Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, de Vlaamse feestdag ligt alweer enige tijd achter ons. Zowel in het Vlaams regeerakkoord als in uw beleidsnota is sprake van de 11 juliviering. In uw beleidsnota had u het over een “uitnodigend, open en breed gedragen hedendaags feest waarop iedereen welkom is” en over een feest waarbij de focus moet liggen op de viering van de Vlaamse feestdag.
Tijdens de bespreking van uw beleidsnota verklaarde u dat de 11 juliviering nood heeft aan meer herkenbaarheid. Er moest “een middenweg gevonden worden tussen de zeer klassieke 11 juliviering lang geleden en een zeer postmoderne viering, waarbij iedereen zich afvraagt wat men aan het vieren is”. Dat waren uw woorden, waar ik ook achter sta.
Ik heb u een aantal keer ondervraagd over de organisatie en de invulling van de viering dit jaar. Nu de vijftiende editie van dit feest van de Vlaamse Gemeenschap achter de rug is, wil ik u graag een aantal vragen voorleggen.
Minister, hoe evalueert u de voorbije editie van de 11 juliviering in Brussel? Ik neem aan dat u overleg hebt gehad met de verschillende partners die moesten instaan voor de uitvoering. Ik denk dan aan Muntpunt maar ook aan andere actoren. Welke verbeterpunten zijn er voor volgend jaar? Hoe evalueert u uw poging om tijdens de 11 julifestiviteiten opnieuw meer de link te leggen met de Vlaamse Gemeenschap en identiteit? Hoe evalueert u de samenwerking tussen Muntpunt en de VRT om de festiviteiten rond de Vlaamse feestdag in de mediaberichtgeving weer te geven? Hoe evalueert u het financiële aspect van de 11 juliviering in Brussel? Hebt u al zicht op de bezoekersaantallen bij de verschillende activiteiten en kan daarbij een vergelijking worden gemaakt met vorige edities?
Hoe evalueert u de doelgroep van de 11 juliviering? Werd er gefocust op Brusselse Vlamingen, alle Vlamingen, alle Brusselaars, nieuwkomers enzovoort? In hoeverre werd daar rekening mee gehouden bij de communicatie in aanloop naar en tijdens de activiteiten? Daarover heb ik hier en daar wat opmerkingen gehoord. Onder meer de activiteiten op Muntpunt van ‘Brussel danst’ vallen nog altijd onder de paraplu van ‘Vlaanderen Feest!’, wat volgens mij een mooie paraplu is. Vlaanderen danst uiteraard ook. Ik heb vastgesteld dat er over de activiteiten op het Muntplein heel wat communicatie in het Frans was, waarbij af en toe de vraag werd gesteld of dit ook een feestdag is voor de Vlamingen, of dat echt absoluut noodzakelijk is en of dit niet meer aansluiting vindt bij wat u zelf had omschreven als een postmoderne viering waarbij iedereen zich afvraagt wat er nu precies wordt gevierd. Wat is uw standpunt hierover?
Minister Gatz heeft het woord.
Ik hoorde net van de voorzitter dat de postmoderniteit achter ons ligt, ik zal dus een nieuw woord moeten uitvinden.
Ik denk dat ik zonder meer kan spreken van een meer dan geslaagde editie. Men kan daarbij verwijzen naar het goede weer en het feit dat de feestdag op een zaterdag plaatsvond, maar op zichzelf was het zeker een succesvolle editie. Zeker 14.000 mensen woonden de festiviteiten op 11 juli bij.
We hebben een goed evenwicht gevonden tussen de verschillende delen van het programma. Het urban programma, vooral gericht op jongeren, op het Muntplein was net zoals de vorige jaren een voltreffer. Ik kom hier nog op terug. De Vlaamse/Nederlandstalige programmering op de Grote Markt werd door velen gesmaakt en ook de wandelingen lokten Vlamingen naar hun hoofdstad. Over het geheel gezien kon het programma een publiek bekoren van 7 tot 77 jaar.
