Report plenary meeting
Actuele vraag over de groeiende ongerustheid bij land- en tuinbouwers betreffende de stijgende prijzendruk op voedingsproducten door de komst van een Nederlandse supermarktketen naar België
Report
De heer Sintobin heeft het woord.
Door middel van deze actuele vraag wens ik drie knelpunten aan te halen.
Ten eerste wil ik erop wijzen dat er door de komst van een Nederlands supermarktketen, om Albert Heijn niet bij naam te noemen, in de supermarkten een enorme prijzendruk is ontstaan waardoor voedingsproducten worden verkocht aan belachelijk lage prijzen. Elke supermarkt voelt zich gedwongen aan die prijzenslag mee te doen, met een concurrentieslag tot gevolg.
Ten tweede wil ik erop wijzen dat die Nederlandse keten vooral buitenlandse – met name Nederlandse – voedingsproducten verkoopt waardoor onze afzetmarkt voor onze lokale producten vermindert.
En ten derde – last but not least – is er de vraag welke weerslag dit alles heeft op het inkomen van de landbouwer, een problematiek die we reeds herhaaldelijk hebben besproken in deze plenaire vergadering én in de commissie Landbouw. Vraag is ook welke weerslag dit heeft op toekomst van de landbouw en op de voedselproductie in het algemeen.
Als dit alles blijft voortduren – iets wat de landbouworganisaties vrezen – en het inkomen van de landbouwer niet langer kan worden gegarandeerd, zal niemand nog het boerenberoep willen uitoefenen. Waar zal ons voedsel dan vandaan komen? Welke veiligheids- en kwaliteitsgaranties zullen we dan nog hebben?
Minister-president, wat is uw visie op deze zoveelste noodkreet van de landbouworganisaties? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega Sintobin heeft net aangehaald dat er inderdaad een sneeuwbal aan het rollen is gegaan die wel eens een lawine kan veroorzaken die onze duurzame Vlaamse voedselproductie kan versmachten.
Dit thema is al herhaaldelijk aangekaart en besproken in dit parlement. Er zijn dienaangaande reeds enkele acties ondernomen. Zo is er enerzijds het prijzenobservatorium en anderzijds is er het door de minister-president opgestarte ketenoverleg. Aldus is men op vrijwillige basis en in een goede verstandhouding gekomen tot een gedragscode die door de supermarktketens, in overleg met de leveranciers, werd onderschreven. Door die code weten leveranciers en ketens hoe ze met elkaar moeten handelen.
Nu is gebleken dat Albert Heijn onze markt zomaar is binnengefietst zonder zich iets van die gedragscode aan te trekken. Zij zijn een prijzenslag gestart en het studiebureau Nielsen heeft reeds becijferd dat supermarkten in de omgeving van een Albert Heijn hun prijzen met gemiddeld 2 procent hebben verlaagd.
Hoe kunnen we nu een keten zoals Albert Heijn aanzetten om die gedragscode toch te respecteren? Ik verwijs in dit verband naar het Verenigd Koninkrijk waar ook een dergelijke gedragscode bestaat, maar die is dan wel gekoppeld aan een toezichthouder die nagaat of de ketens zich wel aan die code houden. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan kan de toezichthouder sanctionerend optreden.
Minister-president, kunt u in de schoot van het prijzenobservatorium of van het ketenoverleg onderzoeken of overwegen of dit Britse systeem ook in Vlaanderen of België kan worden toegepast?
Minister-president Kris Peeters heeft het woord.
Dit probleem is hier inderdaad reeds meermaals besproken. We hebben hier te maken met het spanningsveld tussen de consument die zijn kwaliteitsvolle producten tegen de voordeligste prijs wenst aan te kopen en anderzijds de landbouwer die zijn kwalitatieve producten tegen een eerlijke en heerlijke prijs wens te verkopen om zo zijn bedrijf verder te laten groeien. Het opgerichte ketenoverleg heeft hier nog niet voldoende invulling aan gegeven.
Ik zal vier acties ondernemen.
In de eerste plaats zal ik de verantwoordelijke van Albert Heijn uitnodigen en hem vragen hoe zij dit verder zien en waarom zij de door mevrouw Rombouts aangehaalde gedragscode niet respecteren. Ik wens daarbij te vernemen wat daarbij hun verdere aanpak is. Als minister van Landbouw ben ik immers bekommerd om onze landbouwers en tuinders die hun producten op een correcte manier moeten kunnen afzetten.
