In 2018 had sociale huisvesting op de totale woonmarkt in Vlaanderen een aandeel van 7 procent. In buurland Nederland ligt dat percentage op 34%, in Frankrijk op 18,7%. Momenteel wachten 170.000 mensen op een sociale woning in Vlaanderen.  “Er is gewoon politieke onwil om het probleem fundamenteel aan te pakken.” Dat zegt Vlaams volksvertegenwoordiger en expert woonbeleid Maxim Veys (Vooruit).

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

Op woensdag 19 januari 2021 debatteerde het Vlaams Parlement over het sociaal woonbeleid in Vlaanderen. De voorstellen van minister Somers en Diependaele hadden de discussie fel aangewakkerd. Zo wil Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) 500 miljoen euro van het budget voor sociaal wonen uitgeven aan goedkope leningen voor privé-projecten. Daaropvolgend kwam Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open Vld) met het voorstel om iedereen die arbeidsgeschikt is maximaal 9 jaar in een sociale woning te laten wonen. “Dit zijn luchtballonnen waarmee de ministers zich willen profileren”, zegt Maxim Veys (Vooruit).

Volgens Veys zijn deze voorstellen niet de oplossing voor de ellenlange wachtlijsten. “Er is een acuut probleem en deze regering doet te weinig om het probleem op te lossen. De minister zit met geldoverschotten en tegelijkertijd slinken de wachtlijsten niet, dat is een minister die zijn werk niet doet. Op dit moment doet de regering onvoldoende om de bouw van sociale woningen te versnellen. Terwijl deze Vlaamse regering alle bouwstenen in handen heeft.”

“Politieke onwil”

In de periode 2016-2018 bouwde Vlaanderen tussen de 1800 en 2000 nieuwe sociale huurwoningen per jaar. Aan dat tempo zijn de 170.000 sociale huurwoningen pas gerealiseerd in het jaar 2107. Maar Maxim Veys kaart aan dat in de jaren zeventig 10.000 sociale woningen per jaar werden gebouwd. “Het kan dus, er is gewoon politieke onwil om het probleem fundamenteel aan te pakken.”

Inkomen en huisvesting blijven doorslaggevend om uit armoede te geraken. Het voorstel van Somers om na negen jaar mensen uit een sociale woning te zetten vindt Veys dan ook onbegrijpelijk. “Ik heb de indruk dat de ministers de sociale woonmarkt als een vorm van gunst zien, en niet als een verankering van het recht op wonen. Vlaams volksvertegenwoordiger Mercedes Van Volcem (Open Vld) kaartte tijdens het debat aan dat ze 22 jaar in een woontoren heeft gewoond. Maar het is wel haar partij die voorstelt om mensen na negen jaar uit een sociale woning te zetten. Zij heeft van de voordelen kunnen genieten, maar nu wil ze de deur sluiten voor de volgende generatie? Onbegrijpelijk”, aldus Veys.

(CDF)

Scroll naar boven