Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Wanneer een vergunning wordt gegeven om een bos te kappen, moet dat gekapte bos worden gecompenseerd. De compensatieplicht bestaat uit het aanplanten van een even groot of zelfs groter bos op een andere plek. De compensatie kan ook financieel gebeuren door een bosbehoudsbijdrage te storten in het Boscompensatiefonds. De Vlaamse overheid staat dan zelf in voor de compenserende bebossing. Dat hebben we in deze commissie al herhaaldelijk besproken.
Deze vraag om uitleg heb ik opgesteld naar aanleiding van een artikel in De Standaard, waarin stond dat het huidige beleid met een probleem van perceptie en draagvlak zou kampen. De burgers en bedrijven dienen te compenseren volgens de bovenstaande regelgeving. Maar het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en de terreinbeherende verenigingen zoals Natuurpunt, moeten dit blijkbaar niet altijd doen volgens dit artikel: indien ze beschikken over een goedgekeurd natuurbeheerplan of als ze met de ontbossing andere natuurdoelstellingen kunnen realiseren, zouden ze geen rekening moeten houden met de compensatieregeling.
Minister, recent hebt u in de pers gezegd dat u 450.000 euro meer hebt uitgegeven voor boscompensatie dan wat er binnenkwam. Het is nuttig om dit hier even aan te koppelen. Er werd namelijk 2,75 miljoen euro in het Boscompensatiefonds gestort en er werden 3,2 miljoen euro subsidies aan projecten goedgekeurd voor bebossing. Uiteraard verwelkomen we dit nieuws, maar tegelijk willen we vragen hoe de reserves van ongeveer 8 miljoen euro in het fonds zullen worden verdeeld. U hebt zelf al geopperd om die te verdelen over verschillende gemeenten, maar dat blijkt niet mogelijk te zijn.
Minister, kunt u de uitzonderingen van de boscompensatie toelichten, om het bovenvermelde artikel juist te kunnen plaatsen? Denkt u dat deze uitzonderingen een perceptieprobleem creëren bij de burgers die in sommige gevallen tot driemaal de omvang van de door hun gekapte oppervlakte moeten compenseren? Is er nood aan het uitwerken van specifieke tools die een beter en accurater inzicht kunnen geven in de totale bosbalans van Vlaanderen? Een ernstig probleem bij het herbebossen is het vinden van gronden waarop dit kan gebeuren. Misschien is het nuttig aan de commissie mee te delen op welke manier u dat zult oplossen? Hoe zult u de reserves in het Boscompensatiefonds aanwenden? Welk voorstel gaat u op tafel leggen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Het feit of er al of niet moet worden gecompenseerd, ligt decretaal vast. Dat is beslist door de decreetgever in het Bosdecreet. Daar staan specifieke maatregelen in en er zijn ook uitzonderingen op de compensatie. Er is een generieke uitzondering en ook een meer specifieke uitzondering. De generieke geldt voor iedereen die wil ontbossen, die dan niet moet compenseren. De specifieke is alleen bedoeld voor het ANB en de terreinbeherende verenigingen.
Ik begin met de generieke regeling. Die staat in artikel 90 bis van het Bosdecreet. Je kunt ontbossen in functie van het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen. Dan moet er geen voorafgaande ontheffing gebeuren, maar er is wel een stedenbouwkundige vergunning nodig. Die moeten niet worden gecompenseerd, maar er zijn drie voorwaarden aan verbonden. Een: ze gebeuren ter realisatie van de goedgekeurde instandhoudingsdoelstellingen binnen de Speciale BeschermingsZones (SBZ), dus binnen Natura 2000-netwerken. Twee: ze gebeuren ter realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor soorten vermeld in het Natuurdecreet. Drie: ze moeten opgenomen zijn in een goedgekeurd beheersplan voor bossen of natuurreservaten, of, in de toekomst, in het natuurbeheersplan. Dat hebben we aangepast, vandaar die bepalingen. Dat geldt voor iedereen.
Daarnaast staat er specifiek voor de terreinbeherende verenigingen een bepaling in artikel 47 van het Bosdecreet. In dat geval kan er een ontbossing plaatsvinden zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning. Er moet niet worden gecompenseerd. Er moet wel aan voorwaarden worden voldaan. Het moet gaan over een erkend of een Vlaams natuurreservaat. Het moet in het goedgekeurde beheerplan staan van dat reservaat. Voor beheersplannen die zijn goedgekeurd na 1 januari 2009, is het alleen indien de ontbossing noodzakelijk is voor habitats waar het Natuurdecreet in voorziet.
