Report plenary meeting
Report
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, het voorstel van federaal minister van Werk Monica De Coninck over de werkcheque was in feite een motie van wantrouwen. Een motie van wantrouwen voor haar eigen Federale Regering en een motie van wantrouwen voor deze Vlaamse Regering. Want, zegt minister De Coninck, de federale maatregelen die we zelf hebben ingevoerd, werken niet en zijn te ingewikkeld. De Vlaamse Regering bakt er bovendien helemaal niets van, dus gaan we het zelf doen. Omdat de maatregelen te ingewikkeld en te complex zijn, voert de minister onder het mom van administratieve vereenvoudiging dan nog maar eens een extra en nieuwe maatregel in: de werkcheque. Dat is blijkbaar de socialistische logica. Bovendien wordt er aan symptoombestrijding gedaan, want aan de echte kwaal – de torenhoge lasten op arbeid – wordt alweer niet geraakt. Geheel ter zijde, maar premier Di Rupo – de premier van een land met de hoogste lasten op arbeid in heel Europa – zei gisteren in Davos dat het probleem van de loonkosten in feite niet zo erg is omdat er sectoren zijn waar er helemaal niet veel werknemers nodig zijn. ‘Il faut le faire’ om dat te zeggen op een World Economic Forum wanneer je de premier bent van een land met torenhoge lasten op arbeid.
Vorige week was er dan plots het voorstel van minister De Coninck voor een werkcheque. De Vlaamse Regering reageerde zoals gebruikelijk zeer verdeeld. U tweette, nog voor uw echtgenote de ochtendkoffie had gezet, dat er wel eens overleg had mogen zijn met de regio’s. Minister Lieten tweette eveneens in de haar kenmerkende eufemistische modus: “Goed voorstel van mijn partij.” En minister Muyters zei dat Monica De Coninck op haar eigen terrein moet blijven.
Minister-president, wat is nu eigenlijk het enige, echte, officiële standpunt van de Vlaamse Regering over de werkcheque?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, straks reis ik af naar Davos. Ik heb hier eerst antwoorden trachten te geven en ik hoop dus vanavond of vannacht te arriveren. Dit even terzijde.
Het is natuurlijk heel belangrijk dat de jeugdwerkloosheid wordt aangepakt. Er zijn al heel wat initiatieven genomen en minister Muyters heeft al heel wat stappen gezet zoals het aanmoedigen van werkervaring voor jongeren, individuele beroepsopleiding-stages enzovoort. Hoe meer initiatieven om het probleem op te lossen, hoe beter.
Op 1 juli 2014 worden wij bevoegd voor de doelgroepen. Als de Federale Regering nog initiatieven neemt, moet dat absoluut gebeuren in overleg om te voorkomen dat er een stop-and-go wordt gerealiseerd.
We hebben zelf in het Concurrentiepact, dat op het federale niveau is besproken, gezegd dat we een initiatief zullen nemen voor twee specifieke doelgroepen: min-30-jarigen en plus-55-jarigen. We zullen dat doen nadat we er kennis van hebben genomen hoe de Federale Regering de 3 x 450 miljoen euro gaat invullen. Als er dan een initiatief wordt bekendgemaakt, moet dat absoluut in overleg gebeuren.
Wij worden op onze wenken bediend, want er is morgen een overleg met de regionale ministers, georganiseerd door minister De Coninck. Op 5 februari is er een Overlegcomité waar ook over dit probleem zal worden gesproken.
Er is dus overleg. We zullen daar kennis nemen van de voorstellen die minister De Coninck denkt te kunnen realiseren, en Vlaanderen zal daarop reageren. We krijgen die bevoegdheid en zullen bekijken of dit geen stop-and-gobeleid is, maar integendeel een vereenvoudiging, zoals minister De Coninck nu heel duidelijk stelt. Die zou dan in Vlaanderen kunnen worden voortgezet. Om dat te kunnen doen, moet er echter eerst overleg over worden gepleegd.
Minister-president, uw antwoord is niet helemaal duidelijk, en dat is jammer, want waar werkzoekenden, zeker de jonge en de laagopgeleide werkzoekenden, nood aan hebben, is duidelijkheid. Ze hebben geen nood aan campagnetaal. Ze hebben geen nood aan verkiezingsstunts, aan lapmiddelen, aan druppels op een hete plaat. Ze hebben effectief nood aan structurele maatregelen.
