Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op 1 januari veranderde het Antwerpse Havenbedrijf van rechtsvorm als gevolg van een decreet dat unaniem in dit parlement werd goedgekeurd. Die unanimiteit is van belang, ik kom er straks op terug. Een van de consequenties die bij de bespreking van het decreet helemaal niet in de scope zat, was de implicatie van deze omvorming op de samenstelling van de raad van bestuur.
Tot voor kort, tot 1 januari dus, had het Waasland, waar een groot deel van de havenuitbreiding zich afspeelt, een vertegenwoordiging in de raad van bestuur via de intercommunale Interwaas en via de Maatschappij Linkerscheldeoever. De stad Antwerpen stelde in de nieuwe samenstelling zes politieke vertegenwoordigers en zes niet-politieke vertegenwoordigers aan. Het Waasland was het kind van de rekening, want op die manier verloor het zijn vertegenwoordiging in de raad van bestuur.
We vinden dit echt problematisch. Het lijkt me logisch, billijk en zelfs gewoon opportuun dat we het historische evenwicht behouden dat de ontwikkeling van de haven op de linkeroever altijd heeft gekenmerkt. Het is een voortdurend zoeken geweest, een evenwichtsoefening tussen een correcte verdeling van lasten en lusten. Er werd voor gezorgd dat baten zodanig konden worden aangewend in de ontwikkeling dat de leefbaarheid van het hinterland, het Waasland, kon worden gegarandeerd.
Het was ook die evenwichtsoefening die bij de bespreking van het voorstel van decreet dat aan het parlement werd voorgelegd, uitgebreid aan bod is gekomen. Er zijn toen heel duidelijke toezeggingen gedaan, ook vanuit de meerderheid en vanwege de mede-indieners, dat er rekening zou worden gehouden met de verzuchtingen van het Waasland. Het is heel duidelijk welk antwoord er uit Antwerpen is gekomen bij de concrete samenstelling van de raad van bestuur: het Waasland werd buitenspel gezet.
Dat is echt wel problematisch. De Waaslandhaven is vandaag al goed voor 16.000 jobs in de regio en er zijn grote ambities om verder te gaan met de ontwikkeling. Het lijkt me dan ook normaal dat het gebied waar die ontwikkeling plaatsvindt, ook een duidelijke en beslissende stem heeft in de beheersorganen van dat havenbedrijf.
Daar zijn trouwens heel wat argumenten voor te vinden. Zo blijkt uit studies dat tegen 2030 de omzet heel mooi verdeeld zal zijn, met 50 procent op de linkeroever en 50 procent op rechteroever. Het lijkt nogal inhalig dat vanuit Antwerpen zomaar alle bestuursmandaten geclaimd worden en dat de enige vertegenwoordiger van het Waasland aan de deur wordt gezet.
Het is niet alleen een kwestie van billijkheid, maar ook van opportuniteit. Een goede vertegenwoordiging leidt tot betere beslissingen die ook rekening houden met vraagstukken van leefbaarheid en van een goede verdeling. Dat draagt ook bij aan een draagvlak voor beslissingen, bijvoorbeeld die over de verkeersafwikkeling in Wase gemeenten en dorpen.
De Antwerpse bestuurders wijzen er maar al te graag op dat zij recht hebben op de volledige bezetting van de beheermandaten omdat het gaat om een gemeentelijk havenbedrijf. Ze proberen de Waaslanders te paaien met de oprichting van een zogenaamde ‘adviesraad’ waarin ook de burgemeesters van Beveren en Zwijndrecht en de Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO) zitting zou mogen hebben. In een adviesraad worden natuurlijk geen beslissingen genomen. Bovendien zijn adviezen niet bindend. De vrees bestaat dat dit weer een bijkomende structuur is. Er zijn mensen die er hier een punt van maken om structuren af te bouwen, maar hier creëren we er een bij. Het is een structuur waarbij men – niet onterecht – schrik heeft dat ze zal verzanden in een praatbarak, terwijl de echte beslissingen via een ander circuit worden genomen.
De meeste infrastructuurwerken in de Antwerpse haven, zowel op de rechter- als op de linkeroever, werden eigenlijk gefinancierd met overheidsgeld. De middelen kwamen uit opeenvolgende Vlaamse begrotingen. Het is geld van alle belastingbetalers. Het is dus ook geld dat werd gegenereerd van mensen uit het Waasland. Ik vind het niet meer dan logisch dat zij er ook hun zeg over kunnen doen.
