Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) trok in oktober laatstleden zijn aanvraag voor een milieuvergunning in, voor het storten van baggerspecie in Ename. Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag betreffende de voorbarig gemaakte kosten in dit dossier, bleek dat de Vlaamse overheid al 5,3 miljoen euro heeft uitgegeven aan huurgelden voor het baggerstort. Dat is heel wat belastinggeld voor iets waar uiteindelijk geen gebruik van zal worden gemaakt.
Ondanks het feit dat het reeds lange tijd duidelijk was dat het verkrijgen van een milieuvergunning niet zo vanzelfsprekend zou zijn, vanwege de risico’s van dit vervuilde slib voor mens en milieu, is de Vlaamse overheid doorgegaan met ‘investeren’ in dit dossier. Niet alleen het huurgeld werd betaald, ook werd de aanbestedingsprocedure gestart, de aankondiging voor de bouw van de deponie en ook andere voorbereidende werkzaamheden werden getroffen.
De kans is niet onbestaande dat er nog zulke dossiers bestaan. Dat stond te lezen in een artikel in de krant. Het is belangrijk dat die worden opgespoord en stopgezet of afgehandeld. Daarnaast is het cruciaal om te zorgen dat dit niet meer opnieuw gebeurt. De versnippering van bevoegdheden binnen de overheid en het probleem met verzelfstandigde afdelingen bemoeilijkt in dit dossier goed bestuur. De tegenhanger van Waterwegen en Zeekanaal bijvoorbeeld, is Maritieme Toegang, die valt onder het departement van Milieu en Openbare Werken, en honderd procent onder de Vlaamse overheid. Er worden heel wat kansen gemist door een gebrekkig overleg tussen Waterwegen en Zeekanaal en Maritieme Toegang.
AMORAS biedt een permanente en duurzame oplossing voor het verwerken en bergen van baggerspecie in de Antwerpse haven. Dat gebeurt door een uniek slibverwerkingssysteem met een waterzuiveringsinstallatie. AMORAS valt echter onder Maritieme Toegang, en daardoor maakt Waterwegen en Zeekanaal geen gebruik van de AMORAS-ontwateringsinstallatie.
Minister, graag hoor ik de stand van zaken in het dossier. U zei dat u het huurcontract met nv Aldinvest zou stopzetten. Is het huurcontract effectief stopgezet? Zult u de 5,3 miljoen euro die al werd betaald, terugvorderen? Is er al juridische duidelijkheid over de mogelijkheden?
Hebt u weet van andere dossiers waarin er nu reeds wordt betaald voor zaken waarvan met niet weet of ze wel kunnen plaatsvinden? Zal de Vlaamse Regering lopende zaken onderzoeken?
Welke maatregelen neemt de Vlaamse Regering opdat dit in de toekomst niet meer zou gebeuren?
Waterwegen en Zeekanaal zou zich beraden over haar mogelijkheden met betrekking tot de vervuilde baggerspecie. Wat is de stand van zaken?
Wanneer zult u de actualisatie laten uitvoeren van alle mogelijke bergingslocaties die worden uitgebaat door de verschillende overheidsdiensten, Waterwegen en Zeekanaal, nv De Scheepvaart, de afdeling Maritieme Toegang van het departement Mobiliteit en Openbare Werken en de afdeling Kust van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust? Wat is daarvoor de timing?
In hoeverre is er overleg en samenwerking tussen Waterwegen en Zeekanaal, nv De Scheepvaart en de afdeling Maritieme Toegang? Wat is de meerwaarde om Waterwegen en Zeekanaal en nv De Scheepvaart als een zelfstandige vennootschap te laten bestaan ten opzichte van Maritieme Toegang als afdeling van het departement Mobiliteit en Openbare Werken? Worden er geen kansen gemist door een nauwere samenwerking?
In het regeerakkoord was de fusie van Waterwegen en Zeekanaal en nv De Scheepvaart opgenomen. Wat is de stand van zaken van die fusieoperatie?
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, welkom.
Voor de goede orde wil ik eerst en vooral meegeven dat W&Z bij besluit van de bestendige deputatie effectief de nodige vergunningen heeft verkregen. Het is pas in de fase van het beroep dat problemen van die aard zich hebben gemanifesteerd zodat finaal werd beslist de verkregen vergunning in te trekken.
