Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over het tijdspad voor de digitale omgevingsvergunning
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we staan aan de vooravond van een historisch moment, een moment waarop Vlaanderen zijn milieu- en bouwvergunning tot één maakt, een moment waarop Vlaanderen de eerste concrete stap zet tot een ‘one stop shop’ aangaande vergunningen, een moment waarop we best fier mogen zijn, een moment ook dat nog wat voorbereiding vergt. We hopen dat de omgevingsvergunning in 2016 effectief voor het eerst in gang zal treden. Nadat u het verhaal omgeving 1.0 hebt uitgewerkt, minister, mag u meteen opnieuw aan de slag om omgeving 2.0 uit te werken, met onder meer de integratie van de socio-economische vergunning, zodat er echt sprake is van een geïntegreerd proces.
Het uitvoeringsbesluit voor de omgevingsvergunning werd op 24 april 2015 voorlopig goedgekeurd door de Vlaamse Regering en voor advies overgemaakt aan de Raad van State en het Overlegcomité. Tijdens de bespreking van een vorige vraag om uitleg over de technische storingen in het omgevingsloket hebt u gezegd, minister, tot mijn grote plezier, dat het de bedoeling blijft om de omgevingsvergunning uit te rollen op hetzelfde moment als het digitaal loket.
Aan de vooravond van die historische hervorming, minister, wil ik enkele concrete vragen stellen. De adviezen van de Raad van State en de Overlegcomités zijn binnen. Ik hoop dat het allemaal positief is en dat ons tijdpad niet in het gedrang komt. Kunt u mij daarvan verzekeren? Indien er eventueel fundamentele opmerkingen werden gemaakt, kunt u mij meegeven welke?
Zijn er eventueel andere problemen of elementen waardoor het besluit vandaag nog niet definitief kon worden goedgekeurd? Op welke termijn zal het besluit definitief kunnen worden goedgekeurd, zodat het Omgevingsdecreet in 2016 in werking treedt en u als minister van Omgeving een van de meest historische hervormingen zult hebben doorgevoerd voor deze Vlaamse Regering?
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, het staat al lang te gebeuren, maar het wordt inderdaad een heel belangrijk moment. Ik wil het meer bepaald hebben over het speerpunt of de kers op de taart: de digitale bouwaanvraag. Daarover bestaat veel ongerustheid bij steden en gemeenten. Die bezorgdheden komen voort uit de conclusies van een studie die de Vlaamse overheid liet uitvoeren naar de slaagkansen van het omgevingsloket. De VVSG verwoordde die ongerustheid deze zomer in een brief naar u en uw kabinet. Ze vroegen garanties over gebruiksvriendelijkheid, kwaliteit en kostenbeheersing, ook op lange termijn. Bij deze vraag komt de duidelijke mededeling dat gemeenten geen boodschap hebben aan strakke deadlines, wanneer dit gegarandeerd hogere kosten met zich zal meebrengen.
In uw antwoord weerlegt u deze bezorgdheid en moedigt u lokale overheden aan om vandaag reeds met de implementatie van de digitale vergunningsaanvragen te starten. Dat lijkt me op zich een goede zaak. Maar de bezorgdheid zit vooral op het vlak van software. Zo blijkt uit de studie dat het systeem voor de digitale bouwaanvraag niet hetzelfde zal zijn als het omgevingsloket. Het risico zit erin dat gemeenten twee keer moeten investeren in software en opleiding.
Minister, wat is het tijdpad om de digitale bouwaanvraag om te vormen naar het omgevingsvergunningsloket? Wordt er in dit tijdpad voldoende voorbereidingstijd uitgetrokken voor lokale besturen, zodat ze in optimale omstandigheden kunnen starten met de implementatie van de digitale omgevingsvergunning of bouwaanvraag? Zodra het systeem is uitgewerkt, moeten de gemeentelijke softwareleveranciers hun dossierbehandelingssystemen nog aanpassen, testen en uitrollen bij de gemeentelijke diensten. Is in gesprekken met de softwareleveranciers duidelijk geworden hoeveel tijd deze leveranciers nodig hebben om de apparatuur uit te rollen in de gemeenten? Wilt u burgers of bedrijven verplichten digitaal in te dienen? Daar kunnen we ons in vinden, maar bent u van plan om het verplicht in te voeren?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Ronse, er is advies uitgebracht door het Sectorcomité, dat eigenlijk geen fundamentele opmerkingen had. Er is ook advies uitgebracht door de Raad van State. Fundamentele opmerkingen waren daar niet, maar wel een aantal legistieke, juridische en technische opmerkingen, die we op dit moment aan het verwerken zijn en waar we dan mee naar de Vlaamse Regering zullen gaan.
