Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vraag om uitleg over EU-steun voor het stockeren van varkensvlees
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, begin september kondigde de Europese Landbouwcommissaris een nieuwe regeling aan voor de particuliere opslag van varkensvlees als onderdeel van het steunpakket ter waarde van 500 miljoen euro. Dit is een maatregel die volgens hem moet bijdragen tot het herstel van het marktevenwicht door de vraag te stimuleren en het aanbod te verminderen. Sinds vorige week, 4 januari, kunnen aanvragen worden ingediend voor steun voor de particuliere opslag van varkensvlees.
Het nieuwe voorstel is in grote lijnen vergelijkbaar met het voorgaande voorstel dat gelanceerd werd in maart vorig jaar. Nieuw in dit voorstel is dat nu ook spek in aanmerking komt voor de steun voor private opslag. Echter, na afloop van de opslagtermijn zullen de opgeslagen producten weer op de markt komen, wat opnieuw aanleiding zal geven tot prijsdalingen, zo vreest men. De steun voor opslag van varkensvlees werd niet gekoppeld aan een verplichting tot export. Bijgevolg zal het huidige voorstel vooral op korte termijn enig soelaas bieden.
Minister, in de commissie van 23 september 2015 gaf u aan dat u er binnen Europa voor zult pleiten dat het opgeslagen varkensvlees pas vervroegd mag worden vrijgegeven als het voor export bestemd is. U zou daarvoor binnen de lidstaten bondgenoten zoeken. In het nieuwe voorstel erkent de Commissie dat de export van varkensvleesproducten bijdraagt aan het herstel van het marktevenwicht. In tegenstelling tot de vorige uitvoeringsverordening bevat de huidige uitvoeringsverordening een extra artikel omtrent het uit de opslag nemen van voor export bestemde producten.
Minister, hoe staat u tegenover deze nieuwe maatregel? Op welke wijze wordt in dit voorstel invulling gegeven aan het vervroegd vrijgeven van opgeslagen varkensvlees als het voor export bestemd is? Hoe wordt dit aangepakt in vergelijking met het vorige voorstel?
Bij welke lidstaten vond u steun om het vervroegd vrijgeven van varkensvlees te koppelen aan de export? Waren er lidstaten die de koppeling van alle opgeslagen varkensvlees aan de export ondersteunden, ongeacht of het varkensvlees al dan niet vervroegd wordt vrijgeven? Zo ja, welke?
De uitvoeringsverordening bevat voor de verschillende productcategorieën de bedragen voor de steun voor opslag. De bedragen liggen aanzienlijk hoger dan de bedragen van het vorige voorstel. Wat is hiervan de achterliggende reden?
Hoe verhoudt het totale budget van deze steunmaatregel zich tegenover het budget van het vorige voorstel? In hoeveel middelen werd voorzien voor deze steunmaatregel?
De heer Wouters heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik zal wellicht een paar keer in herhaling vallen, maar ik wil me toch graag aan mijn voorbereide tekst houden.
De crisis in de varkenssector is al meerdere malen besproken in deze commissie. Op 9 maart 2015 trad de regeling van de Europese Commissie in werking die het mogelijk maakte de particuliere opslag van varkensvlees te ondersteunen. Slachthuizen konden dan een deel achterhouden dat ze niet op de markt brachten, en in ruil kregen ze een vergoeding voor de kosten die ze hadden voor de opslag ervan.
Na zeven weken werd deze maatregel stopgezet. Ze kon op heel wat kritiek rekenen. Zo klonk het onder meer uit Vlaanderen dat de steun te laag was om het vlees lang in opslag te houden en dat het de crisis verlengde wanneer het weer op de markt kwam.
Nu treedt de EU-maatregel opnieuw in werking. Sinds 4 januari 2016 kunnen er opnieuw aanvragen worden ingediend voor opslag van varkensvlees gedurende 90, 120 of 150 dagen. Deze keer met het verschil dat de nieuwe steunregeling geldt voor vrijwel alle delen van het varken, spek en vetten inclusief, en dat er een hogere vergoeding uitgekeerd wordt dan vorig jaar het geval was.
Tijdens de voorlaatste week van 2015 was varkensvlees maar 1,29 euro per kilo meer waard. Dat is nog eens bijna 7 procent minder dan een jaar eerder. Toch is de productie sinds 2007 niet meer zo hoog geweest.
