Report plenary meeting
Actuele vraag over de verruiming van het arrest van het Grondwettelijk Hof met betrekking tot het Grond- en Pandendecreet en de gevolgen hiervan voor de lokale besturen
Report
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, de Limburgse vlaai in de koffiekamer herinnert me eraan dat ik u nog een gelukkige verjaardag moet wensen.
Minister, vorig jaar ondervroeg ik u in de commissie Wonen nog vrij uitvoerig over de gevolgen van de gedeeltelijke vernietiging van het Grond- en Pandendecreet. U hebt toen geantwoord dat u niet kon antwoorden omdat het Grondwettelijk Hof inderdaad nog een verbeterarrest had aangekondigd, waarvoor begrip. Er was toen inderdaad een onduidelijke situatie door de gedeeltelijke vernietiging, waarbij de compensatiemaatregelen waren vernietigd maar de percentages in bijvoorbeeld artikel 4.1.8 staande bleven.
Minder dan zes dagen later kwam dat verbeterarrest. Nu kunnen we zeggen dat we uit de grijze zone weg zijn. Niet alleen de steunmaatregelen zijn vernietigd, ook artikel 4.1.8 is vernietigd, waarin wordt gezegd dat er 20 tot 40 procent sociale last moet worden gerealiseerd bij publieke gronden en 10 tot 20 procent bij private gronden. Dat is mee vernietigd. Zelfs de passage in de Codex Ruimtelijke Ordening die refereert aan het Grond- en Pandendecreet is vernietigd.
Ik heb daarover een heleboel vragen die ik in een vraag om uitleg heb gegoten voor volgende week. Vandaag mag ik maar één vraag stellen. Minister, nu u het verbeterarrest kent, wat zijn de gevolgen voor onze 308 Vlaamse besturen?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Collega’s, minister, ik kan enkel bevestigen wat ik hoor uit de praktijk, namelijk dat er enorm veel rechtsonzekerheid is. Bij een bouwvergunning moeten we de sociale last niet meer toepassen, weten de mensen, maar wat met een bouwvergunning waarop een last ligt? Sommige mensen moeten per woning 63.000 euro betalen en plaatsen dat op een rekening. Dat is voor hen veel geld, zeker als het over meerdere woningen gaat. Ze vragen zich af of ze dat geld moeten storten, want het is in feite onwettig. We hebben heel wat sociale reglementen en RUP’s in die 308 gemeenten. Wat zijn de gevolgen daarvan?
Minister, ik wil u vragen dat u deze keer heel duidelijk zou zijn. De vorige keer hebben we hierover een debat gevoerd en had u er een mening over, maar had uw coalitiepartner een totaal andere mening. Naar aanleiding van dat debat heeft het Grondwettelijk Hof op eigen initiatief – toch heel belangrijk – een verbeterarrest gemaakt, om duidelijk te maken dat uw interpretatie niet juist was, minister Van den Bossche, want het gaat niet alleen om lasten maar ook om normen.
Ik vraag u dat met aandrang, minister, omdat er nu een verlamming dreigt van de bouwsector. Dat moeten we vermijden. In de barometer van de Bouwunie ziet men 2014 somber in. Ze zeggen te worden ontmoedigd. Ik vraag u dus om positieve signalen, zodat de bouwsector zich kan herpakken. Minister, kunt u een omzichtig en duidelijk antwoord formuleren?
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Op 18 december 2013 kwam het fameuze verbeterarrest van het Grondwettelijk Hof. Er is meteen contact geweest tussen de administratie Wonen en de administratie Ruimtelijke Ordening. Op een aantal dagen tijd heeft men voldoende kunnen communiceren en op 24 december al is er een communicatie vertrokken naar de gemeenten, via de website van zowel Wonen-Vlaanderen als Ruimtelijke Ordening. Dat ging over de implicaties voor de vergunningverlening, voor de RUP’s en voor de uitvoering van de sociale last, telkens zowel voor de bestaande als voor de nieuwe. Die communicatie naar de gemeenten is er dus op heel korte termijn gekomen.
