Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik ben blij vandaag eventjes deel te mogen uitmaken van deze commissie Onderwijs. Mijn vraag houdt natuurlijk verband met mijn stad Brussel, en met het Nederlandstalig onderwijs daar.
Minister, in 2011 werd de kleuterschool Pistache opgericht in Schaarbeek. In deze kleuterschool, een privé-initiatief, werden kleuters in zowel het Nederlands als het Frans onderwezen. De school was expliciet tweetalig en was bijgevolg geen zogenaamde immersieschool. Omdat de school buiten het reguliere systeem viel, maakte ze bij de start geen aanspraak op subsidies. Dat leren althans mediaberichten uit 2011, waarmee men toen toch uitpakte.
Met de start van het schooljaar 2015-2016 was er opnieuw een interessante reportage over deze school. Daaruit bleek dat de school naast drie kleuterklassen dit jaar ook een eerste leerjaar lager onderwijs aanbiedt. Nu wordt heel uitdrukkelijk gesteld dat Pistache geen tweetalige school mag worden genoemd, maar er de facto wel een is. De school noemt zichzelf dus officieel geen tweetalige school, waardoor ze nu wel in het regulier systeem past. Hierdoor ontvangt ze nu ook werkingsmiddelen van de Vlaamse Gemeenschap, en blijkbaar niet van de Franse Gemeenschap.
Minister, op welke manier worden werkingsmiddelen door de Vlaamse Gemeenschap betaald aan deze school? Zo ja, sinds wanneer? Voldoet deze school aan de voorwaarden voor de betoelaging? In hoeverre is het concept van deze tweetalige school, dat blijkbaar afwijkt van het immersieonderwijs, veranderd, waardoor ze vroeger niet maar op dit ogenblik wel in aanmerking komt voor subsidies van de Vlaamse Gemeenschap? Beschouwt u, goed wetende dat immersieonderwijs wel degelijk mogelijk is, deze basisschool als een vorm van immersieonderwijs? Voldoet de school aan de voorwaarden daarvoor? Hebt u er weet van of deze basisschool toch werkingsmiddelen zou ontvangen, al dan niet met een andere vzw, van de Franse Gemeenschap? Is er over deze school overleg geweest tussen de Vlaamse onderwijsdiensten en die van de Franse Gemeenschap? Zijn er andere kleuterscholen, lagere scholen of basisscholen, die door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd worden en een soortgelijke taalaanpak zouden aanbieden?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, de basisschool Pistache heeft op 28 april 2015 een aanvraag tot erkenning en subsidiëring ingediend bij Vlaanderen. De school is ondertussen erkend na een positief advies van de onderwijsinspectie. Het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) kan het recht op subsidiëring pas vaststellen op de eerste schooldag van oktober. De school moet op die datum minimum 25 regelmatige leerlingen hebben. Indien de school dan aan deze voorwaarde voldoet, zal ze voor het schooljaar 2015-2016 recht hebben op werkingsmiddelen en personeel.
Pistache heeft dit schooljaar voor het eerst een aanvraag tot erkenning ingediend bij de Vlaamse overheid. Ik kan dus niet inschatten in hoeverre dat concept de afgelopen jaren is veranderd. Mijn onderwijsdiensten baseren zich op de aanvraag zoals hij is ingediend. Als erkende school moet Pistache de bepalingen naleven met betrekking tot de onderwijstaal en de taalkennis van het personeel, zoals dat is voorgeschreven in de wet van 30 juli 1963 en de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen. De school heeft aangegeven dat ze maximale taalontwikkeling nastreeft binnen de bestaande decretale krijtlijnen. Er is geen andere optie dan deze krijtlijnen te volgen.
Dit is geen immersieonderwijs omdat dat volgens onze regelgeving in het basisonderwijs niet mogelijk is. De wetgeving maakt het wel voor alle Nederlandstalige basisscholen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest mogelijk om formeel Franse lessen te organiseren vanaf het eerste leerjaar. Bovendien is het mogelijk om na schooltijd bijkomende lessen Frans te geven. Dat is wat Pistache doet. Zo staat het toch in het dossier.
Een door de Vlaamse Gemeenschap erkende en gesubsidieerde school in Brussel kan niet tegelijkertijd onderwijssubsidies ontvangen vanuit de Franse Gemeenschap. Er was hier dan ook geen overleg over. Als de school voldoet aan onze voorwaarden, heeft ze recht op middelen.
