Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, vorige week, tijdens de bespreking van de begrotingsaanpassing, is over dit onderwerp al van gedachten gewisseld, maar ik zet alles toch nog even op een rijtje.
De sluiting van restaurants en openbare markten als gevolg van de coronacrisis heeft zijn uitdagingen, ook voor de visserij. De eerste weken zijn onze vissers blijven uitvaren, waarvoor onze appreciatie. Maar na enkele weken, toen de horeca dicht was en de export stillag, is de vraag naar vis sterk gedaald. Dat beïnvloedt zwaar de inkomsten van onze reders en onze vissers. Ook de ons omringende landen zijn overgeschakeld naar een systeem van stillegging. In overleg met de reders heeft ook Vlaanderen beslist om het systeem van tijdelijke stillegging in werking te laten treden zodat een continue aanvoer verzekerd blijft. Dat overleg met de vissers en de reders heeft geleid tot goede afspraken daaromtrent. Ook de Vlaamse Regering heeft ondertussen een wijzigingsbesluit goedgekeurd, waarbij de benodigde Vlaamse cofinanciering voor de tijdelijke stillegging via het Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij- en aquacultuursector (FIVA) mogelijk wordt.
De stillegvergoeding kan ook via de Europese budgetten voorzien worden, want Europa heeft voorzien in een aantal wijzigingen waardoor in de periode van 1 februari tot 31 december niet-gebruikte middelen uit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) gebruikt kunnen worden voor deze tijdelijke stopzetting van de visserijactiviteiten.
In het besluit van de Vlaamse Regering lees ik dat deze stillegvergoeding kan worden aangevraagd voor de periode startende op 1 mei 2020 tot en met 31 augustus 2020. Per week dat een reder stilligt, kan hij naargelang het segment waar hij deel van uitmaakt – kustvisser, kleine vloot of grote vloot – aanspraak maken op een respectieve stillegvergoeding van 1500, 2500 of 6000 euro. De vergoeding kan worden aangevraagd voor maximum drie weken. De totale bijdrage van het FIVA voor de stilligvergoeding is gelimiteerd op maximum 25 procent, de overige 75 procent zal afkomstig zijn uit het EFMZV.
In de nota bij het ontwerpbesluit staat nog te lezen dat als gevolg van de aangebrachte wijzigingen aan de verordening inzake het EFMZV er binnen het huidige EFMZV-programma een budget vrijkomt van afgerond 1.086.000 euro aan middelen om COVID-19-maatregelen te implementeren. Daarvan zal vanuit EFMZV 750.000 euro voorzien worden voor de stillegvergoedingen, bijgepast door Vlaamse cofinanciering vanuit het FIVA voor 250.000 euro.
Minister, op de Europese Raad voor Landbouw en Visserij hebt u gepleit voor extra middelen vanuit Europa met het oog op economisch overleven van de Vlaamse vissers in deze coronacrisis.
Is de stillegvergoeding die de Vlaamse Regering voorziet naar grootteorde vergelijkbaar met de vergoedingen die worden voorzien in de omringende landen?
Wordt uw pleidooi voor extra middelen voor de visserijsector ook gesteund door de Europese collega-ministers bevoegd voor de visserij? Zijn er al signalen vanuit de Commissie dat aan deze vraag tegemoet zal kunnen worden gekomen? Kunt u nog verduidelijken welke andere COVID-19-steunmaatregelen ten behoeve van de visserijsector de Vlaamse Regering zal nemen met dat resterende budget van zo’n 336.000 euro?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Coudyser, bedankt voor deze zeer interessante visserijvragen. Die regeling is inderdaad vorige week ook al in het parlement aan bod gekomen. We zitten ondertussen al een klein beetje verder in onze gedachten.
De stillegvergoeding is in grootteorde vergelijkbaar met die in naburige landen, maar elk land heeft zijn eigen aanpak. Dat is ook logisch. Dat houdt onder meer verband met de structuur van de vloot en met de opbouw van de kosten binnen de sector. Dat zijn elementen die ook bij de aanpak in de naburige landen in rekening worden gebracht.
