Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, dit is uiteraard niet de eerste vraag om uitleg over de coronacrisis en De Lijn. Dat lijkt me ook logisch, want de situatie blijft de hele tijd evolueren. De scholen zijn in de loop van mei en juni 2020 stelselmatig heropgestart, maar zitten nog niet op volle capaciteit. De cijfers van de Nationale Bank van België tonen aan dat het aantal werknemers dat fysiek op het werk aanwezig is, al verschillende weken met telkens 5 tot 6 procent toeneemt. Het lijkt me belangrijk goed op te volgen welke impact dit heeft op de situatie in de voertuigen van De Lijn, maar we moeten ook vooruitblikken op hoe we dit verder zullen doen, want ik trap een open deur in als ik zeg dat het virus niet meteen weg zal gaan. Hoe zullen we ervoor zorgen dat De Lijn voorbereid is op een langdurige situatie met een coronavirus dat in onze samenleving bezig blijft? Ik heb hierover drie vragen.
Minister, de eerste vraag betreft de bezettingsgraad. Op 28 mei 2020 hebt u aangegeven dat de bezettingsgraad tot 30 procent was gestegen. De vraag is hoe de bezettingsgraad ondertussen is geëvolueerd.
De tweede vraag is een klassieker aan het worden en betreft de afscherming van de stuurposten. Tape en folie blijven daar loskomen, ook door het warme weer. Het lijkt misschien een beetje stom, maar als de zon te hard schijnt, lost de ducttape en valt alles op de grond. Ik blijf van chauffeurs foto’s en filmpjes van loshangende, flapperende folie krijgen. In veel gevallen blijft die folie niet transparant, waardoor er geen zicht op de passagiers in de bus en een zeer slecht zicht in de achteruitkijkspiegel voor de dode hoek rechts is. Ik heb u in deze commissie al horen zeggen dat is onderzocht met plexiglas te werken, maar dat dit werd afgekeurd. Ik hoor van mensen op het terrein echter dat het inzetten van plexiglas momenteel nog wordt getest en onderzocht. Ik vraag me af wat de situatie is. Wordt dit op dit moment nog onderzocht of is dat definitief afgevoerd? Blijven we verder werken met het materiaal dat er nu is? Er is doorzichtige plastic, maar op heel wat plaatsen wordt gewerkt met bouwplastic en andere plasticsoorten die niet doorzichtig zijn, die loskomen en die niet kwalitatief zijn. Dit is een heel belangrijke vraag, waar ik op moet blijven terugkomen. Dit is belangrijk omdat de chauffeurs nog maanden gebruik zullen moeten maken van die infrastructuur. In het begin is geprobeerd snel zaken op te zetten. Ik heb daar kritiek op gehad, maar het is goed dat is geprobeerd om snel bepaalde zaken te doen. We moeten echter evolueren naar een infrastructuur die op lange termijn kan worden gebruikt. We moeten naar plexiglas of zeer duurzaam plastic gaan.
De derde vraag betreft de financiering. De begrotingsaanpassing is hier besproken. U hebt toen verklaard dat De Lijn vanwege de coronacrisis tot augustus 2020 35 miljoen euro bijkomende kosten zal hebben. De middelen waarin hiervoor wordt voorzien, komen niet uit het noodfonds, maar uit de algemene middelen. De vraag is waar ze juist vandaan zullen komen. Kunt u garanderen dat die 35 miljoen euro niet op een andere plaats binnen de middelen van De Lijn geheel of gedeeltelijk zal worden gecompenseerd? Zijn er al prognoses van de evolutie van die kostprijs na augustus 2020? Hebt u daar al een idee van? Ik vermoed dat we nog een tijdje met een verminderde capaciteit zullen rijden.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer D’Haese, dank u wel voor uw vragen. In de antwoorden op een aantal vragen zal ik uiteraard in herhaling moeten vallen, aangezien ze al een paar keer zijn gesteld, maar herhaling is natuurlijk altijd de beste leerschool.
Ik kan u meegeven dat in de periode tussen 1 en 5 juni De Lijn een gemiddelde bezetting van 20 à 30 procent van de normale bezetting had. Gisteren was een goede dag: toen was dat 35,2 procent.
Dan de folie en de tape. Ik heb de indruk dat u daar helemaal van in de ban bent, aangezien dit vaak terugkomt. Ik kan u opnieuw zeggen wat men mij namens De Lijn meedeelt, namelijk dat hier en daar folies wel eens loskomen, dat is geweten, maar dat dat geen algemeen en geen groot probleem is. De folies die loskomen, zijn meestal die folies die met een minder goede tape werden opgehangen. Intussen zijn alle stelplaatsen voorzien van de juiste, sterke tape. Elke stelplaats heeft tegelijkertijd ook voldoende reservemateriaal, zodat onmiddellijk, heel snel kan worden overgegaan tot herstelling of vervanging als de folie of de tape zou loskomen.
