Recent stelde Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters, haar nieuwe kustvisie voor. Die bevat drie mogelijke pistes om de kustlijn te beschermen tegen de stijging van de zeespiegel en stormen. Wat is de beste beschermingsmaatregel? En wat is het plan op lange termijn? De minister kreeg er twee vragen om uitleg over in de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken.

Blijf op de hoogte van nieuws van het Vlaams Parlement

“Dat we ons bewust zijn dat Vlaanderen moet beschermd worden tegen de hogere zeespiegel is al lang bekend”, stak commissielid Martine Fournier (cd&v) van wal. Ze verwees daarbij naar het project ‘Vlaamse Baaien’, dat in 2009 werd gelanceerd. Dat mondde uit in tien maatregelen, waarvan de eilanden of de verhoging van de zandbanken voor onze kust het bekendste was. Het project ‘Vlaamse Baaien’ werd voorgelegd aan de Vlaamse Regering, maar werd – omwille van de vele openstaande onderzoeksvragen – niet goedgekeurd.

Martine Fournier besprak de drie voorstellen die nu op tafel liggen. Eén daarvan is om de hoog- en laagwaterlijn, ofwel de lijn waar de zee bij hoog- en laagtij aanspoelt, te behouden en alle stranden, dijken en duinen te verhogen. Een tweede mogelijkheid is om de hoog- en laagwaterlijn op te schuiven door middel van zandopspuitingen. En de derde piste is een combinatie van de twee voorgaande, waarbij de hoog- en laagwaterlijn pas zeewaarts wordt verschoven bij hogere zeespiegelniveaus. Ze had hier voor de minister onder andere volgende vragen over: “Is het de bedoeling dat er voor de volledige kustlijn eenzelfde maatregel wordt uitgewerkt? Welke piste verkiest de expertengroep? En welke groepen moeten hierbij nog betrokken worden?”

Commissielid Jeremie Vaneeckhout (Groen) greep terug naar de aankondiging van de minister op 10 januari 2023 dat het idee van de kunstmatige eilanden voor onze kust definitief van de baan is. De studies naar de drie nieuwe pistes zullen in maart 2023 afgerond worden. “De drie scenario’s focussen, op het eerste zicht, vooral op zandopspuitingen. Dat is iets wat de Vlaamse overheid de voorbije jaren al op regelmatige basis doet. Na elke zware storm zien we echter dat er een massa van dat opgespoten zand verdwijnt, hetzij zeewaarts afstroomt, hetzij landinwaarts wegwaait”, zei Jeremie Vaneeckhout. Hij vindt dat een dure, en geen duurzame, oplossing. Volgens hem is het belangrijk om zand te verankeren, bijvoorbeeld via het duin-voor-dijkprincipe.

“In hoeverre zullen de studies, die in maart 2023 zullen afgerond zijn, aanleiding geven tot een langetermijnplan en de uitvoering ervan? Wat waren de belangrijkste redenen om af te stappen van het idee van eilanden voor de kust? En hoe kijkt u, vanuit de optiek van kustbeveiliging, naar het beschermen van de bestaande duinen en duinengordels?”, wou Jeremie Vaneeckhout onder meer van de minister weten.

Minister geeft stand van zaken kustvisie

Vlaams minister Lydia Peeters besprak eerst het ‘Masterplan Kustveiligheid’, dat op dit ogenblik wordt uitgevoerd en waarvan het motto luidt: ‘Zacht waar het kan, hard waar het moet’. Daar passen bijvoorbeeld de bestaande zandopspuitingen en keermuren in. Dat masterplan mikt op een zeespiegelstijging van 30 centimeter. “Dat is eigenlijk een bescherming tot 2050. Voor ons nageslacht moeten we natuurlijk verder durven kijken”, zei de minister hierover.

De minister zat al met verschillende partners rond de tafel om haar kustvisie vorm te geven. Denk maar aan de federale, Vlaamse, provinciale en gemeentelijke overheden, maar ook aan havenbedrijven en relevante middenveldorganisaties. “Op dit ogenblik zitten we in de laatste rechte lijn. Het is onze bedoeling om tegen maart 2023 onze onderzoeksresultaten af te ronden”, aldus de minister. Daarbij wil ze de huidige functies van onze kust, zoals toerisme, economie, ecologie en recreatie, blijven versterken.

In het kader van het lopende onderzoek werd de kust opgesplitst in vier strandzones en vier havenzones. Per zone zouden er een of meerdere kustbeschermingsmaatregelen worden gekozen. Daarbij moeten de maatregelen in overeenstemming zijn met de aangrenzende zone(s). Tegen eind 2024 hoopt de minister zowel op Vlaams als federaal niveau de toekomstige kustbeschermingsmaatregelen te hebben verankerd en kan de realisatie beginnen.

Op de vraag van commissielid Jeremie Vaneeckhout over het afstappen van het idee van eilanden voor onze kust zei de minister het volgende: “Men deed in het kader van het masterplan onderzoek naar een reeks van losse of aaneensluitende eilanden. Die kunnen misschien een aantal voordelen hebben, maar die hebben ook heel wat nadelen. Zo heeft men onder andere immens veel zand nodig.” Daarnaast zouden de eilanden ook impact hebben op de fysische en ecologische processen in onze kustwateren, door het reduceren of zelfs wegvallen van het getij. Zo zou het water zoeter worden, het openzeekarakter zou verloren gaan en zou het problemen geven voor onze aanvoerroutes.

De minister is zich bewust van de discussies over de zandopspuitingen. “Dat systeem laat op dit ogenblik toe om te werken met natuurlijke processen. Na hevige stormen en dergelijke kijken we altijd wat er op natuurlijke wijze weer aanvloeit aan zand”, zei ze hierover. Verder gaf ze aan dat de bestaande duinen en duinengordels een fundamenteel onderdeel zijn van de kustbescherming. Ze wil de natuurgebaseerde oplossingen dan ook alle kansen geven, door aan duinherstel en -aanleg te doen.

Herbekijk het volledige debat

Relevante thema's

Openbare werken

Lees verder

Scroll naar boven