Het Federaal Planbureau bracht onlangs een publicatie uit over het gebruik van artificiële intelligentie (AI) in de bedrijfswereld. Daaruit blijkt dat vooral grote ondernemingen in AI investeren, voor kmo’s zijn de schaalvoordelen niet groot genoeg. Hierover kreeg Minister Jo Brouns (cd&v) heel wat vragen voorgeschoteld in de Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

AI-ondersteuning voor kleine ondernemingen

Commissielid Stijn De Roo (cd&v) stelde dat uit de publicatie van het Federaal Planbureau van 21 maart 2023 over het gebruik van artificiële intelligentie (AI) in België blijkt dat vooral de grotere, meer ervaren ondernemingen meer artificiële intelligentie gebruiken dan in de meeste andere onderzochte landen. Anderzijds blijkt uit de publicatie dat kleinere en startende ondernemingen achterop hinken. Bovendien zouden er weinig aanwijzingen zijn dat de ontwikkeling en het gebruik van AI tot meer productiviteit zou leiden bij die ondernemingen. Daarom vroeg hij minister Jo Brouns of die vaststellingen nieuwe inzichten opleveren voor Vlaanderen.

Een nulmeting die de Vlaamse Regering in 2021 liet uitvoeren (AI-Barometer 2021) rond het gebruik van AI bij de Vlaamse bedrijven, stelde gelijkaardige conclusies vast. Dit was voor commissielid De Roo aanleiding om de minister te vragen hoe hij ervoor zal zorgen dat ook de kmo's en kleinere bedrijven de kansen van AI ten volle kunnen benutten: “Vormt deze bekommernis een onderdeel van de lopende evaluatie van het Beleidsplan Artificiële Intelligentie? Kunt u een stand van zaken geven van de door het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) aangeboden expertise via de ‘AI-verkenner voor de Vlaamse onderneming’ via de Thomas More onderzoekseenheid Creative & Innovative Business? En tot slot: welke andere lopende trajecten kunnen onze ondernemingen nog beter in contact brengen met artificiële intelligentie?”

Ook voor parlementslid Andries Gryffroy (N-VA) was het meest opvallende in de publicatie van het Planbureau de conclusie dat vooral grote ondernemingen investeren in artificiële intelligentie en dat amper 5 procent van de kleine ondernemingen dit ook doet. Dit zou vooral te maken hebben met de schaalvoordelen, die voor kleine en startende ondernemingen lager liggen.

Andries Gryffroy vroeg de minister daarom hoe kleine en middelgrote ondernemingen beter ondersteund kunnen worden om gebruik te maken van AI-toepassingen: “Kan de overheid samen met de industrie een faciliterende rol spelen om deze ondernemingen beter te begeleiden en te overtuigen?”  Bovendien gaf hij aan dat hij het belangrijk vindt dat het Vlaamse Beleidsplan Artificiële Intelligentie ook aandacht zou moeten schenken aan de relatie tussen AI en productiviteit. 

Ook het gebrek aan kennisspecialisten, competenties en kwalitatieve data zijn volgens hem bijkomende remmende factoren voor de ondernemingen. Naast opleiding en scholing zijn er ook andere mogelijke pistes, zoals het delen of uitlenen van personeel door kleine ondernemingen. Hierover stelde Andries Gryffroy de volgende vragen: ”Zijn er hieromtrent innovatieve projecten die daarmee aan de slag gaan? Hoe kunnen regelgevende drempels worden afgebouwd om dit te bevorderen? Welke andere alternatieven ziet u?”

Ten slotte herinnerde hij de minister aan diens antwoord op een vraag van hem over de federale plannen rond AI. De minister reageerde toen dat hij ontgoocheld was in de beperkte betrokkenheid van de Vlaamse overheid bij die plannen. In navolging daarvan wierp Gyffroy volgende vragen op: Hebt u hierover contact gehad met uw federale collega Michel? Wat is de uitkomst van dit overleg? Hoe zal Vlaanderen beter worden betrokken en hoe zal er complementair kunnen worden gewerkt? Hoe kan het federale beleid beter worden gealigneerd op de Vlaamse initiatieven?”

