Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, minister, in de beleidsnota Landbouw en Visserij die u hebt voorgelegd bij de start van de huidige legislatuur lezen we: “Een groot deel van de landbouwgronden wordt niet door eigenaars bewerkt, maar wordt door eigenaars aan landbouwers verpacht. Het verhuren van landbouwgronden aan landbouwers wordt geregeld in de pachtwetgeving. De pachtwetgeving is door de zesde staatshervorming, met ingang van 1 juli 2014, een gewestelijke bevoegdheid geworden. Het is enerzijds essentieel dat het voor eigenaars voldoende aantrekkelijk is om gronden aan landbouwers te blijven verpachten. Anderzijds is het even essentieel dat aan pachtende landbouwers voldoende rechtszekerheid geboden wordt als ze voor hun bedrijfsvoering gronden pachten. In samenwerking met landbouworganisaties en eigenaarsorganisaties zal de pachtwetgeving worden geëvalueerd en aangepast waar nodig, rekening houdende met bovenstaande elementen.”
Vorig werkjaar was er in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement ook een hoorzitting met de belangrijkste stakeholders, waaruit bleek dat een modernisering van de pachtwetgeving wenselijk is. Minister, in opvolging daarvan heb ik u op 19 mei een schriftelijke vraag gesteld over de monitoring van de feitelijke situatie van de pachtgronden in Vlaanderen. Hieruit blijkt onder meer dat 63 procent van de landbouwgrond in pacht is. Verder begreep ik dat er niet onmiddellijk veel cijfergegevens voorhanden zijn. U liet me hierover ook het volgende weten: “Om een (...) gefundeerd beleid mogelijk te maken, is momenteel een bevraging lopende van het brede middenveld (...).”
Minister, wat is de stand van zaken in verband met die bevraging? Zijn er ondertussen al resultaten bekend? Zo ja, welke? Of is het nog te vroeg? Hebt u samen met de landbouworganisaties en de eigenaarsorganisaties de huidige pachtwetgeving reeds geëvalueerd? Wat zijn daarvan de conclusies? Wat is de timing voor de verdere aanpak van dit dossier? Welke doelstellingen wenst u zeker te realiseren met een eventuele modernisering van de Pachtwet?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer De Meyer, u weet dat we al een aantal keren hebben geantwoord op vragen. We hebben een grote bevraging gedaan bij landbouwers, eigenaars, overheden, juridische professionals en landbouwadviesbureaus. We hebben concrete suggesties gevraagd over hoe zij een eventuele wijziging van de pachtwetgeving zagen, maar hebben ook gevraagd of er andere suggesties waren die we zouden kunnen meenemen. Dan gaat het onder andere bijvoorbeeld ook over fiscale instrumenten, die vaak ook aan bod komen.
Die consultatie is gebeurd aan de hand van een vragenlijst, waarbij diverse aspecten van de pachtwetgeving aan bod zijn gekomen. Men kon echter ook ruim zelf eigen voorstellen formuleren. We hebben pas in september de laatste antwoorden ontvangen. Die zijn we momenteel allemaal aan het verwerken. Die moeten we nu dus verder onderzoeken. We bekijken dan verder met de stakeholders welke weg we zullen bewandelen. Het is de bedoeling om in de loop van 2016, in het voorjaar met concrete resultaten of conclusies te komen.
De bedoeling van dit alles is dat we komen tot een eventuele aanpassing van de pachtwetgeving, die moet garanderen dat er voldoende grond beschikbaar is voor de actieve landbouwer. Een groot deel van het areaal wordt immers niet door eigenaars, maar door pachters bewerkt. Het is ook essentieel dat het voor de eigenaar voldoende aantrekkelijk is om die grond in pacht te geven, en daar knelt op dit moment vaak het schoentje. Zoals in de beleidsnota ook is aangegeven, wordt onderzocht hoe we ook jonge landbouwers voldoende toegang kunnen geven tot gronden, in het kader van de generatiewissel. Dat is voor mij ook wel een essentieel punt bij alles wat we gaan doen. We moeten er ook over waken dat dit ook niet ten koste gaat van de economische leefbaarheid van bestaande bedrijven.
