Report plenary meeting
Actuele vraag over het Overlegcomité met betrekking tot het Stabiliteitsprogramma
Actuele vraag over de resultaten van het Overlegcomité met betrekking tot het Stabiliteitsprogramma
Report
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, elk jaar moet de nv België, waaronder dus ook Vlaanderen, aan Europa rapporteren hoe zij haar begrotingsdoelstelling zal waarmaken. Dat is belangrijk voor al onze partners in de eurozone. Dat doen we in het Overlegcomité als gelijken. De optelsom van alle inspanningen die de entiteiten leveren, moet ervoor zorgen dat wij op een geloofwaardige manier onze Europese begrotingsdoelstellingen waarmaken.
Minister-president, wat is er deze ochtend precies beslist in het Overlegcomité? Wat is de impact daarvan voor Vlaanderen?
Zo zou het altijd moeten gaan.
De heer Somers heeft het woord.
Voorzitter, ik zal proberen het even goed te doen en in dezelfde geest. (Gelach)
Minister-president, Vlaanderen heeft bij de begrotingscontrole bewezen dat het een betrouwbare en voorzichtige partner is in de nv België om te komen tot een goede huishouding op gebied van ons budget. We doen beter dan de Hoge Raad van Financiën vraagt. We geven minder geld uit en we hebben ons geëngageerd om sneller tot een evenwicht te komen.
Deze voormiddag was er een overleg tussen alle beleidsniveaus, alle regeringen om tot een gemeenschappelijke afspraak te komen die we moeten maken ten aanzien van Europa. Dat is heel belangrijk voor de mensen, omdat het onze betrouwbaarheid garandeert tegenover internationale bedrijven, de internationale financiële wereld en ervoor zorgt dat duurzaam economisch herstel hier mogelijk wordt.
Minister-president, wat is er deze voormiddag beslist? Is er inderdaad een akkoord, een raamwerk tot stand gekomen dat toelaat een betrouwbare partner te zijn op Europees vlak?
Mijnheer Diependaele, ik veronderstel dat u daar gewoon bij aansluit? (Gelach)
De heer Diependaele heeft het woord.
Alleen al omdat u dat vraagt, zal ik dat niet doen. (Gelach)
Maar ik sluit mij wel aan bij de inhoud van de vraagstelling van de collega’s.
Minister-president, we hebben het de laatste weken al verschillende keren gehad over de voorwaarden die je nodig hebt om een goed bestuur te hebben. Je hebt daarvoor correcte informatie nodig. Je moet de juiste cijfers krijgen en je moet ze op tijd krijgen. Daarop hebt u zelf ook al gewezen. Waarom hebben we die nodig? Om een goed bestuur te voeren, om ervoor te zorgen dat we weten waar we aan toe zijn en met welke kaarten we spelen.
Dat is de zaak die nu aan bod komt. Deze ochtend is het op het Overlegcomité gegaan over de afspraken die er geweest zijn. Wij delen één grote ambitie met de federale overheid, en dat is dat we willen gaan voor een gezond financieel beleid. Zowel de federale als de Vlaamse overheid wil dat doen. Daarvoor hebben we die afspraken nodig.
Minister-president, de collega’s hebben gevraagd naar wat er daar precies uit voortgekomen is. Maar de vraag die ik u wil stellen, is: wat was de houding van de andere deelstaten in België? Want daarin ligt natuurlijk de sleutel. We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid. We treden naar Europa op als gemeenschap, als één. Dat is nog altijd het geval. We kunnen daar voor of tegen zijn, maar het is nog altijd de realiteit. Wij willen weten wat de houding van de andere deelstaten is in dat overleg. Doen zij het even goed als Vlaanderen? (Applaus bij de N-VA)
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Bepaalde collega’s hebben het gehad over de nv België. Die nv België bestaat in dezen natuurlijk niet uit meer dan 11 miljoen individuele aandeelhouders, maar uit diverse aandeelhoudersgroepen die bijeenkomen en die dat, als het over het Stabiliteitspact en andere budgettaire afspraken gaat, met nogal uiteenlopende uitgangspunten doen.
De laatste jaren zijn er geen akkoorden meer gesloten met betrekking tot het Stabiliteitspact. Vandaag is het uitgangspunt van de federale overheid om, voor wat de deelstaten betreft, in 2015, 2016 en 2017 naar een groter tekort te gaan dan wat de Hoge Raad van Financiën toelaat, maar in 2018 een overschot te boeken van 0,1 procent van het bruto nationaal product.