De verbeterpunten voor volgend jaar heb ik met Muntpunt besproken. We hebben de editie geëvalueerd. Op dit ogenblik zien we de volgende drie werkpunten. Het namiddagprogramma op het podium op de Grote Markt nog verder invullen, het betrekken – niet onbelangrijk – van de Vlaamse cultuurhuizen bij het feestgebeuren en ook inhoudelijk meer aandacht besteden aan jonge gezinnen in de programmatie. Dit alles moet weliswaar kunnen binnen het vooropgestelde budget. Ook daarop ga ik straks nog even in.
Het gebruik van de slogan ‘Vlaanderen Feest, Brussel Danst’ in plaats van ‘Brussel danst’ was een belangrijk gegeven om de link met de Vlaamse Gemeenschap te versterken. De ruime aanwezigheid van het logo van de Vlaamse overheid en de verschillende infopunten waar eenieder, ook de toevallige passant, de nodige informatie kon krijgen over het hoe, wat en waarom van de Vlaamse feestdag, verschaften aan velen de nodige achtergrond en context van de festiviteiten.
Een veelgehoorde opmerking was toch wel, ook wat mij betreft en ook in de pers, dat veel Vlamingen na jaren van afwezigheid, opnieuw een reden, of een extra reden, hadden om op 11 juli hun hoofdstad te bezoeken. Het programma met Nederlandstalige muziek, de aanwezigheid van Radio 2, de wandelingen en bezoeken, hebben hier zeker toe bijgedragen.
De samenwerking met Radio 2 met de Vlaamse Top 100 via een live-uitzending, heeft zeker voor meer aandacht in Vlaanderen gezorgd en een breder publiek aangeboord. Dat was ook de bedoeling. Aan deze samenwerking hangt natuurlijk een prijskaartje vast, denkt u maar aan de productiekost, de mediadeal en dergelijke meer, maar ze heeft zeker haar vruchten afgeworpen. De feedback van Radio 2 was ook heel positief. De samenwerking is dus voor herhaling vatbaar.
Er verschenen ook promotiespots op Eén, maar hun impact is wat moeilijker in te schatten.
Dan is er het financiële aspect van de 11 juliviering. Het budget dat Muntpunt ontvangt voor de organisatie van deze viering bedraagt 445.000 euro. Eigenlijk gaat het over 300.000 euro voor productie. Muntpunt rekent daar zelf, binnen de totale portefeuille, 145.000 euro bij voor manuren. Voor 2015 komt hier vanuit de structurele middelen van Muntpunt nog een budget van 35.000 euro bij voor de productie en communicatie. Maar ik heb aan Muntpunt laten weten dat het alles met deze portefeuille moet doen. Dat moet lukken, want dat het mogelijk is, is ook de vorige jaren gebleken.
Ik kom tot de vergelijking met de vorige edities. Het totaal aantal bezoekers werd voor het derde jaar op rij door dezelfde veiligheidscoördinator ingeschat. Die kwam voor de editie 2015 uit op een getal van 14.000 bezoekers gespreid over heel de dag en de verschillende locaties. Dat is een verdubbeling van het aantal bezoekers van de voorbije jaren.
Op de Grote Markt werden op het hoogtepunt tot driemaal zoveel toeschouwers geteld als in 2014. De arena op het Muntplein was de hele dag goed gevuld en dit tot een stuk in de nacht.
Het programma op het Muntplein lokte tijdens de dag 1400 mensen. Rond middernacht waren er ongeveer 2000 mensen aanwezig. Ook dat is een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar.
Opvallende resultaten waren die van de wandelingen, bezoeken en lezingen, waaraan zowat 500 mensen deelnamen en meer dan 200 mensen op een wachtlijst stonden. We zullen bekijken of we daar een oplossing voor kunnen vinden in de toekomst. Het aantal Vlamingen dat deelnam aan de wandelingen, bezoeken en lezingen, bedroeg 75 procent van het totaal aantal ingeschreven deelnemers komende van de Vlaamse Rand tot Oostende en Tongeren, of met andere woorden mensen die niet in Brussel wonen.
