Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, mijn vraag behelst twee elementen die in het dossier Essers in het parlement nog niet voldoende aan bod zijn gekomen. Het gaat enerzijds over het FSC-label (Forest Stewardship Council) van de bossen in dat dossier die mogelijk gekapt zullen worden. Anderzijds gaat het over de vraag om in het masterplan van de site van Ford Genk een aantal elementen bijkomend te onderzoeken.
Ik begin met het eerste. De Forest Stewardship Council België verspreidde op 2 oktober 2015 een boodschap om zijn bezorgdheid uit te drukken over de plannen om 12 hectare bos te rooien voor de uitbreiding van de firma Essers aan de Transportlaan in Genk. We kennen het dossier, we weten waar het terrein ligt.
Het desbetreffende bos is momenteel eigendom van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en de stad Genk, en maakt deel uit van de FSC-gecertificeerde bosoppervlakte onder het FSC-groepscertificaat van het ANB. Eigen aan deze certificering is de vereiste aan de gecertificeerde bosbeheerder om een bosbeheer op lange termijn conform de FSC-principes en -criteria te voeren. Dat omvat een engagement voor bosbehoud en het behoud van bos met hoge beschermingswaarden.
Conform de vereisten is ontbossing in een FSC-gecertificeerd bos enkel in beperkte mate en volgens bepaalde voorwaarden mogelijk. FSC België twijfelt, zo blijkt uit de brief, of de geplande ontbossing aan al deze voorwaarden voldoet. Het schenden van de voorwaarden zou ertoe kunnen leiden dat het ANB zijn FSC-groepscertificaat verliest.
Minister, indien het ANB zijn FSC-groepscertificaat zou verliezen, is dat niet alleen een blamage voor het agentschap, dat nota bene werd opgericht om het bosbestand in Vlaanderen te beschermen en waar mogelijk uit te breiden. Maar het verlies van dat certificaat zal ook financiële gevolgen hebben met betrekking tot de valorisatie van hout uit de FSC-gecertificeerde bossen. Indien het ANB zijn groepscertificaat zou verliezen, hoeveel hectare bos verliest dan deze FSC-certificering?
Wanneer het gaat om het gebruik van hout, wordt in het kader van een duurzaam beleid vaak de voorwaarde opgenomen dat het gebruikte hout afkomstig dient te zijn van duurzaam beheerde bossen. Door het verlies van het certificaat zou het hout uit de bossen van het ANB niet meer in aanmerking komen voor dit criterium dat door zowel openbare besturen als ondernemingen wordt gehanteerd. Hebt u een zicht op het financiële verlies bij de valorisatie van het hout, indien dit niet meer afkomstig zou zijn uit een FSC-gecertificeerd bos? Hoeveel ton of kubieke meter wordt jaarlijks gewonnen uit deze gecertificeerde bossen?
FSC België gaf ook aan snel te willen overleggen met alle betrokkenen in het dossier. Hebt u al overlegd met FSC België of wanneer is het overleg gepland? Welke argumenten zult u gebruiken om de kap van dit FSC-gecertificeerde bos te verantwoorden tegenover FSC?
Wordt er bij de opmaak van het plan-MER rekening gehouden met het feit dat de te rooien bossen FSC-gelabeld zijn? Zo ja, welke argumenten worden gehanteerd om de kap van deze bossen positief te evalueren? Zo neen, waarom werd daar geen rekening mee gehouden? Heeft het ANB tijdens de MER-procedure of op een ander tijdstip gemeld dat het om FSC-gecertificeerde bossen gaat?
Dan het tweede deel van mijn vraag, over een heel ander thema, maar wel verbonden aan het dossier Essers. Het gaat over het masterplan voor de site Ford Genk. Daarvoor is een heel traject afgesproken. Het is uiteraard goed dat het grondig onderzocht wordt. Toch blijkt dat in de oplopende discussie over de uitbreiding van het bedrijf Essers de Fordsite als alternatief uitgesloten wordt, onder meer vanwege de tijd die nog nodig is voor de opmaak van dat masterplan, met als mogelijk gevolg dat een waardevol bos moet worden gekapt.