"Veel werk op de plank"

Minister Jo Brouns (cd&v) wees er in zijn antwoord in de eerste plaats op dat de publicatie van het Planbureau het Vlaamse niveau niet expliciet vermeldt, maar over België als geheel gaat: “We moeten dus voorzichtig zijn om daaruit conclusies te trekken over Vlaanderen op zich.”

Toch blijken de bevindingen van het Planbureau voor een groot deel de resultaten van de Vlaamse AI-barometer van 2021 volgens hem te bevestigen: ”Het gebruik van AI in absolute cijfers blijft beperkt, hoewel België, en dus Vlaanderen, koploper is in Europa. Grote bedrijven gebruiken meer artificiële intelligentie dan kleine bedrijven, en het gebrek aan expertise is de grootste drempel voor bedrijven om met AI aan de slag te gaan.” De minister beaamde voorts dat de analyse van het Planbureau geen concrete link kan vaststellen tussen de toename van productiviteit en het inzetten van AI door bedrijven. Maar uit de AI-Barometer bleek alvast dat Vlaamse ondernemingen van mening zijn dat het gebruik van artificiële intelligentie hun competitiviteit wel degelijk verbetert, lichtte hij toe.

Voorts gaf de minister aan dat het de bedoeling is om binnenkort ook de resultaten van de tweede AI-barometer te lanceren: “Deze zal dieper ingaan op het gebruik van artificiële intelligentie bij Vlaamse bedrijven, waaruit we ook beter conclusies kunnen trekken betreffende het effect van het Vlaamse AI-beleid.”

Als antwoord op de vraag van Andries Gyffroy over de afstemming met het federale niveau, antwoordde de minister dat hij in december een brief gericht heeft aan de staatssecretaris. Deze brief had wel degelijk resultaat: “In opvolging van die brief is er in januari overleg geweest tussen mijn kabinet en het kabinet van staatssecretaris Michel, waarbij de belofte gemaakt werd in de toekomst de regio’s te betrekken bij de opvolging van het plan. Een medewerker van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) wordt afgevaardigd in het federale AI-stuurcomité. Dit comité zou na de paasvakantie een eerste maal samenkomen.”

De minister is van mening dat er nog heel wat werk op de plank ligt om het gebruik van AI door de Vlaamse ondernemingen verder te verhogen. Daarom zal hij samen met de structurele partners uit het VLAIO-netwerk verder inzetten op een mix van activiteiten om Vlaamse ondernemingen aan te moedigen om gebruik te maken van AI in hun bedrijfsvoering. “Ook de hogescholen krijgen een belangrijke rol om de ondernemingen richting AI toe te leiden,” vervolgde de minister, “Buiten deze projecten bieden de hogescholen net zoals Agoria, SIRRIS, het Interuniversitair Micro-elektronicacentrum (IMEC) of andere ook nog bijkomende individuele diensten aan om bedrijven te ondersteunen in hun AI-traject.”

Voor wat de relatie met de productiviteit betreft, is de minister van oordeel dat enkel wanneer de individuele ondernemer voor zijn eigen businesscase de meerwaarde van AI ziet, hij ook de keuze zal maken om deze technologie te implementeren: “In de AI-agenda wordt daarom door alle actoren in de inspiratiesessies en ook in de opleidingen steeds sterker vertrokken vanuit de toepassing en niet van de technologie op zich. De nadruk ligt dus niet op de technologie an sich, maar wel op wat die technologie voor een onderneming kan betekenen.”

Wat de vragen over de arbeidsmarkt betreft, verwees de minister nog naar de enorme stijgende trend naar freelancers in de IT-sector. In 2015 bedroeg het aantal freelancers in Vlaanderen 20.443, in 2021 lag dit aantal al op liefst 33.861: “Dat is een enorme toename, en data-talent wordt dus steeds meer op een zelfstandige basis ingezet.”

Omdat er herhaaldelijk vragen gesteld worden over het AI-beleid, suggereerde de minister ten slotte om in de commissie een hoorzitting te organiseren met enkele sleutelspelers uit de beleidsagenda AI, zoals VLAIO, en de verschillende partners.

Herbekijk dit stuk van de vergadering

Relevante thema's

Wetenschap en Innovatie

Economie

Lees verder

Scroll naar boven