Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, voor de commissie startte, hadden we een kort gesprek over de agendering van deze vraag. Ik dank u voor de agendering want Uplace lijkt soms voor een buitenstaander eerder een regionaal dossier, maar het heeft de afgelopen jaren bijzonder grote Vlaamse waarde gekregen.
Deze vraag gaat over de ontsluiting van Uplace en het fameuze bestek. Op 10 december 2015 startte het Agentschap Wegen en Verkeer, afdeling Vlaams-Brabant, de openbare procedure op voor de verschillende infrastructuurwerken langs het reconversiegebied Vilvoorde-Machelen. Dat gaat onder andere over de ontsluiting van Uplace, maar nog over veel meer. Voor alle duidelijkheid: het zijn goede werken die daar zullen gebeuren. Het gaat om de herinrichting van de Woluwelaan, vrijebusbanen, fietspaden, deels zelfs vrijliggend enzovoort. Dat is dik oké.
Het is een vrij groot pakket met allemaal nogal een specifieke situatie, ook juridisch. Dat bestek is nogal eigenaardig geformuleerd ten aanzien van de aannemers. Het gaat over een open offerteaanvraag, maar verscheidene cruciale delen van het project zijn nog niet definitief vergund. Er is zelfs één onderdeel, namelijk onderdeel 3 van de werken, dat gelegen is op privaat terrein en dat dient voor de echte ontsluiting van het Uplaceproject. Door nu al een offerteaanvraag te lanceren, worden aannemers in een kwetsbare positie geplaatst.
Ik zal kort beschrijven hoe het bestek omgaat met de bijzondere juridische context. Er is sprake van een stedenbouwkundige vergunning die het voorwerp uitmaakt van twee juridische procedures bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Daar is nog altijd geen uitspraak over. Het gaat natuurlijk ook over het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VGSB), waar de afgelopen weken heel wat over te doen is geweest. De minister-president heeft twee plenaire vergaderingen geleden aangekondigd dat er daar morgen een beslissing over valt. We kijken daarnaar uit. Het gaat ook over de buurtparken van Machelen, waar de gemeente nog niet in bezit is van alle percelen waarop die parken gepland zijn. Er is ook de fameuze lopende ‘remediëring van de vergunningssituatie’ voor Uplace. Ik vind dat een vreemde bewoording. Eigenlijk insinueert de opsteller van het bestek daarmee dat Uplace er zal komen. Wat is de huidige situatie? De milieuvergunning voor Uplace is eerst geschorst en dan vernietigd. Als je daaraan wilt ‘remediëren’, wil je het project eigenlijk vergunnen. Ik vind dat een vreemde redenering. Ik neem aan dat het een beetje een ongelukkige woordkeuze is in het bestek.
Alles bij elkaar zijn grote delen van het bestek hypothetisch opgesteld: “Afhankelijk van de timing en aard van toekomstige beslissingen in externe procedures en/of van evoluties van diverse gerelateerde projecten, kan er al dan niet een substantiële impact zijn op de plaatsing en aansluitende realisatie van onderhavige opdracht.” Ik kan me voorstellen dat als een aannemer dit leest, hij zich afvraagt of hij daarop moet intekenen of niet. Er staat ook in het bestek: “De opdrachtgever wijst er de kandidaat-inschrijvers dan ook uitdrukkelijk op, dat een niet-gunning van onderhavige opdracht hierdoor ook mogelijk is. In voorkomend geval, wordt er geen vergoeding aan de inschrijvers toegekend.” Er staan in het bestek andere passages die iets anders insinueren, die wel een duidelijk onderscheid maken tussen de verschillende deelprojecten en aanvangsbevelen en die aangeven dat een bepaalde niet-gunning niet zal leiden tot het opzeggen van het geheel. De passage die ik citeerde, staat wel ergens in het begin van het bestek. Het insinueert op zijn minst dat als er ergens een kink in de kabel komt, een niet-gunning van de werken mogelijk is. Ik vind dat vreemd.
Minister, wanneer denkt u dat de werken daadwerkelijk kunnen starten? Wat is de timing? Moeten tegen de start alle deelprojecten volledig vergund zijn? Welke budgetten zijn er ter beschikking om de werken te financieren? In welke financiële middelen is voorzien voor de werken op de terreinen van Uplace zelf, deelproject 3 van het bestek? Ik weet dat Uplace medefinancier is. Ik zou dan ook graag de verhoudingen kennen. Welk deel is voor Uplace en welk deel voor de overheid? Vindt u dat de werken op deze terreinen een aanvang kunnen nemen zolang er nog geen definitieve vergunning voor Uplace is? Mij lijkt het antwoord logisch, maar ik stel u toch de vraag. Indien Uplace definitief niet vergund wordt, vervalt dan ook het hele bestek? Wat zijn in zo’n geval de gevolgen voor de andere deelprojecten voor de ontsluiting van de hele zone?
