In de Vlaamse Codex Fiscaliteit – dat de regels m.b.t. belastingen en heffingen voor het Vlaams Gewest bundelt – is de mogelijkheid opgenomen om kunst te schenken bij het betalen van de erfbelasting. Van deze mogelijkheid wordt echter weinig gebruik gemaakt. De Vlaamse Regering diende een ontwerp van decreet in om de regeling aantrekkelijker te maken. De Commissie voor Cultuur behandelde dit ontwerp op donderdag 16 februari.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

Minister van Cultuur Jan Jambon lichtte de opzet van het ontwerp van decreet toe. Het hoofddoel is te vermijden dat belangrijk roerend cultureel erfgoed, zoals topkunstwerken, naar het buitenland zou verdwijnen. Het ontwerp van decreet is gebaseerd op een conceptnota die tijdens de vorige legislatuur werd ingediend. De bestaande regeling die dateert uit 1985, maar waarvoor Vlaanderen bevoegd werd in 2015, heeft volgens de Vlaamse Regering een aantal pijnpunten die ze met dit ontwerp van decreet wil verhelpen.

Het ontwerp van decreet verruimt op de eerste plaats het toepassingsgebied van kunstwerken naar cultuurgoederen. Op die manier kunnen ook andere objecten zoals manuscripten, juwelen, enzovoort, in aanmerking komen. Naast topstukken vallen ook sleutelwerken voor bepaalde collecties onder deze regeling.

Een tweede belangrijke maatregel is dat erfgoederen aan 120 procent van hun marktwaarde worden aanvaard. Dat is de zogenaamde ‘douceur’, ofwel het extraatje. Die meerwaarde is volgens Jambon relatief: “Als de Vlaamse overheid op een buitenlandse veiling een dergelijk cultuurgoed wil verwerven, loopt ze het risico op tegenbiedingen waardoor het cultuurgoed naar het buitenland kan verdwijnen of waardoor de overheid nog meer zal moeten betalen dan de marktwaarde. Met daarbovenop nog eens de veilingskosten die ongeveer 26 procent bedragen.”

De Vlaamse topstukkenraad, die de Vlaamse minister voor Cultuur adviseert over de bescherming van het roerend cultureel erfgoed, krijgt bij de toepassing van dit ontwerp van decreet een belangrijke rol. De raad zal een bindend advies geven over het topstukken- of sleutelwerkgehalte van een cultuurgoed, én over de marktwaarde ervan. Voor de bestemming van het cultuurgoed zal de raad een niet-bindend advies geven.

Bespreking: meerderheid versus oppositie

Cathy Coudyser (N-VA) benadrukte dat dit ontwerp van decreet een bijzonder nuttig en interessant instrument is om topstukken en sleutelwerken in Vlaanderen te houden. “Tegelijkertijd biedt het ook aan kunstverzamelaars oplossingen om zelfs als bij leven na te denken over hoe hun collectie kan voortgezet worden”, zei ze. Daarnaast was ze bijzonder tevreden dat diverse aanbevelingen van de conceptnota werden meegenomen. Tot slot steunde ze de oproep van de strategische adviesraad van het Beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) om een brede campagne op te zetten om de nieuwe regelgeving kenbaar te maken, zowel bij professionelen, als bij het brede publiek.

Voor Katia Segers (Vooruit) is het belangrijk dat waardevolle kunstwerken in Vlaanderen kunnen blijven, maar ze wierp op dat de keuze over wat al dan niet in aanmerking komt, voer voor discussie zal zijn. Een fundamenteel bezwaar had de Vooruit-fractie echter bij de ‘douceur’, de 20 procent meerwaarde die verrekend wordt bij de erfbelasting. “Voor socialisten is een euro een euro als het over belastingen gaat”, zo stelde Katia Segers, ”terwijl hier sprake is van discriminatie.” Bovendien denkt ze dat de Vlaming die deze extra kosten moet ophoesten, in sommige gevallen zelfs niet de kans zal krijgen deze cultuurgoederen te bezoeken. “Het decreet bevat geen enkele garantie dat de belastingbetaler nadien van deze cultuurgoederen kan genieten”, aldus Segers. Daarom stemde ze tegen.

