Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Anseeuw heeft het woord.
Vandaag tellen de Belgische gevangenissen ongeveer 11.000 gedetineerden, waarvan 10 procent geïnterneerden. We weten allemaal dat deze geïnterneerden niet in de gevangenissen thuishoren, want naast voldoende beveiliging hebben ze bovenal nood aan een aangepaste zorg. België werd al een keer of veertien veroordeeld voor de manier waarop het land omgaat met zijn geïnterneerden. De voorbije jaren neemt het aantal geïnterneerden alleen maar toe.
Met de komst van de twee forensisch psychiatrische centra (FPC’s), met samen 472 plaatsen, is er beterschap op komst. Alleen zullen die 472 plaatsen niet volstaan. Recent verscheen in de media dat er sprake is van een derde centrum. Dat kan een goede zaak zijn, waarmee ik natuurlijk niet gezegd wil hebben dat elke geïnterneerde residentieel moet worden behandeld.
In een antwoord op een vraag van Kamerlid Goedele Uyttersprot wist de minister van Justitie, Koen Geens, te vertellen dat alle geïnterneerden tegen uiterlijk 2019 uit de gevangenissen zullen verdwijnen en een plaats moeten krijgen in een psychiatrisch centrum. De vraag is dan natuurlijk waar al die geïnterneerden dan wel terecht zullen kunnen. De huidige capaciteit binnen de geestelijke gezondheidszorg zal hierdoor toenemend onder druk komen te staan. Uiteindelijk gaat het om patiënten die een strafbaar feit hebben gepleegd. Het gaat om een groep patiënten die op zich al bijzonder divers is.
Op de ministerraad van 17 juli 2015 werd het nieuwe strategisch plan houdende de dienstverlening voor gedetineerden principieel goedgekeurd. Minister, in uw communicatie over dit plan zegt u dat er in 2015 voor de dienst- en hulpverlening voor wat betreft de Vlaamse initiatieven meer dan 17 miljoen euro wordt vrijgemaakt.
Minister, welke concrete plannen hebt u om tegen 2019 de ambitie van federaal minister Geens mee vorm te geven? Welke middelen maakt u hiervoor vrij? Hoeveel binnen de genoemde 17 miljoen euro middelen is specifiek bestemd voor het beleid voor geïnterneerden? Wat is uw timing voor de uitrol van uw plannen binnen dit kader? Wordt de sector hierin betrokken? Dat is zeer belangrijk als we het over doorstroming hebben. Wordt de sector voorbereid op de instroom van geïnterneerden die niet alleen de gevangenissen maar ook de FPC’s verlaten en dus moeten doorstromen?
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, ik stelde al een vraag over dit onderwerp. Ik dacht in april. Toen werd inderdaad verwezen naar het strategisch plan dat, zoals de heer Anseeuw zegt, intussen werd goedgekeurd. Ik zei toen al wat volgens mij de essentie van de zaak is. In het systeem dat men in Gent hanteert en dat geijkt is op het Nederlandse systeem, waarbij men 96 procent uitstroom haalt, is er ook capaciteit om die uitstroom te kunnen realiseren. Die mensen moeten ook buiten dat psychiatrisch centrum ergens terechtkunnen. Werd in kaart gebracht hoeveel capaciteit er nodig zal zijn? Hoeveel middelen zijn daaraan gelinkt?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, ik ben er samen met u van overtuigd dat geïnterneerden een gepaste behandeling moeten krijgen. Zoals u weet, zijn het organiseren van de opvang en de behandeling van geïnterneerden in eerste instantie een gedeelde federale bevoegdheid van de federale minister bevoegd voor de volksgezondheid en de ziekteverzekering en de minister bevoegd voor de justitie. Binnen de interministeriële conferentie (IMC) Volksgezondheid overlegt het federale niveau met de gemeenschappen over de uitbouw van een zorgcircuit voor geïnterneerden in het kader van het federaal meerjarenplan voor geïnterneerden. De federale overheid heeft beslist twee FPC’s met een opvangcapaciteit van 444, waarvan 264 in Gent en 180 in Antwerpen, op te richten. We volgen deze evolutie nauw op.
Het FPC Gent, dat door een privépartner wordt uitgebaat, is intussen operationeel en vormt een nieuwe speler in het zorglandschap voor geïnterneerden. Dat betekende in de loop van 2015 ook een verschuiving van geïnterneerden die in gevangenissen verbleven naar een nieuwe setting waar zorg op de voorgrond komt.
De afdeling Zorginspectie van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zal op vraag van de federale overheid toezicht houden op de kwaliteit van de zorgverlening van het FPC. Hiervoor werd een samenwerkingsprotocol tussen de Vlaamse Gemeenschap en de federale overheid afgesloten. De samenwerking met andere actoren die zorg- en dienstverlening voor de patiënten aanbieden met het oog op de continuïteit van zorgverlening en de uitstroom van patiënten uit het FPC maken hiervan integraal deel uit. Daarbij moet echter ook steeds de specifieke juridische context van de internering mee in rekening worden gebracht.
