Report plenary meeting
Report
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de afgelopen weken was Vlaanderen getuige van massaal boerenprotest. Ik maak van de gelegenheid gebruik om de landbouworganisaties te feliciteren voor hun gedisciplineerd protest: de vakbonden kunnen daar nog iets van leren, denk ik zo. De landbouwers kregen zo de kans om Vlaanderen en de brede publieke opinie de uitdagingen waarvoor ze staan en hun verzuchtingen ter zake mee te delen. Er is het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de erosie, permanent grasland, het Mestactieplan enzovoort. Gisteren is overlegd met de landbouworganisaties. Mijn vraag is duidelijk en vrij eenvoudig. De landbouwers en hun organisaties wachten al lang. We hebben in de commissie al verschillende keren gediscussieerd over die dossiers. Ik heb het dan nog niet over de Instandhoudingsdoelstellingen en de Programmatische Aanpak Stikstof; over het verhaal van de rode en oranje bedrijven. Het wordt tijd dat er antwoorden komen op de vragen en verzuchtingen van de landbouwers. De afgelopen maanden heb ik vastgesteld dat u in de commissie en ook hier begrip toont voor hun verzuchtingen. Nu is het toch vijf voor twaalf om met concrete antwoorden te komen. Hoe hebt u gisteren op de eisenbundel van de landbouwers gereageerd? Hoe zult u tegemoetkomen aan hun verzuchtingen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik ben het met u eens om te zeggen dat de landbouwers erg waardig actie hebben gevoerd naar aanleiding van de voorjaarsklassiekers. Ze hebben op die manier een aantal van hun vragen en verzuchtingen kracht bijgezet. De afgelopen maanden heb ik al veel overlegd met de landbouworganisaties. Ik meende dat het een goede zaak zou zijn om naar aanleiding van die acties een stand van zaken met hen op te maken en afspraken voor verder overleg en opvolging te maken.
Ik heb begrepen uit het overleg gisteren met de Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat, maar ook met BioForum, dat zij een gezamenlijke eisenbundel hebben opgemaakt. Zij hebben die toegelicht. Het gaat over erosie, over de instandhoudingsdoelstellingen (IHD’s) en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), het Mestactieplan en nog andere aandachtspunten. Het is een heel concrete lijst, waaruit duidelijk blijkt dat zij akkoord kunnen gaan met de grote principes, maar vaak vragen hebben bij toepassingen in de praktijk. Ook stellen ze vragen naar verder onderzoek en verdere verfijning, zodat het op het terrein voor hen een meer haalbare kaart zou zijn.
We hebben die punten overlopen, op bepaalde zijn we verder ingegaan. Heel concreet ben ik het engagement aangegaan om op alle punten, en het is een hele waslijst, schriftelijk te antwoorden. We gaan een aantal zaken verder uitdiepen, samen met onze diensten, die gisteren ook mee rond de tafel zaten. Op korte termijn zullen wij op al die eisen die ze ons ook schriftelijk hebben overhandigd, schriftelijk een antwoord bieden.
We hebben ook afgesproken dat we begin juli opnieuw samenzitten om een stand van zaken op te maken. Een aantal concrete antwoorden zijn er al. Een voorbeeld is erosie. Op dat vlak zijn we al bezig met een vroegere evaluatie, om sneller te kunnen overgaan tot een bijsturing van wat op het terrein moet worden uitgevoerd. Het is maar één voorbeeld van de heel concrete antwoorden die we al hebben gegeven aan de landbouworganisaties. Ik deel de bezorgdheid: we moeten ervoor zorgen dat er in Vlaanderen op een haalbare, betaalbare en aanvaardbare manier zowel aan natuurbeleid als uiteraard ook aan voedselproductie kan worden gedaan.
Minister, enerzijds ben ik tevreden met uw antwoord, anderzijds blijven we wat stilstaan. U bent bereid tot overleg. U lijst de problemen op die bestaan in de landbouwsector. Ja, die problemen kennen we allemaal. We voeren die discussies al langer dan vandaag. Er zit weinig concreets in uw antwoord. U verwijst naar een evaluatie in juni. En zo blijven we maar doorgaan. In het verhaal van IHD en PAS bijvoorbeeld zitten we met de rode en oranje bedrijven. Die mensen hebben recht op rechtszekerheid, maar die komt er maar niet. Er komt ook nog altijd geen verfijning van die zoekzones. Ik krijg in feite altijd hetzelfde antwoord. Nu moet u niet alleen met woorden maar ook met daden bewijzen dat u kiest voor een sterk landbouwbeleid.
Het is eenvoudig voor bepaalde meerderheidspartijen. In Limburg neemt CD&V deel aan de protestacties, mijnheer Ceyssens. Open Vld laat in de West-Vlaamse provincieraad een motie goedkeuren, een motie van wantrouwen ten opzichte van uw beleid, minister. Ik vraag de collega’s en zeker ook u om daden. Ik sta volledig achter de slogan, mijnheer Caron: “Stop de waanzin. Geen boerenkerkhof in Vlaamse velden.”
