Report plenary meeting
Report
De heer Somers heeft het woord.
Voorzitter, minister, beste collega’s, vandaag worden de Vlamingen voor de derde keer op rij gegijzeld met een ronduit politieke staking. Ouders treffen bij de kinderkribbes gesloten deuren aan. Mensen die op hun werk moeten zijn, vinden geen trein of bus. Bedrijven kunnen niet rekenen op het vrachtverkeer op de binnenwateren. En dat omdat één vakbond om louter politieke redenen vindt dat het land moet worden gegijzeld. Ik vind dat een schande, minister. In dit parlement is er een meerderheid die groter is dan welke meerderheid ooit in de geschiedenis van het Vlaams Parlement. En toch denkt een vakbond met enkele duizenden militanten ons land en de mensen te moeten treffen in hun persoonlijk leven.
Minister, mijn vraag is heel eenvoudig. Gaan we dit over ons heen laten gaan, of gaan we maatregelen nemen waardoor we aan de burgers kunnen garanderen dat ze recht hebben op basismobiliteit, dat er een minimale dienstverlening wordt ingevoerd bij De Lijn? (Opmerkingen en gelach bij sp.a)
U lacht, maar als ik heel cynisch zou zijn, zou ik zeggen: laat het ABVV maar doen want dat is de beste remedie tegen het socialisme in Vlaanderen. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, u gaat binnenkort met De Lijn moeten onderhandelen over een nieuwe beheersovereenkomst. Overweegt u als minister om in die nieuwe beheersovereenkomst maatregelen in te schrijven om een minimale dienstverlening te garanderen voor De Lijn, ook in het geval van stakingen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik betreur natuurlijk, net al u, die staking en vooral dan het gegeven dat hier niet zozeer de kapitaalkrachtigen worden getroffen, want die vinden letterlijk wel een andere weg, maar vooral de kleine man, de kleine werkwillige. Die is uiteindelijk het slachtoffer van zulke acties.
De bevoegdheidskwestie is hier het eerst aan de orde. De rechtsleer is op dat vlak nogal duidelijk. De bijzondere wet op de hervorming der instellingen van 1980 stelt in artikel 87, paragraaf 5, heel duidelijk dat de federale overheid bevoegd blijft voor het regelen van de sociale betrekkingen tussen de werkgevers, de overheid en de syndicale partners.
Daar hebben we dus te maken met het gegeven dat de federale overheid bevoegd is en anderzijds ook met het dilemma dat dit debat over de minimale dienstverlening altijd opflakkert, net op een moment dat je zeker weet dat het debat niet tot een goed einde zal kunnen komen, net in het heetst van een sociale strijd.
Wat betreft de beheersovereenkomst: we kunnen natuurlijk niet in een beheersovereenkomst vervatten wat de vakbonden zouden moeten doen. Wat we wel kunnen doen, is vragen aan De Lijn om maximaal afspraken te maken met de syndicale partners, een soort gentlemen’s agreement. Die bestaan eigenlijk vandaag al. Vandaag zijn er afspraken om bijvoorbeeld ervoor te zorgen dat er in de loop van de dag niet zomaar een staking uitbreekt, al was het maar om te verhinderen dat schoolkinderen die met het openbaar vervoer naar school zijn gegaan, ’s avonds niet meer terug kunnen. Er bestaat al een basis.
Ik zie ook vandaag een initiatief van De Lijn Vlaams-Brabant, waarbij men ervoor gekozen heeft om in eerste instantie de lijnen die gebruikt worden door de scholieren, te vrijwaren en om daarop te focussen. Ik hoop dat we ervoor kunnen zorgen dat we minstens op termijn afspraken kunnen maken over de zwaksten, de meest kwetsbaren, zoals jongeren en scholieren, zodat die gevrijwaard worden en kunnen rekenen op die mobiliteit en niet in de kou worden gezet. Men kan misschien voortwerken op de bestaande gentlemen’s agreements om bijvoorbeeld te bekijken of men niet een bepaald basisnet kan vrijwaren van stakingen. Uiteindelijk is het toch de bedoeling van de vakbonden om een sterk signaal te geven dan wel om zo veel mogelijk gewone mensen en gewone werkwilligen te treffen.
