Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Vraag om uitleg over het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) voor de ex-Fordwerknemers
Verslag
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Na de onderhandelingen met de Groep van 10 over de aanpassingen aan het KB van december 2014 over de beschikbaarheidsvereiste die we opleggen aan SWT’ers (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) en oudere werkzoekenden, werd in een schrijven van de premier van 6 maart 2015 aan de leden van de Groep van 10 het volgende bevestigd: “Wat de SWT’ers voor ondernemingen in herstructurering of in moeilijkheden betreft, behoudt de regering de oude regels inzake beschikbaarheid voor de ontslagen in het kader van een herstructurering die voor 9 oktober 2014 werd aangekondigd.” Dit werd ook zo vertaald in een KB van juni 2015. Concreet betekende dit dat diegenen die niet voldoen aan de vereisten voor een maxivrijstelling, namelijk 58 jaar zijn en een loopbaan hebben van 38 jaar, passief beschikbaar moeten zijn tot hun zestigste waarna een vrijstelling volgt.
Passieve beschikbaarheid wordt beschreven in artikel 56 van het Werkloosheidsbesluit en komt erop neer dat de werkzoekende moet ingaan op een jobaanbod dat voldoet aan de criteria van de passende dienstbetrekking. Veel ex-werknemers van Ford waren dan ook zeer verrast dat zij recent vanwege de VDAB de opdracht kregen om zelf een bepaald aantal sollicitaties te verrichten en dat zij enige tijd nadien daarop zouden worden geëvalueerd. Dat gaat dan om actieve beschikbaarheid en de controle daarop, geregeld in het artikel 58 en 59bis van het Werkloosheidsbesluit.
Uit de media hebben we begrepen we dat federaal minister van Werk Kris Peeters een schrijven zou hebben gericht aan de RVA en de gewestelijke diensten om nog eens te benadrukken dat op deze SWT’ers de passieve beschikbaarheidsvereiste van toepassing is.
Minister, wat is er aan van dat schrijven? Heeft de VDAB of hebt u als Vlaams minister van Werk gereageerd op dat schrijven? Wat was dan het antwoord? Wat is er aan van de interpretatie van de VDAB van die passieve beschikbaarheid? Er is wat onduidelijkheid over. Wat werd aan de betrokken werknemers, die nu nog wat ongerust zijn, gecommuniceerd, en hoe zal de VDAB de onduidelijkheid die er nu heerst, uitklaren?
Mevrouw Remen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ex-Fordwerknemers met brugpensioen moeten niet actief op zoek naar werk. Dat zei federaal minister van Werk Kris Peeters twee weken geleden in de krant Het Belang van Limburg. De regelgeving en communicatie rond het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, kortweg SWT, voor ex-Fordwerknemers verliep allesbehalve vlot.
Specifiek voor Ford Genk werd in september 2013 door toenmalig federaal minister van Werk Monica De Coninck voor de groep SWT’ers tussen de 52 en 58 jaar afgesproken dat zij passief beschikbaar moeten blijven tot ze 60 jaar worden, wat betekent dat zij niet actief op zoek moeten gaan naar werk, maar wel moeten ingaan op elk passend werkaanbod. Vanaf 60 jaar hebben zij dan wel recht op vrijstelling van beschikbaarheid. De arbeiders die ouder zijn dan 58 jaar of 38 jaar loopbaan achter de rug hadden, kregen de keuze. Ofwel stappen ze in een tewerkstellingscel en krijgen ze een vergoeding van zes maanden loon, ofwel deden ze dat niet en kregen ze enkel recht op een verkorte opzegtermijn in het kader van SWT. Veel mensen hebben er vanwege hun hogere leeftijd voor gekozen om niet meer beschikbaar te zijn.
De huidige Federale Regering heeft ondertussen beslist dat iedereen die vanaf 1 januari 2015 onder SWT valt, tot zijn 65ste beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt. Enkel wie voor die datum gebruik maakte van SWT en op 1 januari 60 jaar is, zal vrijgesteld worden.
Op 8 mei 2015 werd een ontwerp-KB door de federale ministerraad goedgekeurd, gebaseerd op het akkoord van de Groep van 10. Het ging over de aangepaste beschikbaarheid. Daarin werd beslist dat de werkloze in SWT in een algemeen stelsel, die werd ontslagen voor 1 januari 2015, vrijgesteld is. Voor de werkloze in SWT in een onderneming in herstructurering – dus Ford Genk – geldt deze vrijstelling ook, op voorwaarde dat de begindatum van de erkenning voor 9 oktober 2014 ligt én dat de werkloze minstens 58 jaar is of 38 jaar beroepsverleden bewijst aan het einde van de opzeggingsperiode. Wie op dat ogenblik niet aan deze voorwaarden voldoet, moet dan wel aangepast beschikbaar blijven tot de leeftijd van 60 jaar.