Minister, ik vermoed dat ik niet alleen sta met mijn mening. Bij de bespreking van het voorstel van decreet dat aan de basis lag van de omvorming, waren er diverse betogen vanuit de meerderheid en de oppositie, waarin werd gepleit om de vertegenwoordiging van het Waasland in het havenbestuur echt ernstig te nemen. Dat werd toegezegd, maar in de praktijk zien we daar niets van. Interwaas heeft u daar ook al een brief over gestuurd. Als we kijken naar het besluit van de regering, kan ik alleen maar vaststellen dat aan al die oproepen geen gehoor wordt gegeven. Integendeel, u bevestigt in een regeringsbeslissing de beslissing van de stad Antwerpen, wat haaks staat op de betogen in het Vlaams Parlement naar aanleiding van de bespreking van het reeds geciteerde voorstel van decreet.
Minister, hoe motiveert u de beslissing van de Vlaamse Regering om de samenstelling van de raad van bestuur goed te keuren zoals ze door Antwerpen is ingediend, ondanks de diverse betogen in het parlement door leden van de meerderheid en oppositie? Ik herhaal dat dit decreet unaniem is goedgekeurd, een unanimiteit die enkel mogelijk was door een aantal toezeggingen. Die zijn bijvoorbeeld bij monde van mevrouw De Ridder gegeven.
Kunt u toelichten op welke manier er gevolg werd gegeven aan en rekening werd gehouden met de brief van Interwaas in de besluitvorming? Overweegt u maatregelen die moeten leiden tot een evenwichtigere samenstelling van de raad van bestuur en op die manier ook bij te dragen tot een draagvlak voor de verdere ontwikkeling van de Antwerpse haven?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega, u vraagt hoe ik de beslissing van de Vlaamse Regering motiveer om de raad van bestuur goed te keuren ondanks de diverse betogen in het parlement. Voor alle duidelijkheid, de Vlaamse Regering heeft die samenstelling niet goedgekeurd.
U weet dat de omvorming van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen via een decreet van dit parlement tot stand is gekomen. De Vlaamse Regering heeft op 4 december 2015 haar goedkeuring verleend aan het gemeenteraadsbesluit van de stad Antwerpen van 26 oktober 2015 aangaande de omvorming van het Havenbedrijf Antwerpen van een autonoom gemeentelijk havenbedrijf tot een naamloze vennootschap van publiek recht. De samenstelling van de raad van bestuur is hier niet in vervat. Wij hebben die dus niet goedgekeurd.
De brief van Interwaas waarnaar u verwijst, hebben noch ikzelf noch mijn administratie ontvangen. Dat is niet verbazingwekkend omdat noch de Vlaamse Regering noch ik als minister gevat zijn.
Voor de verdere ontwikkeling van de Antwerpse haven wordt momenteel overleg gepleegd tussen de betrokken partijen uit het Waasland en het Havenbedrijf Antwerpen om te komen tot een nieuwe beleidsovereenkomst voor fase 1 van het Saeftinghedok. In dit forum dient mijns inziens een evenwichtig akkoord opgemaakt te worden zodat inderdaad het Waasland niet enkel met de lasten van de havenuitbreiding geconfronteerd wordt. Voor het creëren van een draagvlak voor de ontwikkeling van de Antwerpse haven, wil ik ook verwijzen naar het overleg dat zesmaandelijks plaats vindt in het kader van het Centraal Netwerk Ontwikkeling Haven Antwerpen. Interwaas, de Maatschappij Linkerscheldeoever en verschillende Wase gemeentebesturen zijn per besluit van de Vlaamse Regering lid van dit centraal netwerk. Er bestaat ook een procesteam en een procesmanager.
Naast het Centraal Netwerk Ontwikkeling Haven Antwerpen bestaan nog andere overlegniveaus. Het Havendecreet voorziet in de oprichting van een raad van overleg, waarvan de samenstelling wordt bepaald in de statuten van het havenbestuur. De opdracht van deze raad is het havenbestuur te adviseren over de algemene havenpolitiek. En tot slot voorziet het Havendecreet ook in de mogelijkheid op vraag van het havenbestuur een subregionaal overlegorgaan voor het havengebied op te richten. Al deze verschillende overlegfora kunnen bijdragen tot het vergroten van het draagvlak voor de ontwikkeling van de haven van Antwerpen, zowel op rechteroever als op linkeroever.