Minister, ik dank u alleszins dat u de bezorgdheid en de verontwaardiging van onze fractie ten aanzien van deze politieke staking deelt en dat u zoekt naar wegen om daar iets aan te doen. Ik vind dat op zich een goede zaak.
Er is natuurlijk nog een andere weg die we zouden kunnen bewandelen. Dat is de weg die collega Keulen heeft gesuggereerd op een zeker moment: waarom zouden we De Lijn en de collectieve dienstverlening van De Lijn niet veel meer openbreken naar de private sector? In ons land zijn er heel veel private ondernemers die wel bereid zijn om te werken en niet te staken. In de mate dat we daar de private sector een grote ruimte in geven, denk ik dat we veel minder stakingen zullen hebben en veel beter zullen kunnen garanderen dat de mensen, wanneer ze op een bus moeten kunnen rekenen, ook een bus te hunner beschikking zullen hebben. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Collega Somers, u zegt: “als ik cynisch zou zijn”. U bent ronduit cynisch vandaag. U komt hier vandaag pleiten voor een minimaal aanbod op deze stakingsdag. Er zijn inderdaad heel wat bussen die vandaag niet uitrijden. Maar van die bussen zullen er vanaf volgende week vrijdag, op 1 mei, een aantal nooit meer uitrijden, door de besparingen die u oplegt aan De Lijn. (Applaus bij sp.a)
Dat zijn bussen die dagelijks het minimumaanbod zijn voor heel wat Vlamingen in landelijk gebied, en op zondag. Wat uw partij voorstelt, maar tegenwoordig ook collega’s van CD&V, laat vermoeden dat deze Vlaamse Regering haar handen wil aftrekken van De Lijn. Geen openbaar vervoer meer als toegankelijk en betaalbaar alternatief, maar het overlaten aan derden, tegen welke prijs dan ook! Dat is uw model! Het is door de ongerustheid daarover dat de bussen vandaag voor één dag op stal blijven staan! (Applaus bij sp.a)
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, mijnheer Somers, ik deel een aantal van uw bezorgdheden, en een aantal ook wat minder. Maar laat ik uitgaan van het positieve. Het is inderdaad belangrijk dat mensen kunnen rekenen op een dienstverlening. Een dienstverlening zoals openbaar vervoer is een cruciale ruggengraat. In die zin vind ik het antwoord van de minister wel een goed antwoord.
U weet even goed als ik dat er indertijd bij de NMBS regelmatig wilde stakingen waren. Maar sinds er een stakingsprotocol is – u noemt het een gentlemen’s agreement, mij maakt niet uit welke naam het kind heeft –, is het aantal wilde stakingen naar beneden gegaan en is er wel degelijk een en ander op een andere manier geregeld tussen de werkgevers en de werknemers.
Ik denk dat we naar zo’n model moeten gaan. Ik vind het persoonlijk bijzonder jammer dat de reiziger, de klant als tegenstander in plaats van als bondgenoot wordt gebruikt. Ik sta ervoor open dat de minister – in de mate dat hij dat kan, want in een beheersovereenkomst kan dat niet – De Lijn in de richting van een gentlemen’s agreement duwt. Dat draagt een deel van de oplossing in zich.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik neem akte van het feit dat sp.a duidelijk geen problemen heeft met de acties van de ACOD vandaag, dat ze het goed vindt dat het openbaar vervoer en crèches worden platgelegd, dat het grote slachtoffer van deze staking opnieuw de reiziger, de burger, de werkende Vlaming is. Heel veel mensen hebben zich geërgerd aan die zoveelste actie vandaag.
Minister, ik hoor dat het, gelet op de bevoegdheidsverdeling, niet vanzelfsprekend is om een soort gegarandeerde dienstverlening tot stand te brengen. Ik betreur dat, waarschijnlijk samen met zeer velen hier aanwezig. Het parlement moet dat punt in het voorstel van resolutie over de nieuwe beheersovereenkomst opnemen. We moeten aandacht hebben voor het gentlemen’s agreement dat daarin kan worden uitgebreid.
