Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, tijdens de bespreking van de beleidsbrief en begroting voor 2016 beklemtoonde u dat de overheveling van de provinciale taken geen nadelig effect mag hebben op de sporter en geen besparingsoperatie mag worden. U verwees verder naar uw collega Homans als coördinerend minister, maar tijdens de plenaire vergadering van 6 januari laatstleden verwees zij op haar beurt naar de betrokkenheid van de respectieve vakministers. Op 1 januari 2017 treedt de hervorming van de provincies in werking en worden de instellingen, taken en bevoegdheden in de persoonsgebonden aangelegenheden naar de lokale besturen en/of de Vlaamse overheid overgeheveld. Dat is dus over minder dan één jaar.
Het voorbije jaar hebben de provincies een inventaris opgesteld van de persoonsgebonden taken en instellingen. Op 17 juli 2015 heeft de Vlaamse Regering al een eerste voorstel van toewijzing goedgekeurd. Tijdens het afgelopen najaar werden gesprekken met de provincies en betrokken steden en gemeenten gevoerd. De wijzigingen van bevoegdheden lopen samen met een aanpassing op het vlak van de financiering van de Vlaamse provincies. Het gaat dus over een ingrijpende hervorming die grondig moet worden voorbereid met alle betrokken partners. De ongerustheid op het terrein blijft evenwel erg groot omdat er nog heel veel onduidelijkheid heerst over het toekomstige beleid.
Minister, wat is het resultaat van de gesprekken die met de provincies en de betrokken steden en gemeenten zijn gevoerd over de lijst van over te dragen instellingen? Welke probleemdossiers zijn nog niet uitgeklaard? Wanneer zal de indicatieve lijst definitief worden bekrachtigd? Welke wijzigingen verwacht u nog te moeten aanbrengen?
De lijst van 17 juli, die werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering, gaat over provinciale instellingen die duidelijk kunnen worden toegewezen en dat is een relatief eenvoudige oefening. Veel minder duidelijkheid is er over alle andere provinciale initiatieven die nog geen herbestemming kregen, zoals bijvoorbeeld in het kader van het vrijwilligersbeleid of het G-sportbeleid. Hoe zult u dat aanpakken en wat is hiervoor de timing?
Wanneer zal de inventaris van het over te hevelen provinciale personeel met sportbeleidsfuncties opgemaakt zijn? Zal worden uitgegaan van de personeelsformatie van vóór 2014? Hebt u daarvan een volledig beeld?
Minister Gatz heeft aangekondigd dat hij een decreet zal maken voor het regionaal cultuurbeleid en een decreet voor het regionaal jeugdbeleid, omdat niet alle provinciale taken kunnen worden ingepast op het lokale of het Vlaamse niveau. Zult u eenzelfde formule toepassen en ook een regionaal sportbeleid voorbereiden en uittekenen?
Minister Muyters heeft het woord.
We hebben verschillende gesprekken met de betrokken steden en gemeenten en de provincies gehad over de over te dragen instellingen. Op 11 december 2015 vond in het Sportcentrum Peerdsbos te Brasschaat een overleg plaats met de provincie Antwerpen, Sport Vlaanderen en mijn kabinet over de overdracht van Sportcentrum Peerdsbos naar Sport Vlaanderen. Vervolgens zijn er verdere gesprekken geweest met Sport Vlaanderen en de verantwoordelijken van het sportcentrum Peerdsbos om de diverse deelaspecten verder te bespreken. Op 14 december 2015 vonden gesprekken plaats met volgende steden en gemeenten: Zwevegem over de duiktank en het avonturenparcours op de Transofsite, Brugge over het Olympia zwembad, Oudenaarde over het Centrum Ronde van Vlaanderen en Gent over het Huis van de Sport. Op 11 januari 2016 vond overleg plaats over de overdracht van de wielerpiste in Wilrijk en over het Huis van de Sport in Antwerpen. Tijdens deze overlegmomenten werd op basis van een inventaris per instelling gepolst naar de interesse van de lokale overheid om de instelling over te nemen. Deze gesprekken zijn constructief verlopen. Er zijn op het ogenblik ook geen probleemdossiers.
Ik geef u nu iets meer details van het huidige voorstel, dat echter nog moet worden afgerond. De duiktank en het avonturenparcours van Zwevegem zouden bij de dienst Toerisme van de provincie West-Vlaanderen komen. Het Olympia zwembad van Brugge zou naar de stad gaan, maar omdat het een pps-constructie is, moet dat nog verder worden opgenomen met de provincie West-Vlaanderen en de privépartner. Het Centrum Ronde van Vlaanderen gaat ook naar de dienst Toerisme van de provincie Oost-Vlaanderen. Het Huis van de Sport in Gent wordt overgedragen aan de stad Gent. Het Huis van de Sport in Antwerpen verdwijnt op 31 december 2016, toch als instelling van de provinciale sportdienst. De sportfederaties die er nu gehuisvest zijn, zetten vanaf 1 januari 2017 en ten minste tot het einde van de beleidsperiode hun huurovereenkomst voort via de Facilitaire dienst van de provincie Antwerpen. De wielerpiste in Wilrijk wordt overgedragen aan de stad Antwerpen.
