Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Minister-president, de vragen inzake reizen, vooral in Europa, staan de laatste tijd erg in de belangstelling. Waar kunnen we naartoe, waar kunnen we niet naartoe? De Baltische staten hebben onderling afgesproken om vanaf 15 mei 2020 hun grenzen open te stellen voor elkaars burgers. Op deze manier wordt een reisbubbel gecreëerd tussen deze staten gedurende de coronacrisis, want het grensoverschrijdend toerisme was nagenoeg volledig stilgevallen. Ook verder van huis, tussen Australië en Nieuw-Zeeland, zou een reisbubbel gecreëerd worden. Een dergelijke reisbubbel tussen de Benelux-landen kan ook bij ons een oplossing bieden om de reishorizon van de Vlaming, waarvan de laatste dagen zoveel sprake is, wat uit breiden en de druk op de binnenlandse toeristische hotspots, bijvoorbeeld de kust en de kunststeden, te verminderen. Er is binnen de Benelux altijd al heel wat grensoverschrijdend verkeer geweest. Nu reeds kunnen Nederlandse toeristen via Vlaanderen en België doorreizen naar bijvoorbeeld Luxemburgse campingplaatsen. Dat is voor veel Vlamingen verwarrend. De grenzen mogen aan de ene zijde niet overschreden worden, maar aan de andere zijde kan dat dan weer wel. Mensen begrijpen niet altijd wat wel en niet mag. Daarnaast spelen ook andere elementen: Vlamingen mogen naar hun tweede verblijf gaan, maar als dat in Zeeuws-Vlaanderen is, mogen ze er niet naartoe. Dat wringt een beetje.
De vraag is ook actueler dan ooit, nu heel wat landen overwegen om hun grenzen open te stellen. Ook de Benelux heeft hierrond al enkele initiatieven genomen. Een gecoördineerde aanpak en wederzijds vertrouwen moeten daarin centraal staan. Ook de Europese Commissie heeft aanbevolen dat de grenscontroles aan de Europese binnengrenzen op gecoördineerde wijze moeten worden opgeheven, zodra hun situatie dat toelaat. Er zou dus prioritair kunnen worden bekeken of een Benelux-reisbubbel een mogelijkheid zou kunnen zijn.
Zijn er over het oprichten van een Benelux-reisbubbel reeds initiatieven genomen of gesprekken geweest binnen de Vlaamse Regering? Zo ja, wat werd reeds beslist of besproken? Of zal dit nog op de agenda worden geplaatst?
Is de Vlaamse Regering reeds gecontacteerd geweest door een van onze buurlanden omtrent een dergelijk initiatief of is zij hiervan door de Federale Regering op de hoogte gebracht?
Zult u hierover contact opnemen met de Federale Regering en respectievelijk de Nederlandse en Luxemburgse regering?
Minister-president Jambon heeft het woord.
De Vlaamse Regering heeft zich over deze kwestie nog niet gebogen aangezien zij in dezen niet bevoegd is, jammer genoeg. Ook werd de Vlaamse Regering nog niet gecontacteerd door de Benelux-instanties in verband met een mogelijke Benelux-reisbubbel. Via het Benelux-overlegplatform werd tot nu toe ook geen informatie verspreid met betrekking tot de coronamaatregelen.
Ik weet wel dat op vrijdag 8 mei 2020 het Permanent Comité van de Benelux Interparlementaire Assemblee of het Benelux-parlement van gedachten heeft gewisseld over de grenssluitingen naar aanleiding van de COVID-19-crisis. Het Benelux-parlement zal zich tijdens de volgende weken buigen over het bieden van een perspectief aan de bevolking wat de opening van de grenzen tussen de drie landen betreft. Tijdens de vergadering van de verenigde commissies op 5 juni 2020 zal een aanbeveling voor de bevoegde ministers worden voorbereid.
Ik kreeg van de buurlanden, het Groothertogdom Luxemburg en Nederland, nog geen signaal om een specifieke Benelux-reisbubbel te organiseren. Het openen van de grenzen is, zoals u weet, een federale bevoegdheid. Ook van die kant heb ik tot nog toe niets vernomen.
We hebben het daar natuurlijk in het Overlegcomité al over gehad. U hebt ongetwijfeld ook de communicatie gehoord van de minister van Binnenlandse Zaken die in bilateraal overleg met de verschillende buurlanden – Nederland, Luxemburg maar ook Duitsland en Frankrijk – aan het bekijken is hoe de grenzen open zouden kunnen gaan. Hij heeft daar zelfs zondag over gecommuniceerd dat het eventueel deze week zou kunnen. Ik heb daarover verder niets meer gehoord. Alles wat ik daarover weet, is wat u ook via minister De Crem gehoord kunt hebben.
