk in mijn beleidsnota, en het staat ook in het Landbouwrapport in het hoofdstuk ‘Landbouw in zijn natuurlijke omgeving’. We werken daaraan, niet alleen in de landbouw, maar ook in transport en industrie. Heel veel menselijk handelen heeft een effect op leefmilieu, en dat proberen we dagelijks te verminderen en verbeteren.
We zien een positieve evolutie. De milieuparameters verbeteren, maar het klopt dat de productie van varkens- en rundsvlees een impact heeft. Dat moeten we niet ontkennen, iedereen weet dat. Maar er zijn al bijzonder grote inspanningen gedaan en we werken dagelijks aan bijkomende inspanningen om de milieu-impact te verkleinen, met positieve resultaten.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, u zult het me niet kwalijk nemen dat ik wat ontgoocheld ben in uw antwoord. U houdt zich op de vlakte door te zeggen dat het een privé-initiatief is. Als drie ministers van de Vlaamse Regering, waaronder de minister-president, een dergelijk initiatief ondersteunen, dan is dat geen privé-initiatief meer van hen, maar een politiek statement.
Ik kan me moeilijk voorstellen dat u het in de schoot van de Vlaamse Regering niet even hebt over dit initiatief waarvoor zoveel media-aandacht is, onder andere door de deelname van bekende politici en ministers. Dat zou me bijzonder verbazen.
Ik begrijp dat u de economische schade niet kunt berekenen, maar ik vroeg niet alleen naar de economische schade, maar ook: bent u met mij eens dat dergelijke initiatieven en campagnes ondersteund door leden van de Vlaamse Regering tot economische schade leiden voor de sector en ook zorgen voor een slecht imago van de sector?
Ik verwijs nogmaals naar de beperkte enquête die ik in mijn kennissenkring organiseerde. De meeste mensen die met het initiatief in contact kwamen, kwamen tot het besluit dat vlees eten slecht is en vleesconsumptie een van de hoofdoorzaken van de klimaatverandering is. Het klopt dat vleesconsumptie een impact op het leefmilieu heeft. Wie dat ontkent, ontkent het licht van de zon. Maar men zegt er dan niet bij dat de landbouwsector de afgelopen jaren en decennia erg veel inspanningen heeft gedaan. De conclusie is dan dat we minder vlees en vis moeten eten.
Ik vind het dus jammer dat u over zo’n belangrijk politiek thema geen politieke uitspraken wenst te doen. Ik wil overigens graag weten of u bent gevraagd om aan het initiatief deel te nemen. Anders geformuleerd: bent u als minister van Landbouw gevraagd om deel te nemen aan het initiatief? Ik veronderstel immers dat uw collega-ministers niet uit eigen beweging hebben deelgenomen, maar door de initiatiefnemers zijn gevraagd. Dat lijkt me logisch, want ook de voorzitter van het Vlaams Parlement is gevraagd.
Mijn vragen blijven dus overeind. Bent u het met mij eens dat deze campagne economische schade berokkent? Beschadigt de campagne het imago van de sector? Vindt u niet dat u overleg zou moeten opstarten om de boodschap van het initiatief enigszins te nuanceren? Wat zijn de gevolgen van dat soort van campagnes die in het buitenland werden gevoerd? En dan heb ik als een uitsmijter nog een vraag die ik eventueel ook schriftelijk kan stellen: bent u als minister van Landbouw gevraagd om aan de campagne deel te nemen?
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, een heksenjacht tegen deze campagne voeren, lijkt me niet aangewezen. Ik denk dat we vooral moeten werken aan structurele maatregelen ten bate van de sector. De sector moet goed worden ondersteund. Mede met de hulp van VLAM moet een correcte boodschap over de landbouwsector worden verspreid. Men heeft de vrijheid om al dan niet aan dit soort van campagnes deel te nemen. Vrijheid ligt bij jullie misschien wat moeilijker, mijnheer Sintobin. In elk geval moeten we blijven inzetten op structurele maatregelen, en het is die overtuiging die me toestaat om de antwoorden van u, minister, positief te beoordelen. Het is moeilijk om het economische effect van dat soort van campagnes te berekenen, maar er zullen altijd voor- en nadelen aan verbonden zijn.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik wil me niet verliezen in een welles-nietesspelletje. Ik stel vast dat ook de landbouwsector altijd zelf pleit voor een matige vleesconsumptie. We moeten ook vaststellen dat de boodschap van de actie zeer genuanceerd is. Het EVA pleit zelf voor een matige vleesconsumptie. De landbouworganisaties steigerden zodra het initiatief werd genomen. We kunnen EVA niet verwijten dat het met succes zijn doelen probeert te realiseren. Ik vind dat dit alles vooral een gemiste kans is voor de landbouwsector en voor de landbouworganisaties in het bijzonder. In plaats van een stellingenoorlog te beginnen, had men veel beter samengewerkt om de boodschap van het positieve van een matige vleesconsumptie uit te dragen. Men had kunnen samenwerken om in deze periode ons fruit en onze groenten te promoten. Men had ook de nadruk kunnen leggen op het nut van de consumptie van misschien minder, maar kwaliteitsvoller vlees. Dit is echt een gemiste kans. Samenwerking met het oog op het uitdragen van een genuanceerd verhaal was aangewezen.