Mijn vierde vraag stel ik vanuit de bezorgdheid voor de aannemers die inschrijven. Vindt u ten aanzien van de geïnteresseerde aannemers dat het getuigt van bedrijfsvriendelijk bestuur om een offerteaanvraag van deze grootteorde met zo veel juridische en planologische vraagtekens te lanceren, dan nog zonder eventuele vergoeding?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil eerst het infrastructuurproject in het juiste kader plaatsen. Het project ‘Herinrichting Woluwelaan’, heeft tot doel de multimodale ontsluiting van het reconversiegebied Vilvoorde-Machelen. Daarvoor zijn grosso modo drie investeringen gepland: investeringen in infrastructuur ten bate van het openbaar vervoer; investeringen in infrastructuur ten bate van de zwakke weggebruikers, namelijk fietsers en voetgangers; en infrastructurele aanpassingen die de doorstroming van het gemotoriseerd verkeer in het gebied vlotter en veiliger maken en de verbinding van de Woluwelaan met de Brusselse ring, de R0, optimaliseren. Deze maatregelen zijn goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 16 december 2011 onder de ruime noemer ‘flankerend beleid voor het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel’, dat dan weer voortkwam uit het masterplan Vilvoorde-Machelen van de provincie Vlaams-Brabant uit 2008 en de streefbeeldstudie van de Woluwelaan van 2004. Er zijn dus wel wat antecedenten. Het is op basis van al die beslissingen, teruggaande tot 2004, dat die werkzaamheden en investeringen gebeuren.
Het gaat over vier deelprojecten. Deelproject 1 is de aanpassing van de wisselaar van de E19, de R0 en de R22 zodat de Woluwelaan via die weg rechtstreeks op de R0 kan aantakken. De werken zijn momenteel bezig. Deelproject 2 is de herinrichting van de Woluwelaan tussen de Rampelbergstraat en de Haachtsesteenweg, en deze werken bevinden zich momenteel in de aanbestedingsfase. Deelproject 3 zijn de werken ter hoogte van de Haachtsesteenweg. De aanbesteding is voorzien voor 2018. Deelproject 4 zijn de werken ter hoogte van de Kerklaan. De aanbesteding is voorzien voor 2018.
U hebt specifieke vragen over deelproject 2. Volgens de huidige projectplanning is de effectieve start van de bouwfase voor die opdracht gepland ten vroegste vanaf eind oktober 2016. Wat de vergunningssituatie betreft, is het op zich niet noodzakelijk dat bij de initiële start van de bouwfase alle delen van de opdracht vergund zijn. Daar kom ik zo dadelijk op terug. Hoe dan ook beschikt de integrale opdracht actueel over alle vereiste stedenbouwkundige vergunningen en bijzondere machtigingen, afgezien van een lokaal deel van de buurtparkjes, maar dat is maar 1 procent van de opdracht. Dat ligt blijkbaar nog open.
Er zijn inderdaad twee verzoeken tot vernietiging ingediend. De vordering tot schorsing werd verworpen in december 2014. Daardoor is de stedenbouwkundige vergunning integraal uitvoerbaar. U vraagt of die offerte van een bedrijfsvriendelijk bestuur getuigt. Zeker en vast. Alles in Vlaanderen on hold plaatsen omdat er procedures lopende zijn, dat zou pas bedrijfsonvriendelijk zijn, want dan steken we nergens nog een schop in de grond. Als de facto elke procedure die men aanhangig maakt, impliciet een opschortende werking heeft, dan moeten we niets meer doen in Vlaanderen.
Wat we wel doen, is netjes. De bijzondere context wordt expliciet toegelicht in de opdrachtdocumenten, niet verhullend. Dat er specifiek op die context wordt gewezen, lijkt mij gewoon maar netjes te zijn.
Wat het beschikbare budget betreft, werd in een totaal bedrag van 32 miljoen euro voorzien op het meerjareninvesteringsprogramma van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). De overige projectonderdelen zijn ten laste van diverse medefinanciers. Zoals vermeld in het bestek, wordt de kost van deel 3 van de opdracht integraal door Uplace gefinancierd. Wat dit deel van de opdracht betreft, is bijgevolg niet in financiële middelen voorzien in hoofde van het Vlaamse Gewest. De Uplace-groep betaalt hiervoor rechtstreeks de factuur aan de aannemer. We zitten daar dus ook niet tussen. Het gaat over een privaat project, wat enigszins anders is dan bijvoorbeeld NEO, waar andere mechanismen spelen.