Voor Ford-SWT’ers tussen 52 en 58 jaar was dit een klap in het gezicht. Er werd immers afgesproken dat ook zij recht zouden hebben op SWT met passieve beschikbaarheid. Maar het ontwerp-KB moest nog worden voorgelegd aan de regio’s. Vlaanderen was netjes op tijd met zijn advies, terwijl de Brusselse en Franstalige regeringen op zich lieten wachten. Dat zorgde voor onnodig tijdverlies. Maar momenteel is er nog steeds geen definitief KB en een normatief kader om te bepalen hoe alles concreet ingevuld wordt en waarop de arbeidsbemiddelingsdiensten, zoals de VDAB, zich kunnen baseren.
Wat gebeurde er dan? Naar aanleiding van een jobbeurs heeft de VDAB alle ex-werknemers die beschikbaar zouden moeten zijn, ook zij die nog mogen werken, uitgenodigd. Dat gebeurde op basis van de huidige regelgeving. In Peeters’ communicatie richting RVA en VDAB vraagt hij dus eigenlijk te handelen naar een regelgeving die er nog steeds niet is. Het KB is immers nog steeds niet bekrachtigd. De VDAB kan dus onmogelijk al handelen volgens het nieuwe ontwerp-KB. Indien de federale minister zijn zaken op orde stelt, kan de Vlaamse Regering dit normatief kader invullen via de VDAB.
Bovendien blijkt uit een artikel in De Standaard dat 50-plussers kans maken op een nieuwe job. Specifiek over Ford Genk schreef men dit: “Bij Ford Genk zien we dat veel ontslagen arbeiders die in het SWT-stelsel zijn beland, het vroegere brugpensioen, echt op zoek gaan naar een nieuwe job. Soms maken ze zelfs grote wendingen in hun loopbaan. Er zijn Ford-arbeiders die slager zijn geworden, of die in de zorgsector aan de slag zijn gegaan.” Dat is alleszins hoopvol nieuws.
Daarom, minister, mijn volgende vragen. Wat is de stand van zaken betreffende de goedkeuring van het ontwerp-KB werkloosheid met bedrijfstoeslag?
Welke rol vervult de Vlaamse Regering in de invulling van de regeling rond Ford-SWT’ers? Is dit louter een eenmalige afspraak met ex-werknemers van Ford?
Welke regelgeving geldt voor alle andere ontslagen werknemers ten gevolge van herstructurering na 9 oktober 2014?
Federaal minister van Werk, Kris Peeters, stuurde op 25 september een brief naar de leidende ambtenaren van de VDAB. In hoeverre bent u als Vlaams minister van Werk betrokken bij deze communicatie? Hoe is deze communicatie verlopen?
Zijn er cijfers beschikbaar over het aantal Ford-SWT’ers tussen 52 en 60 jaar die ondertussen een nieuwe job uitoefenen of die actief aan het solliciteren zijn?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, het is misschien goed dat ik start met het weergeven van de stand van zaken om daarna in te gaan op de situatie van de voormalige Ford-werknemers.
Voor alle duidelijkheid, maar dat heeft iedereen ook zo gezegd: dit is federale regelgeving. In juni en juli werden er twee KB’s met betrekking tot de gewijzigde reglementering goedgekeurd. Het betreft de beschikbaarheid van SWT’ers. Ondertussen werden de KB’s ook gepubliceerd, ze zijn dus van kracht. Het betreft het KB van 1 juni 2015 dat de beschikbaarheid van SWT regelt en het KB van 19 juni 2015 dat de afbakening bevat van wie aangepast beschikbaar moet zijn, maar dat ook een heel algemeen kader geeft voor de aangepaste beschikbaarheid. Ik kom op dit laatste nog terug, want het is een heel algemeen kader. Maar die twee KB’s zijn dus definitief geworden.
De algemene principes van de KB’s zijn dat geen enkele SWT’er, stock of instroom, actief beschikbaar moet zijn. De ‘oude’ SWT’ers, de stock, vallen onder het algemeen stelsel en zijn vrijgesteld van beschikbaarheid. De nieuwe SWT’ers, de instroom, moeten aangepast beschikbaar zijn tot op het moment dat ze vrijstelling kunnen verkrijgen. Die moeten ze zelf aanvragen.
De algemene toepassing van die KB’s is voor een deel afhankelijk van de opmaak van een ander KB: een KB over het normatief kader. Voor de aangepaste beschikbaarheid is er dus al een toepassingsgebied, maar het normatief kader moet eigenlijk de concrete invulling geven aan het begrip ‘aangepaste beschikbaarheid’ en van de individuele begeleiding die door de gewestelijke bemiddelingsdienst voor de werkzoekenden moet worden aangeboden. Dat KB is er nog niet. Daarom zei ik daarnet dat er een algemeen kader is dat iets zegt over de aangepaste beschikbaarheid, maar wij weten als VDAB nog altijd niet wat we juist moeten aanbieden.