We hebben over nog een tweetal aspecten juridisch bijkomend advies gevraagd aan onze advocaten, over de interpretatie van een en ander, maar wat de grote lijnen betreft, lijkt het wel duidelijk te zijn. Wat zijn de gevolgen? Het betekent niet, laat daar geen verwarring over bestaan, dat het bindend sociaal objectief voor de gemeenten wegvalt. Dat is er nog altijd, alleen heel concreet zullen die woningen nu moeten worden gebouwd – op basis van deze toestand, tenzij er decretaal wordt ingegrepen – door de huisvestingsmaatschappijen en niet langer door de private bouwfirma’s.
Ik herinner eraan dat wat niet is vernietigd, de kapstok is in de Codex Ruimtelijke Ordening, waar gemeenten recent nog mee werkten om afspraken te maken met private bouwfirma’s en de sociale woningsector, maar dan wel in onderling overleg.
U kent het systeem, en het blijft bestaan. Het werkingsinstrument is er dus, maar ik steek niet onder stoelen of banken dat het een zeer grote verandering is dat de sociale last als instrument is vernietigd.
Wat zijn de concrete implicaties voor de vergunningsverlening? Aan de vergunning zelf moet in de toekomst niet langer een last of voorwaarde worden verbonden. Dat geldt voor de hangende én de nieuwe dossiers. Er zijn ook vergunningen afgeleverd. Het arrest heeft niet tot gevolg dat de bestaande vergunningen of de sociale lasten uit het rechtsverkeer verdwijnen. Dat gebeurt niet vanzelf. Men kan wel in beroep gaan of een nieuwe vergunning aanvragen.
Wat de implicaties voor de RUP’s betreft, verwijs ik voor de details naar mijn collega bevoegd voor de ruimtelijke ordening. Voor de volledigheid toch dit: als uit de toelichting van een RUP uitdrukkelijk blijkt dat die sociale last is opgelegd enkel en alleen omwille van de decretale voorschriften, dan is dat RUP onwettig. In een RUP kunnen evenwel voorschriften zijn opgenomen die een andere wettelijke basis hebben, en dan is er geen sprake van onwettigheid. De voorschriften worden niet automatisch vernietigd: gemeenten zetten ter zake het best zelf stappen. Men zou bijvoorbeeld een RUP kunnen aanpassen en daarvoor een andere rechtsgrond uit de codex aanwenden. Dat is een mogelijkheid.
Wat de impact op de nieuwe RUP’s betreft, is het nog steeds mogelijk om via de codex een percentage van sociaal woonaanbod vast te stellen, maar niet meer op de wijze die we tot nu hebben gekend.
Wat zijn de implicaties voor de uitvoering van de sociale last? De al afgesloten overeenkomsten – zowel de overeenkomsten afgesloten met de sociale woonorganisaties als die afgesloten met de sociale kopers – blijven gelden. Op dat vlak stellen er zich geen problemen. Via een dading kunnen de lasten nog worden uitgevoerd. Dat kan, maar moet niet. Nogal wat bouwfirma’s uit de privé hebben laten weten dat zij erg tevreden zijn dat zij in economisch moeilijke tijden sociale woningen mogen bouwen. Via een dading kan dit dus nog altijd.
Hetzelfde geldt ook voor de verkoop van gronden aan sociale woonorganisaties: als de koop al is afgesloten, blijft die geldig; als de last nog moet worden uitgevoerd, dan kan men nog altijd op vrijwillige basis een verkoopsovereenkomst afsluiten. Voor de verhuur van woningen door sociale verhuurkantoren geldt hetzelfde: als het is gebeurd, dan blijft de overeenkomst geldig; wat de toekomst betreft, kan het, maar moet het niet meer.
Wat de storting van de sociale bijdragen aan de gemeenten betreft, is het zo dat de bijdragen bij het Vlaamse Gewest kunnen worden teruggevorderd. Vanzelfsprekend kunnen in de toekomst de gemeenten daarop geen aanspraak meer maken. In elk geval moet u zich dus niet verwachten aan een koude douche: men zal die bijdragen niet aan de gemeenten terugvragen.
De gemeentelijke reglementen over sociaal wonen moeten zo snel mogelijk worden ingetrokken. Zij zijn immers niet wettig meer, maar zij zijn evenmin automatisch vernietigd. Over het verlaagde btw-tarief wordt volgende week overlegd met de federale administratie. Er zijn immers nog andere mogelijkheden, zowel in het KB als in het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, om het verlaagde btw-tarief te blijven toestaan. Men zal overleggen om na te gaan of daarover eenzelfde visie kan worden gehandhaafd.