Minister, kunt u enige toelichting geven bij het standpunt dat u hebt ingenomen tijdens de laatste landbouwtoppen over de herinvoering van deze maatregel? Wat zijn de gevolgen van deze maatregel voor Vlaanderen? Welk effect denkt u dat hij zal hebben? Wat is het algemeen aanvoelen van de sector over deze maatregel? Zult u hierover nog samenzitten?
Vorig jaar is de Vlaamse wens om aan de opslagsteun een verplichting tot export te koppelen niet in vervulling gegaan. Is dat deze keer wel het geval?
Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoorden.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, ik wil nog eens herhalen wat ik in het verleden al heb gezegd: ik ben geen voorstander en ook geen pleitbezorger van dit systeem. Ik blijf herhalen dat dit geen duurzame oplossing is. Ze kan even wat verlichting van de markt brengen, maar eigenlijk wordt het probleem verlegd naar het moment dat het weer naar buiten komt, want dan herpakt het probleem zich. Mijn collega’s zitten op dezelfde lijn, ook mijn Waalse collega Collin deelt deze mening.
Het is een maatregel die Europa oplegt. Het is trouwens de enige marktmarktmaatregel waarin voorzien is in de Europese GLB-regelgeving (gemeenschappelijk landbouwbeleid). We blijven dus pleiten om met het oog op toekomstige landbouwhervormingen ook in andere marktmaatregelen te voorzien in dat GLB. We denken dan bijvoorbeeld aan de mogelijkheid dat producentenorganisaties operationele programma’s opmaken. Dat bestaat al in de groenten- en fruitsector, maar wordt niet toegelaten in de varkenssector. Dat zou een mogelijkheid kunnen zijn om de sector meer slagkracht te geven.
Wat is de stand van zaken in verband met die steunmaatregel en het vorige voorstel? De vorige steunmaatregel voor varkensvlees was niet succesvol. Dit was te wijten aan vele factoren. De campagne werd pas heel laat opgestart, in maart. De varkensmarkt en de varkensprijs kennen een cyclisch verloop. De nieuwe steunmaatregel start nu in januari, traditioneel een periode met heel lage prijzen, wat op zich een beter moment is om in te grijpen, hoewel de prijzen tegenwoordig altijd laag zijn.
Een andere remmende factor in de vorige regeling was de lage vergoeding. Nu ligt die vergoeding 20 procent hoger dan de vorige. Dat wordt bepaald door de Europese Commissie, maar men blijft discreet over hoe deze bedragen precies worden berekend. We kunnen aannemen dat ook de Europese Commissie heeft vastgesteld dat de bedragen de vorige keer te laag waren en geen soelaas hebben gebracht.
Verder zijn nu ook nieuwe productcategorieën opgenomen in de lijst, namelijk spek en vetweefsel. Dat was de vorige keer niet het geval. Tot slot is er nu de mogelijkheid voor vervroegde uitslag, het uit stockage halen, als het varkensproduct geëxporteerd wordt buiten de Europese Unie, wat vorige keer ook niet mogelijk was.
Ik ga wat dieper in op de vervroegde uitslag. Bij de vorige steunmaatregel moesten bedrijven bij hun aanvraag aanduiden voor welke periode ze het vlees wilden stockeren: 90, 120 of 150 kalenderdagen. Het vlees kon pas worden uitgeslagen na afloop van die periode, anders kregen ze geen vergoeding. De standaard opslagperiode blijft dezelfde, maar bedrijven hebben de mogelijkheid om vanaf 60 dagen opslag hun product toch vervroegd uit te slaan en te exporteren naar derde landen. Hun vergoeding wordt dan uiteraard wel procentueel verminderd. De Europese Commissie heeft onze vraag naar die mogelijkheid om te exporteren dus ingewilligd. Wij hadden de vorige keer namelijk gevraagd om dat toe te passen als het systeem dan toch werd ingevoerd.
Deze maatregel maakt deel uit van het totale pakket van 500 miljoen euro die de Europese Commissie heeft gereserveerd voor de noodlijdende sectoren. Maar op de vraag over het exacte bedrag dat specifiek voor deze maatregel geldt, krijgen we momenteel geen antwoord. De Europese Commissie heeft nooit details gegeven over het totale budget dat daarvoor werd uitgetrokken. Dat heeft er ook mee te maken dat, als men exacte bedragen geeft, dit ook speculatie in de hand zou kunnen werken.
