Report plenary meeting
Report
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, de trajectcontroles doen het. Dat is gebleken uit de ervaring die we er tot nu toe mee hebben gehad. Ze zijn ook nodig. Ze blijken door de automobilisten trouwens te worden ervaren als een big brother die ze kunnen appreciëren en die voor hen toelaatbaar is als controle op rijgedrag.
Op vorige actuele vragen hebt u al geantwoord door te zeggen dat het voor gewestwegen wellicht van 7 naar 21 zal gaan. U hebt ook al geantwoord op de vraag naar mobiele trajectcontrole. Voor de uitbreiding op autosnelwegen refereert u echter altijd naar het eindrapport dat door de taskforce Handhaving zou worden opgemaakt. Ik lees in de media dat u een aantal mogelijkheden hebt ingeschat als positief, bijvoorbeeld op de E40 tussen Leuven en Brussel, op de E313 tussen Antwerpen-Oost en Ranst, terwijl u hebt gezegd dat het niet zal gaan op de Kennedytunnel. Ik leer daaruit dat we nu inderdaad een gouden gids hebben om die trajectcontroles in te schatten.
Minister, kunnen wij nu eindelijk die prioriteitenlijst hebben, zodat nu ook de lokale besturen en de mensen die daarom bekommerd zijn, weten wat de prioriteiten zijn die werden vastgelegd door die taskforce?
Minister Weyts heeft het woord.
Er zijn twee te onderscheiden systemen. Enerzijds is er trajectcontrole op de autosnelwegen. Wij kiezen daarbij volledig zelf de tracés en financieren dat volledig zelf vanuit het Vlaamse Gewest. Anderzijds is er de trajectcontrole op de gewestwegen. Dat is een bevoegdheid van de politiezones.
Op de autosnelwegen zijn er vandaag twee trajectcontroles. Eigenlijk zijn het er vier, omdat het in beide richtingen gaat. Ik voeg er dus twee aan toe. Enerzijds is er het traject op de E40, Woluwe tot Heverlee. Anderzijds is er het traject op de E313 tussen Antwerpen-Oost en Ranst.
Daarnaast zijn er de gewestwegen. Hoe werken we daar? De politiezones financieren, maar wij duiden de prioritaire zones aan. Op basis van welke criteria doen we dat? Op basis van het aantal ongevallen en snelheidsovertredingen.
Wat deed men vroeger? Enkel een prioriteitenlijst aanleggen – ook voor autosnelwegen trouwens – op basis van het aantal ongevallen. Dat is echter niet relevant. Je moet kijken naar de oorzaak van die ongevallen, of die ongevallen vooral worden veroorzaakt door snelheid. Op basis van een specifiek algoritme brengen we de verschillende tracés in kaart en komen we tot een prioriteitenlijst. Momenteel staan daar voor de gewestwegen 25 tracés op. Vervolgens stappen we naar de betrokken politiezones waarin die prioritaire tracés liggen. We zeggen dan: “Kijk, wij willen mee financieren ter waarde van 40 procent, op voorwaarde dat jullie ook financieel over de brug komen.”
Als de politiezone daar niet toe bereid is, dan gaan we naar de volgende op de lijst. We hebben een lijst van 25 prioritaire tracés. Het is mijn bedoeling om er 8 te realiseren en te financieren. In een eerste fase van de taskforce zijn de tracés voor de autosnelwegen vastgelegd, onze eigen prioriteiten dus. Daarna volgen de gewestwegen. De lijst bevat er nu 25, maar er moeten er nog bij komen. Op de volgende vergadering kiezen we de 8 bijkomende tracés voor trajectcontrole op de gewestwegen.
Als ik het goed begrijp, is men bezig met het finaliseren van de lijst. Dit gebeurt op basis van techniciteit, gemeten snelheid en aard van de ongevallen in het verleden. Mag ik veronderstellen dat we tijdens de komende weken de definitieve vastlegging van de prioriteiten zullen kennen?
Wie is geïnteresseerd in de lijst?