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, ik weet niet of de collega’s hebben deelgenomen. Ik denk eerder dat ze zijn gaan luisteren naar opmerkingen en bezorgdheden. (Opmerkingen van de heer Stefaan Sintobin)
Dat iemand een antwoord geeft nadat die is gaan luisteren, kunt u als parlementslid niemand kwalijk nemen.
Het grote verschil is dat hier aandacht wordt gevraagd voor een aantal maatregelen waarover al is beslist. De sector en individuele bedrijven moeten zich nu organiseren om daarmee om te gaan. Het is dan ook belangrijk dat daar de nodige aandacht aan wordt gegeven. De minister en de Vlaamse Regering ondernemen stappen om antwoorden te geven op de eisenbundel en op de begeleiding van deze sector en van de individuele bedrijven die worden getroffen in een aantal dossiers.
In een aantal dossiers is een timing afgesproken. Wordt die timing gehandhaafd? Zit u op schema?
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, het is inderdaad belangrijk dat wij daar in dit halfrond aandacht voor blijven vragen. We hebben het al vaak gehad over de omstandigheden maar vooral over de uitdagingen waarmee onze landbouwsector dit jaar wordt geconfronteerd. Ik denk dat we allemaal begrip hebben voor de acties die op een zeer serene en correcte manier zijn gehouden voor een leefbare sector. We hebben ook de persberichten gezien van de collega’s van CD&V. De motie vanuit de provincie is niet zozeer een teken van wantrouwen maar brengt de bezorgdheden vanop het veld nog eens in kaart. Een goede regeling is de evidentie zelve. We hebben al concrete maatregelen kunnen nemen zoals het extra budget van 10 miljoen euro voor de instandhoudingsdoelstellingen. Voor MAP 5 zijn de vooruitzichten goed na de goedkeuring door Europa. En er komt ook een vervroegde evaluatie van de erosiebestrijding. Het is dus niet zo dat er geen gehoor wordt gegeven aan die vragen. Het is goed dat er rondetafels worden georganiseerd maar ik heb nog wat vragen over de engagementen die daar concreet zijn aangegaan.
Minister, de Vlaamse Landmaatschappij is op pad. Hoe zit het daarmee? Wordt dit afgerond?
De heer Caron heeft het woord.
We hebben nog niet veel geleerd maar het is duidelijk dat dit een lang proces zal worden.
Minister, ik vind dit een paradoxale situatie. Er zijn een aantal voorstellen en ideeën van de Vlaamse Regering, in grote mate beslist beleid, zoals ook mevrouw Rombouts zegt. 308 gemeenten en 5 provincieraden in Vlaanderen worden opgejut om moties goed te keuren tegen uw beleid. Het paradoxale is dat in de gemeenteraden dezelfde beleidspartijen als hier aanwezig ook meestal de scepter zwaaien. Hier koud blazen en in de gemeente warm blazen of omgekeerd, zoals u wilt: weet u hoe ze dat in het West-Vlaams noemen? Tjevenstreken.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Mijnheer Caron, ik weet nog iets paradoxaal. De vraag van Groen van daarnet ging over meer natuur. Er wordt maar zelden over landbouw gesproken. Maar in de commissie Landbouw trekt u dan de kaart van de landbouw, dat is ook heel paradoxaal van Groen.
Vorige zaterdag heb ik in Limburg heel wat boeren gehoord. Zij zijn vandaag heel ongerust om wat er op hen afkomt. Het is echter heel duidelijk dat de boeren vandaag ook heel erg begaan zijn met de natuur. De grond is goud voor de boeren, zij beseffen dan ook dat erosie ook voor hen heel slecht is en zijn bereid om daar vandaag het nodige aan te doen. Maar het moet natuurlijk ook werkbaar zijn voor hen. In die zin vind ik het een goede zaak dat die evaluatie er vroeger komt.
Er is een rondetafel geweest met de Boerenbond, het Algemeen Boerensyndicaat en BioForum, maar er zijn nog andere betrokken actoren. Er moet een evenwicht worden gevonden, dat bovendien ook moet voldoen aan de Europese verplichtingen die zijn opgelegd.
Collega’s, ik wil nog eens herhalen dat u van mij niet kunt verwachten dat ik op twee of drie minuten de antwoorden overloop op dertig heel concrete vragen van de landbouworganisaties ABS, Boerenbond en BioForum. Ik ben gerust bereid om wanneer wij antwoorden op die vragen, de concrete antwoorden ter beschikking te stellen.