Nogmaals, de samenstelling van de raad van bestuur is een problematiek die het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en de stad Antwerpen aanbelangt en wordt daar dus ook goedgekeurd.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, het antwoord voldoet mij eigenlijk niet. Ik ga ervan uit dat u, als u als Vlaamse Regering en als minister een beslissing neemt, kijkt naar het hele dossier. In dat dossier is heel nadrukkelijk, vanuit meerderheid en oppositie, de vraag gesteld om bij te dragen aan een correcte vertegenwoordiging, niet in een adviesraad, niet in een bijkomend overlegforum maar daar waar de beslissingen worden genomen. Ik begrijp echt niet waarom men dan in het parlement ‘A’ zegt, maar in de praktijk ‘B’ doet.
U kunt natuurlijk zeggen dat dat de bevoegdheid van de gemeenteraad van Antwerpen is, maar de beslissing van de gemeenteraad van Antwerpen was u ook bekend en de reactie daarop was u ook bekend. U kunt op dat moment uw verantwoordelijkheid als minister nemen, ook in het belang van het Havenbedrijf. Het is een kwestie van democratie en billijkheid, maar het is ook gewoon een economische opportuniteit. In het verhaal van de Waaslandhaven kun je ecologie en economie niet van elkaar scheiden. De leefbaarheid is gewoon een voorwaarde voor elke verdere economische ontwikkeling. Je kunt niet verder sluizen en kades ontwikkelen en blind zijn voor de gevolgen voor mobiliteit en leefbaarheid in de kernen rond de haven. We stellen vast dat dat in de praktijk heel vaak met de lippen wordt beleden, maar niet wordt omgezet in concrete daden. De beste garantie is om een vertegenwoordiger te hebben waar die beslissingen ook worden genomen zodat je van bij het begin – en niet achteraf met procedures, met de Raad van State enzovoort – kunt corrigeren.
Ik vind dit echt een gemiste kans en eigenlijk ook – ik wik mijn woorden – een beetje woordbreuk. Ik heb het verslag bij me van de bespreking van het decreet. Er zijn betogen geweest van de heer Rzoska, van de heer Daniëls, van mezelf, van de heer De Meyer, van de heer de Kort, die allemaal op die nagel hebben geklopt. Mevrouw De Ridder heeft heel uitdrukkelijk gezegd dat het de bedoeling is om daar rekening mee te houden.
En daar is eigenlijk de beslissing genomen om dit voorstel van decreet unaniem goed te keuren. Die unanimiteit komt niet zo vaak voor in het parlement. Het heeft een betekenis. Er was ook een achtergrond. De woorden van mevrouw De Ridder waren heel duidelijk, zelfs zo duidelijk dat de heer De Meyer toen een beetje van zijn melk was. Hij heeft toen nog verkeerd gestemd – hij moest zijn stem nadien laten aanpassen –, wellicht wat geëmotioneerd door het betoog van mevrouw De Ridder. Wat er nadien is gebeurd in de Antwerpse gemeenteraad en dat dat gewoon is overgenomen door de Vlaamse Regering, is nefast voor het vertrouwen ten aanzien van verdere ontwikkelingen.
Minister, ik wil nogmaals bepleiten om dit te heroverwegen. Probeer na te denken hoe u uw mensen in Antwerpen ervan kunt overtuigen om het Waasland een stem te geven in die raad van bestuur, wie het ook moge zijn. Dat lijkt mij belangrijk, zowel wat de billijkheid, de democratie als het bewaken van de leefbaarheid en de economische ontwikkeling betreft.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik kan het betoog van de heer Van Malderen enkel ondersteunen. Ik weet dat er inderdaad heel wat over en weer is gebeurd in het zoeken naar een oplossing voor het probleem. Ik zal niet herhalen wat de heer Van Malderen heeft gezegd, maar het klopt wel: ook vanuit onze fractie hebben wij het voorstel van decreet uitdrukkelijk ondersteund en goedgekeurd, deels op voorwaarde – het Woordelijk Verslag van de discussie in de plenaire vergadering daarover is heel duidelijk – dat er inderdaad een vertegenwoordiger vanuit het Waasland zou kunnen deelnemen in de raad van bestuur. Dat is ook maar logisch.