Terzijde kan ik ook melden dat de Europese Commissie zich recent heeft uitgesproken over de klacht van de stad Leuven. Herhaaldelijk werd er gezegd, ook in dit parlement: waarom al dat geld besteden voor Uplace? Wij hebben altijd gezegd dat er van overheidswege 0 euro gaat naar Uplace, in tegenstelling tot andere projecten, zoals NEO en andere projecten. Blijkbaar heeft de stad Leuven een klacht geformuleerd bij de Europese Commissie op basis van vermeende onrechtmatige staatssteun voor de Uplace-groep in de vorm van overheidsfinanciering voor weginfrastructuur. Deze week heb ik daarvan bericht gekregen dat de Europese Commissie die klacht volledig verwerpt. Ze zegt dat er geen sprake is van staatssteun, op basis van volgende overwegingen. De Uplace-groep draagt alle kosten voor de bouw en de financiering van de infrastructuur die in het realisatieconvenant mobiliteit als project specifiek is aangemerkt. Bijgevolg ontvangt Uplace geen voordeel dat met staatsmiddelen is bekostigd. De andere werken die in de omgeving van de Uplaceprojectsite zijn gepland, zijn van algemene aard en kunnen de Uplace-groep daarom geen specifiek voordeel verschaffen. Omdat er geen sprake is van een selectief voordeel dat met staatsmiddelen is bekostigd, is niet voldaan aan de voorwaarden voor staatssteun. Dat is toch wel duidelijk.
Zoals blijkt uit het bestek, wordt het onderdeel van de opdracht dat betrekking heeft op de projectspecifieke werken als een voorwaardelijk deel van de opdracht opgenomen. Er is daarbij maximaal afgestemd met het realisatieconvenant dat de Vlaamse Regering heeft afgesloten met de Uplace-groep en de gemeente Machelen. Wat de start van de bouwfase van dit deel van de werken betreft, voorziet het contractuele kader tussen de partijen erin dat de effectieve uitvoering van de private Uplacewerken door het Vlaamse Gewest pas kan starten indien er ten eerste voldoende zekerheid is omtrent de uitvoerbaarheid van het brownfieldproject en ten tweede, na het uitdrukkelijk voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de Uplace-groep. Hieruit blijkt duidelijk dat als het Uplaceproject niet vergund wordt, de rest van de werken die nodig zijn voor de ontsluiting en verkeersveiligheid ten bate van de volledige reconversiezone, niet op de helling komen te staan. Alles waarin we hebben voorzien, eigenlijk al sinds 2004, gaan we uitvoeren. Dat heeft niets te maken met of Uplace er wel of niet komt, we gaan dat gewoonweg doen op basis van de nood aan investeringen in het openbaar vervoer, in meer verkeersveiligheid en ook in een betere aantakking van de Woluwelaan op de Brusselse ring.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, dank u voor de duidelijke taal. U hebt u een beetje laten verleiden om een beetje de partijpolitieke gang te laten gaan. Dat is u vergeven. Er is de ‘freedom of speech’, ook voor een minister.
Ik ben blij met uw duidelijke taal als het gaat over het feit dat die werken doorgang vinden, ook als Uplace er niet komt. Want, nogmaals, u moet toch toegeven dat door hoe het in het bestek staat – ik heb het daarnet geciteerd – u eigenlijk aan de aannemers het omgekeerde insinueert als er ergens een kink in de kabel komt, zij het bij Uplace, zij het bij een ander onderdeel dat toch te maken heeft met het bestek. Laat ons wel wezen, al deze werken gebeuren een beetje in het kader van alles wat daar gebeurt, en dus ook Uplace. Je kunt moeilijk zeggen dat Uplace helemaal niets te maken heeft met die werken. Het is belangrijk dat sowieso, wat er ook gebeurt in die zone, er een investering gebeurt in mobiliteit. Wat ons betreft is dat iets helemaal anders dan Uplace.
Uplace zal gewoon een extra verkeersknoop installeren. We kunnen nog zo veel remediëren op het vlak van mobiliteit, zowel op de Woluwelaan als op de ring rond Brussel, het gaat gewoon allemaal vastzitten. Sowieso zijn die werken noodzakelijk. Ik ben blij dat u hiermee bevestigt dat die werken doorgang vinden, ook al zal Uplace er misschien niet komen.
Minister Weyts heeft het woord.
Het eerste project, de Woluwelaan, is al bezig. U hebt het over deelproject 2.
Ik heb het inderdaad over het bestek waar de vraag over ging, namelijk het fameuze deelproject 2.
De vraag om uitleg is afgehandeld.