Ten tweede, aangezien bepaalde bevoegdheden nog altijd op het federale niveau zitten, zeker wat betreft de controles op de regelgeving met betrekking tot eerlijke handelspraktijken, zal ik contact opnemen met mijn federale collega van Economie om hem te vragen dit dossier te bekijken en vanuit zijn bevoegdheid over de eerlijke handelspraktijken, te kijken of hier regels zijn geschonden en, als dat zo zou zijn, daar ook tegen op te treden.
Ten derde zal ik de landbouworganisaties uitnodigen om, zoals collega Rombouts heeft aangehaald, andere initiatieven – u verwijst naar een ombudsdienst zoals in Engeland, als ik me niet vergis – voor te stellen.
Ten slotte zal ik het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) opdracht geven om, zoals steeds, verder promotie te voeren voor de eigen Vlaamse producten.
Voorzitter, collega’s, met deze vier acties wordt daar een antwoord op gegeven. Ik wil nog eens onderstrepen dat ik bepaalde bevoegdheden niet heb, maar dat ik, gezien de ernst van de situatie, de zaken wel zal aanpakken zoals ik heb toegelicht.
Minister-president, dank u wel voor uw antwoord en uw aankondiging van vier acties. Maar zo gaan we er natuurlijk niet komen. Dat is allemaal goed bedoeld, maar het zal niet veel uithalen. U hebt het al verschillende keren in de commissie gehad over onder andere het Prijzenobservatorium. Hoeveel keer hebt u al gezegd in de plenaire zitting en de commissie dat u contact zult opnemen? Ik heb dat al diverse keren gehoord. Het dateert trouwens nog van minister Van Quickenborne, die toen bevoegd was. Dus, Prijzenobservatorium: geen sprake van.
Maar ook het ketenoverleg, waar u initieel nauw bij betrokken was, werkt niet. Het is verworden tot een vodje papier. Nu gaan praten met Albert Heijn? Albert Heijn zal zeggen: de markt moet kunnen spelen. Ze zullen zich niets aantrekken van wat u hun vertelt.
Op federaal niveau speelt het feit dat men voeding gebruikt als lokmiddel om klanten naar de supermarkt te brengen. Waarschijnlijk heeft men op federaal niveau een kapstok om eventueel klacht in te dienen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, ik wil u hartelijk danken voor uw antwoord. We hopen dat er resultaten komen uit die vier acties. Ik begrijp de moeilijke positie zeer goed. We vragen inderdaad om een projectmarktorganisatie te realiseren. Ik besef heel goed dat we als overheid niet alles in handen hebben en inderdaad in overleg moeten gaan met partners. Maar zoals ik al aangaf, zou ik het heel graag hebben dat het op vrijwillige basis gebeurt, en als het in overleg kan, liefst zelfs. Maar als er op bepaalde momenten zaken echt niet worden gehanteerd, stel ik me de vraag of we niet kunnen voorzien in een stok achter de deur. Ik ben dus blij dat u het element van de eventuele toezichthouder zeker meeneemt.
De heer Callens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ik zie het toch anders dan wat hier allemaal gezegd wordt. Je hebt de landbouwer-producent. Dan heb je de tussenschakels: de handelaars, de veiling en andere mensen die de producten verdelen. Vervolgens heb je de kleinhandel en de warenhuizen.
Wat is er aan het gebeuren? Die tussenschakel is aan het verdwijnen. Ze laten die weg. We hebben het zelf gedaan bij de landbouwer zelf met de korte keten. Natuurlijk gaat men nu de prijzen van de veiling vergelijken met de prijzen van de producten die in de winkel liggen, maar als die mensen rechtstreeks contracten afsluiten met de landbouwers, is er natuurlijk geen tussenschakel. De ongerustheid zou eigenlijk vooral moeten gaan over de tussenschakels. Die gaan problemen krijgen.
Minister-president, als dat effectief aan het gebeuren is, zou het dan niet mogelijk zijn om de opleiding bij de landbouwers te ondersteunen zodat ze op een goede manier de verkooptechniek toepassen ten opzichte van die grote warenhuizen?
Is het verder niet mogelijk om een voorbeeldcontract voor te leggen, zodat ze niet kunnen worden bedrogen door een aantal grote aankopers? We moeten dat in de gaten houden.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, ik ben eerlijk gezegd nogal gecharmeerd door de oproep van mevrouw Rombouts om een beetje kritisch te kijken naar de marktwerking in dezen. Ik hoop dat het enthousiasme even groot is als het gaat over de bescherming van de consument. Als we het benchmarken met het buitenland, stellen we vast dat producten in onze warenhuizen – en dan zeker de voedingsproducten – eigenlijk duurder zijn dan in het buitenland. Met andere woorden, er is best wel een probleem met de link die we leggen tussen wat de producent krijgt en wat de consument betaalt. Daarover bestaat er vandaag te weinig transparantie. Elk beetje transparantie dat we krijgen, zou goed zijn voor de consument en is welkom.
