
Vragen om uitleg over groeiende radicalisering bij jongeren
De Staatsveiligheid waarschuwde in zijn jaarverslag voor een zorgwekkende ideologische radicalisering van jongeren. Online kanalen lijken bovendien dé plaats om hun radicale mening te uiten. Hoe kijkt minister Bart Somers naar deze evolutie? En moet het beleid inzake preventie en detectie van gewelddadige radicalisering worden bijgestuurd? Enkele commissieleden van de Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering voelden de minister aan de tand.
Radicalisering komt in verschillende vormen
Commissielid Thijs Verbeurgt (Vooruit) lichtte het verslag van de Staatsveiligheid toe. Hij gaf aan dat de dreiging van rechts-extremisme, in samenspel met antioverheidsextremisme, een opmars kent. Zo zouden rechts-extremisten steeds meer de overheid of andere symbolen van de gevestigde orde viseren. En ook pers – die van de rechts-extremisten het label ‘linkse leugenpers’ krijgt, academici en politici zijn volgens Thijs Verbeurgt een doelwit. De kanalen via welke de jongeren radicaliseren zouden vooral digitaal zijn. “Sommige gevallen ontpoppen zich tot ware haatpropagandisten en ‘keyboard warriors’ die aanzetten tot haat en geweld”, zei Thijs Verbeurgt nog.
Hij legde de minister volgende vragen voor: “Hoe kijkt u naar de conclusies van de Staatsveiligheid? Moet het beleid inzake preventie en detectie van gewelddadige radicalisering worden bijgestuurd? Welke bijkomende acties ziet u? En hoe zult u de lokale besturen en andere partners bijkomend ondersteunen inzake preventie en detectie?”
“De Staatsveiligheid moet de veiligheid van ons land garanderen, of toch bewaken. Als zij met een verslag komen met felle waarschuwingen, kunnen we daar niet blind voor zijn”, stelde commissielid Tom Ongena (Open Vld). Het verslag gaf verschillende waarschuwingen mee: de oorlog op het Europese continent, de spionageactiviteiten door minder bevriende mogendheden, de dreiging van een terreuraanslag door een ‘lone actor’, de aanhoudende activiteit van jihadisten in Syrië en elders en – voor het eerst – ook de zorgwekkende ideologische radicalisering van jongeren.
“Denkt u aan maatregelen om deze jongeren te bereiken en te wijzen op de gevaren van radicalisering en de uitdagingen daaraan verbonden? En denkt u aan een sensibiliseringscampagne?”, wou hij van de minister weten.
Focus op preventie
Minister Bart Somers beaamde dat je niet vrolijk wordt van het verslag van de Staatsveiligheid. Niet als mens, en zeker niet als iemand die ijvert om constructief samen te leven. Volgens hem wordt het beeld van gewelddadige radicalisering steeds diffuser. “In het begin van deze eeuw was er het dominant en dreigend islamitisch extremisme. Nu zien we een uitwaaiering van fenomenen”, zei de minister. “Er zijn nieuwe stromingen die soms heel confronterend zijn en niet onmiddellijk gevat worden.”
De minister pleitte niet enkel voor het aanpakken van het extremisme an sich, hij wil ook de mogelijke voedingsbodems preventief opsporen. Een van de speerpunten van zijn actieplan is een goede informatiedoorstroming tussen de verschillende betrokken beleidsniveaus. Daarnaast is er de financiële ondersteuning van lokale besturen in hun beleid rond polarisatie en extremisme en kunnen lokale besturen voor vragen terecht bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Verder benadrukte hij het belang van de LIVC R-werking, waarbij er een sectoroverschrijdend overleg plaatsvindt over personen die signalen van radicalisering vertonen, met de eventuele uitrol van een geïndividualiseerd opvolgingstraject.
En de minister ziet ook een sensibiliserende rol weggelegd voor scholen. Zo biedt het ‘No-Cap’-project handvaten – met name drie online leermodules – aan leerkrachten en onderwijsprofessionals aan voor de preventie van gewelddadige radicalisering. 'No Cap' is trouwens jongerentaal voor ‘ik lieg niet, ik vertel de waarheid’. Daarnaast is er nog de ‘EDUbox’, waarbij jongeren de achterliggende mechanismen van sociale media leren kennen en ontdekken hoe ze zich weerbaarder kunnen opstellen online. Tot slot ijverde de minister nog voor een nauwere betrekking van de jeugdwerking en het onderwijsveld bij de LIVC R-werking en het oprichten van een expertengroep rond gewelddadige radicalisering die de lokale besturen moet ondersteunen.
Het debat in de commissie vond plaats op dinsdag 7 februari.