Report plenary meeting
Report
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, vandaag nog konden we in de krant lezen dat Vlaanderen het tempo van de aanvragen voor Europees geld voor de landbouw niet kan volgen.
Diegene die de moeite heeft gedaan om het artikel helemaal te lezen, komt tot de vaststelling dat het gaat over het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF), het investeringsfonds dat kapitaalpremies geeft en rentesubsidies onder andere voor vestigingssteun voor de land- en tuinbouw. Deze investeringssteun komt ook vaak ten goede aan het leefmilieu, het dierenwelzijn enzovoort. Kortom, het is een belangrijk middel voor de Vlaamse land- en tuinbouw. Uit het artikel blijkt dat de doorlooptijd van een dossier twee jaar kan zijn. De vraag stelt zich dan of het dossier samenstellen zo lang duurt, of de uitbetaling.
Positieve conclusie is dat daarmee ook is vastgesteld dat van 2008 tot nu de investeringen in de landbouw op een hoog peil zijn gebleven en dat de keuze is gemaakt om de investeringssteun op dit niveau te houden. Die investeringssteun zou ook kunnen worden verlaagd, maar dat zou geen juiste keuze zijn geweest.
Minister-president, het VLIF is uitermate belangrijk om de Vlaamse land- en tuinbouw competitief te houden en te verduurzamen. Vorige vrijdag heeft de Vlaamse Regering het programmeringsdocument goedgekeurd dat moet worden ingediend bij de Europese Unie. Het document schetst het kader voor ons landbouwbeleid voor de komende zeven jaar. Het is dus een heel belangrijk instrument voor de land- en tuinbouw.
Minister-president, is er in de volgende planperiode extra budgettaire ruimte voor het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, mijnheer Ceyssens, ik dank u voor de vraag, want het geeft mij de gelegenheid om bepaalde krantenartikelen toch even te duiden.
Als men het heeft over achterstand van uitbetaling, dan moet u zeer goed het onderscheid maken tussen uitbetaling van de goedgekeurde dossiers en de goedkeuring van dossiers. Wat de uitbetaling van goedgekeurde dossiers betreft, is er hoegenaamd geen enkel probleem: alle goedgekeurde dossiers worden tijdig uitbetaald. Wat de goedkeuring van dossiers betreft – en daar zit de nuance in –, geven wij aan de land- en tuinbouwers de mogelijkheid om tijdens de procedure tot goedkeuring nog bijkomende informatie te geven om te voorkomen dat het dossier wordt afgekeurd. Het gevolg is dat 95 procent van de ingediende dossiers bij het VLIF worden goedgekeurd. De reden is dat we dus heel wat mogelijkheden geven om te corrigeren en aan te vullen als er fouten of onvoldoende elementen in het dossier zijn. Hierdoor wordt de looptijd wat langer, maar liever dossiers goedkeuren wanneer ze volledig zijn dan dossiers afkeuren waardoor ze opnieuw moeten worden ingediend. Die nuance is onvoldoende uit de verf gekomen, maar ik krijg hier de gelegenheid om dat recht te zetten.
Er is het nieuwe Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling, PDPO III. In de periode 2007-2013 bedroeg de Europese cofinanciering welgeteld 141 miljoen euro. Die periode is nu afgesloten en er is nu PDPO III. Voor 2014-2020 is de totale Europese cofinanciering 202 miljoen euro. Dat betekent dat we 60 miljoen euro extra kunnen inzetten ter ondersteuning van de investeringen in de landbouw de komende jaren. Dat is heel positief, want zo kan de Vlaamse land- en tuinbouw de nodige investeringen doen.
Minister-president, ik dank u. Uw antwoord was verhelderend. Ik heb nog een vraag: is er al enig zicht op de timing van de goedkeuring van het planningsdocument door de Europese Unie?
De heer Callens heeft het woord.
Minister-president, in 2009 heb ik hierover al een vraag gesteld. De heisa in de kranten komt er hoofdzakelijk naar aanleiding van een schriftelijke vraag van mij en waarop u ongeveer hetzelfde hebt geantwoord.