De vraag is dan ook of bij de opmaak van het masterplan al rekening kan worden gehouden met vragen die nu leven. Temeer omdat parallel met het planningsproces reeds andere initiatieven lopen. Begin september werd de toewijzing gedaan van de overheidsopdracht om een masterplan voor de voormalige Fordsite uit te werken. Rond deze tijd start het effectieve planningsproces. Het masterplan bestaat onder andere uit het uitwerken van de bestemmings- en uitgiftevoorwaarden, de opmaak van een financierings- en exploitatiemodel en het vastleggen van beginselen rond acquisitie.
Ik heb van minister Muyters begrepen dat hij niet wacht tot het hele plan klaar is om nu al een aantal maatregelen te nemen. Zo zei hij in de commissie eind september: “Een van de belangrijkste elementen is een basisinfrastructuur die bedrijven op het terrein nodig zullen hebben. Als we de ontsluiting van verschillende kavels mogelijk willen maken, dan moeten er grondige sloop- en saneringswerken worden uitgevoerd. De voorbereiding hiervoor is reeds gestart, in samenwerking met OVAM en de ontwikkelingspartners. De datum waarop deze basisinfrastructuur aanwezig zal zijn, is dan ook het richtpunt voor vestiging van nieuwe bedrijven.”
Verder wees minister Muyters op het belang van de elektriciteitslevering, waarbij hij aangaf dat dit alles al kan worden uitgevoerd parallel met het masterplan. Dus niet het ene na het andere, maar een aantal parallelle planningsprocessen. Flanders Investment & Trade (F.I.T.) onderzoekt ook parallel met het planningsproces de haalbaarheid van concrete interesse in delen van het terrein.
Ook stelde minister Muyters in een eerder antwoord op een vraag naar de Fordsite het volgende: “Als er concrete vervolgstappen voortkomen (na haalbaarheidsonderzoek), zal worden getracht dit in de mate van het mogelijke in te passen in het herontwikkelingstraject als geheel.” Dat geeft heel wat kansen, om het onderzoek van het dossier Essers in te passen of mogelijkheden te bieden.
Minister, is grondig onderzocht of een bedrijf zoals Essers, dat uitbreiding zoekt voor zijn farma-activiteit enkele kilometers verderop, in de toekomstige ontwikkeling van de site kan passen? Zo niet, kan het zo snel mogelijk in het planningsproces of gelijklopend daaraan worden onderzocht? Bent u desgevallend bereid te wachten om een definitieve beslissing te nemen, in functie van de parallelle planningsprocessen, gekoppeld aan de ontwikkeling van het masterplan van de site Ford Genk, waarnaar ik net uitgebreid heb verwezen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Eind 2014 werden in totaal voor 21.605 hectare bos FSC-groepscertificaten beheerd door het ANB. Als er onregelmatigheden zouden zijn of ernstige afwijkingen, kan het ANB als beheerder van het groepsgecertificeerd bos worden geschorst of uitgesloten. Het gevolg daarvan is dat het hout niet meer mag worden verkocht onder dat FSC-label.
In 2014 is er in totaal 86.952 kubieke meter hout gekapt en verkocht. Wat dat betekent in geldwaarde, is mij niet bekend, omdat het het resultaat is van verschillende verkoopsprocessen, soms publiek, soms privaat. Het verloopt vaak strikt vertrouwelijk. Het aandeel van het ANB erin bedraagt 47 kubieke meter, voor een totaalbedrag van 2.135.000 euro. Hoe de prijs wordt bepaald, hangt af van tal van factoren: de houtsoort, de houtkwaliteit, de exploitatievoorwaarden en de algemene marktsituatie. Dat het een gelabeld product is, zorgt er wel voor dat er meestal een betere prijs wordt betaald.
Het ANB is ervan overtuigd dat kappingen, wijzigingen in de eigendomssituatie en eventuele ontbossingen die verlopen volgens de wettelijke voorschriften niet als een tegenwijs kunnen worden gebruikt voor het resterende bosareaal. Het ANB heeft het vroeger reeds besproken met het onafhankelijke auditagentschap dat toekijkt op het FSC-groepsgecertificeerd hout.