Er is twee tot drie keer per week Overlegcomité waar telkens opnieuw die vraag wordt gesteld, niet alleen door mij maar ook door de Duitstalige Gemeenschap die mogelijks nog meer geïmpacteerd is door de grenscorrectie. Elke keer opnieuw vragen we de Federale Regering om dienaangaande initiatieven te nemen, want het klopt inderdaad dat nogal wat Vlamingen een tweede verblijf hebben in het Nederlandse Zeeuws-Vlaanderen of Zeeland in het algemeen, maar dat geldt evenzeer voor pakweg buurland Frankrijk. Het zou goed zijn, nu mensen hun tweede verblijf in het binnenland kunnen opzoeken, dat ze dat ook in het buitenland zouden kunnen doen omdat ze daar tenslotte ook belastingen betalen, maar we zijn natuurlijk ook afhankelijk van de beslissing van het land in kwestie. Het is ook een dubbele kwestie. Als wij zeggen dat de grenzen open kunnen, dan moet de andere kant ook nog zeggen dat ze bereid zijn ons te ontvangen. Het is de minister van Binnenlandse Zaken op federaal niveau die met die opdracht belast is. Ik zal niet nalaten om daar vanavond nog naar de informeren, want er is nog Overlegcomité.
– Cathy Coudyser treedt als voorzitter op.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ik weet dat het een moeilijke vraag is, gezien de federale verhoudingen in dit land. De minister-president verwijst er terecht naar dat dit niet de bevoegdheid is van de Vlaamse Regering. Ik vind het jammer dat de doorstroming van informatie blijkbaar soms nogal stroef verloopt. Ik dacht dat dit toch wel iets vlotter zou kunnen gaan, maar blijkbaar niet. In het bijzonder wil ik verwijzen naar de brief vanuit de Benelux. Ik heb daar wat communicatie over gezien. De Benelux communiceert normaal gezien niet enkel met België als instantie maar ook met Vlaanderen. De problematiek van de buitenverblijven in Zeeuws-Vlaanderen vind ik helemaal een Vlaamse aangelegenheid. Daarom wou ik daar de nodige aandacht aan geven.
Minister-president, u zegt dat u vanavond daar nog de nodige vragen over zult stellen. Ik heb bij aanvang van mijn vraagstelling ook gezegd dat alle vragen over reizen de mensen bezighouden. Het is dan ook belangrijk dat u daar vanavond nog iets meer informatie over verkrijgt.
Ik wil er vooral de nadruk op leggen dat het tijd is om zeer eenduidig te communiceren naar Vlamingen die met grote vragen zitten. Ik heb het daarnet al aangehaald. Het is heel vreemd om te zien dat uw buurman met een buitenverblijf in Knokke daar wel naartoe mag, maar u met een tweede verblijf 4 kilometer verder over de grens niet. Ik begrijp natuurlijk dat het twee verschillende landen zijn en dat daar redenen voor zijn, maar het komt wel heel vreemd over.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, dat we niet bevoegd zijn, heeft Vlaanderen nog nooit tegengehouden om zijn mening te geven. Dat is zeker ook heel belangrijk in deze tijden.
Ik hoop in ieder geval dat het overleg tot een constructieve en snelle oplossing leidt, want heel wat mensen snakken daarnaar.
Ik was ook blij dat u verwijst naar ruimer dan de Benelux. Ik denk dan aan Frankrijk en Duitsland. Voor West-Vlaanderen bijvoorbeeld is een vlot verkeer met Nord-Pas-de-Calais heel belangrijk. Ik zou dan ook zeker willen vragen om het overleg met de Franse en Duitse collega’s mee te nemen in het verhaal.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Een interessante vraag die ons allemaal bezighoudt en die ook eerder al aan bod gekomen is, maar toen met minister Demir, bevoegd voor Toerisme. Ik wil even herhalen wat ik toen gezegd heb. Grenzen opnieuw openen zal altijd in onderling overleg moeten gebeuren. Vlaanderen is daar inderdaad niet voor bevoegd. De Nationale Veiligheidsraad zal daar hopelijk snel bepaalde beslissingen kunnen nemen, maar we moeten altijd zien dat de epidemiologische situatie in het land waarmee je de grenzen opent vergelijkbaar is.
Momenteel is er ook veel sprake over wat men gaat doen met de horeca. Als we horen dat bijvoorbeeld in Nederland de horeca al sneller zal opengaan en als wij onze grenzen openstellen, ga je weer toestanden krijgen zoals bij het begin van de crisis. Het moet allemaal een beetje een gelijk speelveld zijn. Je kunt dat niet voor 100 procent gelijktrekken, maar een aantal basisvoorwaarden lijken me toch vervuld te moeten zijn. Ik hoop dan dat het aantal besmettingen blijft afnemen, zoals vandaag weer het geval was, en dat we stilletjesaan kunnen denken aan een zomer die voor sommige mensen indien mogelijk toch wat verder gaat dan het eigen land.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Ik sluit mij graag aan bij de oproep van de collega’s om als Vlaanderen toch opnieuw het voortouw te nemen en te pleiten voor een oplossing voor deze problematiek; het heeft ons in andere beleidsdomeinen ook niet tegengehouden. We moeten durven vooruitgaan.