Naast het verwerken van die adviezen van de Raad van State zijn we druk bezig met de finalisering van de aanvraagformulieren. Naast de digitale aanvraag, mevrouw Pira, blijft ook een papieren aanvraag mogelijk. Er werd en wordt ook heel veel tijd gestopt in de uitwerking van digitale systemen. Het uitvoeringsbesluit gaat er nog steeds van uit dat alle overheden vanaf dag één van de inwerkingtreding ook dossiers digitaal afhandelen. De agendering van de definitieve goedkeuring gebeurt zo snel mogelijk, zeker nog in het najaar.
Het systeem van het omgevingsvergunningsloket bouwt verder op dat van de digitale bouwaanvraag, zodat investeringen die gemeenten doen in de digitale bouwaanvraag, zeker niet verloren zijn. Het is evident dat zowel technisch als functioneel een aantal aanpassingen en uitbreidingen nodig zijn, om de meer uitgebreide dossierinhoud te kunnen verwerken. De aanpak van de technische aanpassingen wordt momenteel uitgewerkt in overleg met de IT-dienstenleveranciers van de lokale besturen.
Op dit ogenblik is de functionele analyse in volle ontwikkeling. Ook daar worden de lokale besturen van nabij bij betrokken. Het einde van de functionele analyse staat gepland op 22 januari 2016. Ondertussen is ook de technische analyse gestart voor bepaalde deelaspecten. De volledige ontwikkeling van het loket en het uitwisselingsplatform moet klaar zijn tegen 31 augustus 2016. De planning van de onderdelen die worden gebruikt door de lokale IT-dienstenleveranciers wordt de komende weken met hen afgestemd, opdat zij zich daarop optimaal kunnen voorbereiden.
Het is mijn overtuiging dat de ideale voorbereiding voor de lokale besturen bestaat in het zo snel mogelijk instappen in de digitale bouwaanvraag. De voorbereiding is natuurlijk veel meer dan het aanpassen van softwarepakketten. Door nu al van start te gaan, kunnen ze zich al aanpassen en het al in de praktijk toepassen. 80 procent van de omgevingsvergunningsaanvragen blijft aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen. Gemeenten die instappen in de digitale bouwaanvraag zullen dus naadloos kunnen voortwerken bij het starten van de omgevingsvergunning. Als men reeds daarvan gebruikmaakt, is de impact van de omgevingsvergunning beperkt tot uitbreiding van de scope richting milieu en verkavelingen.
Het principe voor de toepassing door de lokale besturen blijft bij de omgevingsvergunning hetzelfde als voor de digitale bouwaanvraag. Via een webservice krijgt het lokale bestuur een digitaal dossier binnen. Via acties in dat systeem kan het lokale bestuur communiceren met adviesinstanties, aanvrager en exploitant.
In het verleden hebben de IT-dienstenleveranciers aangegeven dat ze een aantal maanden nodig hebben om wijzigingen aan te brengen. Aangezien met hen een planning werd afgesproken, houden we daar rekening mee. Lokale besturen kunnen op twee manieren werken met het omgevingsvergunningsloket: ofwel maken ze gebruik van een internettoepassing die de Vlaamse overheid ter beschikking stelt, ofwel sluiten ze hun eigen dossiersysteem via een IT-dienstenleverancier aan, waardoor de dossiers automatisch in hun vertrouwde systeem worden opgeladen. Dus zelfs als hun IT-dienstenleverancier er niet in zou slagen om tijdig de nodige aanpassingen uit te voeren aan het interne systeem, kan het lokale bestuur toch nog de behandeling verzekeren. In het internetloket kunnen ze het aanvraagdossier raadplegen en de verschillende procedurestappen zetten die nodig zijn om de beslissing ook mee te delen.
In het najaar 2016 wordt de nodige vorming gegeven aan de betrokken lokale besturen over de werking van dit internetloket. Nogmaals, de beste voorbereiding is instappen in de digitale bouwvergunning. Ik zal het stimuleren door het huidige subsidiesysteem dat bestaat voor de digitale bouwaanvraag, door te trekken.