Ik heb soms de indruk – maar ik hoop dat op het einde het tegendeel van mijn woorden zal worden bewezen – dat het autonome Antwerpse Havenbedrijf een gesloten burcht is. Hoe de omvorming tot een nv van publiek recht bijvoorbeeld in Gent is gebeurd, is een heel ander verhaal. Daar is er een Havenbedrijf, een havengemeenschap die probeert om draagvlak te zoeken bij heel wat mensen die betrokken zijn bij die haven. Dat heeft niet enkel te maken met de politieke samenstelling van de raad van bestuur of het Havenbedrijf in Gent. Zij gaan ook draagvlak zoeken bij omliggende gemeenten die een zit hebben in het Havenbedrijf. Zij zoeken zelfs draagvlak bij bewonersgroepen. Er bestaat een open dialoog met een aantal inwoners van gemeenten die zo goed als in de haven van Gent liggen.
Misschien zie ik het verkeerd – en dan ben ik de eerste om mijn woorden terug te trekken –, maar ik heb soms de indruk dat die gevoeligheden bij het Antwerpse Havenbedrijf veel minder leven.
Ik moet eerlijk zeggen dat het voor mijn fractie een zeer belangrijke voorwaarde was om dat voorstel van decreet mee goed te keuren. Wij hebben dat met veel plezier gedaan, omdat wij – los van sommige discussies waarvan ik abstractie maak – de haven een zeer belangrijk gegeven vinden, zowel op economisch vlak als op een aantal andere terreinen. We hebben dat ook steeds gezegd. Voor ons was dat essentieel. Als dat nu op de helling komt te staan, heb ik daar toch wel wat problemen mee.
Minister, ik spreek uit naam van mijn fractie. Ik weet niet wat uw invloeden zijn. Ik hoop dat ze ver reiken, ook tot in Antwerpen. U hebt een unaniem mandaat gekregen van het Vlaams Parlement om dat voor elkaar te krijgen.
Minister Weyts heeft het woord.
Men vraagt mij te heroverwegen. Voor alle duidelijkheid: ik moet niets heroverwegen, want ik heb geen beslissing genomen. Je kunt moeilijk iets heroverwegen dat je niet hebt besloten.
Het betreft trouwens ook geen ontwerp van decreet, maar een voorstel van decreet. De omvorming as such is zelfs niet decretaal, is zelfs niet gepasseerd op regeringsniveau, enkel de goedkeuring wat betreft het gemeenteraadsbesluit.
Ik begrijp alleszins minstens het symbolisch belang van de betrokkenheid van het Waasland. Ik heb er ook op gewezen dat die betrokkenheid concreet gestalte krijgt en moet krijgen via andere overlegfora. Het is natuurlijk een autonoom bedrijf. Als wij vanuit politieke zijde op regeringsniveau even zouden decreteren wie al dan niet in de raad van bestuur moet zetelen, dan zou die politieke inmenging toch ook enige precedentwaarde hebben, zeker in een tijd waar iedereen staat op corporate governance. Ik neem die bezorgdheden alleszins mee.
Het Waasland beschikt in het overleg met betrekking tot fase één van Saeftinghe toch wel over een positie die zij naar eigen godsvrucht en vermogen kan gebruiken om afspraken te maken, ook met het Antwerpse Havenbedrijf.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, ik ben ontgoocheld. Ik denk dat u hier opnieuw een kans mist. U hebt een kans gemist om de wil van het parlement tot realiteit te brengen bij de bevestiging van het gemeenteraadsbesluit dat de omvorming regelt. U mist hier nu de kans om te zeggen: “Ja, ik wil een initiatief nemen. Ik wil met de mensen in Antwerpen praten om bij te dragen aan dat draagvlak in het Waasland voor die havenontwikkeling.”
De heer Rzoska heeft het daarnet al aangehaald: het kan echt wel anders. Minister, vorige vrijdag waren we samen in de haven van Gent. Toen is heel duidelijk naar voren gekomen dat de gemeenten Evergem en Zelzate structureel worden betrokken bij het beheer van dat Gentse Havenbedrijf. En dat heeft resultaat. Er wordt echt gewerkt aan een draagvlak. Het contrast met Antwerpen kan eigenlijk niet groter zijn. Ik betreur dat. Ik stel vast dat men in Gent havenontwikkelingen kan doen zonder procedures, zonder schorsingen door de Raad van State. Aan de andere kant van onze provincie zie je het omgekeerde: heel veel blokkeringen, heel veel procedures, een heel trage vooruitgang in dossiers.
Dat heeft te maken met de manier waarop je mensen betrekt. Als je mensen serieus neemt, als je het Waasland serieus neemt, dan zou u daarmee kunnen bijdragen aan een economische ontwikkeling die een beetje zekerder is. Maar u kiest duidelijk voor iets anders.
De vraag om uitleg is afgehandeld.