Report plenary meeting
Report
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet betreffende opdracht van de bevoegdheid inzake het voeren van een specifiek grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant aan de Provincie Vlaams-Brabant.
De algemene bespreking is geopend.
De heer de Kort, verslaggever, heeft het woord.
Minister, collega’s, het voorliggende ontwerp van decreet werd op 9 januari laatstleden besproken door de Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie. De minister heeft verduidelijkt dat dit ontwerp voortvloeit uit de afspraken die werden gemaakt in het kader van de interne staatshervorming, waarbij besloten werd om het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant (Vlabinvest) over te dragen aan de provincie Vlaams-Brabant. Die overdracht gaat gepaard met een blijvend financieel engagement vanwege het Vlaamse Gewest.
Het ontwerp van decreet regelt de overheveling van de opdrachten van Vlabinvest naar een autonoom provinciebedrijf dat het bestuur van Vlaams-Brabant heeft opgericht, namelijk Vlabinvest APB (autonoom provinciebedrijf). Alle onroerende goederen, participaties, niet-projectgebonden rechten en verplichtingen die op 1 december 2013 het vermogen van Vlabinvest uitmaakten, gaan mee over naar dat APB.
Tegelijkertijd regelt het ontwerp van decreet de omvorming van het huidige Vlabinvest naar het Vlaamse Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant. De bevoegdheid van het huidige Vlabinvest wordt beperkt tot de financiering van Vlabinvest APB onder de naam ‘Vlaams Financieringsfonds’. Met andere woorden, er komt een opsplitsing tussen de beleidsbevoegdheid, die nu bij het provinciebestuur terechtkomt, en de financiering vanuit het gewest via kredietverstrekking en werkingssubsidies.
De heer Van Eyken stelde dat Vlabinvest en de doelstellingen ervan hem nooit na aan het hart gelegen hebben. Hij heeft de indruk dat de Vlaamse Regering met dit ontwerp datgene wat het Grondwettelijk Hof in het Grond- en Pandendecreet geschrapt heeft, opnieuw ingang wil doen vinden.
De heer Van Hauthem vroeg zich eerder af waarom de opdracht van Vlabinvest van het gewest naar de provincie zou moeten gaan. Volgens hem verliest de Vlaamse Regering daarmee die bevoegdheid en kan het Vlaams Parlement er geen controle meer op uitoefenen.
De minister verduidelijkte dienaangaande dat het Vlaamse niveau zijn bevoegdheid ter zake niet kan en ook niet zal afstaan. Het gaat hier enkel om een opdracht aan het provinciebestuur. Die opdracht komt er onder andere op neer dat de provincie gronden detecteert en kiest op welke opportuniteit ze inspeelt. De regelgeving blijft een Vlaamse bevoegdheid en aan de wetgevende en controlerende bevoegdheden van het Vlaams Parlement doet dit ontwerp van decreet op geen enkele manier afbreuk.
Mevrouw Van Volcem constateerde dat naast het Vlabinvest-gebied nog meer gemeenten waren gevat door het wonen in eigen streek en te maken kunnen hebben met sociale verdringing. Zij deelde dan ook mee dat Open Vld het voorbehoud dat de Raad van State in zijn advies formuleerde, ondanks de conclusie dat het ontwerp van decreet de toets van het gelijkheidsbeginsel lijkt te doorstaan, mede bijtreedt.
De minister merkte op zeker niet uit te sluiten dat er ook voor andere provincies een soortgelijk systeem kan komen als zich daar gelijkaardige problemen voordoen. Eveneens werden vragen gesteld naar de wijze van samenstelling van de raad van bestuur van het autonoom provinciebedrijf en werd de vrees uitgedrukt dat er louter politieke mandaten zullen worden uitgedeeld.
Op de vraag van mevrouw Van Volcem beklemtoonde de minister dat de samenstelling van de raad van bestuur een bevoegdheid is van de provincie Vlaams-Brabant. Mevrouw Vogels betreurt dat het ontwerp werd ingediend zonder dat er ten gronde werd nagedacht over de toekomst van het wonen in eigen streek. Ze acht het ook niet meer van deze tijd om via het woonbeleid mensen aan te moedigen om onder de kerktoren te blijven wonen. Ze is de mening toegedaan dat de overheid haar schaarse middelen beter anders zou besteden en zij pleit voor een beleid dat inspeelt op de internationalisering van de rand rond Brussel.
De minister beklemtoont nogmaals dat dit ontwerp de concrete uitvoering regelt in het kader van de interne staatshervorming en dat er niet moet worden getwijfeld of de provincie zich wel aan de wensen van de Vlaamse Regering zal houden. De desbetreffende besluiten van de Vlaamse Regering blijven gehandhaafd en de afdeling Toezicht zal blijven nagaan of de regelgeving correct wordt toegepast. Het ontwerp wordt uiteindelijk aangenomen met zeven stemmen tegen drie bij één onthouding.
Voorzitter, minister, na het verslag wil ik kort mijn persoonlijke bekommernissen naar voren brengen. Vlabinvest werd in de jaren 90 in het leven geroepen om een oplossing te kunnen aanreiken voor de hoge grond- en woonprijzen in de gemeenten in de rand rond Brussel en de daarmee gepaard gaande sociale verdringing. Vanuit CD&V is het belang van de werking van Vlabinvest altijd ondersteund en beklemtoond. In een gebied dat wordt geconfronteerd met een heel specifieke woonproblematiek is men er via Vlabinvest in geslaagd om – volgens de cijfers terug te vinden in het laatste jaarverslag – over de jaren heen 534 woongelegenheden te realiseren. Dat zijn evenveel gezinnen die in hun eigen streek een betaalbare woning hebben kunnen huren of kopen.
Maar ik wil mij ook aansluiten bij de opmerkingen die in de commissie gemaakt werden, door onder andere mevrouw Van Volcem, met betrekking tot het feit dat de problematiek van hoge prijzen en sociale verdringing zich ook in andere provincies niet alleen kan voordoen, maar dat ook effectief doet. Wanneer ik de evoluties in de Antwerpse rand bekijk, dan kan ik niet anders dan vaststellen dat het voor heel wat mensen – en dan vooral voor jonge mensen – een steeds moeilijkere opgave wordt om een betaalbare woning te kunnen vinden. Ik wil er hier dan ook voor pleiten om de evolutie in de andere provincies van dichtbij op te volgen en in die gebieden waar zich gelijkaardige problemen voordoen, in samenwerking met de provinciebesturen, de nodige initiatieven te nemen.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Ik wens de leden van de commissie te bedanken voor het constructieve gesprek. We geven gewoon uitvoering aan een stukje van de interne staatshervorming. Het zou op het terrein mogelijk moeten maken dat Vlabinvest nog korter op de bal kan spelen, nu het dichter bij de provincie zelf zit.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik wil mijn amendement toelichten. De heer de Kort heeft nog gezegd dat het de bedoeling is dat Vlabinvest een beleid voert ten voordele van het ‘Wonen in eigen streek’. Dat vind ik een schending van het arrest van het Grondwettelijk Hof. Dus vraag ik u nog één maal om dit deel van het ontwerp van decreet te schrappen.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Ik wens de heer de Kort te danken voor het zeer uitvoerige en juiste verslag.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2013-14, nr. 2303/1)
– De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 3. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2013-14, nr. 2303/3)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
– De artikelen 4 tot en met 31 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.