Report plenary meeting
Report
De heer Sauwens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we maken ons zorgen over het feit dat Fordarbeiders nog onvoldoende de sense of urgency beseffen van wat er gaat gebeuren. Dit jaar zullen 6000 tot 7000 mensen in Limburg hun job verliezen. De VDAB heeft, met de hulp van enkele externe bedrijven, een netwerk opgezet, waar een aantal opleidingscheques gratis ter beschikking worden gesteld. Alle Fordarbeiders en de arbeiders die bij toeleveranciers werken, krijgen zo de kans een opleidingsprogramma te volgen.
De loopbaanbegeleiding heeft het voordeel dat de arbeiders zich kunnen oriënteren naar de nieuwe jobs die er vanaf begin volgend jaar komen. De VDAB zegt dat er vandaag slechts enkele tientallen mensen gebruik van hebben gemaakt. Minister, hoe komt het dat zo weinig mensen daar gebruik van maken? Het kan toch niet dat zoveel duizenden mensen zich in de werkloosheid gaan installeren?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Sauwens, er is een begeleidingsstuurgroep bestaande uit VDAB, vakbonden, de werkgevers van Ford en de toeleveranciers, die de begeleiding van de werknemers op zich nemen. Die stuurgroep heeft zich tot nu vooral beziggehouden met opleiding tijdens technische werkloosheid, een jobclub, de begeleiding van de 511 mensen die al vertrokken zijn. Maar u hebt gelijk. De hoogdringendheid is niet bij alle werknemers doorgedrongen. Ze zijn zeker dat ze tot het einde van dit jaar kunnen werken.
In de begeleidingsstuurgroep is in december afgesproken dat er effectief meer aandacht moest gaan naar de loopbaancheques en -begeleiding. Er is afgesproken dat we daar begin 2014 promotie voor zouden voeren. De werkgevers waren bereid om de 40 euro die normaal door de werknemers zelf wordt bijgedragen, over te nemen.
Gisteren is de stuurgroep opnieuw samengekomen en er zijn enkele zaken beslist. Ten eerste, ze zullen in maart een campagne voeren voor alle werknemers. Het is belangrijk dat de Forddirectie en de directies van de toeleveranciers akkoord zijn gegaan dat de informatiesessies doorgang kunnen vinden tijdens de werkuren. Ze zullen de lopende band zelfs een half uur stilleggen, zodat iedereen kan worden bereikt.
Daarenboven maakt de VDAB ondertussen afspraken met de loopbaanchequeverstrekkers – ik bedoel diegenen die de loopbaanbegeleiding doen – om ervoor te zorgen dat de informatie die er dankzij de loopbaanbegeleiding komt, optimaal, in een warme overdracht, naar de VDAB gaat. De werknemers zullen dus niet alleen een beter zicht hebben op wat ze kennen en kunnen en op waar zij met hun kennis en kunnen heen kunnen, daarenboven kan de VDAB die informatie ook gebruiken om de begeleiding te verbeteren.
Er zijn dus stappen gezet om de loopbaanbegeleiding te versterken.
Minister, dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad nuttig dat deze mensen zo vroeg mogelijk weten of ze zich moeten herscholen tot heftruckchauffeur of dat zij in de transportsector zullen worden tewerkgesteld of in een of ander bedrijf. Het is belangrijk dat wij nu van u de zekerheid krijgen dat de diensten van de VDAB voldoende uitgerust zullen zijn om de enorme toestroom die er later zal komen en die niet gespreid zal zijn, te kunnen opvangen. Hebt u voldoende mensen om die massa van zes- tot zevenduizend mensen die hopelijk in de loopbaanbegeleiding zullen stappen, op te vangen?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik had hierover ook een vraag om uitleg ingediend omdat ik de bekommernissen van de heer Sauwens deel. De vele werknemers bij Ford zitten nu nog in een toestand van onzekerheid. Ze hebben niet meteen toekomstvooruitzichten. Ze focussen zich daarom nog volledig op hun huidige job. Dat is goed, maar wij moeten wel, samen met hen, beginnen denken aan hun toekomst, aan de voortzetting van de loopbanen van de vele duizenden werknemers van Ford die ook nog na Ford vele jaren aan de slag zullen moeten blijven. Een goede communicatie is wat dat betreft cruciaal. Ik hoor dat u wat dat betreft maatregelen zult nemen.
