Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, tijdens de commissiezitting van 28 mei 2020 verklaarde u met betrekking tot de bouw van sociale woningen dat men bij het sluiten van het regeerakkoord zwaar heeft ingezet op de bouw van sociale woningen. Dat weten we. De Vlaamse Regering koos voor een duurzame langetermijnoplossing voor de mensen die er behoefte aan hebben. Dat impliceert echter ook vaak een langere doorlooptijd. Huizen bouwen, dat gaat nu eenmaal niet zo snel.
Het mag nog eens worden benadrukt dat gedurende deze legislatuur maar liefst 4,2 miljard euro aan de renovatie en nieuwbouw van sociale woningen wordt besteed. Dat is het grootste bedrag ooit. De verdeelsleutel is 45 procent voor renovatie en 55 procent voor nieuwbouw.
Minister, de projecten van de SHM’s worden prioritair behandeld. Er is geen gebrek aan projecten. Al die projecten moeten aan een beoordelingscommissie van de VMSW worden voorgelegd. Ik vertel u niets nieuws. Die commissie beslist minstens driemaal per jaar over de programmatie van de woonprojecten. Die worden in de meerjarenplanning op korte en lange termijn geprogrammeerd.
Tijdens de gedachtewisseling over de aanpak van de coronacrisis heeft onze fractie u gevraagd naar de evolutie van de infrastructuurwerken en de verwachtingen in dit verband. Ik citeer het verslag: “De VMSW is bouwheer van ongeveer 60 procent van de infrastructuurwerken bij sociale woonprojecten. De VMSW zet maximaal in op het verdere verloop van die werven om geen vertraging op te lopen. Bij de start van de lockdown waren er ongeveer vijftig lopende werven. 31 daarvan werden stilgelegd door de aannemer zelf en 19 werven werden verdergezet. Aan de aannemers die de stillegging melden, vraagt de VMSW schriftelijk om, in het belang van de economie, de situatie continu op te volgen en de opdracht zodra mogelijk te hervatten. We maken de aannemers ook attent op de schadebeperkingsplicht bij het totaal stilleggen van de werf. De aannemer moet alle nodige beschermingsmaatregelen treffen om de werf beveiligd en veilig achter te laten als hij stillegt en later een vlotte doorstart garanderen. Bij stilgelegde werven wordt gecontroleerd of die veilig afgesloten blijven. De VSMW streeft ernaar om de werken die pas werden gegund toch te laten starten op het afgesproken tijdstip. De aannemers vragen wel om de aanvangsdatum in onderling overleg te verleggen, zodat de VMSW, als daar een gegronde reden voor is, de timing van de bouw achteruit kan schuiven of daar goedkeuring toe kan verlenen.”
U hebt toen verklaard dat u blij was met de ingreep van minister Demir, die ervoor heeft gezorgd dat de vergunningen niet verder in de tijd moesten worden opgeschoven. Er is een beleidsmaatregel genomen om de crisis in de bouw toch wat te minimaliseren. U wilt er alles aan doen om de bouwsector zo snel mogelijk opnieuw te doen draaien. Als het goed gaat met de bouwsector, gaat het goed met het land, in casu met Vlaanderen.
Op internationaal vlak zal de weerslag in Vlaanderen groter zijn dan in andere landen waar met gelijkaardige veiligheidsmaatregelen minder werven zijn stilgelegd. U hoopt op een snelle start, maar het laatste woord is natuurlijk aan de Nationale Veiligheidsraad. Mits de passende preventiemaatregelen werden genomen, waren alle bouwactiviteiten binnen en buiten in principe vanaf 4 mei 2020 toegelaten.