Beleidsinitiatieven om een en ander te repareren, hebben betrekking op het besluit en op het decreet. Het besluit zal uiterlijk volgende week naar de Inspectie van Financiën gaan. Dat is erg snel. Een eventuele decretale aanpassing kan wanneer de meerderheid daartoe bereid is. Volgende week zal ik daarover overleggen met volksvertegenwoordigers van de meerderheid. Zowel de administratie als ikzelf staan klaar om in dat geval mee te werken. Dat lijkt me een zinvolle aanpak. Het Vlaams Parlement heeft in een motie duidelijk gemaakt dat er in dat verband moet worden overlegd met de privéactoren, en dat zal ook gebeuren.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, wij hebben inderdaad vastgesteld dat er op de website een eerste aanzet is gedaan tot informatie aan de gemeentebesturen. Ik stel tot mijn tevredenheid vast dat er een initiatief wordt genomen in de richting van de federale overheidsdienst. Ik had daar in december al op aangedrongen. We mogen niet vergeten dat gemeentebesturen niet allen een regierol spelen maar dat zij ook vaak informatiedrager zijn voor het Vlaamse Gewest. Ik pleit er dan ook voor om bijkomende informatie zo snel mogelijk te laten doorstromen naar de gemeenten zodat zij op dat vlak up-to-date blijven.
Er is destijds al een sociale last opgelegd. Men wil die sociale last realiseren. Het gaat immers om een win-winsituatie: de bouwsector kan bouwen en er komen bijkomende sociale woningen. Alleen is er vandaag geen overnamegarantie. Hoe kan daar op korte termijn enig perspectief of enige zekerheid worden geboden?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Voor ik mijn vraag heb gesteld, had ik de uitleg die op de website is verschenen uitgeprint, en dat is toch wel kafkaiaans. Men moet dat eens proberen uit te leggen aan de mensen. In die uitleg staat dat de beslissing onwettig is maar dat de ambtenaar in stad en gemeente die toch moeten toepassen. Wie dus wordt geconfronteerd met een onwettige beslissing, moet naar de rechtbank gaan om die aan te vechten. Deze manier van werken past niet in deze moderne tijd. Wij verwachten toch iets meer van de Vlaamse Regering. Minister, ik wil u dan ook vragen om samen te zitten met uw collega die bevoegd is voor de ruimtelijke ordening, minister Muyters, om een inventaris te maken waarbij men kan zien welke beslissingen zijn gestoeld op die onwettigheden uit het Grond- en Pandendecreet. U kunt dan onmiddellijk de onwettige beslissingen intrekken zodat er duidelijkheid is voor de lokale besturen en voor de aanvragers. Als we zien hoe moeilijk het al is om binnen de Vlaamse Regering een reparatiedecreet goed te keuren omdat dit een heel gevoelig thema is, dan kunt u zich voorstellen wat dat is voor de gemeenten waar er geen absolute meerderheid is maar die vaak uit socialisten en anderen zijn samengesteld. Het is voor gemeenten moeilijk om de sociale reglementen in te trekken die zij zelf hebben goedgekeurd. Eigenlijk zegt u nu tegen de gemeenten dat zij hun reglement moeten intrekken. Maar wat als een van de partners uit de coalitie dat niet wil? En wie is daar de dupe van? Dat zijn het individu en de verkavelaar die willen bouwen. U bent ook bevoegd voor het wonen. Welnu, al dat getalm leidt er enkel toe dat de kostprijs van de woningen straks zal stijgen.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Minister, er rijzen inderdaad tal van vragen. We hebben dat in de commissie ook al uitvoerig besproken. U oppert om snel tot een reparatiewetgeving over te gaan. Dat lijkt ons niet onmiddellijk een goede zaak. Ik heb al in de commissie en ook tijdens de plenaire vergadering gezegd dat wij aansturen op een overleg met de sector en met alle andere relevante actoren om zo te zien hoe we de oorspronkelijke doelstellingen op een duurzame manier kunnen verankeren in nieuwe wetgeving. U geeft aan – maar ik heb u misschien verkeerd verstaan en vandaar de bijkomende vraag – dat u slechts in afgeleide orde tot zo’n overleg wilt overgaan. Is dat zo? Of gaat het om een overleg in eerste instantie met de bouwsector en alle andere relevante actoren?