Ik heb voor u ook de cijfers meegebracht, collega De Vroe. Het is interessant om eens een overzicht te hebben van hetgene waarover we nu eigenlijk spreken. Ik bekijk de voorbije vijf jaren. ANB heeft 5 hectare ontbost waar niet voor moest worden gecompenseerd en heeft 14 hectare ontbost met compensatie. Dan stap ik over naar terreinbeherende verenigingen, onder andere Natuurpunt. Zonder compensatie is de voorbije 389 hectare ontbost zonder compensatie en 30 hectare met compensatie. Dat zijn de cijfers, zodat we goed weten waar we over praten. De basis ligt dus in het Bosdecreet.
Zowel ANB als de terreinbeherende verenigingen stoppen heel wat tijd en energie in het communiceren daarrond omdat ze beseffen dat dat gevoelig ligt en aanleiding kan geven tot perceptieproblemen. Deze vrijstelling is ook legitiem. Het is het creëren of het in stand houden van zeldzame natuur. We weten dat heel wat van de perceptieproblemen hun oorsprong vinden in het feit dat vaak bij de publieke opinie een bos meer natuurwaarde heeft dan bijvoorbeeld heide, terwijl dat in realiteit niet altijd het geval is.
Het klopt natuurlijk dat er een enorm grote gronddruk is in Vlaanderen en dat het vinden van bebosbare gronden niet altijd zo evident is. Daarom geloven we heel sterk in een projectmatige aanpak waarbij een dynamische visie wordt ontwikkeld op de inrichting en het beheer binnen een planologisch kader. We doen dat met de verschillende overheden: lokale, provinciale en gewestelijke overheden. De projecten lopen op dit moment op verschillende plaatsen in Vlaanderen. Een voorbeeld is het Parkbos in Gent. Er zijn talrijke voorbeelden te geven. Vaak moet je veel tijd en energie stoppen in overleg, omkadering, ontsluiting met wandelpaden, fietspaden, toegangspoorten en dergelijke meer. Het instrument van de Grondenbank is ook van belang. Je moet ook werken aan een sterk lokaal draagvlak.
Wat betreft uw bijkomende vraag over de reserves in het Boscompensatiefonds, heb ik al een paar keer gezegd bij de begrotingsbesprekingen en de bespreking van de beleidsbrief, dat wij binnen de regering een voorstel zullen bespreken bij de begrotingsaanpassing 2016 op basis waarvan de Vlaamse Regering kan beslissen of die reserves al of niet worden vrijgegeven.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord. Ik ben blij dat u erkent dat er een perceptieprobleem is. Ik heb het zelf in mijn eigen gemeente ervaren op het ogenblik dat een natuurbeherende vereniging een heel bos had gekapt en heel veel mensen ontevreden waren omdat ze zelf voor één boom een kapvergunning moeten vragen. Het hek was van de dam, men kon niet begrijpen dat een natuurvereniging een bos zomaar kon kappen. Ik wist wel dat het Bosdecreet uitzonderingen voorschrijft, maar ik denk dat het belangrijk is om in een juist kader te plaatsen hoe die compensaties juist gebeuren en dat het allemaal goed onderbouwd is.
Het grote probleem is inderdaad dat men in Vlaanderen moeilijk gronden kan vinden die bebost kunnen worden. Ik erken dat heide, bossen en andere natuurgebieden zeker allemaal evenveel natuurwaarde kunnen hebben, maar we zitten met dat perceptieprobleem. Het is heel belangrijk dat we als overheid dit in een juist kader plaatsen en de bevolking zo goed mogelijk informeren. Daarover moeten de lokale overheden zo goed mogelijk communiceren. Dat is een belangrijke taak.
Wat betreft de pot van het Boscompensatiefonds, kijken we als parlementsleden heel erg uit naar de stappen die de regering hieromtrent zal zetten. We zullen dat zeker goed opvolgen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik heb een vraag aan collega De Vroe heel specifiek wat betreft haar vierde vraag over het probleem van het vinden van de gronden. Is dat een pleidooi om terug te gaan naar de financiële compensatie in plaats van de effectieve compensatie?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik heb twee vragen. Ik heb ook de cijfers in de media gelezen voor 2015 wat het Boscompensatiefonds betreft. Het klopt dat er 94 hectare bos als compensatie werd gerealiseerd. Zo heb ik het gelezen. Daarbij heb ik de vraag: voor hoeveel gekapt bos was dat de compensatie? Het is misschien moeilijk om dat in een een-op-eenrelatie te leggen omdat er een tijdsverschil is. Hoeveel bos werd er gekapt in 2015? Dat lijkt mij een belangrijke vraag om te kunnen vergelijken. Misschien kan dat op een later moment overgemaakt worden aan de commissie.
Een tweede vraag gaat over de Boswijzer. Het is al een poosje geleden dat de laatste versie van de Boswijzer is vrijgegeven. Mijn vraag is, om de evolutie van het bosbestand te kunnen evalueren, wanneer de nieuwe Boswijzer wordt gepresenteerd.
De heer Vandaele heeft het woord.