Dat zijn voor mij de doelstellingen of resultaten die we willen bereiken met een eventuele aanpassing van de pachtwetgeving, maar geef ons nu even de tijd om alles wat we hebben binnengekregen te verwerken, om te bekijken wat de rode draad is, of we tot algemene conclusies kunnen komen. In het voorjaar van 2016 zullen we dan met duidelijke conclusies naar buiten komen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het lijkt me belangrijk dat we toch een beter zicht krijgen op de feitelijke situatie van vandaag in het werkveld. Ik som een aantal elementen op. Hoeveel pachters hebben eigenlijk een seizoenpacht? Een van de bekommernissen aan landbouwerszijde is immers toch wel dat de loopbaanpacht aantrekkelijker zou worden gemaakt. Het zou dus toch wel nuttig zijn dat we daar een beter zicht op hebben. Over welk percentage gaat het bij die seizoenpacht?
Er is ook gediscussieerd over al dan niet schriftelijke contracten. Wat is de situatie op dat vlak? Zijn er veel bedrijfszetels in pacht? Is dat een absolute minderheid? Zijn er veel paardenliefhebbers die gronden pachten? Is er veel pacht voor zeer kleine gronden? Ik denk dan aan minder dan een halve hectare.
Dat zijn allemaal detailgegevens, maar in de totaliteit zijn ze wel nuttig om een overzicht te maken. Mijn grote bekommernis is om voor jonge pachters meer bedrijfszekerheid te realiseren. U kunt waarschijnlijk nu niet antwoorden op deze bijkomende vragen, maar ik geef ze mee als suggestie om verder te onderzoeken.
De heer De Croo heeft het woord.
Het is vandaag niet mogelijk om de Pachtwet in haar al aspecten aan te snijden, maar het is goed om de minister als voorbereiding van het dossier een aantal elementen mee te geven. Ik vermoed dat dit in deze commissie zal worden besproken. Het is namelijk zo dat driekwart van de landbouwbevoegdheden die hier zouden moeten worden besproken, naar andere commissies gaan.
De evolutie is enorm en gaat ook snel. Er bestaan ook een aantal juridische vormen van pachters. Ik zie steeds meer cvba’s en nv’s en ik begrijp dat, omwille van de zekerheid, de waarborgen enzovoort. Dat verandert wel de loopbaanpacht. Bij een nv duurt de pacht dertig jaar en wordt dan vernieuwd. Dat is anders dan bij een gewone loopbaanpacht.
Door het verminderen van het aantal uitbatingszetels komen er een aantal zetels vrij. Hebt u daar zicht op? Wordt dat een tweede bergplaats voor iemand die twee of drie uitbatingszetels had omdat de gronden verruild zijn en het aantal uitbatingszetels verminderd is? Wat doet u met het probleem van de vierkantshoeve? Blijven die in de pacht zitten, zelfs als ze niet meer worden benut?
Bent u van plan om de streekplannen te respecteren waarin agrarische en andere gronden zijn gedefinieerd? Is er een ‘bedreiging’ door eventuele compensatie voor bebossingen?
De pacht- en bebouwingswaarde van gronden hangt af van de PAS en erosie. De waarde per hectare daalt met 10 procent wanneer het gaat om erosiegevoelige grond.