Het gaat over een systeem van recuperatie van de betaalde vergoedingen. In de pers werd het soms wat vreemd voorgesteld. Het was een systeem waarbij, vanaf het moment dat de vergunning zou worden verleend en dat de stortingen van de baggerspecie effectief zouden plaatsvinden, ook de eerder betaalde vergoedingen zouden worden gerecupereerd.
Ik was enigszins verbaasd over het gegeven dat het risico over het al dan niet toekennen van de vergunning wel volledig komt te liggen bij W&Z, wat mij niet zo verstandig lijkt.
Het huurcontract dat W&Z in 2010 afsloot voor die kleiput in Oudenaarde werd inderdaad stopgezet. W&Z heeft geen andere dossiers waarin nu reeds betaald wordt voor zaken waarvan men niet weet of ze wel kunnen plaatsvinden.
Een auditrapport over de baggerwerken in Vlaanderen duidt wel op een voormalige problematiek voor de Argexput. Dat is volgens mij al in eerdere audits van het Rekenhof aan bod gekomen, maar het komt nu opnieuw aan bod in het auditrapport van het Rekenhof dat binnen enkele maanden ter sprake zal komen in deze commissie.
In de toekomst zullen dergelijke technieken evenwel niet meer mogelijk zijn. Ik heb beslist om als beleidslijn aan te houden dat dergelijke overeenkomsten slechts kunnen worden gesloten in functie van de beschikbaarheid van de nodige vergunningen. Teneinde de exacte positie van W&Z en de mogelijkheden tot eventuele terugvordering te kennen, wordt er nu een juridisch onderzoek uitgevoerd dat ik heb aangevraagd.
Het zal van belang zijn na te gaan op welke wijze in de toekomst het bergen van de specie uit dit gebied zal kunnen worden gewaarborgd. Baggeren is een goede zaak, het is ten voordele van het op een diepte houden van onze waterwegen. Die waterwegen fungeren als alternatief, vooral op het vlak van vrachtverkeer, voor het hele wegvervoer. Baggeren is een goede zaak. We betalen veel geld voor het op diepte houden van onze waterwegen binnenvaart en de toegang tot onze havens en de Schelde, maar het is dat geld waard.
De optie die was genomen voor Oudenaarde, had juist tot doel de capaciteit aan bergingsruimte op middellange termijn te verzekeren. Die site is immers gelegen langs de Bovenschelde, een vaarweg van het Trans-Europees Netwerk voor Transport (TEN-T). Baggeren is daar absoluut nodig.
Wat de AMORAS-site betreft, kan ik u zeggen dat nog vóór de mediaberichtgeving over het gegeven waarnaar u verwijst, ik al mijn diensten heb samengebracht om te bekijken in welke mate we kunnen samenwerken met onze diverse entiteiten binnen het geheel van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken waarvan al die agentschappen, W&Z, nv De Scheepvaart, de afdeling Maritieme Toegang deel uitmaken.
We hebben al die entiteiten samengebracht. Er is een overzicht gemaakt van de operationele bergingslocaties in exploitatie door alle diensten binnen dat beleidsdomein. Enkel W&Z en de afdeling Maritieme Toegang beschikken over zulke locaties. Men is onmiddellijk tot de vaststelling gekomen dat de vragen verschillen omdat de baggerspecie in kwestie ook verschilt. Het vergt een andere behandeling wanneer je een baggerspecie hebt waarin er veel slib zit. Slib is vooral vatbaarder voor vervuiling en valt moeilijker te reinigen dan bijvoorbeeld zand. Bij zand is er een gemakkelijkere procedure.
Naarmate je meer slib te verwerken hebt, is de procedure iets moeilijker en ook duurder. De problematiek bij de diverse waterwegbeheerders is dan ook verschillend als gevolg van de kwaliteit en samenstelling van de specie.
Er zal evenwel worden gezocht naar win-winsituaties in die zin dat zal worden nagegaan onder welke omstandigheden W&Z specie kan laten verwerken op de AMORAS-site en in welke mate de afdeling Maritieme Toegang gebruik kan maken van de bergingssites van W&Z.