De bezoeken aan en lezingen in het Brussels Parlement trokken ook 240 mensen aan. Dat is een verviervoudiging van de opkomst die deze locatie de voorbije jaren trok. Dat is heel positief.
De bedoeling was om zoals steeds zo veel mogelijk mensen, maar ook zo veel mogelijk doelgroepen te betrekken bij deze viering. Als we dan kijken naar de aanwezigen op de Grote Markt, het Muntplein, het parcours en de wandelingen of bezoeken, zien we dat we toch een mengelmoes bereiken van Brusselaars en Vlamingen, van jong en oud. Tijdens voorbije editie werd bovendien specifiek aandacht besteed aan het aantrekken van Vlamingen, anderstaligen en expats.
Deze laatste groep werd onder meer aangesproken door een Engelstalige lezing in het Brusselse Parlement en een wandeling, genaamd Quartier Flamand, met een Franstalige gids. Voor zover dit uit het CRM-systeem (Customer Relationship Management) van Muntpunt kan worden opgemaakt, voldeed zowat 5 procent van de deelnemers aan de wandelingen, bezoeken en lezingen aan het expatprofiel.
Verschillende communicatiekanalen werden ingezet om een zo breed mogelijk publiek te bereiken. Ik heb ook al kunnen aangeven in het antwoord op uw schriftelijke vraag van 4 juni dat Radio 2 voor ons het verschil heeft gemaakt. Radio 2 zond vanaf begin juli dagelijks drie soorten spots uit: wedstrijdspots waarbij luisteraars opgeroepen werden om hun top 3 in te zenden, spots ter ondersteuning van hun live-uitzending op de Grote Markt en ten slotte nog spots ter promotie van het evenement ‘Brussel danst’ zelf. Daarnaast kwam er op de website van Radio 2 vanaf 2 juli een themapagina, een wedstrijd en een link naar ‘Brussel danst’. Daar is toch wel heel veel goed werk verzet.
Ook met Eén werd een media-afspraak gemaakt. Daarnaast werden er mediadeals beklonken met de Persgroep en de Brusselse media. Het thema werd meegenomen in de gedrukte en in de online versie van Het Laatste Nieuws, in de nationale editie. Er was ook een pagina in Dag Allemaal, een dubbele pagina in het zomernummer van het magazine Goesting en ook in de gedrukte versie van de nationale editie van De Morgen kwam het evenement diverse keren aan bod. Ten slotte publiceerden De Morgen en Het Laatste Nieuws, zowel online als gedrukt, verschillende keren een wedstrijd ter ondersteuning van het evenement.
Onze Brusselse media zijn uiteraard al jaren een trouwe partner. Dat was dit jaar niet anders. Vanaf 27 juni werden er tot en met 11 juli dagelijks spots uitgezonden op TV Brussel en op FM Brussel. Tussen 24 juni en 8 juli stonden er ook drie advertenties van een halve pagina in Brussel Deze Week, en de twee weken voorafgaand aan 11 juli was er op Brusselnieuws een ‘leaderboard’ – zoals dat zo mooi heet – van ‘Brussel danst’ te zien.
Naast de mediadeals en de eigen interne communicatiekanalen van Muntpunt werden ook externe kanalen ingezet. Er was onder meer een communicatieoproep naar meer dan vijfhonderd partners met de vraag om communicatieve ondersteuning te bieden via hun nieuwsbrieven, websites, intranet en sociale media. Daarnaast werden ook nog enkele honderden flyer/affichepakketten verstuurd naar partnerorganisaties. En ook waren er flyeracties en promotiemomenten in Brussel en in de Vlaamse Rand. Er werden veelvuldig flyers uitgedeeld.