Wij hebben onze positie daartegenover gebracht, die wij ingenomen hebben bij de begrotingscontrole. Wij gaan daarbij niet voor een groter tekort dan toegelaten door de Hoge Raad, maar integendeel voor een kleiner tekort van 550 miljoen euro. Tegelijk hebben we gezegd dat we in 2018 en 2019 geen overschotten zullen boeken. In 2018 en 2019 zullen we, als we bijkomende vrije ruimte creëren dankzij ons goede budgettaire beleid, die aanwenden om te investeren in mensen en economie.
Aan de kant van de andere deelstaten waren er vooral discussies over de cijfers. Ik kom daar straks op terug.
Wat is nu het resultaat van de toch wel heel lange gesprekken die zijn gevoerd? Het Overlegcomité heeft vanmorgen akte genomen van het document dat de Federale Regering zal indienen. Dat document bevat een evenwicht voor alle entiteiten in 2018. Dat is conform de Europese vragen en de doelstellingen die zijn opgelegd aan de nv België. Het document bevat ook het traject van elk van de entiteiten op weg naar 2018.
Ten tweede is er met betrekking tot de berekening van het bedrag van de opcentiemen afgesproken dat er op heel korte termijn een nieuwe, gevalideerde oefening gebeurt, waarbij de FOD Financiën de oefening opnieuw moet doen en de berekening op een veel groter staal moet doen dan tot nu toe gebeurd is. Men kan softwarematig blijkbaar niet alle gegevens van alle belastingplichtigen van de nv België inbrengen en daaruit concluderen hoeveel de belasting Staat zal zijn en hoeveel de opcentiemenopbrengst is voor de gewesten en gemeenschappen. Er zal dus, gevalideerd door het Nationaal Instituut voor de Statistieken, een veel grotere steekproef gebruikt worden om die berekening opnieuw te doen. Dat gebeurt allemaal op heel korte termijn, namelijk begin volgende maand al, met de verwachting en de hoop dat daar ook een gevalideerd cijfer uit zal komen.
U weet dat wij daar niet op gewacht hebben. Wij hebben de 400 miljoen euro die nu uit de berekening van de 750 miljoen euro kwam, mee opgenomen in onze begrotingscontrole. Wordt dat een beter cijfer voor ons, des te beter. Dan is de budgettaire situatie van Vlaanderen ook beter.
We hebben wel heel sterk beklemtoond dat wij in de toekomst die ‘gevalideerde’ cijfers – je kunt dat niet tot op 1 miljoen euro exact gaan berekenen – bij de begrotingsopmaak willen krijgen. Concreet willen we dus bij de begrotingsopmaak van 2016 beschikken over de berekende cijfers voor de opcentiemen.
We hebben ook een duurzame oplossing gevraagd voor het ESR-probleem. Dat is nu voorlopig geregeld. Er is een afspraak dat wij onze ontvangsten ESR-matig mogen boeken met de maandelijkse voorschotten die de federale overheid betaalt. Dat is echter tegen het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) in, dat gezegd heeft dat we alleen ESR-ontvangsten mogen boeken aan de hand van de inkohieringen. Maar dat is maar ongeveer 60 procent voor de belastingen van het jaar 2015. Dat moet dus een structurele oplossing krijgen. Ook daar wordt aan gewerkt.
Tot slot is op ons aandringen ook gezegd dat er nu snel werk moet worden gemaakt van de afspraak op het Overlegcomité van juli 2013, waarbij wordt nagegaan wie verantwoordelijk is voor de kostendrijvers bij de lokale besturen. Is het Entiteit I? Is het Entiteit II? Er is toen een opdracht gegeven aan de Nationale Bank om dat te onderzoeken.
De Nationale Bank heeft blijkbaar gezegd dat ze dat niet kan. Die opdracht is doorgegeven. Hoe dan ook willen we dat op korte termijn uitgeklaard zien omdat het te simpel is om te zeggen dat de gewesten en gemeenschappen uitsluitend de verantwoordelijkheid dragen voor de budgettaire situatie van de lokale besturen. De kostendrijvers op het federale niveau zijn heel belangrijk; denk aan politie, brandweer, OCMW’s enzovoort.