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik heb eerder een technische vraag voor u. U zegt dat u bijkomende trajectcontroles zult installeren op onder andere autosnelwegen. We zijn daar zeer grote voorstander van, want de voordelen zijn erg groot. Tegelijkertijd zet u steeds meer dynamische infoborden langs autosnelwegen waarmee de maximumsnelheid wordt aangepast aan de drukte en dergelijke. Past de trajectcontrole zich daaraan aan? Is het technisch mogelijk om op wegvakken waar de maximumsnelheid variabel is, de trajectcontrole mee te laten variëren?
De heer De Clercq heeft het woord.
U hebt mobiele trajectcontroles aangekondigd. Welke timing stelt u voorop om dit te realiseren?
Mevrouw Pira heeft het woord.
Op basis van de studie zult u geen trajectcontrole uitvoeren aan de Kennedytunnel. Dat is nochtans een van de kwetsbaarste punten in het Vlaamse wegennet. Elke dag zijn er ongevallen, vallen er slachtoffers en zijn er files. Zowel VAB, Touring als het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) roepen al jaren dat dit een alarmerende toestand is. Ze wijzen op overdreven snelheid, te weinig afstand tussen de vrachtwagens en te veel weefbewegingen. Wat zult u doen aan die alarmerende toestand op korte termijn?
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, op 16 maart 2015 stelde ik een gelijkaardige vraag. Ik heb ondertussen het antwoord van uw diensten mogen ontvangen. U stelt dat het afwegingskader voor de keuze tussen mobiel of vast scannen nog helemaal moet worden uitgeklaard binnen de taskforce. Dat is een van de belangrijke factoren in het geheel. Wat is de timing van de keuzebepaling?
Wat betreft de financiering van de prioriteitenlijst, hebben we eerst de keuzes gemaakt voor het autosnelwegennet. Nu zijn we bezig met de keuzes voor gewestwegen. Op 25 juni is de volgende vergadering van de taskforce. Op basis daarvan stappen we naar de politiezones om te vragen of ze bereid zijn hierin mee te stappen.
Waarom niet de Kennedytunnel? We maken de prioriteitenlijst op op basis van het aantal ongevallen die veroorzaakt worden door snelheidsovertredingen. U zegt zelf dat er in de Kennedytunnel een hoog aantal weefbewegingen zijn. Die veroorzaken heel wat ongevallen. Ze gebeuren niet in belangrijke mate als gevolg van snelheidsovertredingen, maar door weefbewegingen. Wat zijn elementen waarom bepaalde tracés niet worden opgenomen? Dat is een groot aantal weefbewegingen en dynamische verkeersborden. Dat laatste is niet het meest dominante of decisieve criterium, maar speelt wel mee in de overweging om keuzes te maken. U hebt daar een punt, mijnheer Vandenbroucke.
En tot slot, de timing. We gaan dit jaar voor de aanduiding van acht extra trajectcontroles op de gewestwegen. De keuze voor de twee extra op de autosnelwegen, heb ik al gemaakt. Nu begint de uitrol en de aanbesteding ervan. Wat de autosnelwegen betreft, is in de eerste jaarhelft van volgend jaar al gepland om de eerste extra trajectcontrole te installeren.
Er is ook mijn voorstel om te bekijken of er een mobiele toepassing van de trajectcontrole kan komen. We zijn de markt nu aan het bevragen. Er is interesse. Ik heb er goede hoop op. Ik weet wel dat er heel wat kritische geluiden over gekomen zijn, ook uit dit parlement. Ik heb er goede hoop op dat we dit effectief zullen kunnen realiseren en dat we vanuit Vlaanderen het voortouw zullen nemen in de ontwikkeling van een nieuwe technologie: mobiele trajectcontroles. Hopelijk zullen ze ook aanleiding geven tot een fundamentele mentaliteitswijziging op ons volledige net.
Ik heb nu duidelijkheid over de timing. Ik kijk uit naar juni, naar de regionale spreiding en naar de lokale besturen die er maximaal op zullen inspelen. Dit was een heel zinvolle gedachtewisseling.
De actuele vraag is afgehandeld.