Report plenary meeting
Report
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, we hebben de beelden gezien, we hebben de informatie gekregen: een land ver van hier is getroffen door een aardbeving van 7,9 op de schaal van Richter. De Vlaamse Regering heeft onmiddellijk beslist om 100.000 euro vrij te maken via het Rode Kruis.
Ik denk dat dat een goede beslissing is, want de aanvoer van materiaal stropt. Ook het United Nations Development Programme (UNDP) heeft laten weten dat men het best financiële hulp kan geven op dit moment, want de absorptiecapaciteit via de toegangspoorten is beperkt.
We hebben ook begrepen dat heel veel Vlamingen een band hebben met dat land. Er zijn adoptiekinderen, er doen heel wat mensen stage, er werken mensen voor ngo’s en mensen bezoeken het land in het kader van toerisme. De vraag is of Nepal op middellange termijn, als de eerste noden gelenigd zijn, op een of andere vorm van steun vanuit Vlaanderen kan rekenen en of alle netwerken die er bestaan, ook kunnen rekenen op steun vanuit Vlaanderen. Sommige organisaties alleen al hebben immers meer dan duizend adoptiekinderen in dat land, er zijn dus heel wat netwerken.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Kennes, dank u voor uw bekommernis voor de verschrikkelijke toestand daar. Ik denk dat u spreekt namens velen, zo niet iedereen, in dit halfrond. Wij leven mee met de slachtoffers, wij leven mee met de nabestaanden en wij uiten onze dank en waardering voor alle hulpverleners die in zeer moeilijke omstandigheden daar aan het werken zijn.
U weet dat wij op heel korte termijn al beslist hebben om steun te geven aan het Rode Kruis, dat op het terrein al decennia actief is en dat zal inzetten op de onmiddellijke noden van water, voedsel en tenten. Ik heb ook een vraag gekregen van het Consortium 12-12. Ook dat zal ik honoreren met 100.000 euro. We geven dus 100.000 euro aan het Rode Kruis en 100.000 euro aan het consortium. Beide moeten nog passeren langs de Inspectie van Financiën (IF), maar ik hoop dat dit correct verloopt.
U bent een zeer goede bijwoner van de commissies, u weet dat ik op middellange termijn de bijdragen aan het noodfonds van de Verenigde Naties verdubbel. Wij geven 300.000 euro per jaar aan het Centrale Noodfonds van de Verenigde Naties (CERF). Vanaf volgend jaar wordt dat 600.000 euro per jaar. U weet dat het CERF nu al 15 miljoen euro vrijgemaakt heeft. Ik denk dat Vlaanderen op die manier een zeer goede bijdrage levert aan een multilaterale organisatie.
Nog op langere termijn hebben we onze structurele samenwerkingen – er is funding van UNICEF en van de Wereldgezondheidsorganisatie – waar nog jarenlang na deze ramp werk zal zijn en waar we ook onze bijdrage aan zullen leveren.
Dank u, minister-president. Ik dank u ook voor de bijkomende inspanning die u zult doen. Ik ben ervan overtuigd dat dit op een zeer ruim draagvlak in Vlaanderen en in het Vlaams Parlement kan rekenen. Ik hoop met u dat de IF dit ook vlot kan behandelen.
Ik heb nog een bijkomende specifieke vraag. We hebben een tijd geleden met de commissie Buitenland de UNESCO bezocht. Er is ook heel wat werelderfgoed ernstig beschadigd. Vlaanderen heeft een bijzonder goede reputatie bij de UNESCO. We hebben er ook een goede samenwerking mee. Misschien kan ook eens bekeken worden of wij in dat kader kunnen bijdragen aan de conservatie en het herstel van werelderfgoed, want dat is een van de trekpleisters in Nepal en het is een heel belangrijk element in hun toeristische aantrekkingskracht. Het zou dus ook een indirecte manier kunnen zijn om aan de heropbouw van het land bij te dragen, met ook weer die multilaterale aanpak waar Vlaanderen voor gekozen heeft en waarbij we juist met die organisatie een heel specifieke sterke band hebben.
De heer Daems heeft het woord.
Voorzitter, bij dit drama doen we allemaal ons best om te helpen. Er zullen evenwel nog andere drama’s komen in de toekomst. We moeten ons afvragen wat we structureel kunnen doen om nog meer dan nu de noden te lenigen.