Voorzitter, ik denk dat we het juiste antwoord geven met die vier acties. Mijnheer Sintobin, ik weet niet wat ik volgens u zou moeten doen, maar we moeten hier toch rekening houden met de marktwerking, met de consumenten en de instrumenten die we hebben. Ik denk dat we dat op die manier goed aanpakken.
Mijnheer Callens, u verwijst naar tussenschakels. Ik denk dat het probleem te zoeken is in het onevenwicht en de machtspositie van de distributieketens enerzijds en de landbouwers anderzijds. Zoals u terecht zegt, sluiten zij rechtstreeks contracten af tegen bepaalde prijzen. Het is voor de distributieketens mogelijk die prijzen zeer scherp te zetten omdat zij in een machtspositie zitten. Het ketenoverleg, dat zoals de heer Sintobin zei, niet het succes heeft meegebracht dat werd verhoopt, moest daarin evenwicht brengen. Maar dat is volgens mij niet volledig gelukt. Mijnheer Van Malderen, ik ga ervan uit dat we erin moeten slagen om scherpe prijzen neer te zetten voor de consument. We produceren hier in Vlaanderen prachtige producten in de land- en tuinbouw. Er kan en moet daarvoor een correcte prijs worden betaald.
De heer Sintobin heeft ook verwezen naar het lokvogelprocedé. In het voorbeeld van mevrouw Rombouts, over de asperges, krijgt men dan 6 euro per kilo. Op de veiling is het 8 euro. Op die manier probeert men de klanten te lokken en de hogere prijzen op andere producten op die manier te compenseren. Dat is een van de elementen die op basis van de eerlijke handelspraktijken kan worden gecontroleerd. Maar nogmaals, dat is iets waarover ik de federale minister van Economie zal aanspreken.
Mijnheer Van Malderen, ik vond het al vreemd dat u het woord nam bij iets over landbouw. Het gaat niet op de prijzen voor de consument te vergelijken met het buitenland. Er is namelijk natuurlijk ook iets als de loonkost, die mee de prijs bepaalt.
Minister-president, mijn kritiek is ingegeven door het feit dat deze problematiek er niet plots vandaag is, maar dat we daarover al jaren het debat voeren. Daarom wil ik de forcing voeren.
Het is ook een bedreiging voor de kleine buurtwinkels. Dat is nog niet aan bod gekomen. De Vlaamse overheid geeft subsidies aan buurtwinkels die kapot worden beconcurreerd door de grote supermarkten.
Ik wil verder dat er niet alleen wordt ingezet op promotie voor lokale producten, maar dat er ook wordt gesensibiliseerd bij de consument over hoe een prijs tot stand komt in een supermarkt.
Tot slot wil ik mij tot De Standaard richten en vragen of ik nu een half punt bij krijg op mijn rapport. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Voorzitter, ik wil nog even kort reageren. Ik denk dat de evenwichtsdiscussie, die hier meer dan terecht op zijn plaats is, een beetje uit de context wordt getrokken in enkele vraagstellingen.
We krijgen twee minuten per actuele vraag. Ik heb inderdaad niet gesproken over de consumentenprijs, maar uiteraard gaat het hier over een correcte prijs, dus ook ten aanzien van de consument. We stellen alleen vast dat er een scheeftrekking gebeurt naar de producent. Dat is wat hier wordt aangekaart. Het is zeer belangrijk dat die producent ook een correcte prijs krijgt, want anders zal de consument ook geen kwaliteitsvoedsel meer krijgen. Het aanbod zal teniet worden gedaan. Ook de kwaliteit zal daaronder lijden.
Het is ook in het belang van de consument dat er hier ter plaatse goed, kwaliteitsvol voedsel kan worden geproduceerd. Mijnheer Callens, het is uiteraard een mogelijkheid om te gaan naar rechtstreekse contracten aan telers, maar we moeten vooral zien dat de sector niet volledig ten onder gaat. Bepaalde telers kunnen er mogelijk in mee, maar het volledige aanbod moet gegarandeerd blijven in de toekomst en de hele sector moet daar dus baat bij hebben. Dat wordt hier door de gedragscode niet na te leven onderuit gehaald.
De actuele vragen zijn afgehandeld.