Minister-president, ik stel vast dat de optelsom van de verschillende entiteiten binnen de Europese doelstellingen het belangrijkste is. In Vlaanderen is er geen dictaat van welke andere deelstaat ook ten aanzien van ons traject. We kunnen een evenwichtig begrotingstraject lopen. Evenwicht in 2017, dus geen laxisme, en ook geen besparingsdrift. Dat is een inspanning geleverd in de tijd zonder overschotten, wat goed nieuws is. Er zijn geen besparingen op Onderwijs of Welzijn. U weet dat we dat belangrijk vinden. De investeringen worden gevrijwaard op het moment dat de economie eindelijk de eerste tekenen van herstel vertoont. Dat is essentieel. Het Vlaamse begrotingstraject is daarmee op een geloofwaardige manier gevalideerd. Dat is de belangrijkste conclusie van het overleg dat u deze morgen hebt gehad.
Voorzitter, ik hoop dat ik hier kort en krachtig ben geweest en ik twijfel er niet aan dat mijn collega’s mij vlekkeloos zullen volgen, net zoals daarjuist. (Applaus bij de meerderheid)
Ik ben het volledig oneens met de vorige spreker. Neen, alle gekheid op een stokje, de Vlaamse Regering heeft er heel goed aan gedaan om voor een pad van overleg met de federale overheid te kiezen en te zoeken naar oplossingen, veeleer dan de confrontatie aan te gaan. Gisteren hebben we in de commissie Algemeen Beleid en Financiën een oppositiepartij horen pleiten voor een soort van simplistisch vechtfederalisme. Men zei dat de federale overheid ons dictaten aan het opleggen was over het begrotingstraject.
Vandaag stel ik vast dat de Vlaamse Regering haar verstandig begrotingstraject, waarbij we meer doen op korte termijn om zo snel mogelijk ruimte te creëren voor nieuwe investeringen en economisch herstel, volledig kan volgen. De federale overheid aanvaardt dat. In de mate dat alle regeringen, ook de andere regionale regeringen, voor eigen deur vegen en als iedereen zich aan zijn of haar traject houdt, kunnen we erin slagen de Europese doelstellingen te realiseren. Dan nemen we onze verantwoordelijkheid op, niet alleen ten aanzien van de mensen die vandaag aan de slag moeten, maar ook ten aanzien van de volgende generaties. Ik ben heel blij met wat er deze middag is gebeurd. (Applaus bij Open Vld)
Minister-president, ik zal eerlijk zijn, ik heb het moeilijk omdat ik als partijgenoot even bejubelende woorden moet gebruiken als de twee vorige sprekers, en ik weet niet of mijn woordenschat daarvoor voldoende is.
Het is duidelijk dat we op dezelfde lijn zitten. Het is een goede zaak dat we vanuit Vlaanderen, vanuit dit parlement, deze regering en deze meerderheid dezelfde keuzes hebben gemaakt die we nodig achten voor Vlaanderen. We hebben een ambitieus traject opgezet. We hebben dat ook gedaan in de vorige legislatuur, en daar gaan we nu mee verder. Met de moeilijkheden die we zijn tegengekomen, behouden we de ambitie om een gezond financieel beheer te hebben. Dat doen we niet zomaar. Er zit wel degelijk iets achter. Een gezond financieel beheer is een voorwaarde voor een goed bestuur, om jobs te creëren, om meer economische groei te creëren, om verder te kunnen investeren in ons onderwijs.
Minister-president, ik ben blij dat u nog eens hebt bevestigd dat we naar 2017 en verder geen overschotten nastreven, maar dat we blijven gaan voor een investeringsregering, want dat is het uiteindelijke doel van de maatregelen en structurele hervormingen die we nu nemen. We zitten in de meerderheid absoluut op een lijn. (Applaus bij de N-VA)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik ben ontroerd. (Gelach)
De drie meerderheidspartijen staan netjes op een rij, schouder aan schouder, met een doorslagje van een interpellatie in de commissie van gisteren.
Minister-president, eigenlijk hebt u vandaag de facto hetzelfde antwoord gegeven als minister Turtelboom gisteren heeft gegeven. (Opmerkingen)
De drie vraagstellers hebben de actuele vragen eigenlijk omgevormd tot een reclamefilmpje. De lovende woorden rollen over de banken en de boodschap is dat we allemaal samen goed bezig zijn.