De heer Dochy heeft het woord.
Ik sluit me ten dele aan bij wat de heer Engelbosch heeft gezegd. In elk geval is het zo dat eenieder die gezond voedsel produceert, hoopt en betracht dat het voedsel op een goede manier wordt geconsumeerd. Het voedingspatroon moet evenwichtig zijn en de gezondheid bevorderen. Matiging is van alle tijden. Waar is de tijd dat we op vrijdag geen vlees aten? Dat was een ingeburgerde praktijk, ingegeven door de christelijke traditie. U weet dat, mijnheer Vanderjeugd, want ook u bent nog een beetje een ‘tsjeef’. (Gelach)
Een belangrijk onderscheid tussen de matiging die toen werd aangeprezen en wat we vandaag meemaken, is wel dat we vandaag niet alleen meer de gezondheid betrachten, maar ook de klimaatproblemen voor het voetlicht brengen. Dat zorgt voor een totaal verschillende invalshoek. Uiteindelijk is het zo dat EVA niet echt zijn naam mee heeft om op een genuanceerde manier dit verhaal te promoten. Het woord ‘vegetarisch’ in de naam zegt al dat men tegen vleesconsumptie pleit.
Dan haalt men daar cijfers bij, maar dat is gemakkelijk. Het effect van vleesproductie op het milieu moet echt nog worden bestudeerd. Ook in de cijfers is enige nuance aan te brengen. Het zou dus op een veel betere manier kunnen worden uitgedragen. De landbouwsector hoeft zich niet per se aangevallen te voelen. Zoals collega Engelbosch zegt, kan men ook ‘40 dagen extra groenten’ organiseren, of ‘40 dagen extra fruit’ of ‘40 dagen met producten van bij ons’. Als we het klimaat koppelen aan gezondheid, komen we al heel wat verder.
Ik betreur de polarisatie, maar ik heb hoop, want ik heb gelezen dat de voorzitter van de Boerenbond een gesprek gepland heeft met de organisatoren van deze actie. Ik hoop dat dit volgend jaar dan op een veel genuanceerder en vloeiende manier kan doorgaan.
De heer Caron heeft het woord.
De heer Dochy heeft een mooie uiteenzetting gehouden. Hij evolueert steeds meer in onze richting, dat vind ik fijn.
Er zijn 86.113 deelnemers aan Dagen Zonder Vlees volgens de website. (Opmerkingen)
Neen, dat zijn niet allemaal vegetariërs. Ik weet niet of daar cijfers van bestaan.
Dat is 1,3 procent van de Vlamingen. Als ongeveer de helft van onze vleesproductie voor binnenlandse omzet bestemd is en die 86.000 deelnemers eten 40 dagen lang nul gram vlees, dan is dat een economische achteruitgang voor de sector van 0,2 procent. Ik wil de economische impact en de onnodige polarisatie een beetje relativeren die op basis van economische cijfers werd gecreëerd.
Als er iemand nadeel ondervindt van die actie, is het waarschijnlijk, vreemd genoeg, niet de grootdistributie of de exporteurs, maar wel de korteketenbedrijven. Die klanten gaan bewuster om met voeding en gaan bij de landbouwer om de hoek en/of op het landbouwbedrijf. Zij gaan veertig dagen lang minder consumeren. Vreemd genoeg zou het effect wel eens averechts kunnen zijn.
Daarenboven wil ik verwijzen naar een opiniestuk geschreven door een medewerker van een Vlaamse openbare instantie, dat is misschien nog het meest neutrale, namelijk het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ). Dat is de officiële instantie die de kwaliteit van de gezondheid probeert te bevorderen en de preventieve bevoegdheid van Vlaanderen daarvoor inzet. In dat stuk staat nog eens uitdrukkelijk dat we te veel vlees eten. Het streefcijfer van 100 gram per dag is een uitdrukkelijke aanbeveling.