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Minister, LDD is al langer dan vandaag een koele minnaar van het Grond- en Pandendecreet, niet het minst omdat het een flagrante aantasting is van het eigendomsrecht en volledig indruist tegen de vrije keuze. Wij zijn eigenlijk ook wel blij met die partiële vernietiging van dat decreet via dat arrest. Minister, u hamert in uw antwoord nogal op de vrijwilligheid van de kant van de besturen en van de kant van de ontwikkelaars. Ik heb echter signalen gekregen, meer bepaald uit Gent, dat ontwikkelaars maar een vergunning zouden krijgen als zij zouden voldoen aan sociale lasten. Met andere woorden, lokale besturen zullen op eigen houtje een soort van grond- en pandenbeleid voeren. En ze voeren een grond- en pandenbeleid dat haaks staat op het arrest.
Ik wil van u dus weten, minister, wat u denkt van dergelijke beslissingen van de lokale besturen, van dergelijke lokale maatregelen, want ik meen dat de ontwikkelaar toch wel van u wil weten waar hij aan toe is.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, minister, het was inderdaad een heel omstandig antwoord, dat ook wel aangeeft hoe slecht de regelgeving was. U weet wat het Grondwettelijk Hof zei over ‘Wonen in eigen streek’, dat gebeurde op last van Europa. Wij waren het onderdeel van het decreet Wonen in Eigen Streek nogal genegen, het andere deel veel minder.
Maar goed, het andere deel is door het Grondwettelijk Hof vernietigd, met alle gevolgen van dien, zeker wat de rechtszekerheid betreft. Het wordt een bijna onontwarbaar kluwen. Ik hoor u zeggen dat RUP’s onwettig zijn wanneer daar de sociale last in zit die gebaseerd is op het Grond- en Pandendecreet, maar niet wanneer die gebaseerd is op de Codex Ruimtelijke Ordening en dergelijke meer. We kunnen zo nog een tijdje doorgaan, maar de rechtszekerheid, minister, die is compleet weg. En u hebt hier, wat dit betreft, geen duidelijkheid over gegeven.
Trouwens, ten aanzien van afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen of verkavelingsvergunningen is het mogelijk dat de betrokkenen, ook privéverkavelaars, rechtsherstel aanvragen binnen de zes maanden na het verschijnen van het arrest. Ik neem aan dat dit, zoals u al suggereerde, ten aanzien van het Vlaamse Gewest is. Hebt u al enig zicht op wat de consequenties kunnen zijn voor uw budget van een regelgeving die niet alleen inhoudelijk compleet fout was, maar blijkbaar ook juridisch zeer zwak onderbouwd was?
Wat het laatste betreft, schadeclaims moeten inderdaad worden ingediend bij het Vlaamse Gewest en niet bij de gemeenten. Dat is duidelijk. Financieel valt het wat betreft de woningen die zijn overgenomen, ongetwijfeld mee omdat ze vrij correct werden vergoed. Vanzelfsprekend: als men een afkoopsom heeft betaald, dan kan men die som terugvorderen. Er werden eerder al wat berekeningen gemaakt op basis van het eerste arrest, en die heb ik een tijdje geleden meegedeeld in een antwoord op een vraag in de commissie. We staan er klaar voor, het is vanzelfsprekend een gevolg van de uitspraak van de rechter.
Voor wat de heer Ceyssens aanhaalt, vind ik het ook belangrijk om zo snel mogelijk iets te proberen te regelen, zelfs in afwachting van een eventuele nieuwe decretale regeling: als we in de private bouwfirma’s een partner vinden om sociale woningen te bouwen, hoe zorgen we er dan voor dat ze zeker zijn dat de woningen zullen worden overgenomen? Daarvoor is een overleg gepland met de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) om te zien welke instrumenten er zijn, en welke marge het arrest ons laat om te zorgen voor een redelijke afspraak tussen de twee partners. Dat moet mogelijk zijn, lijkt me. We zoeken juridisch naar de meest adequate weg daarvoor.
