Op die vergadering werd  een consensus bereikt over zowel de inhoudelijke aflijning als over de werking van de klimaatcommissie.

Finaliteit:    De werkzaamheden van de klimaatcommissie moeten uitmonden in een breed gedragen resolutie met concreet meetbare aanbevelingen.

Opdracht:

1. De commissie moet buiten de platgetreden paden treden en een brede visie hanteren.
2. De commissie behandelt vijf beleidsdomeinen: landbouw, energie, mobiliteit, wonen/huisvesting en industrie/innovatie.
3. De commissie richt haar focus op de lange termijn, tot 2050. Vanuit die langetermijnvisie worden objectieven geformuleerd op halflange termijn.
4. De klimaatdoelstellingen van Vlaanderen moeten kaderen in Europees perspectief.
5. De commissie moet haar werking voltooien voor het zomerreces. Daarna is opvolging in de verschillende reguliere commissies mogelijk.

Werkwijze:

1. In een eerste fase wil de klimaatcommissie een helikoptervisie verwerven op het werkveld, met aandacht voor

1. De toepassing van de besluiten uit de klimaattop van Parijs.
2. De monitoring van de huidige klimaat- en energietoestand.
3. De EU-governance vanuit de EU-energieunie.

1. In een tweede fase nodigt de klimaatcommissie academici en sectorspecialisten uit op hoorzittingen met als specifieke invalshoek Vlaanderen. Van hen verwacht de commissie een heel realistische visie op de vijf beleidsdomeinen.
2. In een derde fase formuleert de klimaatcommissie een vraag tot advies aan alle adviesraden die in Vlaanderen relevant zijn op het vlak van klimaat en energie. Dat advies wordt binnen de maand ingewacht.
3. Het Parlementair Informatiecentrum wordt belast met de opdracht om een benchmark op te stellen over de wijze waarop de samenwerking tussen federale staten en regio’s verloopt op het vlak van klimaat en energie.

Verslaggeving: Als verslaggevers zijn de heren Wilfried Vandaele en Bruno Tobback aangeduid.

Jan Peumans

Voorzitter