In de Brusselse Rand en in de taalgrensgemeenten zijn er zeker scholen die na schooltijd bijkomende lessen Frans geven. Meestal gebeurt dat in het derde en vierde leerjaar, uitzonderlijk ook in het eerste en tweede leerjaar. Het is onmogelijk om de leerlingen te verplichten om aan deze lessen deel te nemen. Er zijn ook scholen die buiten de Brusselse Rand of buiten de taalgrensgemeenten taalinitiatie Frans geven, meestal al vanaf de derde kleuterklas. Dit kan binnen het wettelijke kader zolang er geen schriftelijke vaardigheden (lezen of schrijven) bijgebracht worden. Het gegeven dat scholen inzetten op talensensibilisering of taalinitiatie Frans (ook Engels en Duits mag) ontslaat de school niet om de decretale ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te bereiken, zeker deze voor het Nederlands.
Dat is het kader waarbinnen we onze subsidiëring situeren en waarbinnen de aanvraag behandeld werd.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik leid eruit af dat het om een Nederlandstalige school in Brussel gaat. Elk initiatief dat ervoor zorgt dat er meer Nederlandstalige scholen in Brussel zijn, moedig ik aan. In dat verband verwijs ik naar de Septemberverklaring waarin de minister-president het belang van het Nederlandstalig onderwijs en de capaciteitsuitbreiding van dat onderwijs in onder meer Brussel heeft benadrukt. Het is dus een goede zaak dat die nieuwe school er is. Het lijkt me ook evident dat hier in Brussel aandacht uitgaat naar het Frans, op voorwaarde dat dit gebeurt volgens het wettelijk kader en de opgelegde eindtermen worden gehaald.
Het is een positieve zaak. U zei al dat het niet gaat om immersieonderwijs, omdat het basisonderwijs daarvoor niet in aanmerking komt. Na schooltijd worden bijkomende lessen Frans en taalinitiatie Frans gegeven, en dat is uitermate positief. Uiteraard hoop ik dat de regelgeving wordt gerespecteerd. Maar elk initiatief dat zorgt voor meer Nederlandstalig onderwijs, met specifieke aandacht voor het Frans of andere talen, is positief.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Dit ligt me na aan het hart: omdat het Brussel betreft, maar ook omdat ik als kind heb kunnen genieten van bijkomende initiatieven op school, zoals Frans na de schooluren, en dat vanaf het eerste leerjaar. Dat was erg leuk. Ik vind het vreemd dat hierover een vraag werd ingediend. Het is natuurlijk gezellig om elke week hier de leuke initiatieven op het vlak van onderwijs te kunnen bespreken, ware het niet dat we al zo veel vragen te bespreken hebben. De wettelijke regeling is er. We vragen al jaren aan de scholen om een deftig taalbeleid te ontwikkelen, en hoe vroeger dat gebeurt, hoe liever. Dit initiatief past daarin. Ik ben blij dat de school rekening houdt met de omgeving waarin ze liggen – niet enkel in Brussel, maar bij uitbreiding, in heel ons meertalig landje. Ik ben dus blij dat Pistache er is en hoop dat de school het goed doet, zoals ook u dat wilt.
Ik heb u hier goed gehoord, en ook goed beluisterd. We staan voor een grote uitdaging. Enerzijds – en dan kijk ik naar de heer Vanlouwe – moeten we de taalvaardigheid van de jongeren wat betreft het Nederlands zo nodig op peil brengen en houden. Anderzijds moeten we de initiatieven om de ontwikkeling van andere talen die men ook mag geven, stimuleren. Beide doelstellingen zijn niet onverzoenbaar, zolang ze binnen de grenzen van het decretale kader blijven.
Uiteraard schiet ik niet in een kramp, zoals mevrouw Brusseel af en toe wél doet. De belangrijkste voorwaarde is wel dat er kwalitatief goed onderwijs wordt aangeboden, uiteraard binnen het decretaal kader. Bijkomende aandacht voor het Frans in een stad als Brussel vind ik uiteraard de logica zelve. Ik had graag gezien dat ook de Franse Gemeenschap meer aandacht zou opbrengen voor dat meertalige aspect en een betere kennis van het Nederlands. (Opmerkingen van Ann Brusseel)
Laten we deze discussie in de commissie Brussel voeren. Sommigen ontkennen de realiteit. Het komt er vooral op aan dat wordt bewaakt dat die school voldoet aan de decretaal opgelegde voorwaarden, opdat kwalitatief hoogstaand onderwijs wordt aangeboden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.