Report plenary meeting
Report
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik had vanmorgen al aangehaald dat de audiovisuele en de culturele creatieve economieën boomen in Vlaanderen. Ze maken deel uit van de groeisectoren in Vlaanderen. Bovendien zijn ze volgens internationale studies waarschijnlijk de derde grootste verschaffer van werkgelegenheid, na de bouwsector en de horeca.
Bovendien – en dat is natuurlijk inherent aan die sector – lopen zij voorop in het kader van innovatie en dergelijke. Innovatie is een van de prioriteiten van de Vlaamse Regering, ook van uw eigen beleid. Dat is absoluut terecht.
Groot was mijn verbazing vorige week toen ik op de website van het Agentschap Ondernemen zag dat de subsidiëring of de toelage ter bevordering van vormgeving wordt stopgezet. Ik weet het, dat is geen heel groot element uit Design Vlaanderen, maar toch een belangrijk gegeven om jonge vormgevers verder te kunnen ondersteunen bij de opstart van hun carrière. Volgens mijn informatie was dat recent ook nog positief geëvalueerd, zij het dat dit het best kon worden vereenvoudigd. Maar vereenvoudigen is natuurlijk nog iets anders dan het effectief af te schaffen.
Minister, hoe wilt u die boomende creatieve economie in Vlaanderen verder ondersteunen?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Bastiaens, u haalt zelf al de essentie aan. De essentiële steun die naar het creatieve werk gaat, het ondersteunen van creatie en innovatie, dat blijft gewoon bestaan. Dat is 1,22 miljoen euro. Daar heb ik de regels van de besparingen zelfs niet volledig op toegepast. Het is een besparing van 6 procent: van 1,3 miljoen euro zakken ze naar 1,22 miljoen euro. Die steun blijft dus volledig bestaan.
Wat ik afschaf, is een deel dat een negatieve evaluatie kreeg, ten eerste omdat de economische impact ervan klein was, ten tweede omdat het net de jonge groep designers niet bereikte en ten derde omdat de administratieve kost ervan veel te hoog was. Het ging hier over promotie, op een of andere manier. Dat was totaal versnipperd. Het ging om 150.000 euro.
Ik kan u aantonen hoe versnipperd dat was, alleen al door te zeggen welke barema’s werden toegepast. Ik lees er u een paar voor. Voor logies met ontbijt is er een barema van 125 euro in de agglomeratie Brussel en van 110 euro in de rest van het land. De maaltijdvergoeding, zowel voor middag als voor avond, bedraagt 10,49 euro. Dan begrijpt u dat de kosten-batenanalyse niet positief was.
Het is alleen dat stukje, dat niet de jonge designers bereikte, dat niets te maken had met de essentie van de zaak, namelijk creatie, innovatie en dergelijke meer, dat is weggeschrapt. Ik denk dat dat aanvaardbaar is, zeker gezien de studie die er was geweest en de negatieve evaluatie voor dat stukje. De rest blijft bestaan.
Dank u wel voor de verduidelijking. Als er vereenvoudigingen mogelijk zijn, moeten we dat ook absoluut doen. Maar dat neemt niet weg dat de ongerustheid in deze sector redelijk groot is. Ik zou u dan ook willen vragen of u dezelfde geruststellende berichten hebt in het kader van de audiovisuele sector. Ik denk dan in het bijzonder aan het Vlaams Instituut voor Archivering (VIAA) of het Media Innovatie Centrum (MiX), waar er zeker wel een aantal besparingen voor de deur staan. De dreiging daar is dat begin volgend jaar al een aantal projecten zouden moeten worden stopgezet, en dat we expertise die daar is opgebouwd, zouden kwijtspelen. Ik zie u van neen schudden, minister, dus ik hoop dat u mij kunt bevestigen dat er daar geen enkel risico bestaat, zoals u dat daarnet voor het andere element hebt gedaan.
De heer De Clercq heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij de collega. De minister heeft dat betoog ook ondersteund. Het is goed dat dat wordt geëxpliciteerd door geen besparingen door te voeren. De creatieve economie is een van de fundamentele pijlers van de economie van de toekomst, de maakeconomie en dies meer.
Er bestaat daar inderdaad wat ongerustheid, in het bijzonder ook rond VIAA in Gent, in de Waalse Krook, de bibliotheek van de 21e eeuw. Dat is beslist beleid, het is fundamenteel, maar er is onduidelijkheid. Die knoop moet worden doorgehakt. Ik hoop, minister, dat u duidelijkheid kunt verschaffen omtrent deze ongelooflijke rijkdom die wij in Vlaanderen hebben rond archief en dies meer. Dat zou daar perfect passen in de Waalse Krook, de bibliotheek van de 21e eeuw. Er moet echt duidelijkheid komen van de Vlaamse Regering. Mevrouw Lieten heeft dat vroeger vanuit Innovatie altijd zeer sterk ondersteund. Ik verwacht van de bevoegde minister en de regering in haar totaliteit een krachtig signaal om daarmee verder te gaan.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik vrees dat u het kind met het badwater gaat weggooien. Met dit zogezegd kleine, symbolische bedrag dat u schrapt, geeft u echt een verkeerd signaal. Design Vlaanderen heeft een heel lange traditie, sinds 1964. Het is het paradepaardje van ondernemend en creatief Vlaanderen. Het wil Vlaanderen op de kaart zetten op het vlak van design.
U weegt het af op een apothekersweegschaaltje, maar u moet begrijpen dat innovatie enkel kan worden gerealiseerd door zaaigeld te investeren. Dat is cruciaal. Symbolisch geeft u een heel belangrijk signaal dat u de creatieve economie niet nodig hebt voor innovatie.