Ik heb een suggestie en vraag hierbij. Een van de meest essentiële problemen in zo’n situatie is drinkbaar water. We hebben in Vlaanderen bedrijven die aan de wereldtop staan op het vlak van technologie om brak water drinkbaar te maken. Ik vraag me af of het mogelijk is om in het kader van het gesprek dat wij, mijnheer Kennes, in de commissie Buitenlands Beleid uiteraard verder zullen voeren, op middellange termijn dit soort zaken aan te pakken.
Ik doe de suggestie en stel de vraag of de Vlaamse Regering kan kijken naar deze specifieke sector om vanuit Vlaanderen dit essentieel onderdeel van hulpverlening beter te doen. Wie weet kunnen we een eigen programma opzetten waarmee we als eerste in noodgebieden aanwezig kunnen zijn om drinkbaar water te verschaffen.
Mevrouw Soens heeft het woord.
We hebben allemaal de beelden gezien van de verwoesting en het menselijk leed in Nepal. We hebben er gisteren in de commissie Buitenlands Beleid al even over gepraat, onder andere over de noodhulp naar Jemen maar ook naar Nepal. Ik ben blij dat u bevestigd hebt dat er al 100.000 euro voor het Rode Kruis was en nu ook voor het Consortium 1212.
Eind februari was het budget voor noodhulp al bijna op. Met de 200.000 euro voor Nepal en de 100.000 euro voor Jemen is het helemaal op. Bent u van plan om het budget voor noodhulp op te trekken?
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
De gebeurtenissen in Nepal zijn uiteraard heel tragisch en wij leven inderdaad mee met de slachtoffers. De 100.000 euro voor het Rode Kruis is direct geschonken. Die inspanning heeft Vlaanderen al gedaan. Vlaanderen steunt verschillende internationale en professionele organisaties zoals UNICEF en het Central Emergency Response Fund (CERF). Zij zijn het best geplaatst om het werk daar te doen. De berichten die we krijgen uit de regio tonen aan dat dit de juiste aanpak is. Goederen en materiaal en teams geraken niet goed ter plaatse. Het probleem is dat alle goedbedoelde inspanningen, als het materiaal daar niet geraakt, tot niets leiden.
Jamie Mcgoldrick, coördinator van de VN-ontwikkelingsorganisatie United Nations Development Programme (UNDP) roept vanuit de hoofdstad Kathmandu op om geen materieel te sturen maar geld te storten aan de professionele organisaties. Als bescheiden speler doen wij dus al flink ons best.
Voorzitter, collega’s, wij doneren inderdaad geld, zowel aan het Rode Kruis als aan het consortium als aan CERF als aan andere multinationale organisaties.
Mevrouw Soens, het budget voor noodhulp is inderdaad bijzonder krap, maar ik heb beslist om de bijkomende 100.000 euro die ik uittrek voor het consortium niet af te nemen van het budget voor de noodhulp maar van mijn budget van het domein Kanselarij en Bestuur, de vroegere Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DAR), zodat er nog een klein beetje ruimte blijft voor noodhulp.
Ik neem uw suggestie mee, mijnheer Daems, om structureel iets te doen. U wijst terecht op onze topbedrijven op dat vlak. We hebben wereldexpertise in huis. Ik kan nu niet zeggen hoe we dit kunnen aanpakken. Maar ik weet dat het Rode Kruis daar al sinds decennia actief is. Ze werken inderdaad zeer specifiek op de kwaliteit van water. Het Rode Kruis zal ons wel kunnen zeggen of we dit kunnen realiseren, en zo ja, op welke manier we dit het best doen.
Mijnheer Kennes, uw bijkomende suggestie in verband met UNESCO zal ik meenemen. Dat is nu natuurlijk niet de eerste zorg. De allereerste zorg is nu van humanitaire aard. Met UNESCO alloceren we geen specifieke projecten. We hebben daar in andere landen, partnerlanden, wel aandacht voor gevraagd. Ik ben bereid om dit via onze UNESCO-commissie ofwel rechtstreeks aan UNESCO onder de aandacht te brengen. Wij zijn een van de grootste donateurs aan UNESCO, we staan in de top tien. Het is belangrijk om ook daar de aandacht op te vestigen, maar het is natuurlijk niet de meest urgente nood.
Minister-president, ik denk dat ik u namens velen mag bedanken voor het rekening houden met de vele suggesties die naar aanleiding van de vraag zijn opgeborreld, ook in de andere fracties. Het is goed dat u op het budget voor noodhulp nog wat vrijhoudt, want het is zoals de collega’s hebben gezegd: er zullen dit jaar nog wel andere situaties zijn waarbij daarop een beroep zal moeten worden gedaan. Het is goed dat Vlaanderen zich op internationaal vlak genereus kan tonen.
De actuele vraag is afgehandeld.