De tijd voor het uitrollen van aangepaste softwarepakketten bij de lokale besturen hangt af van het aantal dat instapt. Indien een gemeente reeds is toegetreden, zou de aanpassing beperkt blijven en zeer snel kunnen gebeuren. Aangezien nog niet duidelijk is hoeveel gemeenten nog aan het toetreden zijn tot de digitale bouwaanvraag, is een precieze inschatting niet mogelijk. Lokale besturen zullen in elk geval kunnen starten met digitaal werken bij de start van de omgevingsvergunning via het internetloket, dus ook als hun interne systeem niet is aangepast.
Het is niet de bedoeling om burgers te verplichten hun aanvraag in te dienen, maar dat willen we wel stimuleren en ondersteunen. Ik heb wel de vraag gekregen van de VVSG of we bepaalde professionele gebruikers zouden kunnen verplichten om dat te doen. We zijn op dit moment aan het onderzoeken of dat zinvol is.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, u hebt het antwoord vrij droog gegeven. Ik denk dat u eigenlijk fantastisch nieuws hebt gebracht. Op het niveau van de Raad van State en het Sectorcomité zijn er geen noemenswaardige obstakels meer. We zijn in de laatste rechte lijn richting omgevingsvergunning aan het gaan. Daarvoor wens ik u en uw hele kabinet alleszins van harte te feliciteren. U hebt een lange weg afgelegd.
De uitdagingen die er nu nog zijn, hebt u opgesomd. We zitten in de laatste fase. De ogen zijn gericht op de eindstreep. We zijn al volop klaar om de omgevingsvergunning te vieren. Maar we mogen de voorbereiding voor de lokale besturen niet missen. Ik roep u op om met voldoende waakzaamheid en bedachtzaamheid mee het hele plan om het effectief in de praktijk uit te rollen, in goede banen te leiden. Het is belangrijk dat u nu en dan achterom kijkt, of iedereen goed mee is.
Op basis van uw antwoord en de verschillende teksten heb ik er alle vertrouwen in dat de omgevingsvergunning er effectief in 2016 op een vlotte manier zal komen, en dat we dan aan omgeving 2.0 met integratie van de socio-economische vergunning kunnen beginnen. Ik roep u op om er met wat meer passie en fierheid over te spreken. U mag er best trots op zijn.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Ik ga een uitspraak van de heer Ronse scherper maken. Hij zegt: “We mogen de voorbereiding niet missen.” Ik zou zeggen, minister, het is een heel veld van ambtenaren, architecten enzovoort dat op elkaar moet worden afgestemd. We mogen die voorbereiding niet onderschatten.
Als ik hoor dat de mensen in het najaar een opleiding krijgen, maar u nu niet weet hoeveel gemeenten zullen instappen, heb ik twijfels of alles wel op tijd op elkaar zal worden afgestemd. Een architect zei me onlangs dat het toch niet te onderschatten valt. Hoe gaan ze die grote plannen op het scherm krijgen, om dingen met elkaar te vergelijken? Het is een heel complex systeem.
Minister, wanneer hebt u wel een zicht op hoeveel gemeenten zullen instappen? Is inbegrepen in het tijdpad wanneer gemeenten moeten inschrijven?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Mijnheer Ronse, toen ik daarstraks een complimentje gaf aan de minister, veel kleiner dan het uwe, werd ik door uw partijgenoten meteen verguisd als slijmbal. Ik ben blij dat er in de N-VA-fractie ook mensen zijn die de ratio boven de emotie verkiezen, proficiat.
Collega’s, hier zijn heel grote stappen vooruitgezet. Hoeveel parlementsleden tel ik hier? In een vrij kleine commissie zetten we een aantal verzuchtingen om die door het hele parlement werden gedragen in de vorige legislatuur. Zeven partijen waren het eens dat de omgevingsvergunning er moest komen. Ik heb niet geturfd hoe dikwijls in de commissie-Sauwens het woord ‘permis unique’ is gevallen. Die was er al in Wallonië, al zijn het daar gewoon twee vergunningen die parallel worden behandeld. Daar moesten wij ook naartoe.