Ik wil u nog een uitspraak voor de voeten gooien, bij wijze van spreken. Het gaat om de uitspraak van een vakbondsafgevaardigde van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV). Hij zegt: “De VDAB schetst een eenzijdig beeld. De VDAB bekijkt alles vanuit een ivoren toren.” Hoe reageert u op de kritiek van het ABVV, dat zegt dat de VDAB een gebrekkige werking en een gebrekkige communicatie heeft?
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit mij graag aan bij de bezorgdheid van de heer Sauwens. Eind dit jaar is er een cruciaal moment: de definitieve sluiting van de Fordfabriek. We zien een aantal maatregelen van het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) niet uitgevoerd worden. Gisteren was er het ontslag van Martin Hinoul. Daar komen we straks nog uitvoerig op terug. Vandaag zegt minister Lieten dat de werkgevers onvoldoende maatregelen nemen. De minister-president ontkent dat. Dan blijken de opleidingscheques niet te werken.
Er is op dit moment een heel disparaat beeld. Aan de ene kant krijgen we de informatie vanuit de VDAB. De vakbond spreekt dat ten dele tegen. Men spreekt over honderden en tientallen. Voordat we hier uitspraken doen, moeten we van u weten wat de precieze cijfers zijn. Is er daar een probleem? Wie heeft gelijk? Welke maatregelen neemt u verder nog? U hebt al over een bijkomende informatiesessie gesproken. Welke maatregelen neemt u verder nog?
Mevrouw Quintens heeft het woord.
Voorzitter, wij delen allemaal de sense of urgency. Dat is een beetje hetzelfde als het zorgtraject bij de banken. De mensen stappen nog niet meteen naar hun bank; zij weten nog niet wat zij zullen doen na het einde van dit jaar. Ik ken lokaal een aantal mensen die wel in loopbaanbegeleiding zijn gestapt en die het zeer goed doen. Zij hebben al een job gevonden. Zij zouden het voorbeeld moeten kunnen zijn voor hun collega’s om te tonen dat het wel kan. Ik heb vandaag nog eens gebeld met een van de loopbaanbegeleiders van een van de bedrijven die het doen, mensen van SBS. Zij hebben veel contacten. Je hoort dat er wordt gezegd dat de mensen het wat beu zijn. Wij moeten daar niet blij om zijn, maar zij geven wel het gevoel dat zij willen dat wij hen met rust laten.
Ik denk ook, mijnheer Sauwens, dat er een ongelooflijke piek zal komen. Dan moet de VDAB er klaar voor zijn om dat op te vangen.
Ik wil nog een voorstel doen dat u kunt overmaken aan de VDAB, minister. De VDAB heeft het begrip loopbaancoaching wel voorgelegd, maar nog iets te weinig toegelicht. Dat ligt ook aan de vakbonden trouwens. Men zou nog eens goed moeten uitleggen wat dat kan betekenen, wat de resultaten kunnen zijn. Dat zou een grote stap vooruit zijn.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Het is inderdaad zo, de cijfers in de kranten tonen dat aan, heel wat werknemers van Ford wachten nog af. Ze zitten in een onzekere positie en kunnen zelf moeilijk de stap zetten naar het zoeken van werk en zelfs naar het zoeken van begeleiding om aan werk te geraken.
Ik hoor nu, minister, dat u heel wat inspanningen levert via de VDAB, dat er gratis loopbaanbegeleiding is. Ik vind het zeer goed dat de band zal worden stopgezet op een bepaald moment om de mensen effectief de kans te geven om tijdens de werkuren de nodige begeleiding te krijgen. Deze maatregelen moeten allemaal stand houden.