U vraagt naar de goedgekeurde plan-MER. Die is beschikbaar op de website. Als ik dat moet voorlezen, ik wil wel, maar dan zijn we hier morgen nog. Als u een kopie wilt, wil ik vragen aan het Vlaams Parlement om een kopie te nemen, aangezien wij bij de budgetten voor papier op ons kabinet bijzonder spaarzaam zijn. Het is zo’n dik pak. Het parlement mag het gerust kopiëren, maar u zult het wel op de website willen en kunnen raadplegen. Wie denkt dat er over één nacht ijs is gegaan en dat er geen grondige MER-studie is opgemaakt over de zaak-Essers, wil ik nog eens het volume tonen dat hier naast mij ligt.
Daar staan dus ook milderende maatregelen in. Het is de bedoeling dat die worden toegepast en dat zo de te verwachten effecten inzake versnippering en barrièrewerking kunnen worden weggenomen. Die zouden gering negatief zijn, door het nemen van de milderende maatregelen. Qua geluidsverstoring verwacht men wel een matig negatief effect, maar ook daarvoor moeten milderende maatregelen worden genomen.
In de richtlijnen voor het op te stellen plan-MER werd niet expliciet gesteld dat het om FSC-gecertificeerde bossen gaat, omdat het niets te maken heeft met de milieueffecten. In het plan-MER moet worden gekeken wat de milieueffecten zijn, en dat heeft niets met FSC-gecertificeerde bossen te maken. Het feit dat het om FSC-gecertificeerde bossen gaat, is voor de correcte inschatting en de milieueffecten niet relevant. Ook het ANB heeft er dus niet expliciet naar verwezen.
Het tweede deel van de vraag gaat over de site Ford Genk, een van de locatie- alternatieven die in het plan-MER werd onderzocht. Een onafhankelijke deskundige is tot een bepaalde conclusie gekomen, ik citeer: “Genk terreinen Ford: op termijn komen de Fordterreinen leeg te staan. Tot eind 2015 zal Ford de terreinen ontmantelen zoals afgesproken in de overdracht aan de Vlaamse overheid. Vervolgens zullen delen van deze terreinen gesaneerd dienen te worden, maar voor de sanering zijn nog geen overeenkomsten gekend met Ford. Er werd recent door de Vlaamse overheid nog een prijsvraag gelanceerd voor volgende studies: review bedrijfslocaties poort Genk en prospectief onderzoek circulaire economie. Beide onderzoeken kaderen in het topprojectplan Limburg met als doel een kader te bieden dat leidend is voor de toekomstige invulling. Concreet betekent dit dat na het ontwerpend onderzoek ambities rond ondernemerschap, kringloopeconomie, geïntegreerde bodemsanering en verstedelijking onderling op een pragmatische manier dienen afgestemd te worden via realisatieprogramma’s. Wat dit concreet betekent voor de investeerders op de Fordsite zal pas op lange termijn gekend zijn. Eventuele mogelijkheden op deze Fordterreinen zullen bijgevolg te laat duidelijk worden om in te kunnen spelen op de huidige uitbreidingsvraag van Essers. Bovendien wordt het farmasegment niet over water vervoerd, terwijl dit terrein trimodaal ontsloten is.”
Hieraan kunnen nog de bevindingen van de OVAM toegevoegd worden, namelijk dat deze terreinen te laat gesaneerd en beschikbaar zijn om te voldoen aan de huidige uitbreidingsbehoefte van Essers. De VCRO legt duidelijke termijnen op, waarbinnen de definitieve vaststelling van een GRUP moet gebeuren, dat is binnen de 180 dagen na het einde van het openbaar onderzoek, waarbij de termijn wordt geschorst gedurende de adviesvraag aan de Raad van State en met de mogelijkheid tot verlenging met 60 dagen. Het openbaar onderzoek liep af op 3 juli 2015.