Filip Brusselmans (Vlaams Belang) uitte zijn ongenoegen over de erfbelasting op zich, omdat deze door velen als onrechtvaardig wordt beschouwd. Het feit dat de erfbelastingschalen, in tegenstelling tot andere belastingen, recent niet geïndexeerd werden, versterkt dit gevoel volgens hem. Hij had vooral kritiek op de meerwaarde van 20 procent. Alhoewel de Raad van State dit als redelijk verantwoord beschouwt, maakte hij hierbij de bedenking dat de gemiddelde Vlaming, die deze meerwaarde als belastingbetaler moet ophoesten, zelf meestal geen topstukken of sleutelwerken bezit: “Dit decreet is geschreven op maat van de kapitaalkrachtigen, de happy few, en daarom zal mijn fractie dit decreet niet goedkeuren.”

De CD&V-fractie is, zo verklaarde Karin Brouwers, bijzonder tevreden over dit ontwerp van decreet, omdat hierdoor belangrijke kunst- en sleutelwerken in Vlaanderen kunnen blijven. “Dit fiscale instrument biedt”, aldus Brouwers, “niet alleen opportuniteiten voor de Vlaamse overheid en de betrokken erfgenamen. Het is ook voor het grote publiek een waardevol instrument omdat private collecties toegankelijk worden gemaakt en in Vlaanderen behouden kunnen worden.” Haar fractie steunde het voorstel van de SARC om de nieuwe regelgeving via een campagne breed bekend te maken. Dat gebeurt volgens haar best via betrokken organisaties, zoals de Koning Boudewijnstichting.

Meyrem Almaci (Groen) herinnerde de commissieleden aan haar oproep om de kunstcollectie van de voormalige Dexia-bank in eigen land te houden. Daarmee gaf ze aan dat ze het doel van het voorliggende ontwerp van decreet ondersteunt. Toch keurde haar fractie het ontwerp van decreet niet goed, en dat om twee redenen. Vooreerst stelde Almaci dat dit ontwerp van decreet, met de ‘douceur’ aan gefortuneerden een voordeel van 20 procent geeft voor hun erfbelasting. Dat is volgens haar niet verantwoord tegenover het overgrote deel van de bevolking. Een tweede argument is de aard van de cultuurgoederen. Vandaag worden we geconfronteerd met NFT’s, Non Fungible Tokens, waarbij eigenaarschap gekoppeld wordt aan digitale objecten. “Hoe ontsluit je topstukken die op basis van voorliggende regeling worden aangekocht door de overheid, als ze van deze digitale aard zijn?”, vroeg ze zich af.

Repliek van de minister

In zijn repliek op de opmerkingen over de 20 procent meerwaarde, de zogenaamde ‘douceur’, stelde minister Jambon dat dit gezien moet worden in relatie tot de rol van de topstukkenraad: “De rol van de topstukkenraad is hier cruciaal. Deze raad gaat namelijk met een bindend advies bepalen of het betrokken cultuurgoed voldoet aan de criteria en zodoende de 20 procent meerwaarde verantwoord is of niet.”

De kritiek dat de meerwaarde van 20 procent het gelijkheidsbeginsel zou schenden, weerlegde de minister: “De Raad van State heeft dit in haar advies juist goed onder ogen genomen en stelt dat het verschil in behandeling redelijk werd verantwoord en bijgevolg niet in strijd is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie.”

Hij gaf aan dat de plaats waar het topstuk of sleutelwerk terecht moet komen, mee bepaald zal worden door de topstukkenraad. Zij geven hierover een advies, weliswaar niet-bindend. Indien de overheid daarvan wil afwijken, zal men toch een gegronde motivatie moeten opstellen. Dat biedt, volgens de minister, een vorm van garantie.

Op de vraag van mevrouw Almaci dat de kunstmarkt zeer speculatief is, antwoordde de minister dat ook in andere cultuurdomeinen, zoals bijvoorbeeld antiek, de prijzen sterk kunnen schommelen. Voor wat digitale kunst, zoals NFT’s, betreft, zal de topstukkenraad moeten oordelen. Omdat dat een nieuwe kunstvorm is, zal ook hier de nodige expertise moeten worden opgebouwd.

Stemming

Het ontwerp van decreet werd goedgekeurd in de commissie en zal binnenkort op de agenda van de plenaire vergadering komen. De bedoeling is dat het decreet op 1 juli 2023 in werking treedt.

Herbekijk het volledige debat

Relevante thema's

Cultuur

Lees verder

Scroll naar boven