Iedereen waarschuwt voor de massale instroom aan het einde van het jaar. Ik hoop van harte dat dit niet zo zal zijn en dat we met deze politieke vragen een oproep kunnen doen aan de werknemers om het heft in handen te nemen, samen met de VDAB. Ze mogen niet wachten tot het einde van het jaar om stappen te zetten. Mocht dat toch zo zijn, mocht er een massale instroom zijn, is de VDAB daar al op voorbereid? Zijn er al concrete acties op papier gezet?
Voor mij is het een goede zaak dat de VDAB en de begeleidingsstuurgroep waar de vakbonden in zitten, samenkomen. Het is toch eigenaardig dat mensen zo vaak kritiek willen geven in plaats van mee te werken. Een van de loopbaanbegeleiders is een nevenorganisatie van het ABVV. Strikt genomen zouden zij die mensen dus rechtstreeks daarnaartoe kunnen brengen. Dan kritiek geven, lijkt mij raar.
De stuurgroep heeft ervoor gezorgd dat 77 procent van de mensen die in december al vertrokken zijn bij Ford, niet meer werkzoekend zijn. Dat is een mooi cijfer.
Het is niet allemaal even eenvoudig, en dat is niet de schuld van de VDAB. De wetgeving is soms vrij ingewikkeld, dat weet u net zo goed als ik. Er is niet alleen de Vlaamse wetgeving, maar ook de federale. Er is het doelgroepenbeleid. Er is zoveel. De VDAB heeft mij verzekerd dat ze dit alles in een meer begrijpelijk geheel zullen vatten. Ze zullen een begrijpelijke brochure met alle maatregelen maken zodat de mensen – van arbeider tot directie – dat beter zullen kunnen begrijpen.
De loopbaanbegeleiding omvat een schitterend instrument dat we zelf hebben uitgetekend, namelijk de loopbaancheque. Met 40 euro kan de werknemer bij private instanties voor 500 euro loopbaanbegeleiding inkopen. Er zijn al veel instanties erkend, zelfs een toestroom zal geen enkel probleem zijn. Er zijn er meer dan genoeg die loopbaanbegeleiding kunnen geven, de VDAB moet dat niet zelf doen.
Ik hoor ongelooflijk positieve reacties op de loopbaancheques. Het idee is niet slecht, wellicht zal men dat meenemen, om degenen die al loopbaanbegeleiding hebben gevolgd en daar tevreden over zijn, te laten getuigen om anderen ertoe aan te zetten om voor begeleiding te kiezen. Ik denk niet alleen aan de Fordwerknemers en de toeleveranciers, maar aan alle Vlamingen. Ze kunnen dan nadenken over hun loopbaan, over hun kennen en kunnen en wat ze daarmee kunnen aanvangen.
Het is een moeilijke kwestie. Als er bij de toeleveranciers te weinig mensen zijn, neemt men interims aan. Dat zal een moeilijk evenwicht blijven voor de rest van het jaar. Laat ons ervan uitgaan dat meer mensen gaan beseffen dat ze via de loopbaanbegeleiding een nieuwe job kunnen vinden, en dat ze tijdig, u zei dat heel correct, een opleiding kunnen volgen om eventueel die nieuwe job te realiseren.
Met de afspraken die gisteren zijn gemaakt met alle leden van de begeleidingsstuurgroep, maar ook de directie, waardoor de infosessies tijdens de werkuren zullen plaatsgrijpen, zijn er opnieuw stappen gezet, lijkt me. U mag er echter allen op rekenen dat ik dat van nabij zal blijven volgen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil nog iets meegeven over de premieregeling. Men heeft bij de onderhandelingen een zeer zware uittredingsvergoeding kunnen verkrijgen. Dat kan niet de remmende factor zijn. Er is trouwens ook een regeling waardoor zelfs bij een vervroegde uittreding slechts van een heel beperkt inkomens- of vergoedingsverlies sprake is. De communicatie daarover lijkt me heel cruciaal.
Voor het overige sluit ik me aan bij de door collega’s geuite stelling dat we aan de werknemers moeten zeggen dat de opleidingstrein, de loopbaantrein maar één keer langskomt, en dat ze ervoor moeten zorgen dat ze erop zitten, anders is het te laat.
De actuele vraag is afgehandeld.