Tijdens de begrotingscontrole zullen we de discussie over de begroting nog ten gronde voeren. Ik vind het echter bizar hoe de grote, virulente voorstanders van het begrotingsevenwicht, die mij en anderen om die reden nog hebben verketterd, er op nauwelijks een aantal maanden tijd van overtuigd zijn dat dit nu de weg is. Ik dank de vraagstellers hiervoor. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, wie de communicatie over het Stabiliteitsprogramma de afgelopen dagen heeft gevolgd, heeft moeten vaststellen dat het in de politiek wel heel snel kan verkeren. Enerzijds hebben we de socialisten, die nu in de oppositie zitten en die voor het eerst in hun bestaan een Vlaamse reflex hebben gekregen. Anderzijds is er de partij die zich Vlaams-nationaal noemt en die blijkbaar vooral om het Belgisch evenwicht bekommerd is.
Minister-president, dat is wat u en uw regering doen. U loopt aan het handje van de Federale Regering. Van u mag de Federale Regering de wetten bepalen. U aanvaardt zonder verpinken een factuur van 400 miljoen euro. Vervolgens presenteert u de rekening hiervoor aan de Vlamingen. Het kan snel verkeren, en in uw geval is het geen verandering ten goede.
Mijn vraag is kort en bondig. Wanneer zult u eindelijk eens op uw Vlaamse strepen staan? Wanneer zult u met uw Vlaamse Regering de belangen van de Vlamingen verdedigen? (Applaus van de heer Stefaan Sintobin)
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, ik ben niet enkel ontroerd, maar ook zeer vereerd. Gisteren heb ik de minister van Begroting mogen interpelleren. De fractievoorzitters van de drie meerderheidspartijen voelen zich geroepen hier de dag nadien gezamenlijk een antwoord op te geven.
Mijnheer Somers, het blijft een pijnlijke vaststelling. U hebt de gisteren gehouden discussie op een nogal simplistische wijze weergegeven. Vlaanderen en de Vlaamse Regering mogen echter niet naïef zijn.
Minister-president, de Vlaamse Regering moet zich niet continu ondergeschikt maken aan de wensen van de Federale Regering. Dit is al gebeurd met betrekking tot de verhoging van de waterfactuur, de verhoging van de ticketprijs voor gemeentelijke zwembaden en de gemeentelijke opcentiemen. Het lijstje is als het ware eindeloos. U doet hier niets aan. U slikt het gewoon. U kent alles van belangenconflicten, maar u doet er niets mee. U stemt ze zelfs weg. Het resultaat is dat u slikt wat de Federale Regering u voorschotelt. Ik verwijs naar de cijfers van de minister van Financiën. De Vlaming betaalt het gelag.
Mijnheer Van Rompuy, dit is niet zonder gevolgen. Er komen minder investeringen, desinvesteringen en hogere facturen. Dit is ook met betrekking tot deze begrotingscontrole het geval. Mijn concrete vraag sluit dan ook aan bij wat u zelf hebt vermeld.
Minister-president, u hebt daarnet aangehaald dat de Vlaamse personenbelasting 400 miljoen euro minder zal opbrengen. Hebt u deze ochtend aanvaard wat de federale minister van Financiën u heeft opgedrongen? Komt er een lagere basis voor de regionale personenbelasting in vergelijking met de hogere basis voor de federale personenbelasting? Er is een verschil van 7 procent. U aanvaardt dat klakkeloos.
De bijkomende vragen bieden me de gelegenheid de puntjes nog eens op de i te zetten. Er zijn hier immers heel wat beschuldigingen geuit en conclusies getrokken die absoluut niet met de werkelijkheid stroken.
Ik stel vast dat de meerderheidspartijen zich op een lijn bevinden. Ik laat in het midden wie de stellende, de vergrotende of de overtreffende trap vormt. Verder zitten hier nog een ontroerde en een vereerde trap.
We kunnen een aantal conclusies trekken. Dit is in overleg tot stand gekomen. Het Overlegcomité is een instelling die eenmaal per maand vergadert. Daar moet een akkoord over het Stabiliteitsprogramma worden afgesloten. Zoals ik al heb verklaard, is akte genomen van het federale document.