Deze Vlaamse Regering heeft nu nog vijf maanden tot aan de verkiezingen, vooraleer een aantal aspecten van het arbeidsmarktbeleid naar de regio’s worden overgeheveld. Op 1 januari 2015 worden dan die nieuwe bevoegdheden van kracht. Intussen moeten we helaas vaststellen dat die jeugdwerkloosheid alleen maar toeneemt.
Minister-president, wanneer gaat deze Vlaamse Regering een tandje bij steken? Wat doet die Vlaamse Regering in de periode die haar nog rest, aan die torenhoge en stijgende jeugdwerkloosheid in Vlaanderen?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, wij – mevrouw Turan, mevrouw Quintens – hebben in dit parlement bijna wekelijks gewezen op het belang van het aanpakken van de jeugdwerkloosheid.
Mijnheer Janssens, u doet er wat smalend over, maar elke maatregel die ter zake dienstig is, waarbij 15.000 jongeren aan de slag kunnen worden geholpen door een gerichte lastenverlaging, die bovendien ook nog eens administratief eenvoudig is, is dan voor ons een maatregel die de moeite waard is. Ik vind dan ook dat we elke kans die zich aandient, moeten grijpen, ongeacht in welke fase van de legislatuur we ons bevinden.
Minister-president, ik roep u en de voltallige Vlaamse Regering dan ook op om het aangekondigde overleg aan te grijpen en alle mogelijke stappen te zetten opdat in Vlaanderen jongeren aan de bak komen, in plaats van dat we hen in de werkloosheid laten zitten.
Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Op zich is het goed dat minister De Coninck die administratieve lasten voor de bedrijven onder ogen ziet en daar iets aan wil doen. Het is natuurlijk wel een maatregel in het kader van het doelgroepenbeleid, dat met die zesde staatshervorming naar Vlaanderen komt. Natuurlijk mogen dingen worden aangepakt en gewijzigd, maar dan toch, menen wij, het liefst in overleg met het niveau waarheen dit over vijf maanden komt, met diegenen die zullen instaan voor dat beleid. Dat complexe doelgroepenbeleid zal moeten worden geëvalueerd. Dat zal op elkaar moeten worden afgestemd. Er moet inderdaad duidelijkheid komen, en eenvoud, zowel voor de werkgever als voor de jongere werkzoekenden, of voor alle werkzoekenden. Dat is heel belangrijk. Daarom is het jammer dat dit overleg er niet op voorhand was. Dat zal er nu komen. Ik wil vragen dat u zou aandringen op blijvend overleg daarover, want dat is toch wel belangrijk. De jeugdwerkloosheid is inderdaad belangrijk. Het werd al aangegeven: Vlaanderen heeft al diverse maatregelen genomen. We blijven daarmee bezig, maar dat moet op elkaar worden afgestemd, en fundamenteel blijft er natuurlijk wel die structurele loonlastenverlaging in de toekomst, maar ook dat zit niet bij Vlaanderen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Mijnheer Janssens, één ding is zeker: de jeugdwerkloosheid zal niet worden aangepakt door het gestook en de politieke spelletjes die u hier tracht op te voeren. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Ik merk dat de collega’s van het Vlaams Belang nog altijd wakker zijn. Dat siert hen.
Het is goed dat minister De Coninck inziet dat er enige vereenvoudiging nodig is wat de Activa-maatregel betreft. De jongste vier jaar is die maatregel al vijf keer aangepast. Ik meen dat vereenvoudiging zich inderdaad opdringt, maar eigenlijk is de oplossing ter zake voorhanden: door de staatshervorming komt dit beleid in Vlaamse handen. De Vlaamse Regering heeft al geanticipeerd door in 125 miljoen euro te voorzien om hierop in te zetten. Als we hier goed over overleggen en het goed voorbereiden, dan meen ik dat we heel snel na de bevoegdheidsoverdracht deze gerichte loonlastenverlaging voor die jongeren kunnen inzetten. Dat zal het beste resultaat opleveren.
Ten gronde wat betreft een chequemaatregel, denkt onze partij dat ook deze maatregel complex en bureaucratisch is en een hoge systeemkost heeft.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, het is markant dat vandaag heel wat mensen pleiten voor meer eenvoud. Dat hebben wij continu gedaan in de commissie: we hebben er continu op gehamerd dat gezorgd moest worden voor meer eenvoud.