Wat de concrete gevolgen van deze steunmaatregel zullen zijn, is moeilijk te becijferen. Er is een zekere interesse voor de nieuwe maatregel. Tijdens de eerste week van 2016 heb ik 55 procent meer aanvragen ontvangen dan tijdens de eerste week van het vorige plan, in maart 2015. Sinds de bekendmaking is de varkensprijs ook gestabiliseerd. De prijs voor deze week is licht gestegen, wat tegen de normale seizoentrend ingaat.
We kunnen op dit moment dus aannemen dat de slachthuizen en vleesbedrijven de situatie op die manier gunstig inschatten, wat zich dus vertaalt naar een iets betere prijs aan de landbouwer. Elke prijsverhoging is positief, maar het is zeker geen reden tot juichen. Zoals ik daarnet al zei, blijven het heel lage prijzen. Het blijft ook nog steeds een tijdelijke maatregel die nadien zijn weerslag zal kennen in de markt. Ik ben niet zo’n voorstander van die maatregel. Als het echter tijdelijk soelaas kan bieden, is dat op zich mooi meegenomen. Dit zal niet de grote oplossing bieden voor de crisis waarin de varkenssector zit.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord.
De heer Wouters heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Kunt u iets specifieker zeggen wat u daarover hebt besproken met de sector? Dat is mij namelijk blijkbaar ontgaan.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik ben het met u eens dat het geen goede oplossing is. Het doet mij denken aan mijn jeugd, toen er boterbergen en melkplassen waren. Dat waren vormen van stockage die op lange termijn niet veel soelaas hebben gebracht.
Minister, ik weet niet of die informatie u bekend is. Welk type gebruikers maakt gebruik van de dienstverlening van die opslagcapaciteit? Hoe werkt dat? Wordt het vaak gebruikt in Vlaanderen? Is het courant? Om dat te gebruiken moet je ook plots stockageruimte vinden in een diepvriezer. Er is niet altijd meteen ruimte voorhanden om x-aantal karkassen in te vriezen.
Minister, wordt het vaak gebruikt? Door welk type gebruikers? Als u het antwoord niet voorhanden hebt, verneem ik het later wel. U hoeft niet meteen cijfers te geven, misschien kunt u al aangeven in welke richting uw antwoord kan gaan.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Het vorige model, waarbij de opslag niet werd gekoppeld aan de export, had weinig tot geen zin. Alleen zij die de opslagloodsen in handen hadden, werden er beter van.
Nu die maatregel er dan toch is – als een van de maatregelen die soelaas kunnen bieden – kan daarin misschien een oplossing zitten voor onze vetten, ook nu het wordt gekoppeld aan export.
We moeten de discussie niet op dit moment voeren, maar ik denk dat er een alternatief is op Europees niveau. Zonder taboes en met een open blik moeten we kunnen kijken naar de warme sanering, weliswaar op Europees niveau. Wellicht ligt daarin een beter antwoord dan telkens steun te moeten geven voor opslag.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Wouters, we hebben regelmatig overleg met de varkenssector, het varkensoverleg. De sector loopt ook niet echt warm voor deze maatregel, wij komen daar echter niet in tussen, Europa beslist. Wij hebben daar geen enkele eigen verantwoordelijkheid in. Wij vertolken in Europa wat er leeft in de Vlaamse varkenssector. Wij hebben duidelijk tegen de Europese Commissie gezegd dat dit in Vlaanderen niet de oplossing is voor de sector en dat het dus maar een tijdelijke oplossing is voor de problemen die zich aandienen.
Wat het type gebruikers betreft, gaat het over slachthuizen en verwerkende bedrijven. Zij moeten zelf stockageruimte zoeken en huren. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat er een plaatstekort is.
De vorige maatregel is weinig gebruikt. Wij hebben de indruk dat de huidige meer wordt gebruikt. De exacte cijfers zal ik u laten bezorgen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Op woensdag 27 januari krijgen we een verslag van de landbouwministerraden. Misschien kan ons dan meer inzicht worden gegeven in de reacties van de andere lidstaten op deze maatregel.
De heer Wouters heeft het woord.
Ik ben nu ook zeer tevreden met het antwoord van de minister.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.