Dat is de situatie en dat is belangrijk. Het is helemaal niet eenvoudig. Ik heb alles ook vier keer moeten lezen voor ik alles door had. Ik hoop dat ik het nu gemakkelijk kan uitleggen. Einstein zei dat als je iets dat moeilijk is niet makkelijk kunt uitleggen, je het niet gesnapt hebt. Ik hoop dat ik dit gesnapt heb en dat ik het u gemakkelijk kan uitleggen.
Wat betekent dit nu voor ex-werknemers van Ford? Ik denk dat u het juist hebt ingeschat, maar de situatie is niet altijd even duidelijk geweest. De SWT’ers die ontslagen zijn op basis van een erkenning van hun bedrijf in moeilijkheden of in herstructurering waarvan de begindatum van de periode van erkenning is gelegen voor 9 oktober 2014 – en dat is het geval voor Ford –, zijn ofwel vrijgesteld van beschikbaarheid ofwel onderworpen aan passieve beschikbaarheid. Iets anders is niet mogelijk. Ik kan u al vertellen, maar ik kom hier nog op terug, dat er een schrijven is geweest van de RVA waarin wordt beschreven wat actief is, wat passief is, wat aangepast is en dergelijke meer. Daarna zeggen ze in een klein zinnetje dat enkel die twee van toepassing zijn. Dit zinnetje volgt na bladzijden vol uitleg en ik begrijp goed dat er verwarring over kan zijn.
De werknemers van Ford zijn dus ofwel vrijgesteld van beschikbaarheid ofwel passief beschikbaar. Ze zijn vrijgesteld als aan één van de twee voorwaarden is voldaan: 58 jaar zijn of 38 jaar beroepsverleden hebben. Zijn ze geen 58 jaar of hebben ze geen 38 jaar beroepsverleden, dan moeten ze passief beschikbaar zijn. Maar ook over de term ‘passief beschikbaar’ is er wat begripsverwarring. Niet iedereen weet wat het betekent. Het wil zeggen dat men ingeschreven is als werkzoekende en moet ingaan op een passend werkaanbod tot men een vrijstelling krijgt. Ook hier kom ik nog op terug.
Over de brief van federaal minister Peeters die in de pers werd aangekondigd op 2 oktober, kan ik zeggen dat noch ikzelf, noch de VDAB tot op heden een brief heeft ontvangen. Wat wel is gebeurd, ik had het er al over, is dat de RVA op 25 september een nota heeft bezorgd aan de VDAB. Daarin staat dus wat actief is, wat passief is, wat vrijgesteld is en wat aangepaste beschikbaarheid is. De conclusie in de nota is dus dat er voor Ford Genk maar twee mogelijkheden zijn. De nota verduidelijkt de begrippen en het toepassingsgebied, maar het KB over aangepaste beschikbaarheid is nog niet goedgekeurd.
Wat de communicatie betreft van de VDAB ten aanzien van de voormalige werknemers van Ford, is er afgelopen zomer, dus nog voor de verduidelijking van 25 september, een communicatie geweest vanuit de VDAB – zo zegt men mij bij de VDAB – naar de voormalige werknemers van Ford, gebaseerd op RVA-gegevens. Wij hebben dus gegevens gekregen uit de databank van de RVA. Die gegevens bleken gebaseerd te zijn op een foutieve gegevensstroom die door de RVA naar de VDAB verzonden werd. De VDAB heeft inmiddels een nieuwe en correcte namenlijst doorgekregen van de RVA. Concreet betekent dit dat we de werkzoekenden die ten onrechte toch ingeschreven waren als werkzoekende van de VDAB en die dus passief beschikbaar moesten zijn, nu kunnen zeggen dat ze vrijgesteld zijn. We kunnen die rechtzetting nu dus doen. We hebben natuurlijk in eer en geweten gehandeld. We hadden de gegevens gekregen en gebruikt. We hadden geen andere gegevens.
Wat betreft de voormalige werknemers van Ford die door VDAB werden opgeroepen naar aanleiding van een jobbeurs, wil ik wel zeggen dat iemand uitnodigen voor een jobbeurs hoort bij een passieve beschikbaarheid. Ze moeten immers ingaan op elk werkaanbod en een jobbeurs is een werkaanbod. Het is conform de wetgeving. De VDAB heeft mijns inziens dus juist gehandeld. Iedereen die passief beschikbaar moest zijn, heeft van de VDAB een uitnodiging gekregen voor een werkaanbod. Een jobbeurs wordt immers beschouwd als een werkaanbod.