Minister, ik kom tot mijn vragen. In hoeverre heeft de coronacrisis een impact op de planning van de VMSW gehad? We moeten daar niet flauw over doen. Ik kan me voorstellen dat dit effectief een impact heeft gehad, maar kunt u nog enige toelichting geven? Kan de planning gehandhaafd blijven? Zo neen, kunt u dat specificeren? Ik vermoed dat er wel wat zal worden geschoven. Is het, gezien de bijzondere omstandigheden, een goed idee om een bijkomende vergadering van de beoordelingscommissie in te lassen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Smeyers, het zal een veeleer kort antwoord worden. In het belang van de vooruitgang van de sociale woonprojecten zet de VMSW in op het verder verloop van de bouw- en infrastructuurwerken. Ik heb aangegeven dat dit zeer belangrijk is.
Wat de infrastructuurwerken betreft, wordt er maximaal op ingezet de werken ondanks de precaire situatie te laten vooruitgaan. Bij de start van de lockdown waren er ongeveer vijftig lopende werven, waarvan 31 werven door de aannemer zelf zijn stilgelegd. Meestal kon hij zelf niet voortwerken omdat de bouw- of nutsmaatschappijen het werk hadden stilgelegd.
Alles hangt daar dus een beetje aan elkaar vast. Als de ene aannemer stopt, kan de andere niet verder. Bij elke melding van stopzetting heeft de VMSW gevraagd de situatie continu te evalueren en de opdracht te hervatten zodra dat mogelijk was. Werfcontroleurs van de VMSW bleven steeds lopende werven ter plaatse opvolgen, net zoals de controle op het groenonderhoud van de reeds opgeleverde werken.
Vanaf 4 mei zijn de meeste werven door de aannemers heropgestart, tenzij externe factoren zoals een aangepaste planning van de bouwwerken of de nutsvoorzieningen dat verhinderden. Ook voor de werken die pas gegund waren, werd er gestreefd ze te laten starten op het afgesproken tijdstip.
Intussen zijn alle werven weer opgestart en zal in het slechtste geval de eventuele vertraging beperkt blijven tot de periode van stilleggen tijdens de lockdown zelf. Dat was een zestal weken.
Ook de dossiers in voorbereiding, zowel voor bouw als infrastructuur, werden zonder onderbreking opgevolgd en geadviseerd door de VMSW zodat de SHM’s met deze dossiers in aanbesteding konden gaan. Als er hierbij vertragingen voorkomen zijn die eerder te wijten aan vertragingen die zijn opgelopen bij het verkrijgen van de noodzakelijke omgevingsvergunningen. Normaal gezien zou dat bij ons, bij de VMSW, niet het geval zijn.
Wat uw tweede vraag betreft, vindt er een extra beoordelingscommissie plaats op 25 augustus om projecten die vertraging opliepen door corona en intussen klaar zijn, op te nemen op de kortetermijnplanning. Om extra projecten toe te laten op deze bijkomende zitting, zal ik nu vrijdag een nood-BVR (besluit van de Vlaamse Regering) aan de regering voorleggen dat de behandeltermijn voor bouwtechnische dossiers en programmatieaanvragen eenmalig verkort. Dit biedt extra flexibiliteit aan de initiatiefnemers om eventueel door corona opgelopen vertraging in te halen.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord. Ik concludeer toch wel dat dat een redelijk positief antwoord is. Ja, er zijn vertragingen, maar ze zijn eigenlijk binnen de perken gebleven. En daar heeft niemand schuld aan. Dus ik wil u zeker niet met de vinger wijzen. Ik denk dat we op alle beleidsdomeinen moeten vaststellen wat de schade is. Maar die is eigenlijk redelijk beperkt gebleven, gelet op de realiteit. Ik stel vast dat u dat inderdaad toch kort opvolgt met uw nood-BVR, en dat u dat aan de regering zult voorleggen, om dan die behandeltermijn in te korten. Zo zal de vertraging al bij al minimaal blijven.
Ik dank u om dat goed op te volgen. Collega’s, ik benadruk dat deze regering 4,2 miljard euro veil heeft voor de bouw van sociale woningen. Dat is een belangrijk uitgangspunt. Dat moet ook gerealiseerd worden, en het is goed dat u daar, gezien de omstandigheden, toch zeer nauwlettend mee wilt doorgaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.