Het kan zeker nog beter, maar ik denk dat de positieve bocht die ik wilde nemen, zowel qua sfeer en toonzetting in het teken van het bereiken van het brede publiek, als qua succes op het terrein en het aantal mensen, gelukt is.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Er zijn inderdaad een paar positieve zaken in terug te vinden. De evaluatie kan, algemeen genomen, eerder positief zijn, maar er zijn ook een paar minpuntjes. Ik heb het al gehad over wat u omschreef als het ‘urban feest’ op het Muntplein en het overwegend gebruik van het Frans als voertaal. Maar de dag kan inderdaad als overwegend positief worden geëvalueerd. U zegt immers dat er ongeveer driemaal meer bezoekers waren dan tijdens de 11 juliviering van 2014, dat er werd ingezet op gezinnen en op wandelactiviteiten, en dat er een programma was op meerdere locaties in de stad. De samenwerking met Radio 2 heeft, zoals u terecht hebt gezegd, het verschil gemaakt.
U hebt ook gesproken over de baseline ‘Vlaanderen feest! Brussel danst’. Misschien kan worden overwogen om er iets van te maken zoals ‘Vlaanderen danst in Brussel’? Dat geeft immers klaar en duidelijk weer dat het een feest is van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel, voornamelijk gericht op de Nederlandstalige inwoners, maar uiteraard ook op anderstaligen in Brussel. Dit sluit volledig aan bij het concept ‘Vlaanderen Feest!’ dat in de rest van ons land bestaat.
Positief vind ik ook dat er anderstalige expats bij werden betrokken. U hebt het over 5 procent, dat is uiteraard ook een positieve zaak.
Voor mij is vooral van belang dat de openbare omroep, Radio 2, het verschil heeft gemaakt met de samenwerking met Muntpunt en de initiatiefnemers.
Dit wordt alleszins verder opgevolgd, en ik kijk alvast uit naar de editie van volgend jaar om definitief te breken met de postmoderniteit, die al lang achter onze rug ligt.
De heer Poschet heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik wil niet breken, maar verbinden. Ik feliciteer de minister. Het was een zeer geslaagde editie, met zeer veel volk. Dat hangt samen met de dag en het weer, maar niet alleen daarmee. Ik heb iedereen zich uitstekend zien amuseren, zowel op de Grote Markt als op het Muntplein. Ik heb mij zelf op dat Muntplein een stukje ‘urban’ gevoeld. Ik heb me letterlijk kunnen wikkelen in een Vlaamse leeuwenvlag, die daar prominent hing. Die hing op verschillende plaatsen, en ik heb daar foto’s van genomen. Ik was erg blij met de goede mix van ongecompliceerde trots op onze identiteit en de uitnodigende houding tegenover de stad en de wereld, om het in pauselijke termen, te zeggen. Doe zo voort!
De heer Bajart heeft het woord.
Ik wil aan het voorstel van de heer Vanlouwe iets toevoegen. Vlaanderen danst in Brussel. Brussel, dat de hoofdstad van Vlaanderen is.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik dank de leden voor de suggesties. En ik neem de felicitaties met plezier in ontvangst.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Mijnheer Poschet, ik heb hier de woorden ‘Vlaamse leeuw’ zelfs niet in de mond genomen. Ik vraag wel dat men zorgt voor zichtbaarheid. Het is het feest van de Vlaamse Gemeenschap. Men kan dat altijd belachelijk maken. Ik kom zonder complexen in Brussel. Ik stel wel vast dat sommigen angst hebben om hun identiteit te tonen. Ik kom daar bij de volgende vraag nog op terug. Men mag geen angst hebben, want dan pas krijgt men complexen. Men moet in de stad met overtuiging zijn eigen identiteit beleven, ook daar waar men een minderheid is. Pas dan kan men zijn complexen van zich afschudden. Dat wou ik nog even zeggen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.