Ik ben in deze commissie al eens tussengekomen rond de promotieacties van VLAM, dat andere normen hanteert dan VIGeZ. Ik betreur dat. Het is geen kwestie van voor of tegen te zijn. Ik ben zelf een matig vleeseter, ik ben geen vegetariër. De consumptie in Vlaanderen zit nog altijd op ongeveer 160 gram per persoon per dag. We hebben nog een lange weg af te leggen. Er worden stappen gezet, maar VLAM maakt zijn spotjes niet op basis van gezondheidscriteria maar vooral voor de sectoren. De promotie van vlees in Vlaanderen is veel groter dan die van fruit en groenten. Als Dagen Zonder Vlees kan doorgaan, moet dat ressorteren in dagen met meer groenten en fruit. Dat is ook de landbouwsector die dan aan bod komt.
Mevrouw Beckers – de heer Dochy zei het al – heeft een opening gemaakt in haar opiniestuk. Ik hoop dat dat in de volgende jaren naar elkaar kan toegroeien en dat men kan samenwerken.
De heer Wouters heeft het woord.
De term ‘40 dagen’ wordt heel speciaal gebruikt. Ik zal ook uit de kast komen: als slager-spekslager eet ik vlees. Ik vind het een mooi beroep, een mooi product, ik hou er echt van. Dit maar om te zeggen dat er ook bij ons geen partijlijn is dat ik mijn vlees moet laten.
40 Dagen Zonder Vlees is overroepen bij momenten, zeker nu met heel die hetze. Er blijven toch 326 dagen over dat we de producten van bij ons kunnen promoten. Dat is veel belangrijker voor de ecologische voetafdruk en het milieu. We moeten echt durven gaan voor de producten die bij ons geteeld en verdeeld worden.
Het is moeilijk om wijs te worden uit de cijfers. Ik heb hier al van alles gehoord vandaag. Als we een studie van de kiwi gaan maken, zal daar zeker evenveel uit blijken als uit een studie van de biefstuk.
We moeten VLAM vragen om promotie te maken voor producten van dicht bij ons. Na het drinken met mate, komt nu het vlees eten met mate. Ik kijk al uit naar de barbecues die eraan komen en dat heerlijke stukje gegrild vlees.
Dit is een interessante gedachtewisseling, collega’s. Ik sta huiverachtig tegenover alle dogma’s en ik ben kritisch voor alles wat een hype veroorzaakt. Dus ik begrijp iets minder de overdreven commotie.
Als ik het algemeen formuleer, dan meen ik dat een meer sobere levensstijl niet ongezond is. Dat geldt niet alleen voor wie misschien overdreven veel vlees gebruikt, maar ook voor wie overdreven veel suikers gebruikt, voor wie overdreven veel drinkt enzovoort. En als het over de ecologische voetafdruk gaat, kunnen we eveneens vragen stellen bij reizen en dergelijke meer.
Ik zet me wel af tegen degenen die van deze discussie gebruikmaken om een sector ongewild te culpabiliseren en om de producenten in deze sector daarbij te betrekken. Het is belangrijk dat de ecologische voetafdruk voor de vleesproductie in Vlaanderen, maar ook in andere landen, op een wetenschappelijke manier juist in kaart wordt gebracht zodat de discussie wat meer gebaseerd is op wetenschappelijke kennis. Dat is een suggestie die ik u meegeef, minister.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Dames en heren, ik wil ook niet meedoen aan een polarisering. Ik sluit me aan bij de woorden van de heren Engelbosch, Dochy en anderen die hebben opgeroepen tot nuancering.
Ik meen ook niet dat er echt economische schade is voor de sector of dat de sector beschadigd wordt. Het lijkt me vooral belangrijk om bij de initiatieven vanuit de overheid correcte informatie aan de consument te geven zodat de consument zelf een keuze kan maken. Als de consument graag cola wil drinken, waar veel suiker is zit en ongezond is, dan kan hij daarvoor kiezen, maar hij weet dat er veel suiker in zit. Hetzelfde geldt voor vlees en voor alle andere producten. Wij moeten correcte informatie geven, en dat doen we ook. Er werd al verwezen naar de bijdrage, de vrije tribune die op een aantal sites is verschenen. Wij enten ons ook op het advies van de Hoge Gezondheidsraad en op de voedingsdriehoek, waar we helemaal achter staan.