Minister, het verschil in stakingsbereidheid tussen de pachters en de leiding eigen regie interesseert me in het bijzonder. Ik weet niet of die cijfers beschikbaar zijn. Het zou me wel interesseren als u die kunt opzoeken en aan het parlement bezorgen.
De heer de Kort heeft het woord.
Toen deze staking gisteren werd aangekondigd, was er ook een oproep tot carpooling. Waarom die dag niet gebruiken om aan carpooling te doen? Ik vond dat een heel positieve oproep. Mijnheer Vandenbroucke, dat is wat we verder moeten doen.
Minister, kunt u, gebruik makende van zulke dagen, als die nog worden aangekondigd, een oproep doen om meer gebruik te maken van zulke systemen van vervoer?
We hebben hier een voorzitter van het Vlaams Parlement die het goede voorbeeld heeft gegeven, mijnheer de Kort, en ook nog een mooi meisje heeft meegenomen. Ik weet niet of het een met het ander te maken had, of dat het zijn gewoonte is of dat het alleen deze dag gebeurde.
Minister, ik wist helemaal niet hoe dat meisje eruitzag, voor alle duidelijkheid. (Gelach)
Maar u ontkent de feiten niet. (Gelach)
Ik heb geen exacte cijfers over de stakingsbereidheid van de pachters, maar op basis van wat ik verneem van de regionale directies van De Lijn, is de impact van de staking daar veel beperkter dan bij het reguliere personeel van De Lijn. Dat is een vaststelling. Ook daar zijn de sociale partners en de vakbonden natuurlijk vertegenwoordigd. In de praktijk is de impact van de staking daar iets minder. Ik wil werk maken van zulke afspraken en zal De Lijn vragen om met de syndicale partners concrete afspraken proberen te maken om de meest kwetsbaren te vrijwaren van de stakingsimpact. Misschien is dat een opstapje om meer en concrete afspraken te maken, zodat wat overblijft vooral het signaal is dat men met die staking wil geven, veeleer dan het blokkeren van vele mensen. Ik kan begrijpen dat dat ook niet de bedoeling is.
Mijnheer Vandenbroucke, we willen een efficiënt, betaalbaar en aantrekkelijk openbaar vervoer. Net op basis van die overwegingen worden er inderdaad soms lijnen geschrapt. Als er lijnen zijn waarop de belastingbetaler 28 euro per rit per reiziger moet opleggen, dan vinden we dat niet efficiënt, niet betaalbaar en niet rechtvaardig, want dat is geld van de belastingbetaler, dus ook van de gewone man. De overheid moet daartegen optreden en zeggen dat dit niet te verantwoorden is. Zo gaan we te werk en ik ben niet bang om zulke beslissingen hier te verdedigen. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, ik ben blij met uw reactie en met de intenties die u uit en met de analyse die we samen maken.
We hebben niet helemaal hetzelfde gezegd. De socialistische vakbond heeft nu al gezegd dat ze waarschijnlijk op 12 mei opnieuw de mensen gaan gijzelen. Als u zegt: we komen te laat met onze reactie, denk ik dat we goed op tijd komen. We moeten ons nu goed voorbereiden en nadenken over het verder openbreken van dat monopolie zodat degenen die wel bereid zijn om te werken hun rol kunnen spelen.
Ten slotte, en dat vind ik heel belangrijk, heb ik een heel groot verschil gemerkt op de oppositiebanken. Ik heb een oppositiepartij gezien die hier ten strijde trekt, maar die niet een paar duizend militanten steunt in het gijzelen van het land en die mee pleit voor een degelijke dienstverlening. Ik heb een andere partij gezien, sp.a, die voluit achter die staking staat. We zullen dat bekendmaken in heel Vlaanderen. Ik ben ervan overtuigd dat het overgrote deel van de mensen achter onze analyse staat! (Applaus bij de meerderheid)
De actuele vraag is afgehandeld.