Mijnheer Somers, sommige anderen verwijten ons slaafsheid. Ik wil u nog eens duidelijk meedelen dat we het federale voorstel niet hebben gevolgd. De Federale Regering wil een groter tekort toestaan dan de Hoge Raad van Financiën wil toestaan. Het gaat zelfs om meer dan 900 miljoen euro. Daarnaast vraagt de Federale Regering wel een inspanning van de gewesten en de gemeenschappen. Het gaat niet om de volledige entiteit II. We zouden in 2018 een overschot ten bedrage van 0,1 procent van het bnp moeten hebben.
Daar zijn we dus niet op ingegaan. Mijnheer Somers, er is inderdaad overleg geweest, maar we zijn rustig bij ons standpunt gebleven. We hebben ons begrotingstraject getrokken. Er was de begrotingscontrole. Mijnheer Rzoska, het is niet zo dat we u daarin volgen. Het is niet omdat u hier bepaalde standpunten hebt verdedigd, dat we tot voortschrijdend inzicht zouden zijn gekomen. We hebben van meet af aan de budgettaire orthodoxie naar voren geschoven, maar we houden rekening met de realiteit en deze regering is een regering die wil investeren. We hebben altijd gezegd dat we niet zo ver zouden gaan met onze besparingen dat dit ons niet meer zou toelaten om te investeren in de mensen en de economie. Het groeipad dat we hadden uitgetekend, houden we ook aan. Dit jaar is er bijvoorbeeld een groeipad voor Welzijn ten bedrage van 65 miljoen euro. Dit jaar is er ook een eerste groeipad voor onderzoek en ontwikkeling, ten bedrage van 20 miljoen euro. Deze regering is budgettair orthodox om ruimte te maken om te investeren. We hebben goede keuzes gemaakt ter zake. We besparen ons niet kapot. We zorgen er niet voor dat er geen publieke investeringen meer kunnen gebeuren. We willen ook een antwoord geven op de maatschappelijke noden. Anderzijds gaan we echter ook onze kinderen en kleinkinderen niet opzadelen met oplopende schulden.
Ik wil erop wijzen dat de begrotingsoefening die we hebben gemaakt bij de begrotingsaanpassing erop neerkomt dat we een kastekort van 100 miljoen euro hebben. We eindigen op min 550 miljoen euro. Dat bedrag van 450 miljoen euro spoort met de inkanteling, met de consolidatie van een aantal investeringen door publiek-private samenwerkingsverbanden die zijn geherkwalificeerd door de Europese Commissie.
Vanmorgen hebben we dus rustig ons standpunt verdedigd. We hebben er ook op gewezen dat Vlaanderen al altijd de goede leerling is geweest. Geachte leden, dat is niet omdat Europa ons dat oplegt. We staan niet onder dwang van een of andere instantie. We voeren gewoon een orthodox beleid. Dat is ook zo geweest bij de vorige regeringen. Dat is eigenlijk het beleid geweest van elke Vlaamse minister van Begroting van elke Vlaamse Regering van bij het begin. We zorgen ervoor dat de schulden niet uit de hand lopen. Als het even kon, bouwden we die schulden opnieuw af. Dat is ook gebeurd. Nu bevinden we ons echter in andere, moeilijkere tijden. We hebben daar dus geen Europese Unie voor nodig. We hebben daar ook geen Belgische schoonmoeder of schoonvader voor nodig. We hebben ons traject uitgetekend en zijn daar vanmorgen ook in alle rust bij gebleven. Het traject dat we klaar hebben, is ook het traject dat mee zal worden opgenomen in de rapportage aan de Europese Unie.
Mijnheer Janssens, wij staan dus op onze Vlaamse strepen. We komen op voor de Vlaamse mensen. We komen op voor een gezond budgettair beleid. Mijnheer Bertels, we werken ook in een kader dat u zelf mee hebt goedgekeurd. U moet nu niet doen alsof wij 400 miljoen euro slikken. Er is bij het tot stand komen van het Vlinderakkoord een prognose gemaakt over de belasting Staat. Dat ging over meer dan 45 miljard euro. Nu wordt gezegd dat dit, in de huidige tijden, maar iets meer dan 42 miljard euro zal zijn. Over die cijfers is er nog onduidelijkheid. Ik dacht dat ik daarstraks ook had beklemtoond dat die nog moeten worden gevalideerd. Echter, hoe dan ook, als je werkt met dat systeem van opcentiemen die toekomen aan de deelstaten, met een autonomiefactor van 25,99 procent, dan is het evident dat, als je belasting Staat afneemt ten gevolge van economische omstandigheden, je 25,99 procent ook mee evolueert. In deze omstandigheden is dat een evolutie naar beneden.