Mevrouw Van Volcem, het is helaas niet zo dat het automatische gevolg van dit arrest is dat ook een aantal zaken worden vernietigd. De gemeenten moeten zelf een aantal zaken opheffen of wijzigen.
Ik werd opgeroepen om dit samen met minister Muyters aan te pakken. Vanzelfsprekend zal ik dat doen. Ik ben slechts bevoegd voor wonen. Al het vergunningverlenende en alles wat de RUP’s betreft, zit bij mijn collega en zijn administratie. Vanzelfsprekend gebeurt dat in nauw overleg.
Mijnheer Hendrickx, u bent bang dat we snel-snel zouden gaan, maar we kunnen maar twee dingen doen. Ofwel proberen we – en met ‘we’ bedoel ik zeker ‘we’, want de kans is reëel dat dit via een voorstel zal moeten gebeuren wegens de timing – via een voorstel een aantal verbeteringen opnieuw aan te brengen, zowel voor ‘Wonen in eigen streek’ als voor wat het objectief inzake de sociale last betreft. Ofwel wilt u dat niet. Het is natuurlijk handig om dit snel te weten, omdat we dan ook weten of het deze legislatuur nog kan. Het is in elk geval een vraag van mij om dat nog te doen.
Overleg heb ik aangekondigd, overleg met de sector. Er zijn nog andere actoren. De heer Ceyssens wijst op een mogelijke input van de gemeenten. De VVSG is misschien een goede partner. Er zullen nog meerdere partners zijn die interessant zijn om mee te overleggen. Alleen zou mijn voorstel zijn om zodra we op de laatste punten van twijfel een antwoord hebben van de advocaten – dat verwachten we vrijdag –, we zo snel mogelijk dat overleg plannen, en daarna een meerderheidsoverleg om te zien of de bereidheid aanwezig is bij u en uw collega’s, om er nog iets mee te doen. Als dat niet zo is, weet ik ook niet hoelang dat overleg moet blijven duren, want als het niet is om iets te veranderen, gaan we niet blijven overleggen. Is het overleg in tweede orde? Ja, het overleg is slechts nodig als ik weet dat u bereid bent om iets te doen, want anders strekt overleg niet tot veel.
Ten slotte was er een vraag over de gemeentelijke overheden, die ongetwijfeld manieren zoeken om toch sociale woningen te realiseren op hun grondgebied, eventueel in samenwerking met die private bouwfirma’s. Ik ben erg blij dat er gemeenten en steden zijn die manieren zoeken om dat te kunnen doen. Ik zou het het gezondst vinden als we vanuit het Vlaamse Gewest voor een kapstok zouden kunnen zorgen voor die gemeenten. Als dat niet lukt, zijn er ongetwijfeld al bestaande kapstokken en andere maatregelen die steden en gemeenten kunnen nemen om zelf een paar stappen te zetten. Voor alle duidelijkheid – en daarin volg ik u –: vanzelfsprekend moet alles wat zij doen in orde zijn en conform de wet, het decreet en uiteraard ook het arrest.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Los van wat de toekomst brengt, lijkt het mij vooral heel belangrijk dat er duidelijkheid komt over wat er allemaal is geweest. Daarom pleit ik er ook voor om onverkort verder te gaan met het informeren. Het lijkt mij heel belangrijk dat de gemeenten verder worden geïnformeerd na het juridisch advies dat vrijdag zal worden gegeven. Ten slotte ben ik zeker en vast vragende partij opdat er snel met VMSW wordt nagedacht over hoe we die overnamegarantie kunnen ‘inbakken’. Anders heeft het geen enkele zin dat er pogingen worden genomen om de private sector mee aan boord te krijgen.
Minister, ik hoop van harte dat de Vlaamse Regering rechtszekerheid kan bieden vooraleer Batibouw van start gaat. Veel mensen staan te popelen om te investeren in de bouw. De bouw creëert ongelooflijk veel werkgelegenheid.
Ik weet echter wat het antwoord zal zijn. De socialisten zijn altijd koppig als het over wonen gaat. Dat heeft ertoe geleid dat de bouwsector vandaag stilvalt. Ik hoop dat u die koppigheid achterwege laat zodat we tot een nieuw woonbeleid kunnen komen. (Applaus bij Open Vld en LDD)
De actuele vragen zijn afgehandeld.