Minister-president, u zegt dat minister Muyters heel wat maatregelen heeft genomen om de jeugdwerkloosheid en de werkloosheid tout court, te doen dalen. Wat zien we vandaag? Die werkloosheid daalt absoluut niet en men ziet door de bomen het bos niet meer. Er staan zo veel maatregelen op de website van de federale en van de Vlaamse overheid: er zijn niet minder dan 121 maatregelen om aan de slag te geraken. Dat is iets waarop wij keer op keer hameren.
Nu is er eindelijk iemand die een vereenvoudiging voorstelt, een soortgelijk voorstel als dat van onze partij over de flexi-jobs, om ervoor te zorgen dat kleine zelfstandigen en kmo’s snel en eenvoudig mensen kunnen aanwerven. Maar wat gebeurt er dan? Er is commotie alom, want iemand heeft een maatregel tot vereenvoudiging in het leven geroepen, maar zonder overleg.
Deze Vlaamse Regering moet eindelijk wakker worden en zorgen voor meer vereenvoudiging in alle tewerkstellingsmaatregelen. Ik herhaal wat ik vorige week in de commissie heb gezegd: het is niet vijf voor twaalf, maar vijf over twaalf. Als u niet wilt dat onze concurrentiepositie blijft verslechteren, doe er dan iets aan en vereenvoudig. Zorgt u er dan voor dat de kleine zelfstandigen en de kmo’s snel en eenvoudig mensen kunnen aanwerven opdat de werkloosheid eindelijk kan dalen. (Applaus bij Open Vld)
Voorzitter, dames en heren, over kleine zelfstandigen gesproken: u citeert soms UNIZO, maar ik heb begrepen dat UNIZO dit voorstel heeft afgeschoten. Maar misschien is er een verschil tussen de zelfstandigen van Open Vld en degenen die door UNIZO worden verdedigd, dat zou kunnen. (Rumoer bij Open Vld)
Het is zo dat minister Muyters heel wat initiatieven heeft genomen. In het kader van het concurrentiepact hebben wij ook heel duidelijk gezegd dat er een vereenvoudiging moet komen van het doelgroepenbeleid dat op ons afkomt. Dat is ook heel nadrukkelijk opgenomen.
We hebben overleg gevraagd. Ik heb begrepen dat, toen federaal collega De Coninck dit heeft gelanceerd, er ook in de federale kern en de Federale Regering nog niet over gesproken was. Ik denk dat ook daar verder kan en moet worden overlegd. Wij hebben gevraagd om overleg te hebben over deze materie, en dat hebben we gekregen: het vindt morgen plaats. We zullen het resultaat van het overleg afwachten.
Ik wil nog meegeven dat deze Vlaamse Regering recentelijk nog 125 miljoen euro heeft vrijgemaakt om uitdrukkelijk niet alleen de jeugdwerklozen, maar al wie 30 jaar of jonger is, een extra stimulans te geven door de loonlasten te verlagen.
Minister-president, ik verwacht van u niet dat u namens de Vlaamse Regering de repliek van UNIZO komt toelichten. Ik verwacht dat u de mening van de Vlaamse Regering toelicht aan het Vlaams Parlement. Maar u blijft nog altijd in gebreke.
Ik ben trouwens benieuwd met welk standpunt u morgen naar het overleg gaat. Wordt het het standpunt van de fractievoorzitter van sp.a, die het een goede maatregel vindt, die achter de werkcheque staat? Of wordt het het standpunt uw partijgenoot, de heer Bothuyne, die zegt dat de maatregel te bureaucratisch en complex is, dat hij er niet van moet weten? Wat zal het morgen zijn? Wij weten het nog altijd niet, u geeft daarover geen duidelijkheid.
Dat is jammer, want de essentie is dat wie de jeugdwerkloosheid ernstig neemt, ook werkt aan ernstige oplossingen. Dat houdt in eerste instantie een noodzakelijke en drastische verlaging van de lasten op arbeid in en daarnaast ook een vereenvoudiging van de vele banenplannen, tewerkstellings- en doelgroepenmaatregelen die hier vandaag in Vlaanderen aan de orde zijn. Zowel de Federale Regering als de Vlaamse Regering blijven vandaag totaal in gebreke. Het enige dat u beiden samen hebt gedaan, is het creëren van een nieuwe wachtlijst: een wachtlijst van jongeren die wachten op een job. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.