Minister, uw antwoord heeft een aantal zaken verduidelijkt, maar me niet helemaal overtuigd. Het is vreemd dat FSC België wel overleg wilde. Als het proces helemaal doorlopen is en er wordt een vergunning verleend, dan zou er geen probleem moeten zijn, zegt u. Waarom maakt FSC zich dan toch zorgen? Ik neem immers aan dat FSC België dat ook wel weet, zeker als er precedenten zijn. Waarom hebt u dan die brief geschreven? Ik zal ook hen die vraag nog eens stellen, maar ik wil ze u ook nog even voorleggen.
Ik heb begrepen dat de planningsprocessen rond Ford Genk te laat klaar zullen zijn en dat het gebied trimodaal ontsloten is. Maar het zou toch bijzonder cynisch zijn als de Fordsite klaar zou zijn op het moment dat de hele procedure doorlopen is. Het zou dus bijzonder cynisch zijn bomen te kappen waar ze nu willen uitbreiden, terwijl Ford mogelijk wel kansen biedt. Wat de trimodale ontsluiting betreft, ben ik het deels met u eens. Maar het gebied is redelijk omvangrijk: het gaat om 140 hectare. Op de Fordsite zullen er zich zeker bedrijven vestigen die geen gebruik zullen maken van het vervoer via water, omdat dat water voor hen nogal veraf ligt, op enkele honderden meter. Ik weet dus niet of dat argument helemaal overtuigt, vooral ook omdat het een van de elementen is die nu onderzocht worden door het masterplan.
Als F.I.T. beweert de haalbaarheid van concrete interesse te willen onderzoeken, dan is de vraag of Essers de vraag aan F.I.T. heeft gesteld. Zo ja, dan kan het eventueel nog worden opgenomen in het planningsproces.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Het dossier Essers komt om de zoveel tijd terug. Minister, u verwijst naar het plan waarbij alle mogelijke alternatieve locaties voor de uitbreiding van Essers werden onderzocht, ook de site Ford Genk. Ik stelde die vraag eveneens aan minister Muyters en aan de minister-president. Er werd toen duidelijk gesteld dat er heel wat vervuilde sites zijn op de Fordlocatie, waarvoor nog een oriënterend bodemonderzoek en een bodemsaneringsproject moet worden opgesteld.
Het zou ten vroegste in 2018 klaar zijn. Minister, ik zou u willen vragen erop toe te zien dat het snel vooruitgaat, want we hebben de bijkomende bedrijvigheid op de Fordsite wel degelijk nodig. Wat het in vraag stellen van de uitbreiding of herlokalisatie van Essers betreft, zegt u terecht, minister: er is een plan-MER, er zijn locaties onderzocht en uiteindelijk is de uitbreiding waarin nu is voorzien, een goede piste. Het sluit aan bij wat in het ENA-project werd vooropgesteld. We moeten gewoon verder inzetten op die piste. Iedereen die als lokaal bestuur op zijn grondgebied bossen met het FSC-label heeft, begrijpt die bekommernis. Ter compensatie van het natuurgebied dat Essers voor de uitbreiding zou willen aanwenden, wordt 20 hectare compensatie bekeken in het natuurgebied De Maten in Genk. Aangezien het allemaal onze bekommernis is grote eenheden natuurgebieden mee te realiseren, denk ik dat een uitbreiding van De Maten in Genk een goed alternatief is.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Danen, de vraag waarom FSC iets vraagt, kan ik niet beantwoorden. Dat moet u aan hen vragen. Ik ben altijd bereid met hen aan tafel te zitten.
Wat de vraag over Essers betreft, kan ik alleen meedelen dat het bedrijf grote nood heeft aan uitbreiding. Ze kunnen niet wachten. We zullen uiteraard ook op andere terreinen in Limburg alles in het werk stellen om Limburg een mooie toekomst te bieden, zowel op economisch als op ecologisch vlak.
Minister Muyters zei dat er enkele parallelle processen mogelijk waren. Hij noemde het bedrijf Essers niet, maar een goede verstaander begreep dat het bedrijf daarin zou kunnen passen. Ik vond het een mooi gebaar dat hij de deur openzette. Ik vind het jammer dat u die deur weer dichtdoet. Als men iets wil, zoekt men mogelijkheden, als men iets niet wil, zoekt men excuses.
De vraag om uitleg is afgehandeld.