De omgevingsvergunning hangt al sinds de jaren 80. We kunnen niet genoeg onderstrepen dat we vandaag een revolutionaire stap zetten. Maar, en ik deel die bezorgdheid van mevrouw Pira, iedereen moet mee zijn. Ik stel vast dat er serieuze inspanningen worden gedaan om de mensen te vormen, echt niet alleen onze ambtenaren, ook de architecten die de dossiers moeten aanvragen.
Laat ons wel wezen, er gaat heel veel koudwatervrees zijn. We zijn er allemaal van overtuigd, dat er, zodra het in werking treedt, toch mensen zullen zijn, door een bepaalde conservatieve kracht die leeft, die zeggen dat het op niets trekt en dat het vroeger beter was. Nu we er hier allemaal zo van overtuigd zijn dat die omgevingsvergunning vooruit moet: laten we er samen voor zorgen dat die stem op dat moment niet de bovenhand krijgt. Als we op dat moment nog eens luid en duidelijk zeggen hoe belangrijk die omgevingsvergunning is voor Vlaanderen, dan ben ik er zeker van dat het project zal slagen.
De heer Dochy heeft het woord.
Heel kort, door de opmerkingen van de heer Ceyssens. Ik wil me aansluiten bij de laudatio van de heer Ronse. Wie zou ik zijn om dat tegen te spreken? Ik wil bijzondere aandacht vragen voor de opleiding van de ambtenaren van de gemeenten, en vooral ook van de architecten en studiebureaus. De digitale verwerking heeft enkel zin als de digitale aanlevering behoorlijk gebeurt. Voldoende opleiding voor degenen die de dossiers indienen, is van belang.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Ik wil me ook aansluiten bij de lofzang van de heer Ronse. We moeten nu snel vooruit. De heer Ceyssens noemt het een revolutionaire stap, waar we nu allemaal eensgezind achter moeten staan. Dat is hier vandaag wel het geval. Bij onze noorderburen is die omgevingsvergunning al ettelijke jaren van kracht en zijn er amper problemen. Als zij het kunnen, kunnen wij het ook zeker.
Daarom stoort het me dat er wordt gehamerd op de vraag of de lokale besturen wel kunnen volgen. Als men het zelf wil, zal men kunnen volgen. Minister, ik steun u in uw standpunt dat als men nu al volop inzet op de digitalisering, straks het volledige traject om ook de milieuvergunning op te nemen enkel eenvoudiger zal zijn.
Tot slot. De heer Dochy heeft me de woorden eigenlijk al wat uit de mond genomen. Bij het middenveld, dat van de architecten en dergelijke, moet er inderdaad nog wat worden bijgepast. Vandaag staan heel wat architecten er nog wat huiverachtig tegenover om een bouwvergunning digitaal in te dienen. Zolang zij het niet digitaal doen, kunnen wij als lokale besturen moeilijk vooruitgang boeken in dat proces. De suggestie van de heer Dochy is dus heel goed: er moet ook daar gewerkt worden aan het opwarmen of stimuleren van de architectengroepen opdat er veel meer digitale bouwaanvragen worden ingediend en ze veel meer de norm worden in plaats van, zoals vandaag, de uitzondering.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Dames en heren, ik denk dat we allemaal hetzelfde willen, dat we op dezelfde lijn zitten. Dit moet goed lopen en daartoe moeten we alles goed voorbereiden.
Het is ook niet de eerste keer dat ik vanuit West-Vlaamse hoek het verwijt krijg dat ik te weinig passie en emotie toon. Ik vraag begrip voor het feit dat ik een koele Oost-Vlaming ben die altijd beredeneerde betogen houdt en die misschien wat minder passioneel overkomt dan de West-Vlamingen, die hun zaak altijd heel passioneel en met bijzonder veel emotie kunnen verdedigen. Ik denk echter dat de resultaten tellen, niet de passie en de emotie.
We gaan ervoor. We hebben daartoe ook afspraken gemaakt. Toen we de omgevingsvergunning hebben goedgekeurd, hebben we ook een actieplan voor de lokale besturen goedgekeurd. We voeren dat ook uit.
Er vonden al een tiental infovergaderingen plaats, specifiek gericht tot architecten. We hebben er al tweeduizend architecten mee bereikt. We zijn er volop mee bezig om hen in te schakelen.
We zetten dus alle zeilen bij, en we hopen dat we tot goede resultaten kunnen komen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.