Er zijn wel degelijk heel concrete antwoorden. Ik heb daarnet erosie genoemd. We houden de evaluatie hierover vroeger. Door het vastleggen van een theoretisch kader in de vorige legislatuur zijn er heel wat fouten in het erosiemodel te vinden. Door dit nu op het terrein te controleren, kunnen wij er heel wat erosiegevoelige percelen uit halen.
Een tweede voorbeeld zijn de zoekzones. Heel wat van de oranje en rode bedrijven zullen we eigenlijk kunnen vrijwaren. Ze zullen niet meer rood en oranje blijven, maar dan moeten we de zoekzones verfijnen. De afspraak is dat dit voor de zomer zou gebeuren en die timing blijft. We hebben dat gisteren ook nog eens heel uitdrukkelijk herhaald tegenover de landbouworganisaties.
Men vraagt of we de afgesproken timing zullen halen. Dat is de bedoeling. Daarom zaten gisteren ook alle betrokken actoren, ook de diensten, mee aan tafel om dat engagement nog eens uitdrukkelijk uit te spreken.
We gaan inderdaad voor een individuele aanpak. Elk bedrijf is anders. Elk bedrijf vraagt een individuele begeleiding: wat zijn de toekomstplannen, hoe kunnen we op maat oplossingen zoeken? De VLM is daarmee bezig. Alle rode bedrijven zijn intussen bezocht. Voor 2015 is er inderdaad 10 miljoen euro vrijgemaakt voor flankerend beleid.
Er moet ook een flankerend beleid voor de oranje bedrijven komen. We wensen dat natuurlijk ook te koppelen aan het verkleinen van de zoekzones omdat op die manier ook heel wat van die bedrijven weg zullen kunnen uit de code oranje.
We zitten in een overgangsfase waar we zo snel mogelijk meer duidelijkheid en rechtszekerheid moeten geven. We luisteren ook naar de concrete problemen die zich op het terrein voordoen. Als een aantal theoretische modellen op het terrein niet blijken te werken, dan is het heel belangrijk om daarnaar te luisteren. Die oplijsting zit onder meer ook in die dertig punten waar wij gisteren al mondeling antwoorden op hebben gegeven. We hebben ons geëngageerd om dat ook nog eens schriftelijk te doen.
Collega’s, we moeten natuurlijk de doelstelling wel halen. Ik heb gisteren geen enkele organisatie – ABS niet, Boerenbond niet, BioForum niet – horen zeggen dat dit voor hen niet hoeft. Zij zijn het ermee eens dat die doelstellingen moeten worden gehaald. Het gaat er vooral over hoe we die concreet halen, welke begeleiding nodig is. Hierover moeten wij op korte termijn een aantal bijkomende onderzoeken doen, zoals het verfijnen van de zoekzones, om op die manier heel concrete antwoorden te geven.
Er waren voordien al gesprekken geweest en er zullen er nog volgen. Het was een gesprek dat er gekomen is naar aanleiding van de acties bij de voorjaarsklassiekers. Het lijkt me dan ook logisch dat de organisaties die die acties hebben gevoerd, in eerste instantie werden uitgenodigd. Het spreekt natuurlijk voor zich dat wij ook heel wat overleg plegen met het ruime middenveld om op die manier – ik herhaal het nog eens – haalbaar, betaalbaar en aanvaardbaar landbouw- en natuurbeleid in Vlaanderen uit te voeren.
Minister, ik dank u voor uw bijkomende toelichting. U stelt me nog altijd niet gerust. U zegt dat we in een overgangsfase zitten. U zult overleg plegen. Dat overleg is eigenlijk al een tijdje bezig en is begonnen bij de goedkeuring van het decreet. Het wordt nu tijd voor actie en daden en niet voor woorden.
Mijnheer Caron, ik ken de visie van Groen op landbouw: minder veestapel, minder varkensstapel, minder export, kortom minder landbouw, minder, minder, minder.
Wat de andere collega’s betreft, blijf ik erbij – en daar heeft de collega wel een punt – dat je niet op het lokale of regionale niveau persberichten kunt verspreiden, zoals CD&V, waarin staat dat er dringend nood is aan positieve signalen, en je kunt niet zoals Open Vld ergens in een provincieraad het beleid van de minister afkraken. Men kan niet met twee tongen spreken; men moet hier hetzelfde verkondigen als op het lokale en regionale niveau. Ik vind dat niet kunnen. We hebben daarjuist al een voorbeeld gehad. Niet dat ik akkoord ga met de vorige vraagstellers, maar je kunt niet op lokaal, regionaal of provinciaal vlak iets gaan vertellen aan de mensen, in casu aan de landbouwers, en hier komen zeggen dat het allemaal goed gaat, dat de minister goed bezig is, maar dat er wat moet worden bijgestuurd.
Voorzitter, voor de mensen die het niet gehoord hebben daarstraks, wil ik eindigen met te zeggen: stop de waanzin, geen boerenkerkhof in Vlaamse velden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.