Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, uit een antwoord op een schriftelijke vraag gesteld aan de Europese Commissie door Europees Parlementslid Derk Jan Eppink blijkt dat China in februari maar liefst 56 ton aan medisch materiaal heeft gekregen van de Europese Unie. Het ging om 2100 beschermingsbrillen, 662.000 items beschermende kleding, bijna 113.000 chirurgische maskers, bijna 2 miljoen medische mondmaskers en 21.300 wegwerpschorten. De donaties werden gedaan in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming. China heeft hiervoor niet moeten betalen. Dat is al een eerste belangrijk gegeven.
Het is stuitend vast te moeten stellen dat enkele dagen nadat waarschuwingen over COVID-19 werden geuit door het Europees Centrum voor Ziektepreventie en Controle de Europese Commissie essentiële goederen die Europese burgers beter hadden kunnen wapenen, gratis exporteert naar China. Bovendien is het zo dat toen enkele weken later de pandemie in alle hevigheid in Europa uitbrak, de EU en de lidstaten medisch materiaal tekortkwamen en moesten betalen voor hulpgoederen uit China.
Wat is de visie van de Vlaamse Regering op export van medisch materiaal gedurende de coronacrisis naar landen buiten de Europese Unie? Is er vanuit Vlaanderen via het Uniemechanisme voor civiele bescherming medisch materiaal uitgevoerd naar landen buiten de Europese Unie? Indien ja, wanneer en om welke landen en welk materiaal gaat het? Heeft Vlaanderen op enige andere wijze in het kader van de coronacrisis giften aan landen buiten de Europese Unie gedaan? Indien ja, wanneer en om welke landen en welk materiaal gaat het? Werd vanuit Vlaanderen medisch materiaal naar andere lidstaten van de Europese Unie verzonden? Indien ja, wanneer en om welke lidstaten en welk materiaal gaat het? Het zijn gelijkaardige vragen, maar ze zijn ingegeven door het feit dat we gratis materiaal hebben uitgevoerd om dan achteraf geconfronteerd te worden met een tekort aan materiaal dat we dan zelf moesten aankopen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
De Europese Unie heeft een traditie om steun te leveren aan slachtoffers van natuurrampen, rampen door menselijk toedoen of acute noodsituaties. Dat is de jongste jaren herhaaldelijk gebeurd. Het activeren van noodhulpprocedures en het opsturen van medisch materiaal was in die zin een blijk van solidariteit. Daar was op zich niets mis mee. Er was toen in Wuhan een duidelijke noodsituatie.
Het Uniemechanisme voor civiele bescherming medisch materiaal of het Union Civil Protection Mechanism (UCPM) waarnaar u verwijst, is een financieringsmechanisme van de EU dat betrekking heeft op civiele rampen. In ons land neemt de federale overheid en meer bepaald het Nationaal Crisiscentrum dat behoort tot de FOD Binnenlandse Zaken, hierin de lead. Het Crisiscentrum van de Vlaamse Overheid (CCVO) is daar maar zijdelings bij betrokken. Het CCVO heeft geen weet van leveringen van medisch materiaal uit Vlaanderen aan het buitenland via het Europese UCPM.
Dan was er de vraag of we op andere wijze in het kader van de coronacrisis giften hebben gedaan aan landen buiten de EU. Mij is slechts één geval bekend waarin de Vlaamse overheid heeft bijgedragen tot de levering of schenking van medisch materiaal in landen buiten de Europese Unie. Op 12 juni ontving de New York City Mayor’s Office vijfduizend gezichtsmaskers, geschonken door Flanders House New York én de Amerikaanse afdeling van de Turnhoutse spellenfabrikant Cartamundi. De gelaatsschermen werden uitgedeeld aan gezondheidswerkers, ziekenhuizen en mensen die medische beschermingsmiddelen nodig hadden. New York was op dat moment de zwaarst getroffen stad in de Verenigde Staten, en is ook de stad waar Flanders House is gevestigd. De maskers werden geproduceerd door Cartamundi in de VS en geschonken aan de stad New York. Flanders House nam de transportkosten ten laste, die ongeveer 400 dollar bedroegen, dus niet het grootste bedrag.
Er was dan de vraag of er vanuit Vlaanderen medisch materiaal naar andere lidstaten van de Europese Unie werd verzonden. Vlaanderen heeft een open economie, en is sterk afhankelijk van de export. De term ‘medisch materiaal’ is ook heel ruim. Vlaanderen geldt als topregio op het vlak van lifesciences en gezondheid. Denk maar aan de biotechsector. Er is dus met zekerheid medisch materiaal verhandeld tussen Vlaamse bedrijven en hun klanten binnen en buiten de Europese Unie. De concrete exportcijfers voor de voorbije maanden zijn echter nog niet beschikbaar. Alleen daaruit zullen we kunnen opmaken om welke landen en producten het zou kunnen gaan. De mate waarin bedrijven, burgers of ngo’s uit Vlaanderen hebben meegewerkt aan de verzameling en schenking van medisch materiaal aan andere landen is me niet bekend. Dat zijn dus gewoon bedrijven die bilateraal kopen en verkopen in Europa, maar die exportcijfers zullen pas later bekend zijn.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, alleszins bedankt voor uw antwoord. Ik begrijp alvast dat het natuurlijk zo is dat we niets kunnen inbrengen tegen een traditie binnen de Europese Unie om hulp te sturen naar landen buiten de EU. Uiteraard is dat geen enkel probleem, maar de vraag was vooral of we geen lessen moeten trekken uit wat er is gebeurd. De vraag van collega Eppink in het Europees Parlement is immers wel relevant. We mogen toch verwachten dat er een vorm van wederkerigheid zou bestaan. Enerzijds worden door Europa in gevallen van nood gratis goederen geleverd aan bepaalde landen, anderzijds zien we dat, wanneer we in eigen land enkele maanden later ook hulpgoederen nodig hebben, we diezelfde goederen moeten invoeren uit diezelfde landen, maar daar dan wel voor moeten betalen. Wat daar is gebeurd, lijkt me niet echt logisch. Vandaar ook mijn vraag om daar lessen uit te trekken, om daar misschien bilateraal toch nog eens op terug te komen in de toekomst. Zeker als het gaat om hulp is wederkerigheid immers toch wel een belangrijk gegeven.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Collega’s, ik wil me graag aansluiten, omdat collega Deckmyn hier de indruk geeft dat er vanuit China niets zou zijn geschonken aan ons land, wat natuurlijk helemaal niet waar is. Ik heb hier een heel lijstje van schenkingen van medisch materiaal door China. Ik wil dat toch even overlopen. De Chinese zusterprovincie Shaanxi heeft medio maart aan de provincie Antwerpen medisch beschermingsmateriaal geleverd, op het moment dat het gezondheidssysteem in Noord-Italië dreigde te bezwijken onder de pandemie. China heeft niet alleen medisch materiaal geschonken, maar heeft ook zelfs dokters en verplegend personeel overgevlogen.