Is dat die 750 miljoen euro? Daar is nog discussie over, over die 750 miljoen euro voor de totaliteit van de deelstaten. De FOD Financiën heeft met een steekproef gewerkt. Die steekproef blijkt niet voldoende breed te zijn. De afspraak is nu dat er een bredere steekproef wordt gemaakt. Men kan niet het geheel van de aanslagen daarin stoppen en daar dan laten uitrollen wat het effect is. Men zal echter, gevalideerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS), een voldoende grote, brede steekproef maken om te komen tot die juiste cijfers. Komt dat op minder dan 400 miljoen euro, dan is dat meegenomen voor Vlaanderen, ofwel in 2015 ofwel in 2016, maar hoe dan ook moeten die berekeningen op een bepaald moment goed komen. We zullen daar volop aan meewerken, zullen onze mensen daar ook op zetten, om te komen tot juiste bedragen.
Het is voor het eerst dat ik de oppositie hoor zeggen dat ze ontroerd is door de cohesie van de meerderheid. Het is genoteerd en ik zal u er in de komende vier jaar nog vaak aan herinneren. (Opmerkingen)
Wat de rest van het verhaal betreft: een begroting maken is een zaak, ze op koers houden een andere. En dat is de uitdaging waarvoor we nu staan, want Europa kijkt toe of we allemaal samen, als België, het plaatje in elkaar kunnen passen. Het is onze laatste kans, want als het niet lukt, zal Europa dwingend optreden.
Minister-president, vooreerst een technische opmerking. Ik denk dat u de heer Janssens gelukkig hebt gemaakt. U reageerde enkele keren op wat hij zei, maar u sprak hem aan met ‘Somers’. Voor hem was dat natuurlijk mooi. (Gelach)
Wat de grond van de zaak betreft: ik kan alleen maar besluiten dat we er goed aan hebben gedaan de afgelopen weken en maanden niet het pad te hebben bewandeld dat sp.a ons voorstelde. We hebben geen ruzie gemaakt met de Federale Regering. Keer op keer heeft sp.a op een totaal ongeloofwaardige manier een pseudoflamingantische kaart getrokken en geprobeerd om de Vlaamse Regering zo ver te krijgen dat ze het pad van de Parti Socialiste zou volgen door ruzie met de Federale Regering te maken. Mijn fractie kiest voor de omgekeerde weg: die van het samenwerkingsfederalisme, in het belang van de mensen en van het bedrijfsleven. (Applaus bij Open Vld)
We zijn ook heel blij dat we de socialisten op inhoudelijk vlak niet hebben gevolgd. Want de afgelopen maanden heb ik van hen maar één zaak onthouden: elke uitgave van de Vlaamse Regering was te klein, en elke besparing te groot. Er kon niet genoeg geld worden uitgegeven. Wel, we doen daar niet aan mee. We denken aan de volgende generaties en aan onze economie. (Applaus bij Open Vld)
Mijnheer Bertels, de eer die u denkt te kunnen opstrijken, is mijns inziens onterecht. De vragen moeten voor 10 uur worden ingediend. Wij wilden inderdaad weten wat het resultaat is van het Overlegcomité. Dat resultaat is hoe dan ook belangrijk voor ons. Ik wees er al op dat een gezond financieel beleid cruciaal is om in de toekomst – de komende drie, vier jaar – van Vlaanderen opnieuw een investeringsregio te maken, in het belang van de Vlamingen. Ik heb een nieuw feit gehoord: in de toekomst zullen die cijfers worden gevalideerd. Dat is een goede zaak. Maar laat het zeer duidelijk zijn: de keuzes van de Vlaamse meerderheid en deze Vlaamse Regering zijn in de eerste plaats in het belang van Vlaanderen zelf. Wij willen een investeringsregering om de noden in onderwijs, welzijn en infrastructuur te kunnen lenigen. Dat past in een confederaal model, want die beslissing nemen wij zelf. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.