Mijnheer De Clercq, u neemt mij de woorden uit de mond. VIAA is een traject dat is opgezet met heel veel succes. Het is heel cruciaal. Het gaat over de digitalisering van het Vlaams audiovisueel erfgoed en het staat nergens gealloceerd in de begroting. VIAA verkeert in onduidelijkheid en ik zou graag hebben dat u duidelijkheid geeft.
De heer Caron heeft het woord.
In het verleden was Design Vlaanderen een instelling die altijd wat heeft gependeld tussen een culturele insteek en een economische insteek. Het is in de loop van de tijd toegevoegd aan een ander departement. Het belangrijkste is dat het, net zoals bij kunstensubsidies, gaat over innovatie en vernieuwende producten van designers die mooi zijn en die ook een grote economische waarde hebben. Er is een traditie geweest om jonge designers altijd goed te steunen. Ik ken de techniciteit van de subsidieweide onvoldoende, maar het is voor dit soort van absolute innovatie doodjammer, zoals ook mevrouw Segers zei, dat er geen zaaigeld meer zou zijn, ook al komt niet elk plantje uit.
De heer Parys heeft het woord.
Ik ben heel blij dat iedereen het belang van de creatieve economie inziet. Ik denk dat het een sector is die kan concurreren met het buitenland omdat we betekenis en emotie toevoegen aan een product en zo echt op toegevoegde waarde concurreren. We moeten niet kijken naar internationale studies. Flanders DC heeft een studie gemaakt over wat de creatieve industrie waard is bij ons: het gaat over 125.000 jobs in Vlaanderen, 3 procent van de economie, 22,5 miljard euro omzet en 7 miljard euro toegevoegde waarde.
Mevrouw Segers trekt het een beetje op flessen: ze heeft het over het kind met het badwater weggooien omdat er een aantal subsidies om hotelkosten te recupereren in het buitenland die meer kosten aan administratie dan wat ze effectief kosten, worden afgeschaft. Minister, ik zou u willen vragen om te focussen op wat echt belangrijk is. En ook dat kunnen we leren uit een andere studie van Flanders DC: wat zijn de drempels voor de creatieve economie om internationaal door te breken? Dat gaat eerst en vooral over adequate financiering die vaak moeilijk te vinden is. Ten tweede gaat het over managements- en ondernemerschapsvaardigheden bijbrengen in die sector, ten derde over steunmaatregelen afstemmen op die specifieke sector en ten vierde piraterij aanpakken.
Wat de heer Parys naar voren brengt, is net wat we bewaren. We blijven 1,22 miljoen euro geven aan Design Vlaanderen dat de designers steunt.
Men spreekt over zaaikapitaal, maar de studie zegt dat die 125 euro net dient voor hotelkosten, promotie, drukwerk enzovoort en dat de jongste groep designers niet wordt bereikt. Ik heb dan de indruk dat dit een soort kost is waarvoor de sector zelf kan instaan en niet door de Vlaamse Regering moet worden betaald. De kosten die iemand maakt als hij in het buitenland is of in het binnenland op een beurs staat, veroorzaken vaak meer administratieve kosten, zowel voor Design Vlaanderen als voor de aanvrager. We moeten durven te zeggen om daarmee te stoppen en dat is niet het kind met het badwater weggooien, maar een bewuste keuze. We doen het negatieve weg en zorgen dat we het positieve wel kunnen bewaren en er zelfs minder op te besparen dan met de kaasschaaf.
Iemand zei daarnet al dat VIAA tussen twee zaken zit. Er is zelfs een regel binnen Europa die zegt dat de ontsluiting van documenten niet via innovatiesteun kan en mag worden gesubsidieerd, behalve in bepaalde omstandigheden. Het is een element waarrond minister Gatz en ik samen een document op de ministerraad zullen agenderen.
Voor MiX en drie andere hebben we gezegd dat het bereik naar bedrijven relatief beperkt is. We houden de werkingskosten, die zijn gegarandeerd. Wat ze niet meer automatisch krijgen, zijn bedragen om onderzoek te doen. Maar zij kunnen perfect projecten indienen bij de klassieke organen en daarvoor dan subsidies krijgen. Ze houden dus de werkingskosten, maar voor wat er bovenop komt, zullen ze projecten moeten indienen.
Een aantal hebben daarop gereageerd dat het geen enkel probleem is, dat ze sterk genoeg zijn, en hun subsidie wel zullen binnenhalen binnen de projecten. Dat vind ik op zich een goede regeling: we betalen een deel van de werkingskosten, maar geven voor de rest niet zomaar geld, enkel als er goede projecten zijn. Dat lijkt me aanvaardbaar. Dat doen we hier.
Het is een goede manier om iedereen op projecten te laten werken, en niet zomaar geld te geven om eender welk onderzoek te doen. Ik zeg het te zwart-wit, ik wil zeker niemand beledigen, maar ik denk dat u het begrijpt. Voor MiX en drie andere is het dus zo: werkingskosten gegarandeerd, projecten kunnen worden ingediend en als die goed zijn, is de kans zeer groot dat ze verder worden gesubsidieerd.
Minister, ik onthoud twee elementen uit uw antwoord. VIAA is voor u ook heel belangrijk. We moeten heel snel op zoek gaan naar de juiste subsidiëring. Voor MiX is het uiteraard belangrijk dat er projecten op poten worden gezet en dat die worden gemotiveerd wanneer ze worden ingediend, maar we moeten ook op zoek gaan naar een voldoende flexibel instrument. Dat mag niet log zijn, want net in de creatieve sectoren is dat af en toe een grote hinderpaal.
De actuele vraag is afgehandeld.