Wat uw organisatorische vragen betreft, de opdracht van W&Z en De Scheepvaart is om de waterwegen in Vlaanderen te beheren. Het gaat over de binnenvaart, de waterbeheersing op dit waterwegennet en de aanverwante activiteiten. Het gaat ook over de exploitatie van de terreinen langs de betrokken waterwegen. Anderzijds is er ook het verzekeren van de service naar de binnenvaart.
De afdeling Maritieme Toegang van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken is gericht op het aanleggen van infrastructuur voor de Vlaamse zeehavens en het onderhoud van de maritieme toegangswegen, in hoofdzaak de Westerschelde en de vaarwegen op zee. Niettegenstaande de verschillende decretaal vastgelegde opdrachten en bevoegdheden hebben we in het kader van het kerntakendebat binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken in kaart gebracht in welke mate we taken kunnen uitwisselen, verschuiven of afstoten naar elkaar. Al die entiteiten werken niet blind naast elkaar. We hebben al een kerntakendebat gevoerd. Dat was trouwens in uitvoering van het regeerakkoord en in opdracht van Bestuurszaken. We hebben lange lijsten laten opmaken van verschillende taken die onderling kunnen worden aangepakt of naar elkaar kunnen worden doorgeschoven.
De fusie van W&Z en De Scheepvaart is opgestart. Een projectplan is opgemaakt en een projectstructuur opgezet. Dat is geen eenvoudige opdracht omdat je nu eenmaal twee historische entiteiten hebt, met verschillende maatschappelijke zetel en verschillende bedrijfsculturen. Het is niet eenvoudig om zulke sterke entiteiten samen te brengen. Vooralsnog loopt dat proces in goede samenwerking met iedereen. De cruciale keuzes die we moeten maken, zijn dikwijls gevoelig van aard, als het bijvoorbeeld gaat over de maatschappelijke zetel, over visie en waarden, organisatiestructuur, naamgeving, arbeidsregime, scope. Het zijn zaken waar we stilaan knopen moeten doorhakken. Vooralsnog loopt het proces goed. Ik heb alleszins de ambitie om die nieuwe organisatie in 2017 vorm te geven.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, zoals u hebt gemerkt, ben ik totaal geen expert in deze materie. Ik ben het met u eens dat er moet worden gebaggerd. Die problematiek ken ik wel, omdat ik vlakbij de Bovenschelde woon en omdat Oudenaarde daar ligt. Er zijn inderdaad verschillende soorten bagger. Ik heb daarover ook al vragen gesteld aan minister Schauvliege. De bagger die men daar wil storten, is geclassificeerd als niet-vervuild. Op zich is dat al fout, want die baggerspecie bevat wel degelijk gevaarlijke stoffen, zoals de gebromeerde vlamvertragers. We menen dat het absoluut niet opportuun is om die bagger in putten te storten, niet in Ename, maar ook niet op andere plaatsen. Van dezelfde bagger uit de Bovenschelde zou er al zijn gestort in Nazareth, met mogelijk schadelijke gevolgen.
De verwerking van de baggerspecie moet op een zo milieuvriendelijk en efficiënt mogelijke manier gebeuren, zonder dat de leefomgeving van mensen ermee wordt bezwaard. Dat heeft in het verleden al voor de nodige problemen en kosten gezorgd. Uit het Enaamse dossier bleek dat men er ontzettend veel geld voor heeft betaald, en dat men nog steeds van plan was om die bagger daar te storten, terwijl we denken dat dat daar absoluut geen goed idee is en ook niet op andere plekken. Dat was mijn belangrijkste bekommernis.
Minister, ik heb niet goed gehoord wat uw antwoord was op mijn vraag of u al weet of er een mogelijkheid is of de gestorte gelden kunnen worden teruggevorderd. Kunt u dat antwoord even herhalen? Dat interesseert me bijzonder.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik spreek me niet uit over de evaluatie van het storten van de baggerspecie. Daarvoor dient de milieuvergunning. Die was eerst verleend. Daar heeft het agentschap W&Z volledig te goeder trouw gehandeld en die heeft de milieuvergunning verkregen. Vervolgens heeft het agentschap beroep aangetekend en op basis van die beroepsprocedure heeft men beslist om dat in te trekken.
Ik heb het juridisch onderzoek aangevraagd. We kunnen bekijken, ongetwijfeld in samenspraak met de betrokken firma, in welke mate er kan worden teruggevorderd. Daar kan ik niet op vooruitlopen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.