En op dat moment waren wij – ik zal het toch maar zeggen – te laf om iets te doen met de Europese lidstaten. Op dat moment Italië niet helpen vond ik heel erg – dat is mijn persoonlijke mening.
Op 16 maart kwam een grote schenking van het Chinese bedrijf Alibaba aan in Europa. De Chinese reus Huawei bood einde maart een voorraad van 200.000 operatiemaskers aan aan België. Duitsland ontving de voorbije maanden testkits van de Chinese overheid. In maart ontvingen Frankrijk en Spanje mondkapjes, beschermende pakken, testkits en beademingsapparatuur. In maart ontving Nederland tienduizenden mondkapjes van drie Chinese luchtvaartmaatschappijen.
Wij weten ook dat zij daar geostrategische bedoelingen mee hebben. Dat is niet alleen pure internationale solidariteit. We kunnen niet zeggen dat ze niets hebben gedaan. Het ogenblik dat wij nog aan export aan hen gedaan hebben, was de crisis hier nog niet losgebarsten.
Het begin van uw verhaal klopt dus niet helemaal. De waarheid heeft ook haar rechten. Dat wil niet zeggen dat ik nu plots de grote verdediger van China moet zijn. Ik hoop dat u dat nu ook weer niet denkt. Ik wou gewoon even de puntjes op de i zetten.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, namens ons ook steun voor de organisatie die al heeft bewezen dat we bij grote rampen echt een waardevolle bijdrage kunnen leveren. Wat covid betreft, hebben ze ook gezorgd voor de repatriëring van Europese burgers uit China, en het is net ook met die vluchten dat de goederen zijn vervoerd. Het is dus een toonbeeld van efficiëntie. Voor zover wij kunnen nagaan – en ik denk dat dat ook allemaal terug is te vinden op de website van de Europese Commissie, werd er vanuit België, vanuit Vlaanderen, niet individueel bijgedragen aan de levering van middelen aan China. Dat betekent niet dat ik daartegen zou zijn. Ik ben voor wederkerigheid. Ik vind dat we elkaar moeten helpen in nood. Het gaat over mensen wereldwijd. We moeten daar absoluut voor gaan.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, de vraag is inderdaad interessant. Ik hoop dat we met de Vlaamse Regering en de Vlaamse overheid focussen op het belang om in Vlaanderen zelf, in de Europese Unie te zorgen voor een strategische reserve. Dat moeten we voldoende opbouwen zodat we niet afhankelijk zijn van derde landen buiten de EU.
Als ik het goed voorheb, hebben bedrijven die naar aanleiding van de coronacrisis medische producten maar ook beschermingsmateriaal ontwikkelden, de mogelijkheid om investeringssteun te krijgen. Dit werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het is van belang dat wij als kleine regio die op een bepaald moment acuut werd geconfronteerd met een gebrek aan bepaald beschermingsmateriaal, zorgen dat we in de toekomst voldoende hebben. Dan zouden we zelfs meer kunnen uitvoeren naar landen die nog zwaarder getroffen zijn dan wij.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, ik heb geen specifieke vragen meer gekregen, dus ik heb daar niets aan toe te voegen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, ik wil toch nog een paar zaken aangeven. Mevrouw Brouwers gaf een goede aanvulling. Collega Talpe stelde dat China ook zaken naar hier stuurde. Ik kan dat zeker niet tegenspreken. Goed dat u die aanvulling maakt. Ik ben ook blij dat u eveneens gewezen hebt op de geostrategische doelstellingen van China. Ik wil hier niet aan een spelletje zwartepieten doen. Dat was geenszins mijn bedoeling.
Mijn vraag was ook niet beschuldigend bedoeld, maar eerder gericht op de toekomst omdat we soms toch met een bizarre situatie worden geconfronteerd. We hebben gratis materiaal uitgevoerd naar China, maar daarna moesten we diezelfde goederen opnieuw betalend invoeren uit datzelfde land. Ik sluit me volledig aan bij wat de heer Vanlouwe zegt: we moeten in Vlaanderen en in Europa zelf voor strategische reserves zorgen om potentiële nieuwe crisissen, en die zullen er ongetwijfeld komen, goed aan te pakken. Mijn vraag was vooral ingegeven door de zorg voor de toekomst op het vlak van de nood aan materiaal. We moeten bekijken of we op basis van wederkerigheid bilateraal of multilateraal goede afspraken kunnen maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.