Dit jaar hebben we een Vlaamse beleidscoördinator aangesteld die de zorg- en dienstverlening van geïnterneerden, onder meer in het FPC Gent, opvolgt. Dit past binnen het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Deze beleidscoördinator heeft de opdracht om in overleg met de uitbater van het FPC Gent een goede samenwerking uit te bouwen met het oog op de re-integratie van de geïnterneerden, zoals bepaald binnen de doelstellingen van het decreet van 8 maart 2013.
Zoals u weet, is het niet de uitbater maar het Comité ter Bescherming van de Maatschappij dat beslist over de geïnterneerden en het al dan niet toestaan van vrijheid op proef voor geïnterneerden. De algemene regeling om geïnterneerden die vrij gaan onder proef op te vangen en te begeleiden, verschilt niet voor geïnterneerden die uit de gevangenis komen of voor geïnterneerden die uit het FPC komen.
Er zijn momenteel nog geen concrete afspraken met het FPC, gelet op het feit dat dit centrum nog volop in de opstartfase zit. Maar de gesprekken lopen en er is bereidheid tot samenwerking in die mate dat de beleidscoördinator in het FPC Gent zijn kantoor heeft gevestigd.
Het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden 2015-2020 heeft in zijn doelstellingen evenzeer aandacht voor geïnterneerden, maar formuleert daarnaast een expliciete strategische doelstelling met betrekking tot de geïnterneerden om het hulp- en dienstverleningsaanbod en alle actoren die in dit kader actief zijn optimaal in te zetten in de realisatie van de zorgcircuits voor geïnterneerden en de optimale toeleiding naar de gepaste residentiële of ambulante zorg. Voor alle duidelijkheid: het strategisch plan slaat enkel op de bevoegdheden en de activiteiten die Vlaanderen ontplooit in functie van zijn bevoegdheden met betrekking tot de sociale hulpverlening aan gedetineerden en geïnterneerden, met het oog op hun sociale re-integratie.
Het is in elk geval de bedoeling dat geïnterneerden die na een gepaste behandeling voldoende gestabiliseerd zijn en door de Commissie ter Bescherming van de Maatschappij op proef worden vrijgelaten, een beroep kunnen doen op de door Vlaanderen gesubsidieerde hulpverlening en zorg indien blijkt dat de geschikte en gepaste zorg voorhanden is. Om de overgang naar deze reguliere diensten en voorzieningen zo vlot mogelijk te laten verlopen, willen we goede afspraken maken met de federale minister van Volksgezondheid en met de uitbater of uitbaters van de FPC’s en de psychosociale diensten in de gevangenissen. We zullen moeten monitoren of dit bijkomende capaciteit zal vragen.
De beleidscoördinator bereidt in overleg met verschillende diensten tegen 2016 een plan van aanpak voor dat focust op drie thema’s. Ten eerste, de uitstroom uit het FPC: het faciliteren van de uitstroom en in kaart brengen van de impact op de Vlaamse diensten en voorzieningen, zoals onder meer de initiatieven Beschut Wonen, de psychiatrische verzorgingstehuizen, de centra voor geestelijke gezondheidszorg (cgg’s), de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) en de voorzieningen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Ten tweede, ons netwerk van hulp- en dienstverlening ter beschikking stellen van de geïnterneerden in het FPC in het kader van het decreet Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden. Het gaat om een aanbod vanuit zorg- en dienstverlening dat complementair is met het zorgaanbod van de uitbater. En ten derde, het ontwikkelen van een gedeelde visie op de zorg- en dienstverlening aan geïnterneerden. We doen hierbij ook een beroep op de expertise van het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum van Rekem. Het Overlegplatform Oost-Vlaanderen vervult op dit ogenblik de externe ombudsfunctie in het FPC.
Het is niet mogelijk om momenteel een precies bedrag op te geven dat we inzetten voor het beleid voor geïnterneerden. In het budget 2015 voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) is in 13.354.307 euro voorzien voor de uitvoering van het strategisch plan; Onderwijs voorziet in 2.740.802 euro, de VDAB in 833.000 euro en Sport en Cultuur samen in 1.522.839 euro. Binnen het budget WVG wordt in afgerond 4,5 miljoen euro voorzien voor ondersteuning voor gedetineerden en geïnterneerden met een handicap, in 1,1 miljoen euro voor de centra voor geestelijke gezondheidszorg en in 6.250.000 euro voor het algemeen welzijnswerk.
De hulp- en dienstverlening aan geïnterneerden die momenteel in de gevangenis verblijven, maakt deel uit van de middelen voor hulp- en dienstverlening aan gedetineerden voorzien voor de uitvoering van het strategisch plan. Hier wordt geen onderscheid gemaakt naargelang het juridische statuut van diegenen die in de gevangenis verblijven. Bovendien is er een verschuiving bezig van populatie van de gevangenis naar het FPC in Gent, waarbij we ook nagaan of er middelen geheroriënteerd moeten worden.