De minister heeft goed uitgelegd dat ontbossing zonder compensatie niet de regel is, maar kadert in de uitvoering van de instandhoudingsdoelstellingen binnen SBZ. Het gaat als ik goed ben ingelicht trouwens ook altijd om niet-inheemse bossen, om naaldbossen en populierenbossen. Ik ben het eens met mevrouw De Vroe dat mensen dat moeilijk of niet begrijpen. Ik zou daar voorzichtig in blijven.
Wat ons betreft, is bosbehoud prioritair. We zijn dan ook blij met het amendement van eind vorig jaar over de zonevreemde bossen. Als er compensatie moet komen, dan moet die zo zinvol en volwaardig mogelijk gebeuren: ecologisch functioneel bos en dus liefst geen versnippering maar echt grote stukken, verbindingen en aaneengesloten oppervlaktes. We moeten misschien ook eens nadenken over het tarief. Die 1,98 euro per vierkante meter is waarschijnlijk niet meer realistisch.
Dit is het minimum minimorum, maar we moeten ook aan bosuitbreiding doen. Mevrouw De Vroe vraagt waar er gronden zijn. Dat is een moeilijkheid, maar we kennen toch ook allemaal voorbeelden van gronden die beschikbaar zijn en waarvan de bestemming ‘bos’ is maar waar de realisatie hapert. Ik denk bijvoorbeeld aan Kortrijk, een van de bosarmste regio’s, met het Preshoekbos waar de bestemming ‘bos’ is maar waar er de voorbije jaren geen vierkante meter meer is verworven. Je zou nochtans denken dat men daar zonder al te grote problemen bos zou moeten kunnen maken.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, het gaat vandaag over perceptie, maar ook over de overheid die een voorbeeldfunctie heeft. Hebt u zicht op de gerealiseerde boscompensatie door hogere overheden bij het aanleggen van bijvoorbeeld wegen of parkings? Ik ken een paar praktijkvoorbeelden waarbij in de bouwvergunning compensaties werden opgelegd, maar die niet zijn gerealiseerd. De overheid heeft een voorbeeldfunctie om ook de publieke opinie te overtuigen dat er gecompenseerd moet worden. Kunt u mij cijfers bezorgen van het aantal compensaties dat door hogere overheden niet zijn gerealiseerd of eventueel zijn afgekocht?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, u vraagt hoeveel ontbossing er staat tegenover die 94 hectare? Ik moet dat opvragen.
Mijnheer Nevens, ik weet niet of we beschikken over de gegevens waarnaar u vraagt. Ik denk van niet, maar ik zal het nagaan. Uiteraard moet gecontroleerd worden of de compensatie is gerealiseerd. Dat is onlosmakelijk verbonden aan de vergunning. Als daar niet aan is voldaan, is er iets mis en wordt de vergunning niet nageleefd.
Het bedrag van 1,98 euro wordt nog vermenigvuldigd. Dat is een basisbedrag dat schommelt. De druk die er is op grond, zorgt ervoor dat de prijzen enorm stijgen. Dat verklaart waarom het niet altijd evident is om massaal gronden te verwerven. De budgetten zijn er niet. Met de beschikbare middelen moeten er soms keuzes worden gemaakt en kan er soms minder oppervlakte worden verworven. Dat heeft zich heel duidelijk afgetekend tijdens de voorbije jaren.
Ik ben me bewust van het perceptieprobleem. Iedereen probeert dat te duiden en goed te kaderen, maar het ligt bijzonder gevoelig als mensen bos zien verdwijnen. Dat blijft heel lastig, maar er wordt wel correct over gecommuniceerd. Er stond onlangs nog een interessante vrije tribune in een krant over de discussie bos of natuur. Beide zijn belangrijk, maar het is een andere manier van natuurontwikkeling. Dat moet goed worden geduid. Het Bosdecreet geeft een heel duidelijke, omlijnde definitie.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik ben tevreden met uw antwoord. Bos en natuur zijn altijd een van mijn stokpaardjes geweest. U erkent het perceptieprobleem. Dat is een belangrijk iets dat we niet mogen onderschatten. We moeten stimuleren dat er op een correcte manier wordt gecommuniceerd.
Mijnheer Ceyssens, ik heb niet gepleit voor andere compensatieregelingen. Ik heb deze vraag gesteld vanuit een bezorgdheid over het perceptieprobleem. Ik ben blij met het antwoord en hoop dat we verder collegiaal kunnen samenwerken.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Sanctorum, ik moet nog antwoorden op uw vraag over de Boswijzer. De Boswijzer maken we elke twee jaar bekend. Normaal gezien krijgen we in de herfst van dit jaar de nieuwe cijfers. Op vraag van BOS+, dat ook heeft meegewerkt, hebben we nog bepaalde zaken bijgestuurd, maar normaal moeten we in de tweede helft van 2016 over de nieuwe resultaten beschikken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.