Ook sluit ik mij aan bij wat mevrouw Talpe stelt. De grens met Frankrijk is nu een van de strengste grenzen wat grensoverschrijding betreft. Mocht er een probleem zijn en mocht u op het federale niveau tegenstand ondervinden, kan een gemeenschappelijk optreden onder Benelux-paraplu misschien wel de stap vooruit zijn die iets kan forceren. Ik heb begrepen dat die brief onderweg is naar u en naar de collega’s uit Nederland en Luxemburg. Misschien kan die brief de aanleiding zijn om een gezamenlijk initiatief te nemen op Benelux-niveau.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik wil me zeker ook aansluiten bij deze vraag. Hier op 200 meter van de grens met Nederland vind ik het echt belangrijk dat alle initiatieven om een weloverwogen grensbeleid te voeren, nu genomen worden. Op dit moment – en dat wil ik even in het debat inbrengen – is het zelfs niet mogelijk om een familiebezoek te brengen over de grens. Wij mogen hier allemaal met een andere bubbel afspreken, maar mensen hier aan deze kant van de grens zijn nog altijd niet in de mogelijkheid om letterlijk 300 meter verderop bij hun dochter of zoon op bezoek te gaan.
Dat neemt niet weg dat ook alle andere vragen zeer zinvol zijn. Ik wil gewoon beklemtonen dat de grens niet iets heel vaststaands en moeilijks is, maar dat doorheen onze dorpen, regio’s en grote gebieden stromen lopen als een levend gegeven hier. Het is echt belangrijk om, met oog voor de veiligheid, te kijken hoe we in de praktijk die vele praktische problemen kunnen aanpakken. Ik sluit me dus aan bij de oproepen van vele collega’s dat we hen steunen en dat u dit meeneemt naar waar dit opgenomen en opgelost kan worden.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik denk u dat u er energie wilt insteken om mij te overtuigen van het belang van het openen van de grenzen. Het is echt niet nodig, het is verloren energie. Gebruik ze voor betere zaken dan dit.
Ik zou bijvoorbeeld totaal niet toelaten dat de federale overheid zich zou mengen met het onderwijs. Ik zou dat niet toelaten en ik zou daar heel zwaar tegen in het verweer komen. Vanuit dit standpunt kunt u mij niet – hoe zal ik het zeggen – verwijten dat ik de grenzen nog niet heb opengezet. Het is gewoon mijn bevoegdheid niet, ik kan dat niet. Wij pleiten er wel voor op alle niveaus. Ik weet dat Pieter De Crem aan het praten is met Duitsland, Nederland en Frankrijk om zo snel mogelijk de grenzen te openen. Ik hoop daar een rapport van te krijgen.
Ik moet wel mevrouw Bouwers gelijk geven dat we goed moeten opletten. Om grenzen te openen, zijn er twee elementen. De verspreiding van de pandemie moet aan beide kanten van de grens vergelijkbaar zijn, niet identiek. We moeten in dezelfde fase van de curve zitten. En ook de versoepelingsmaatregelen moeten vergelijkbaar zijn. Iedereen verwijst naar zijn woonplaats. Ik woon in Brasschaat. De eerste zaterdag toen de cafés zijn dichtgegaan, waren in Breda, 20 kilometer verder, de cafés nog niet dicht. Ik kan u zeggen dat er velen naar ginder zijn gegaan. Ik wil niet weten – ik wil het eigenlijk wel weten – hoeveel besmettingen er naar hier zijn gekomen. Het is toch iets subtieler. Ik weet dat bijvoorbeeld de Nederlandse regering er wel een aandachtspunt van maakt. Zij wil ook de grenzen openen, maar als de Vlamingen massaal de grens oversteken naar Maastricht en Zeeland om te gaan feesten, dan is dat ook iets wat de Nederlanders niet graag zien gebeuren. Het is dus iets subtieler dan te zeggen: ‘Gooi de grenzen open en we zien wel.’ Er moeten ook veiligheidsmaatregelen worden genomen.
Ik ben het met u eens dat als tweedeverblijvers hier naar hun verblijf kunnen gaan en familiebezoek mogelijk is – dat is in eigen land ook nog niet mogelijk – en als uw tweede verblijf dan net over de grens ligt, dit zuur is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.