Het klopt dat De Lijn nog altijd onderzoek doet naar andere mogelijke afsluitingen van de stuurposten, maar daar is op dit ogenblik nog geen beslissing over genomen. Zoals ik ook al eerder een paar keer in de antwoorden in deze commissie heb meegegeven over de procedure van het plaatsen van schermen tussen de bestuurders en de rest van de bus: daarover kan pas groen licht worden gegeven als die oplossing wordt goedgekeurd door de interne preventiedienst, de externe preventiedienst, de verzekeringsmaatschappijen en de voertuigenkeuring. Bovendien moet een andere oplossing dan ook nog verenigbaar zijn met de specifieke constructie van de verschillende types bussen.
Het klopt dat De Lijn op dit ogenblik nog altijd werkt aan een proef met een meer permanente afscheiding van de stuurpost, met materiaal dat steviger is dan die folie of die hoezen. In het kader van die proef wordt aan een aantal chauffeurs dan ook gevraagd naar hun bevindingen en rijervaring hieromtrent. Op basis daarvan zal men dan een evaluatie maken om te bekijken of dat geheel of gedeeltelijk kan zijn, want zoals u terecht opmerkte, zal het waarschijnlijk voor een langere periode mogelijk zijn. Opnieuw, als uit die proef blijkt dat dat alternatief een goede oplossing zou zijn, dan moet nog altijd de volledige procedure van interne en externe preventiedienst, goedkeuring door de verzekeringen en goedkeuring door de keuringscentra worden doorlopen.
Het klopt dat tot en met eind augustus al 35 miljoen euro is vastgelegd uit de algemene middelen in het kader van de begroting van de Vlaamse overheid. De algemene middelen, dat wil uiteraard net zeggen dat dit niet ten koste is van het budget dat al ter beschikking was gesteld van De Lijn. Anders zouden het ook geen extra algemene middelen zijn.
U vroeg ook een raming van de kosten na augustus 2020. Dat is op dit ogenblik natuurlijk moeilijk te zeggen. We moeten bekijken hoe alles evolueert, zeker hoe de bezettingsgraden verder evolueren, maar ik kan u alleszins verzekeren dat we dat allemaal nauwgezet blijven volgen. We zullen dat dan nadien ook verder bekijken. Ook die 35 miljoen euro tot en met augustus is een raming, een schatting. Nu al een schatting maken voor na augustus, is natuurlijk een moeilijke zaak. Dat zult u wel begrijpen.
Daarmee heb ik al uw vragen beantwoord, denk ik.
De heer D’Haese heeft het woord.
Bedankt voor de heldere antwoorden. Ik ben niet in de ban van plastic of folie, maar je moet natuurlijk maar een chauffeur zijn die in zo’n bus rondrijdt. Het mag dan een minderheid zijn, het zijn er nog steeds veel, en die mensen maken zich echt wel zorgen, zeker omdat ze ertegen opzien om in die situatie maanden – laten we alsjeblieft nog niet denken in jaren, laten we voorlopig denken in maanden – te moeten werken.
Ik denk dat u in de vorige commissie gezegd hebt dat plexi uitgesloten was, maar ik ben blij dat er toch nog wordt gezocht naar plexi of andere meer duurzame systemen. Dat is een zeer goede zaak, denk ik. Ik snap dat er evaluatie en goedkeuring moet zijn door verschillende instanties, maar hebt u enig zicht op een timing?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, het geluid is hier even weggevallen en het zou dus kunnen dat de minister al geantwoord heeft op de vraag die ik zal stellen.
Er is inderdaad 35 miljoen euro bijkomend voorzien voor De Lijn. Dat zijn middelen buiten het noodfonds. Volgens mij waren dat middelen die voorzien waren voor de exploitatie tot en met 31 augustus. Waarin zal voorzien worden na 31 augustus? Ik ga ervan uit dat we na 31 augustus niet opnieuw in de reguliere modus zullen komen.
Zoals gezegd, het zou kunnen dat het antwoord al is gegeven, maar het geluid is hier even weggevallen. Dus excuses als ik een dubbele vraag stel.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer D'Haese, ik heb op dit ogenblik geen duidelijke timing van wat wanneer kan komen. Ik kan u alleszins verzekeren dat De Lijn als werkgever het welbehagen en het welzijn van de chauffeurs koestert. Men zal dit allemaal nauw blijven opvolgen. Dat welbehagen belangt eenieder aan, zeker als het voor langere termijn zal moeten gelden. Dat wordt zeker ter harte genomen.
Mijnheer Ceyssens, die 35 miljoen euro is een eerste raming tot en met eind augustus, zoals u inderdaad hebt gezegd. Die is opgemaakt door De Lijn. Het zijn allemaal kosten die niet gepland waren. We kunnen die niet op het initiële bedrag aanrekenen. Voor de periode na augustus 2020 hebben we nog geen ramingen. Het lijkt mij niet meer dan logisch dat dit ook ten laste komt van de algemene middelen als er nog serieuze tekorten zijn. Dat kunnen we pas inschatten na 31 augustus.
De vraag om uitleg is afgehandeld.