We moeten wel correct blijven. Daar heb ik het wat lastig mee, mijnheer Caron. U meet met twee maten en twee gewichten. U hebt het er bijzonder moeilijk mee dat de vleessector zelf middelen geeft om in het VLAM promotie te voeren voor vlees. Maar u hebt er geen probleem mee dat de sector zelf promotie voert over het niet eten van vlees. Ik meen dat beiden recht hebben om dit te doen. Vanuit de overheid moeten we correcte en objectieve informatie geven. En dat doen we ook. Maar het zijn de middelen vanuit de sector zelf waarmee promotie wordt gevoerd. Het is ook correcte informatie die gegeven wordt, want het gaat erover dat een gematigd vleesverbruik deel uitmaakt van een gezonde voedselconsumptie. Wie zijn wij dan om over private commerciële initiatieven die worden genomen, te zeggen dat ze niet kunnen of mogen? Het is vooral onze taak om ervoor te zorgen dat mensen goede keuzes kunnen maken. Het is ieders verantwoordelijkheid om dat ook te doen.
Mijnheer Sintobin, ik heb inderdaad ook een brief gekregen om mee te doen aan de actie. Ik weet niet wie er nog allemaal die brief gekregen heeft. Ik heb er niet echt officieel op geantwoord, het was een gewone informatieve brief waarin stond dat Dagen Zonder Vlees weer zou plaatsvinden. Ik heb beslist om er niet aan mee te doen, dat is mijn persoonlijke keuze. Ik meen dat iedereen die keuze voor zichzelf moet maken.
Ik herhaal dat de polarisatie voor niets nodig is. We hebben goede, eerlijke producten. We produceren die op een maatschappelijk verantwoorde manier. We proberen ook om onze ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te maken, daar zijn we dagelijks mee bezig. We mogen daar ook voor uitkomen. Voor de rest is dit een actie zoals er vele acties zijn en die op het terrein ontstaan.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, nog kort enkele slotopmerkingen. Er was het feit dat de heer Dochy de heer Vanderjeugd een tsjeef heeft genoemd. Eigenlijk heeft hij gelijk. Het was inderdaad een enerzijds-anderzijdsbetoog van de heer Vanderjeugd. Ik veronderstel dat hij op een goed blaadje wil staan bij zijn voorzitter, want zij neemt wel deel aan het initiatief.
Ik wil het nog een keer proberen, voor de mensen die me niet begrepen hebben: ik heb het debat niet in gang getrokken over evenwichtige voeding en gematigde vleesconsumptie, het was er mij om te doen dat Vlaamse ministers zo’n initiatief ondersteunen. Ze doen dit niet als privépersoon, dit is een politiek statement.
Minister, ik wil u er trouwens mee feliciteren dat u niet deelneemt. U zult hier niet woordelijk zeggen waarom u niet deelneemt, maar ik begrijp wel dat het vanuit uw positie als minister van Landbouw ietwat eigenaardig zou zijn om eraan deel te nemen.
Hoe kleinschalig sommigen dit initiatief proberen naar voren te brengen, ik blijf erbij dat de perceptie blijft bestaan bij de bevolking dat vlees eten slecht is en dat de vleesconsumptie een van de grootste boosdoeners is bij de klimaatverandering. Ik val dit initiatief niet aan, iedereen heeft het recht om te doen wat hij wil. Ik ben het een beetje beu om continu geconfronteerd te worden, en niet alleen in dossier, met mensen die waarschijnlijk veel tijd hebben om met het opgeheven vingertje tegen de burgers te zeggen wat ze wel mogen doen en wat niet, wat ze wel mogen zeggen en wat niet, wat ze wel mogen eten en wat niet. Daar wil ik me tegen verzetten. Ik vind het spijtig dat leden van de Vlaamse Regering dit initiatief hebben ondersteund. Ik heb de polarisatie niet gezocht. (Opmerkingen van Jelle Engelbosch)
Een vraag om uitleg indienen, is toch niet polariseren? Het betreft het beleid van de Vlaamse Regering. Lees uw reglement. Ik zit hier al iets langer dan u, ik weet wat ik moet doen en wat ik niet moet doen. Het debat vandaag heeft bewezen dat dit thema leeft, niet alleen bij burger, maar zeker ook bij de politici.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Collega Sintobin, ik sta op een goed blaadje bij onze voorzitter, dus geen probleem, u hoeft zich geen zorgen te maken. Ik heb mijn betoog gehouden en u hebt uw betoog gehouden. U hebt vooral diegenen die daaraan meedoen, geviseerd. Ik heb gezegd dat onze voorzitter niet met het opgeheven vingertje heeft gezegd dat men geen vlees mag eten. Zij doet daar gewoon aan mee en dat is opnieuw haar vrije keuze, net zoals elk regeringslid daar vrij voor kan kiezen. Ik heb vooral gepleit voor een matig en evenwichtig vleesgebruik. Dat is belangrijk. Wij van onze kant moeten een correcte boodschap blijven geven. Dat is alles. Daarnaast moeten we ook in structurele maatregelen blijven voorzien voor de sector. Dat is alles.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.