Report plenary meeting
Report
Bespreking en stemming
Dames en heren, aan de orde is de wijziging van het statuut van het lid van het Vlaams Parlement.
De bespreking is geopend.
Het Uitgebreid Bureau van 10 februari 2014 heeft beslist om het voorstel tot wijziging van het statuut van het lid van het Vlaams Parlement wat betreft de uittredingsvergoeding en de vergoeding voor aanvullende verantwoordelijkheden in het Vlaams Parlement, aan de plenaire vergadering voor te leggen.
Voor de uittredingsvergoeding wordt voorgesteld om de volledige tekst van hoofdstuk 1, punt 3.6, te vervangen door een nieuwe tekst. De krachtlijnen van dit voorstel zijn:
– In de toekomst zal een parlementslid dat niet herkozen wordt, een uittredingsvergoeding van 5 maanden ontvangen, vermeerderd met 1 maand per parlementair dienstjaar. Volgens de oude regeling gaf een gepresteerd jaar nog recht op 2 maanden uittredingsvergoeding.
– De maximumduur van de uittredingsvergoeding is gehalveerd en bedraagt nu 2 jaar in plaats van 4 jaar.
Voor de vergoeding voor aanvullende verantwoordelijkheden komt dit voorstel neer op een aanpassing die in lijn ligt met de resultaten van de benchmark met andere Europese parlementen die het Vlaams Parlement heeft laten uitvoeren. Uit deze studie bleek dat de parlementaire vergoeding van de Vlaamse parlementsleden in lijn lag met deze voorzien in andere parlementen, maar dat de meeste vergoedingen voor aanvullende verantwoordelijkheden en bestuursfuncties eerder aan de hoge kant lagen.
Door de voorgestelde aanpassingen komen de in het Vlaams Parlement voorziene vergoedingen meer in lijn te liggen met wat in verschillende Europese assemblees voorzien is.
De nieuwe regeling treedt in werking na de verkiezingen van 25 mei 2014.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Collega’s, voor ons ligt een voorstel tot wijziging van het statuut van het lid van het Vlaams Parlement, wat betreft de uittredingsvergoeding en de vergoeding voor aanvullende verantwoordelijkheden in het Vlaams Parlement. Onze fractie zal dit mee ondersteunen, omdat wij van oordeel zijn dat iedereen, op eender welk niveau, de tering naar de nering moet zetten.
Toch heeft de LDD-fractie ook een vraag aan de Vlaamse Regering. Het is een beetje jammer dat niemand van de Vlaamse Regering aanwezig is, maar niettemin kunnen wij onze vraag formuleren. Een uittredend minister heeft ook recht op twee medewerkers, en dat voor de jaren dat hij of zij minister was. We stellen ons de vraag of de regeringsleden niet ook bereid zijn om op dat vlak een signaal te geven en de tering naar de nering te zetten. Daarom vragen wij of de Vlaamse Regering zich eventueel komende vrijdag over deze vraag wil buigen.
Tegelijk vragen wij of de regeling dezelfde is voor ministers die geen parlementair mandaat meer uitoefenen als voor ministers die wel nog een parlementair mandaat voortzetten. We kunnen ons immers afvragen of het nog van deze tijd is dat de Vlaamse belastingbetaler moet opdraaien voor twee medewerkers, die gedurende jaren toegekend kunnen worden aan uittredende ministers.
Ik wil daarom het voorstel doen om de regering te vragen om met een voorstel te komen. Indien de Vlaamse Regering daar niet op zou ingaan, kunnen we ook een voorstel aan het Vlaams Parlement doen, om uittredende ministers die parlementslid worden, afstand te laten doen van hun parlementaire medewerker.
Ik zal uw vraag overmaken aan de Vlaamse Regering, mevrouw De Waele.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
Mag ik aannemen dat de wijziging van het statuut van het lid van het Vlaams Parlement eenparig is aangenomen? (Instemming)
Dan is aldus besloten.