Binnenlands Bestuur zal een gestroomlijnd ontwerpdocument voor de lokale besturen ter beschikking stellen waarin de betrokken provincie en gemeente formeel bevestigen wie de sportinstelling effectief onder zijn hoede neemt. Daarmee heb ik een volledige stand van zaken gegeven. Zoals ik al zei, zijn er op het ogenblik geen problemen en zijn er dus ook geen aanpassingen nodig.
Vanuit Sport Vlaanderen zijn zeven werkgroepen samengesteld: één voor de opvolging van de overdracht van de instellingen en zes voor de inkanteling van de provinciale bevoegdheden inzake sport. De werkgroepen zullen in overleg met de afgevaardigden van de provincie beleidsvisies ontwikkelen om de verschillende provinciale initiatieven met betrekking tot sport een optimale herbestemming te geven.
De zes bevoegdheden zijn: G-sport, bovenlokale evenementen, regiowerking, bovenlokale sportinfrastructuur, Sport, Natuur en Ruimtelijke Ordening en de uitleendiensten. De bedoeling is om, uiteraard in alle transparantie, tegen de zomerperiode die deeltrajecten om te zetten in concrete implementatieprocessen. Tegen 1 januari 2017 moet de implementatie dan gerealiseerd kunnen worden. De transitieoefening biedt natuurlijk ook opportuniteiten om de diverse opdrachten binnen Sport Vlaanderen nu vanuit een brede gestroomlijnde visie vorm te geven. Het is onze bedoeling dat ook de lokale overheden daarbij betrokken worden.
Specifiek voor het G-sportbeleid werd op 6 januari een overleg georganiseerd op mijn kabinet met de drie G-sportfederaties, een afvaardiging van de provincies en het dagelijks bestuur van G-sport Vlaanderen, en dat om de diverse processen te bespreken en zo een duurzame werking voor G-sport in Vlaanderen te garanderen. Ook voor de andere heb ik u geschetst hoe we te werk gaan.
De inventarissen met betrekking tot het personeel werden eind november 2015 door de provincies bezorgd aan de Vlaamse overheid. De inventaris bevat de gegevens die we nodig hebben om de overdracht voor te bereiden, uitgezonderd de namen van de betrokken personeelsleden. De inventarissen worden momenteel verwerkt. In de mate dat de provincies goed hebben aangegeven wat de personeelsformatie is, met de bijhorende kredieten, zal het gemakkelijk zijn en transparant kunnen gebeuren. Het menselijke aspect is voor mij heel belangrijk. Ik wil benadrukken dat de medewerkers die effectief werkzaam zijn op het moment van de overdracht, gegarandeerd aan de betrokken overheid zullen worden overgedragen. De tewerkstelling is dus verzekerd.
Ik denk dat er bij Sport geen reden is om een regionaal Sportdecreet op te maken. De overdracht van de bevoegdheden van de provincie naar Sport Vlaanderen past binnen de kerntaken en de decretale opdracht van Sport Vlaanderen.
De heer Poschet heeft het woord.
Bedankt voor uw zeer uitgebreide antwoord, minister. Het is positief dat u overleg hebt gehad met verschillende gemeenten. Samengevat lijkt het mij dat kleinere steden of gemeenten het overdragen aan een provinciale dienst, in dit geval Toerisme, wat het geval is bij Zwevegem en Oudenaarde, en dat als de provinciale instellingen zelf in of vlakbij een grotere provinciehoofdstad liggen, het wordt overgedragen naar het lokale niveau. Is dat de algemene regel binnen de provinciehervorming wat Sport betreft? Het is in elk geval belangrijk dat we een warme overdracht doen van de provinciale sportinstellingen.
U hebt niet gezegd wanneer u de indicatieve lijst definitief kunt bekrachtigen. Kunt u daar misschien een hint van timing van geven?
Met betrekking tot het G-sportbeleid is het belangrijk dat we hier geen grote gaten laten vallen. Ik steun u in uw omzichtige aanpak daarvan. Het is ook belangrijk om het menselijke kapitaal te valoriseren en mensen niet nodeloos op stang te jagen.
De uitleendiensten hangen nu samen met de uitleendiensten voor Cultuur en Jeugd. Worden die losgekoppeld van elkaar? Of gaat u dat samen bekijken met uw collega Gatz?
De heer Wouters heeft het woord.
Minister, ook ik dank u voor uw uitvoerige antwoord. Het is algemeen geweten dat onze fractie een koele minnaar is van het provinciale bestuursniveau. Het stelt me in deze materie zeker gerust dat u overleg pleegt met alle mogelijke echelons. Waar wij voor staan, is dat de sporter op de eerste plaats dient te blijven staan. Dat is het enige wat onze fractie u vraagt: om zeker altijd de nodige aandacht te blijven hebben voor zowel de gewone sporter als de G-sporter.