Dit zijn de elementen die ik wil aanbrengen in deze complexe studie. Minister, is uw visie revolutionair met een alles veranderende pachtwetgeving of gaat het om noodzakelijke verbeteringen die op een geleidelijke manier worden doorgevoerd? Het is niet omdat we bevoegd zijn dat we dit holderdebolder moeten realiseren.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Een belangrijk aspect is niet aan bod gekomen bij de bespreking. Er zijn een aantal grote investerings- of immobiliënmaatschappijen die zich volop aan het ontwikkelen zijn in landbouwgronden. Er is een reëel gevaar dat die straks heel wat landbouwgronden in bezit zullen hebben en dat ze de markt zullen bepalen. Heel wat landbouwers zullen verplicht zijn om via hen te gaan. Ik vang daar vrij verontrustende signalen over op. Mensen die vandaag in moeilijkheden zitten, staan de grond heel duur af en moeten dan een lagere prijs betalen als pacht. Het omgekeerde gebeurt ook. Dat is verontrustend en gebeurt niet meer zo kleinschalig. Kunt u daar een antwoord voor zoeken als u de pachtwetgeving onder de loep neemt? Er is zeker nader onderzoek nodig.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik heb heel wat genoteerd dat ik in overweging zal nemen in de conclusie die we zullen formuleren. Het is nu nog te vroeg om conclusies te trekken. We zullen dit op een doordachte manier doen. Het kan niet de bedoeling zijn dat wat nu bestaat en goed is, overboord te gooien. We willen niet alles door elkaar schudden om dan in de problemen te komen.
Mijnheer De Meyer, er bestaat geen databank voor pachtovereenkomsten. Het is niet echt realistisch om daar een zicht op te krijgen of om dit te verplichten. Het is eigen aan de pacht dat die vaak niet op papier bestaat. Ze is vaak op een soepele manier tot stand gekomen. Het is veel minder soepel om er vanaf te geraken. Het zou gevaarlijk zijn om nu te verplichten dit allemaal te registreren en officieel aan te melden. Het zou de drempel voor eigenaars nog kunnen verhogen om een grond in pacht te geven. Ik wil waarschuwen voor deze keerzijde van de medaille.
Door de bevraging hebben we een zicht gekregen over hoe het in elkaar zit, maar een databank voor pachtovereenkomsten bestaat niet. Ik zal deze mogelijkheid overwegen, maar ik wil daar toch ook voor waarschuwen. In een vorig leven als advocaat heb ik heel veel rond pacht gewerkt. Ik heb in de praktijk vastgesteld hoe delicaat het kan zijn om dit officieel te laten registreren. Ik ben daar dus voorzichtig in.
Mijnheer Engelbosch, wat u zegt, moet zeker opgevolgd worden. We moeten wel realistisch zijn omdat we niemand kunnen verbieden om grond te kopen. Als het met het mes op de keel gebeurt, dan is dat iets anders. Het lijkt me niet zo simpel op te lossen, maar deze bezorgdheid neem ik wel mee.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, het is voor mij geen kwestie van uitersten. Dit is sinds ruim een jaar een Vlaamse bevoegdheid. Het federale niveau heeft bijna niets van cijfergegevens, behalve hoeveel gronden er in pacht zijn. Het andere uiterste is een databank waarin alles minutieus wordt bijgehouden. Dat is niet mijn pleidooi. Ik pleit er wel voor om vooraleer te starten met een hervorming, een beter zicht te krijgen op sommige elementen. Op die manier kunnen we met kennis van zaken spreken. Ik denk bijvoorbeeld aan loopbaanpacht. Bedraagt die vandaag 5, 20 of 30 procent? Het is belangrijk om er enige duiding over te hebben. Wat betreft de seizoenspacht, gaat het volgens sommigen over heel veel hectaren en volgens anderen is dit heel beperkt. Ik zou daar graag een beter zicht op krijgen. Heel delicaat is het verhuren van bedrijfszetels. Ik zou graag weten over hoeveel procent dat gaat. Zonder een minutieuze databank te ontwikkelen, is het toch nuttig om wat meer zicht te krijgen. Op die manier kunnen we de hervorming van de Pachtwet met veel realiteitszin aanpakken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.