Het oorspronkelijke voorstel van vergoeding bedroeg vier weken, maar dat is op vraag van de sector verkort naar drie weken per vaartuig. Het is namelijk de wens van de sector om zeker operationeel te blijven en de verdere keten te blijven bevoorraden. Door de periode te beperken, kan de aanvoer beter gestabiliseerd worden en kan de premie per vaartuig een meer specifiek target krijgen op de reële kosten die worden gemaakt. We zijn dus in complete overeenstemming met de sector naar drie weken gegaan, omdat ze het zelf zo wilden.
Er zijn meerdere lidstaten die naar bijkomende financiële middelen zoeken in het kader van de coronacrisis. Dat is ook logisch, aangezien het huidige EFMZV-programma 2014-2020 op zijn einde loopt. Een aantal lidstaten, waaronder België, die goed op schema zaten met het toewijzen van middelen aan projecten, beschikken vandaag nog maar over weinig tot geen financiële ruimte binnen dat aflopende programma om specifieke coronamaatregelen te nemen.
Onze administratie monitort week per week hoe de situatie evolueert. Daarnaast bekijken we wat de effecten van de stillegvergoeding binnen de sector zijn. Het is de allereerste keer dat we in die omstandigheden dergelijke maatregelen moeten nemen. Als er nog bijkomende noden zouden ontstaan, kunnen we zeker bekijken of een verlenging van de vergoeding of een andere steunmaatregel gewenst en mogelijk is.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Bedankt, minister. De verkorting naar drie weken is inderdaad gebeurd in samenspraak met de sector. Alle respect daarvoor, en ook alle appreciatie voor het feit dat zij zo snel mogelijk weer naar de normale toestand willen terugkeren.
U geeft aan dat er inderdaad nog meer lidstaten extra middelen zoeken, aangezien het EFMZV op zijn einde loopt. Wordt daar in een overgangsmaatregel voorzien voor de volgende periode? Of kunnen die extra middelen eventueel uit het Europese herstelfonds komen, aangezien er meer lidstaten die vraag stellen? Hoe reageert de Europese Commissie daarop? Tegen wanneer kunnen we een antwoord verwachten?
Als ik het goed begrijp, wachten we nu af of er nog bijkomende maatregelen nodig zijn. Of hoor ik u ook zeggen dat we eventueel toch de periode van drie weken nog moeten verlengen? Ik ga ervan uit dat dat ook afhangt van de mate waarin het exitplan vooruitgaat en wanneer er perspectief komt voor bijvoorbeeld de horeca en het openen van de grenzen, ook al is het maar met onze buurlanden.
Minister Crevits heeft het woord.
Ondertussen ben ik weer op mijn gewoon toestel aangesloten geraakt, maar ik heb uw opmerkingen maar half gehoord, denk ik. De laatste echter wel, en daarop kan ik positief antwoorden. De sector is nu heel blij met de manier waarop de vergoeding berekend wordt. Ze hebben ook goede afspraken gemaakt over het uitvaren of niet. Maar we evalueren dag per dag en als er extra’s nodig zijn, zullen we opnieuw moeten bekijken op welke manier we ingrijpen.
Ik heb wel voorzichtig positieve signalen over de evolutie van de prijzen op de veiling, die zijn zich voor een stukje weer aan het stabiliseren.
Mevrouw Coudyser, mocht u nog vragen expliciet willen herstellen, gelet op het feit dat de minister het niet allemaal gehoord heeft, dan kunt u zeggen wat er nog beantwoord moet worden.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Bedankt, voorzitter. Ik begrijp dat er dag per dag geëvalueerd wordt en bekeken wat nodig is.
De vraag die ik ook nog gesteld had was: aangezien er meer lidstaten naar extra middelen zoeken en dat het EFMZV-programma op zijn einde loopt, is er een mogelijkheid dat er op een andere manier middelen voor de visserij en specifiek voor COVID-19-crisisbeheersing vrijgemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld vanuit het Europees herstelfonds?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijn excuses, ik had dat onderdeel van de vraag dus niet gehoord.
We hebben meermaals de vraag aan de EU gesteld naar extra middelen. Voorlopig is die zonder reactie. We blijven op dezelfde spijker kloppen. Over enkele weken is er een nieuw EU-overleg. De middelen van het nieuwe Europese fonds kunnen echter nog niet ingezet worden en over het herstelfonds is er nog geen duidelijkheid. Maar we houden hier absoluut de vinger aan de pols.
De vraag om uitleg is afgehandeld.