Ik herhaal dat er ook nog onduidelijkheid bestaat over wat nu juist ‘passieve beschikbaarheid’ is. Zeker bij de groep voormalige werknemers van Ford die niet zijn vrijgesteld, was het niet altijd voor iedereen duidelijk. Teneinde een oplossing te bieden aan die onduidelijkheid, zal de VDAB een extra communicatie richten tot de betrokken ex-werknemers en daarin de juiste situatie schetsen die op hen van toepassing is. Ik kan goed begrijpen dat iemand die een uitnodiging krijgt voor een jobbeurs, dit niet koppelt aan passief beschikbaar zijn. Maar volgens de wetgeving valt het er wel onder. Ik herhaal dat passief beschikbaar wil zeggen: ik ga in op elk passend werkaanbod. Een jobbeurs hoort daar volgens de wetgeving bij.
Er werd ook gevraagd of we een specifieke afspraak hebben tussen de Vlaamse Regering en de voormalige werknemers van Ford. Dat is niet het geval. Wij werken binnen een federaal kader. Het lijkt me dan ook niet nuttig om een specifieke afspraak te maken met de voormalige werknemers van Ford.
Ik heb in het verleden al naar voren gebracht dat de VDAB-medewerkers die niet als werkzoekende zijn ingeschreven en vrijgesteld zijn, maar vragende partij zijn, net zoals iedereen kunnen rekenen op de VDAB-dienstverlening. Iemand die vrijgesteld is, 58 jaar oud, 38 jaar dienst, die toch wil werken, en die hulp vraagt aan de VDAB, zal hulp krijgen zoals een ander. Alle andere ontslagen Ford werknemers werden door de VDAB volgens de regelgeving wel ingeschreven – wie niet voldeed aan de voorwaarden – in de tewerkstellingscel.
Tot slot vraagt u naar cijfers van het aantal SWT’ers tussen 52 en 60 jaar die toch naar een nieuwe job zoeken. Ik heb een aantal van die mensen ontmoet. Mevrouw Remen, ik was in Limburg en had het geluk iemand te ontmoeten die jobbegeleiding deed en toevallig ook mensen van Ford in contact bracht. Sommige mensen hebben daar effectief een nieuwe adem gevonden. Ze vullen dat op een heel positieve manier in. Ik kan geen cijfers geven, die konden nog niet opgeleverd worden. We proberen vooral in te zetten op de begeleiding naar een nieuwe job. Ik hecht belang aan een goede opvolging.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Dat was heel duidelijk.
Ik noteer nog een element voor opvolging. Wanneer zal de federale communicatie er komen? U hebt nog klaarheid nodig in verband met de aangepaste beschikbaarheid. We kijken samen met u uit naar die federale klaarheid.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Ik dank u voor uw vrij heldere antwoord, minister. We kijken samen met u uit naar het KB. Ik vind het jammer dat er geen cijfers beschikbaar zijn. Er is een resultaatsverbintenis. De overheid en de VDAB doen heel veel inspanningen voor de Fordwerknemers, heel terecht. Die mensen hebben op een respectloze manier hun job verloren.
Het is zeker geen terechtwijzing naar u of naar de Vlaamse Regering, minister, maar er worden heel veel inspanningen gedaan voor die mensen, voor de ex-Fordwerknemers, we moeten zorgen dat we niet discriminerend overkomen naar werknemers uit een klein bedrijf of kmo. Zij krijgen niet al die begeleiding en middelen. We moeten voor hen ook alle aandacht hebben. Ik hoor dat veel van kmo’s en ondernemers. Aan deze begeleidingsmaatregel moeten resultaatsverbintenissen verbonden kunnen worden. Ik kijk uit naar de cijfers die u in de toekomst kunt voorleggen.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik begrijp uw bekommernis. De VDAB geeft dezelfde dienstverlening aan iedereen. Een aantal maatregelen zoals de werkgeversbijdragen voor gebieden in herstructurering zijn dezelfde. Dat is positief. Nieuwe vacatures zijn niet speciaal of uitsluitend voor Fordmensen. Die zijn voor elke werkzoekende. Het outplacement is anders. Dat hoort bij de sociale afspraken die bij Ford zijn gemaakt. Voor de rest is dat vrijwel hetzelfde.
Mevrouw Kherbache, voor mij is het normatief kader ook heel belangrijk. Ik kan zelfs de controle en sanctionering niet opnemen voordat dat KB rond is.
Dus ik had gehoopt op 1 juli. Dat lukte niet en ik heb vandaag ook geen idee. Ik heb contact met mijn collega. Ik weet dat het advies van de Raad van State ondertussen binnen is. Ik weet niet hoe dat verwerkt zal worden. Dat is vandaag de stand van zaken. Ik ben met u vragende partij om dat snel te doen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.