Report plenary meeting
Report
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, ‘1984’ van Orwell hebben we bijna allemaal gelezen. Hij voorspelde in 1948 de komst van Big Brother. Hij was visionair, want dertig jaar later is het zo. Big Brother is gearriveerd, en zijn naam is Facebook.
Vandaag staan op de cover van De Morgen de meest recente resultaten van een zeer lang interdisciplinair en interuniversitair onderzoeksproject rond privacy op de sociale media. We kenden al de eerste resultaten, die waren heel verontrustend, maar wat we vandaag lezen, zal ons allemaal bijzonder veel angst inboezemen. Facebook blijkt niet alleen al onze gegevens, wat we delen en niet delen, bij te houden, te traceren en te verkopen, alleen weten we niet hoeveel we kosten en aan wie we worden verkocht, maar zelfs mensen die niet op Facebook zitten, worden getraceerd en hun data worden verkocht.
Facebook is niet zomaar een bedrijf. Wereldwijd zijn er 1,4 miljard mensen actief op Facebook. In België zijn er dat 5 miljoen. Je kan bijna spreken van een publieke dienst. Ik denk dat we Facebook in de toekomst zullen moeten behandelen als een publieke dienst.
We zijn natuurlijk bezig over federale materie, het gaat hier om privacy, maar dat niet alleen. Facebook pleegt momenteel flagrante inbreuken tegen de Belgische wetgeving. Die zijn talrijk. Wij moeten daartegen optreden. U hebt mij op een vraag om uitleg daarover geantwoord dat u gaat overleggen met federaal staatssecretaris van Privacy Tommelein. Ik zou graag de uitkomst daarvan kennen. Ik zou graag weten wat u gaat ondernemen, niet op wettelijk vlak, maar op het domein dat u zelf beheert, en dat is mediawijsheid.
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Segers, uw vraag is zeker pertinent. Vergeef me, ik heb het rapport nog niet helemaal doorgenomen. Als het juist is wat u en De Morgen zeggen, dan is dit een ernstige zaak. U hebt zelf aangegeven dat het een federale aangelegenheid is. Ik heb hierover contacten met staatssecretaris Tommelein, maar het is niet aan mij ‘par personne interposée’ om wat dan ook in zijn naam in deze assemblee te verklaren. Dus dat zal op een ander niveau moeten gebeuren.
Maar nogmaals, over de grond van de zaak ben ik het met u eens. Als alles wat op de voorpagina van die krant staat, klopt, moeten wij ons grote zorgen maken. Via een flankerend beleid – waar wij beiden voorstander van zijn – probeert Vlaanderen het beleid inzake mediawijsheid te versterken. Ik heb daarom ook recent, in deze moeilijke financiële tijden, de middelen verhoogd van het Centrum voor Mediawijsheid. Dat is bij de meeste instellingen niet kunnen gebeuren. Zij zijn op de goede weg om hun actieradius te verruimen, ten aanzien van de scholen en voor de ondersteuning van concrete initiatieven zoals Child Focus, Safer Internet Day. Zij hebben ook een aantal zaken zoals de EHBO-kit voor sociale media. U kent dat even goed om niet te zeggen beter dan ik. Ook het programma van de mediacoach is intussen duidelijk wortel aan het schieten.
We doen dus al een aantal zaken, maar we moeten nog meer doen. Daar wil ik zeker op inzetten. De privacywetgeving is evenwel een federale materie.
Minister, ik ben een heel grote fan van wat u doet op het vlak van mediawijsheid, maar ik denk echt dat staatssecretaris Tommelein uw steun kan gebruiken. Naar aanleiding van de verschillende vragen die hem daarover al zijn gesteld, zegt hij dat hij David is die het opneemt tegen Goliath.
Duitsland heeft deze materie aangepakt vanuit een perspectief van consumentenbescherming, wat een veel relevanter perspectief is om iets te kunnen doen, en heeft nu een systeem ontwikkeld op basis van het principe van 'doubleclick'. Ook in België moeten wij dat signaal kunnen geven, samen met de andere Europese landen.
Ik wil ook nog andere suggesties doen, onder meer aan onze voorzitter, de heer Peumans. Wij hebben ook een Vlaamse privacycommissie. Wij kunnen die commissie aanmanen om de lokale besturen te sensibiliseren om voorzichtig om te gaan met Facebook.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik vind de vraag van mevrouw Segers zeer terecht. Privacy is een bezorgdheid die wij allemaal delen. Privacy op sociale media heeft inderdaad een economische dimensie. Te weinig mensen zijn zich ervan bewust dat hun persoonsgegevens geld waard zijn en dus verhandeld kunnen worden en ook worden. Dat gebeurt elke dag zonder dat wij het weten, zonder dat wij ons daarvan bewust zijn, zelfs zonder dat we op Facebook zitten.
Het is natuurlijk heel belangrijk dat mensen zich ervan bewust zijn hoe belangrijk het is dat hun privacy beschermd wordt. Aan de andere kant zou ik de privacykwestie ook een beetje willen opentrekken. Ik denk dan aan de anonimiteit, de donkere kant van privacy, de anonimiteit van cyberpesters. Want Facebook wordt ook gebruikt als publieke schandpaal. Cyberpesten is daar een voorbeeld van. Die mogelijke uitwassen mogen we ook niet onderschatten. Er zijn al slachtoffers gevallen, jonge mensen die uit het leven zijn gestapt. Ik hoop dan ook dat alle instanties, de Vlaamse Regering, de Federale Regering en Europa, daar rekening mee houden in hun beleid want dit gaat ons allemaal aan. Dit is grens- en grenzenoverschrijdend.
Wat cyberpesten betreft, doen wij al een aantal zaken – maar misschien nog niet genoeg – ook samen met minister Crevits. We willen daar zeker verder op inzetten.
Mevrouw Segers, ik sluit me aan bij uw suggesties en ik wil die zeker nog eens ter sprake brengen tijdens de regelmatige contacten die ik met staatssecretaris Tommelein heb. Het andere voorbeeld dat u hebt genoemd, lijkt me wel zwaarwichtiger, meer bepaald de vraag of het voor ons nuttig is om een groter land als Duitsland te volgen dat al een bepaalde voorhoede inneemt in deze problematiek. Ik laat dit vandaag nog in het midden, niet omdat ik daar geen idee over heb maar omdat ik vind dat de bevoegde staatssecretaris voor zichzelf kan spreken. In die zin moeten we dat debat zeker voortzetten.
Minister, ik word ongeduldig van de rust waarmee staatssecretaris Tommelein aan de slag gaat in dit dossier. Het geeft me de indruk dat hij wil laten gedijen. Ik hoop dat u hem van het tegendeel kunt overtuigen, namelijk dat we daarin vooruit moeten gaan.
Wij zijn op dit moment koopwaar. Wij hebben het recht te weten hoeveel we kosten, hoeveel we opbrengen en waar we worden verkocht. Overigens: wat Facebook in Europa doet, doet het bedrijf niet in Amerika. Het bedrijf is bevreesd dat het daar zware straffen zou kunnen krijgen. Waarom zouden wij in Europa Facebook niet op de knieën dwingen? Wij moeten dat doen. (Applaus bij sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.