In eerste instantie zal de impact van de nieuwe initiatieven van minister Geens worden gemonitord zodat we gericht kunnen interveniëren in overleg met de diverse sectoren die kunnen instaan voor de opvang en/of begeleiding van geïnterneerden ‘vrij op proef’.
Om de uitstroom vanuit de gevangenissen en het Forensisch Psychiatrisch Centrum naar de voorzieningen binnen het VAPH te faciliteren, werden vanaf oktober 2014 17 bijkomende plaatsen gerealiseerd die zijn voorbehouden voor personen met een handicap die geïnterneerd zijn, zodat hiervoor in totaal 47 plaatsen zijn. Deze plaatsen staan open voor geïnterneerden met een matige tot lichte mentale handicap die een PEC-ticket hebben voor een tehuis voor niet-werkenden waarvan de handicap primair is op de psychiatrische problematiek. Het gaat hier om een budget van 71.000 euro per plaats per jaar binnen het budget van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
Het plan van aanpak van de beleidscoördinator zal tegen 2016 worden uitgewerkt en lopen tot 2020. Er wordt momenteel ingezet op de samenwerking met het FPC in Gent, maar zodra we de uitbater voor het FPC in Antwerpen kennen, zullen we de samenwerking ook daar opstarten.
Het realiseren van samenwerking met de verschillende sectoren vormt een wezenlijk onderdeel van het voormelde plan van aanpak. Samen met deze sectoren zal de uitstroom uit de FPC’s zo goed mogelijk worden opgevangen en/of begeleid.
De heer Anseeuw heeft het woord.
Minister, dank voor uw omstandig antwoord, maar ik blijf een beetje op mijn honger zitten. De essentie is hoe we de doorstroming vanuit de gevangenis of het FPC naar het zorgcircuit – hetzij ambulant, hetzij residentieel – verder kunnen faciliteren en vooral verbeteren. Dat is een groot probleem. Ik had gehoopt dat u daarop iets meer zou ingaan.
Bepaalde problemen zijn gekend. Mevrouw Taelman heeft terecht een vraag gesteld over de capaciteit. U zegt dat u zult monitoren en zien wat er nodig is. Dat klinkt verstandig, maar het gaat niet enkel over capaciteit. Een minstens even moeilijk probleem om op te lossen, is dat geïnterneerden vaak worden geweigerd door voorzieningen waar ze eigenlijk terecht zouden moeten kunnen. Er zijn naast geïnterneerden ook andere patiënten met een psychiatrische problematiek die worden geweigerd terwijl ze echt nood hebben aan hulp. Het gaat dan om een bepaalde pathologie die blijkbaar te veel risico meebrengt. Vaak is die bekommernis terecht voor het therapeutische klimaat in een voorziening en het heeft bijvoorbeeld ook te maken met geïnterneerden die zelf weinig bereidwilligheid aan de dag leggen om zich te laten behandelen. Ik zeg niet dat het gemakkelijk is, maar ik had gehoopt dat u in uw antwoord de focus zou leggen op hoe de doorstroming kan worden verbeterd. U hebt geantwoord op de vragen die ik heb gesteld, maar de essentie is het verbeteren van de doorstroming.
Minister, welke rol zal het Vlaamse niveau spelen om de doorstroming vanuit de gevangenis naar een zorgcircuit veel te verbeteren? Er is heel veel werk aan de winkel.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
In de geest van het nieuwe reglement kan ik niets toevoegen aan de repliek van de heer Anseeuw.
Er is een beleidscoördinator aangesteld die net als opdracht heeft om de doorstroming te faciliteren. Ik heb de initiatieven genoemd voor zover die voor de geïnterneerden aangewezen zijn: beschut wonen, psychiatrische verzorgingstehuizen, cgg, CAW en het VAPH. Als men vanuit de aanpak van de geïnterneerde van oordeel is dat dit soort dienstverlening aan bod moet komen, moet ervoor gezorgd worden dat de toegankelijkheid zo optimaal mogelijk wordt georganiseerd.
Er zijn door de staatshervorming bepaalde zaken aan ons arsenaal toegevoegd, waaronder de PVT’s en beschut wonen. We zullen kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat die settings voldoende sensibel zijn om deze groep te ondersteunen. Er is net een beleidscoördinator aangesteld om die contacten zodanig te organiseren dat er een dynamiek wordt ontwikkeld.
Ik had gehoopt dat het iets concreter kon omdat het een probleem is dat allang speelt binnen de sector. We zullen de resultaten afwachten, maar het is belangrijk dat er veel meer bruggen worden gebouwd tussen zowel justitie als de zorg, maar vooral ook tussen de verschillende voorzieningen en modules binnen de zorg. Dat is niet alleen belangrijk voor geïnterneerden, maar gezien de specificiteit van deze doelgroep zal de vermaatschappelijking van de zorg hiermee staan of vallen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.