Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De minister heeft mij toegelicht dat de vraag om uitleg van de heer De Meyer eerder past in het meerjarenprogramma.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, de vraag om uitleg is geagendeerd. Sta mij dus ook toe ze te stellen.
Minister, ik heb er alle begrip voor dat er, gezien de vele vragen aan uw kabinet, soms eens een vraag om uitleg ontsnapt. Ik heb de gewoonte om dan een dag of tien te wachten, eerst een telefoontje te plegen en die vraag om uitleg dan om te zetten in een schriftelijke vraag. Dat is ook nu gebeurd.
Mijn schriftelijke vraag van 3 september 2015 over de mobiliteit in het land van Waas heeft een geëngageerd antwoord gekregen van de Vlaamse Regering, met respect voor de vele zorgen die er zijn. Laat dat duidelijk zijn.
U hebt er gewezen op een aantal verschillende infrastructuurprojecten: de uitbreiding van de E34, de uitbreiding van de E17, de tangent E17-N70 in Sint-Niklaas en de tangent N70-E34 in Vrasene. U hebt een onderscheid gemaakt tussen die vier grote werven.
Bij dergelijke werken zijn er natuurlijk twee elementen: het eerste luik is het goedkeuren, de principes en de stand van zaken meegeven en het tweede luik is: welke middelen voor welke fase? Daarover ging mijn schriftelijke vraag. Het is ook de vraag die ik nu wil stellen. Hoever staat het? Kunt u deze cijfergegevens geven?
Ik heb daarnet via de voorzitter vernomen dat u dit niet zou doen. Dat zou mij enigszins verrassen, in die zin dat ik vernomen heb dat men volgende week het rollend meerjarenprogramma zou krijgen. Hierbij wil ik u het volgende meegeven. Ik zit hier al enige tijd. Ik heb een periode meegemaakt dat we in de commissie Openbare Werken de werkzaamheden rond de begroting niet startten voor wij het rollend meerjarenprogramma kregen. Dan heb ik de periode meegemaakt dat het rollend meerjarenprogramma overhandigd werd aan de parlementsleden van de commissie voor de stemmingen gebeurden. We zijn nu in een volgende fase, namelijk dat de stemming in de plenaire vergadering blijkbaar niet zal gebeuren voor we het rollend meerjarenprogramma krijgen. Ik heb wel begrepen dat u zich geëngageerd hebt om ons dat volgende week te bezorgen. Daar leid ik uit af dat uw administratie deze gegevens vermoedelijk reeds heeft. Het zou mij verwonderen dat uw administratie daar in het weekend nog de laatste hand aan zou leggen en dat daarna nog alle werk zou moeten gebeuren. Ik blijf uitdrukkelijk vragende partij om dit te krijgen.
Trouwens, minister – en dan wordt het een klein beetje emotioneel –, mocht u mij nu enkel zeggen dat ik dit later zal krijgen, dan voel ik mij als parlementslid eigenlijk een stuk tekortgedaan, want dan vond ik dat u mij dat hoffelijkheidshalve vroeger had kunnen meedelen.
Minister Weyts heeft het woord.
U hoeft zich geenszins tekortgedaan voelen. Pas vandaag zag ik wat de vragen ter zake waren en heb ik dit onmiddellijk meegegeven aan de parlementsvoorzitter. Die heeft u ook bij voorbaat daarvan op de hoogte gesteld. U verwijst immers ook naar het antwoord van de parlementsvoorzitter, die u ter zake geïnformeerd heeft – maar dit terzijde. Trouwens, het is net om u of andere collega’s niet tekort te doen. Ik kreeg regelmatig vragen daaromtrent, ook in de bespreking van de beleidsbrief afgelopen weken. Aansluitend bij de traditie van mijn voorganger worden inderdaad meerjareninvesteringsprogramma’s bezorgd voor de stemming van de begroting in de plenaire vergadering. Daarmee sluit ik aan op een bestaande traditie.
Ik heb herhaalde vragen gekregen, niet alleen rond het Waasland. U kent onze bezorgdheid, die we delen, daaromtrent, zeker in functie van verdere grote infrastructuurwerken die daar gepland zijn. Maar als we natuurlijk vooraf informatie gaan vrijgeven over het meerjareninvesteringsprogramma, gefragmenteerd, dan geldt dat voor alle collega’s en over alle regio’s, alle gemeenten en alle wegen. Uiteindelijk moet je de afspraak die daarover bestaat, niet meer naleven. Het is absoluut geen kwestie van u tekort te doen, maar integendeel, net van het gelijk behandelen van eenieder. U hebt gelijk: ten aanzien van sommige aspecten is de administratie vroeger klaar dan ten aanzien van andere. Het is gewoon de afspraak en de methodiek om dat gezamenlijk te communiceren, naar iedereen tegelijkertijd.
Daarom werd blijkbaar de schriftelijke vraag niet beantwoord, waarvoor mijn excuses, want dat had men evengoed kunnen meegeven. Het antwoord op deze mondelinge vraag moet ik wel hiertoe beperken.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, ik ben ontgoocheld, en dan steek ik dat niet weg, dan zeg ik dat in alle openheid. Ik was enthousiast over het antwoord op mijn schriftelijke vraag van 3 december, en dat heb ik ook duidelijk gezegd. Maar als ik op 3 december een schriftelijke vraag stel, waarop ik geen antwoord krijg, en waar ik ook begrip voor had, en dan een vraag om uitleg indien en pas de dag dat ze geagendeerd wordt om 17.15 uur van de voorzitter moet vernemen dat ik geen antwoord zal krijgen, dan ben ik ontgoocheld.
Als u zich beroept op het gelijkheidsbeginsel, minister, dan wil ik u voorstellen om daar nog drie keer over na te denken, anders zal ik u te gepasten tijde – maar u zult me dat werk besparen – een bloemlezing geven van de antwoorden op schriftelijke vragen waarin wel bedragen staan over werkzaamheden die in 2016 zullen worden uitgevoerd. Enerzijds heb ik appreciatie voor uw intenties op lange termijn, maar anderzijds ben ik ontgoocheld omdat ik geen antwoord krijg op mijn concrete vragen en wegens deze manier van werken.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik verwijs naar de bespreking van de beleidsbrief vorige week. De punten van het Waasland kwamen toen aan bod. Ik verwijs ook naar de bespreking deze namiddag over de voortgangsrapportage Masterplan 2020. Ik heb expliciete vragen gesteld over de wegenprojecten in het Waasland die verder behandeld zijn, die meegenomen zijn. Zoals de minister deze middag zei, worden er eindelijk stappen vooruitgezet. Ik heb de afgelopen dagen bij de bespreking van zowel de beleidsbrief als de begroting als bij de voortgangsrapportage geen andere vragen gehoord van de collega’s die hier de hele tijd aanwezig waren, dan de vraag naar de timing en de budgetten. Ik kijk daar zoals alle collega’s in deze commissie heel hard naar uit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.