Onze fractie is ook een koele minnaar, mijnheer Wouters, maar er moet wel een goed alternatief zijn, en dat hebben we eigenlijk niet.
Minister, ik merk dat u het dossier heel pragmatisch benaderd hebt. Ik kan niet anders dan dat te concluderen. Het is een beetje zoals een goede skiër een reuzenslalom doet. Ik kan daar begrip voor opbrengen, want de historische context leidt daar ook toe, maar daardoor ontstaan wel een paar vreemde bewegingen.
Ik ken het dossier van Transfo Zwevegem goed. Dat het bij de toeristische dienst van West-Vlaanderen arriveert, is dan wel begrijpelijk, want West-Vlaanderen heeft indertijd een belangrijk deel van de centen op tafel gelegd en wil het ook graag zelf als een paradepaardje in de stal houden. Maar eigenlijk is de duikinfrastructuur een topsportinfrastructuur. Je kunt daar recreatief duiken, maar gezien de schaal en de omvang is het eigenlijk iets dat onder Sport zou moeten ressorteren en dat door Sport Vlaanderen beheerd zou moeten worden. Nu ben ik even principieel, en niet zo pragmatisch als u. Maar ik kan uw pragmatiek wel enigszins volgen.
Hetzelfde geldt eigenlijk een beetje voor het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. Het is misschien zelfs geen sport, maar eerder cultuur, en zelfs cultureel erfgoed, en het zou misschien ook veel beter onder Cultuur ressorteren. Volgens mij zou het de logica zelve zijn dat de stad Oudenaarde het centrum overneemt en het als een paradepaardje van haar eigen stedelijke ontwikkeling rond de koers koestert. Maar goed, de problematiek is wat ze is.
Ik wil het nog even hebben over de uitleendiensten. Ik weet niet of er iemand van Belga aanwezig is, maar eigenlijk is er wel nieuws. Mijnheer Poschet, u hebt de vraag gesteld, het is dus aan u om Oost- en West-Vlaanderen te komen veroveren. Wat de uitleendiensten betreft, pleit ik er niet noodzakelijk voor om ze de facto samen met cultuur te behouden. Er zijn natuurlijk wel een aantal overlopen. Die hebben ook een andere pragmatische insteek, met name dicht bij de mensen. Uitleendiensten die dicht bij de mensen staan en die mensen kunnen bereiken zonder dat ze gekke afstanden moeten afleggen, is een oplossing vanuit de dienstverlening en vanuit de noden in de samenleving. Ik wist overigens niet dat er in Wilrijk een wielerbaan is. In Assebroek en in Oostende is er eentje, maar dat zijn recreatieve.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Poschet, het was niet op basis van de grootte dat beslist werd tot overheveling naar de provincie, maar wel op basis van de inhoud.
Mijnheer Caron, ik ben het niet eens met u. Het Centrum Ronde van Vlaanderen heeft weinig met sport te maken. Er wordt geen sport beoefend, er wordt iets getoond. Oudenaarde is bekend om zijn rol in de Ronde van Vlaanderen. Ik begrijp dat het daar eerder bedoeld is om toeristen aan te trekken dan om wielrenners aan te trekken. De overheveling is dus op grond van de inhoud doorgevoerd.
Over de Transfosite kan ik ongeveer hetzelfde zeggen, want dat avonturenparcours is geen sport. Het is moeilijk om te zeggen dat in de Transfosite het ene wel sport is en het andere niet. Daarom moeten we pragmatisch zijn. Ik denk dat we eerder moeten gaan naar minder Bloso-centra dan er nog eentje bij te maken. Er is een evaluatie gemaakt, en er is een koppeling gemaakt tussen het avonturenparcours en de Duiktank. Dat blijft dan in zijn geheel, het moet zo bekeken worden en niet losgekoppeld van elkaar. De koppeling is op basis van de inhoud gemaakt en niet vanuit de grootte.
Ik kan geen hint geven over de timing. Mijnheer Caron, u zegt dat er nieuws is. Ik zou daarmee wel opletten. Ik ben heel open geweest, ik heb duidelijk gezegd dat er een voorstel is, maar het is nog niet afgerond.
Ik heb nog een opmerking over de uitleendiensten. Er is één groot verschil met Cultuur, namelijk dat we bij Sport Vlaanderen onze eigen uitleendiensten hebben. De koppeling van de provinciale uitleendiensten is dus beter op Sport Vlaanderen gericht. Als het nuttig zou blijken om daar ook een koppeling te houden met cultuur, zullen we dat bekijken in het proces dat nu nog gaande is.
De heer Poschet heeft het woord.
Ik denk dat we rond de uitleendiensten vooral de efficiëntie centraal moeten stellen: we moeten geen twee diensten naast elkaar laten bestaan. We moeten er ook voor zorgen dat we synergieën blijven behouden. Een podiumelement of een muziekinstallatie die voor een dansgroep gebruikt wordt – wat dus sport is – kan ook voor jeugd gebruikt worden of voor culturele evenementen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.