Minister-president, we moeten toch eerlijk zijn tegenover onszelf. Het gaat over 5600 dossiers. Dat is een heel pak. Ik begrijp dat u zegt dat de 70 miljoen euro die u jaarlijks kunt uitbetalen voor een deel soelaas kan bieden aan een aantal landbouwers. Maar ik heb de indruk dat de administratie een klein beetje de financiële trend volgt. De landbouwers beweren dat, wanneer zij contact opnemen met het VLIF of met iemand van de administratie, zij meestal horen dat hun dossier nog een tijdje zal moeten wachten. Dat betekent dat de mensen van de administratie het een beetje vertikken om ter plaatse te kijken om dat dossier goed te keuren. Ze zeggen dat er toch geen geld is.
Minister-president, u gaat toch niet de mensen die de volgende legislatuur hier het bewind voeren belasten met een pak geld dat nog zou moeten worden betaald? Hebt u ergens nog een doosje of een spaarpotje om soelaas te bieden aan die landbouwers die, zoals de heer Ceyssens zegt, wel competitief willen blijven?
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Minister-president, ik denk niet dat het probleem zit in de beschikbare investeringsmiddelen, maar wel in de dossierafhandeling. Daarom wil ik u vragen of er hiervoor niet beter geïnformeerd of gesensibiliseerd moet worden binnen de sector en de betrokken vakorganisaties, ten einde de dossierafhandeling vlotter te laten verlopen.
De heer Peeters heeft het woord.
Minister-president, ik wil even het luik plattelandsontwikkeling en beheersovereenkomsten in de kijker stellen. Ik vind het een goede zaak dat Vlaanderen in de toekomst meer middelen krijgt. Maar u weet net zo goed als ik dat verschillende evaluaties erop gewezen hebben dat de kwaliteit van ons landschap en van de biodiversiteit in ons landschap niet verbetert, ondanks de investeringen die we op dat vlak doen. Ik roep u dus onverkort en heel duidelijk op: zullen die bijkomende middelen nu resulteren in een beter platteland en in meer biodiversiteit in dat platteland? Is dit met andere woorden een resultaatsverbintenis of gaan we het geld blijven uitgeven zonder het resultaat af te wegen?
Mijnheer Peeters, ik snap uw vraag niet. Het VLIF legt heel duidelijk de accenten op het milieu, op investeringen van de landbouwers die positieve effecten hebben op het milieu, in al zijn elementen. Iedereen juicht dat toe, behalve u misschien.
Het gaat hier over plattelandsontwikkeling. De land- en tuinbouwers spelen daarin een niet onbelangrijke rol. We laten dat niet uitdijen. Men stelt zich de vraag wat dit nog te maken heeft met het platteland en met de landbouw. Ik ben ervan overtuigd dat dit niet het enige middel is om de biodiversiteit, waarop u terecht de nadruk legt, te realiseren. Men kan geen middelen inzetten die de land- en tuinbouw absoluut nodig heeft om andere terechte uitdagingen te financieren. Dat is niet aangewezen.
Collega’s, ik wil hier nog eens onderstrepen dat de uitbetaling van goedgekeurde dossiers in de afgelopen jaren, ondanks de crisis die wij in de land- en tuinbouw hebben gekend, zelfs nog is versneld: er is een vervroegde uitbetaling gebeurd. Ik zal er nog eens op toezien, of een signaal laten geven, dat men bij de afhandeling van de dossiers de nodige vaart moet hebben en de nodige efficiëntie aan de dag moet leggen. Anderzijds is het beter een dossier iets langer te behandelen en het dan goed te keuren in plaats van een nieuw dossier te moeten indienen omdat het andere is afgewezen.
Ten slotte, mijnheer Ceyssens, we hebben vorige week de verdeling van de Europese middelen goedgekeurd, dus ik ga ervan uit dat we nu vrij snel – want we zitten toch al in 2014 – die 60 miljoen euro extra middelen kunnen inzetten in het belang van de land- en tuinbouw en het platteland in het algemeen.
Dank u wel, minister-president. Ik dank ook de heer Callens, die ruiterlijk toegeeft dat hij de heisa heeft veroorzaakt. Een stijging van 45 procent voor de komende planperiode is bijzonder goed nieuws voor de land- en tuinbouwsector in Vlaanderen. Niemand is ertegen dat dossiers worden versneld, maar ik houd er toch een warm pleidooi voor om altijd de mogelijkheid te laten om, terwijl het dossier loopt, aanpassingen te doen, want dat is de enige garantie dat het dossier uiteindelijk wordt beoordeeld op zijn merites, en daar worden we allemaal beter van.
De actuele vraag is afgehandeld.