Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, door de zesde staatshervorming is het Rampenfonds een gewestelijke bevoegdheid geworden. Zowel de personeelsleden als de taken van de FOD Binnenlandse Zaken zullen worden ingekanteld in ons gewest, alsook de bijbehorende middelen, de 11,2 miljoen euro voor werkingskosten.
De Vlaamse Regering kondigde eerder al aan dat ze tegen eind 2015, begin 2016 met een nieuw decreet zou komen en dat men voor de afhandeling van die rampen de optimalisatie van de procedure hoog in het vaandel voert. Niet alleen voorstellen tot optimalisatie, maar ook een aanpassing van de procedure zou worden gepland.
Minister-president, wat is de stand van zaken van de voorstellen tot procesoptimalisatie, dus de aanpassing van de procedure op zich? Volstaat de financiering – de 11.241.000 euro – om een vlotte werking van het fonds te garanderen?
Dan over de rol van de gemeenten. We weten dat de gemeenten een belangrijke rol spelen in het verstrekken van informatie en het begeleiden van de rampendossiers, maar in het verleden hebben we kunnen vaststellen dat dat niet altijd even vlot verloopt. Wordt er naar aanleiding van het nieuwe decreet een nieuw informatietraject gepland voor de gemeenten?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
We hebben het voorontwerp van decreet op 27 november 2015 goedgekeurd. Daar kunt u kennis van nemen. Ik zal er niet in detail op ingaan, want dat is passieve openbaarheid. Het staat op DORIS. De grote lijnen hebt u dus kunnen lezen.
We hebben advies gevraagd aan de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Ook dat advies is bekend. Het is gepubliceerd en staat op de website van de SERV. Nu is het voorontwerp van decreet voorgelegd aan de Raad van State. Die is gevraagd om advies te verlenen binnen de dertig dagen. Die termijn verstrijkt op 16 februari 2016. Daarna ga ik terug naar de Vlaamse Regering om, als alles goed verloopt, het ontwerp van decreet in te dienen in het parlement.
Tegelijk maak ik werk van een ontwerp van uitvoeringsbesluit. Natuurlijk moet je de kar niet voor het paard spannen, maar het is goed om snel te gaan. Als het ontwerp van decreet is goedgekeurd, kunnen we snel werk maken van het uitvoeringsbesluit. Ik zal niet ingaan op de grote lijnen, die kent u. Het parlement heeft er inzage in. Er is nog geen definitieve beslissing van de regering. Het ontwerp van decreet wordt in het parlement ingediend op het moment dat het definitief is goedgekeurd.
We streven ernaar om alles te vereenvoudigen, om sneller te werken, en ook werk te maken van nieuwe parameters om als het erop aankomt over te gaan tot het beoordelen van de ramp en van de schadegevallen. Daarbij zullen we zoveel mogelijk digitaliseren, we gaan zoveel mogelijk radicaal digitaal, ook als het gaat over de toepassing van de regels van het Rampenfonds.
Mijn diensten onderzoeken dit momenteel samen met het departement Landbouw en Visserij, om na te gaan of er een digitaal platform kan worden opgezet, dat ook aan de gemeenten de mogelijkheid geeft om een digitale aanvraag in te dienen, waarbij ook de individuele dossiers van de burgers kunnen worden ingediend. We zullen daar ook het principe toepassen: vraag niet wat je al weet. De gegevens die de overheid op de een of andere manier heeft, moeten niet meer worden bezorgd door de betrokkenen zelf. Dat zal niet gemakkelijk zijn. Het is nogal technisch. Ik heb toch gevraagd om daar prioriteit aan te geven.
Inzake de financiering zijn er momenteel geen problemen. Er zijn voldoende budgettaire middelen om de schadevergoedingen te kunnen betalen van de rampen die de Vlaamse Regering tot nu toe heeft erkend. De eerste uitbetalingen gebeurden vorig jaar in december. Het ging toen in totaal over 172.099,56 euro. In januari 2015 is er 911.257,90 euro betaald. Mijn diensten schatten in dat daarbovenop nog 4,25 miljoen euro zou moeten worden betaald voor de rampen die zijn erkend in 2014.
Die budgetten worden aangerekend op de kredieten van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging. Op de begroting 2015 stond daar een budget van 12,7 miljoen euro. Datzelfde bedrag is ook ingeschreven in de begroting 2016 bij het Vlaams Fonds voor de Lastendelging. Normalerwijze hebben we ruim voldoende als er rampen gebeuren. We weten natuurlijk niet wat de natuur voor ons in petto heeft in de loop van 2016. Met dit bedrag beschikken we over een redelijke provisie. Als die niet volstaat, zullen we moeten uitzoeken hoe we dat kunnen oplossen.
Elke gemeente heeft in principe een coördinator voor rampen die op het gemeentelijke grondgebied gebeuren. Het is mijn bedoeling om, als het decreet en het uitvoeringsbesluit zijn goedgekeurd, informatievergaderingen te organiseren voor de coördinatoren zodat de gemeenten op een duidelijke, snelle en efficiënte manier op de hoogte worden gebracht van de nieuwe procedures. Dat zal ook gebeuren voor de deskundigen die worden aangesteld om de rampen vast te stellen.
De heer Van Miert heeft het woord.
Er zijn inderdaad heel veel zaken terug te vinden, maar ik wilde deze vraag om uitleg toch nog stellen. Toevallig en jammer genoeg voor de mensen die het hebben ondervonden, hebben we in het afgelopen weekend wateroverlast gehad in verschillende Vlaamse provincies. Minister-president, ik weet niet of ik u daarover al een vraag kan stellen, of u ons daar iets over kunt zeggen. We lezen in de pers dat verscheidene gemeenten zich tot u zullen richten met de vraag om een schadevergoeding en een erkenning als rampgebied. Kunt u daarover iets zeggen?
Ik heb verder geen extra vragen. Ik ben blij te horen dat de digitalisering en de vereenvoudiging van de procedure prioriteit krijgen bij de Vlaamse Regering. Zo kan dat in de toekomst iets vlotter verlopen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijn administratie heeft contact opgenomen met het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI). Het KMI heeft geantwoord dat de neerslag nergens uitzonderlijk was. Dit zal dus niet worden gecatalogeerd als een ramp.
De vraag om uitleg is afgehandeld.