Report plenary meeting
Report
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, eind vorig jaar, in december, mochten een aantal topambtenaren van de Vlaamse administratie hun mening geven en hun ervaringen delen over de relatie met de regering in het voorbije jaar. Enkele ambtenaren uitten forse kritiek. Ze spraken van politisering in de administratie en een gebrek aan transparantie. Bij de afschaffing enerzijds en de fusie anderzijds van een aantal entiteiten kregen sommige (top)ambtenaren dit nieuws te horen via de media.
Ze hadden nog veel andere kritieken, onder meer op de besparingen. U weet dat u in Open Vld een medestander vindt voor besparingen en tegen verkokering bij de Vlaamse overheid, maar de kritiek ging over de manier van handelen met de Vlaamse administratie. Een van de grootste kritieken was dat sommige regeringsleden weinig respect tonen voor de administratie en de topambtenaren.
Ik weet niet of dat te maken heeft met de benoemingen van eind vorig jaar. Eén topambtenaar spreekt van een stijgende politisering. Er zijn een achttal topambtenaren benoemd eind vorig jaar. Minister, wat is uw mening over deze ongehoord forse kritiek van deze topambtenaren van uw eigen administratie? Ze spreken van politisering, onvoldoende transparantie en onbehoorlijk bestuur binnen de Vlaamse administratie.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Collega De Meulemeester, ik heb ook 13 gelezen. Er zijn welgeteld drie topambtenaren die de eindejaarsvraagjes beantwoorden. Bij twee ambtenaren gaat het inderdaad over het afschaffen van een tiental entiteiten. Ik ben blij dat u de stelling onderschrijft dat wij naar meer efficiëntie moeten gaan. De Vlaamse overheid heeft te veel entiteiten. We hebben 88 entiteiten, collega’s, voor een personeelsbestand van om en bij de 44.000. Ik zeg al lang dat we te veel kleine entiteiten hebben, te veel overhead, te veel verkokering, te veel artificiële scheiding tussen beleid en uitvoering. Dit is een eerste stap in die richting, nadat we aanvankelijk volledig ingezet hebben op cultuuromslag, HR en dergelijke meer. Bedankt dat u dat onderschrijft.
Ik lees dat twee ambtenaren zich daarover uitlaten. Eén ambtenaar is tevreden en zegt dat hij op de hoogte is gebracht door de minister, een andere zegt dat bepaalde collega’s niet op de hoogte zijn gebracht. Ik kan niet spreken voor mijn collega-ministers. Ik weet dat wat mijn twee betrokken entiteiten betreft, ik de mensen vooraf aangesproken en ingelicht heb. We hebben dat gedaan op het moment dat de beslissing genomen is en vooraleer daar media-aandacht voor was. Wij hebben de beslissing op 20 september genomen en het is pas op 23 september in de media gekomen.
Ik zie dat de minister-president dat ook gedaan heeft voor wat betreft het agentschap Internationale Samenwerking. De waarnemend administrateur-generaal zegt dat hij op de hoogte is gebracht. Het is aan elke minister om te zien hoe hij of zij daarmee omgaat.
Dan kom ik tot de andere zaken die u aanhaalt: de beweerde politisering, transparantie en de woorden die u zelf in de mond neemt, zoals onbehoorlijk bestuur. Ik zie geen enkele ambtenaar de term ‘onbehoorlijk bestuur’ in de mond nemen. Ik moet u toch vragen wat u daarmee bedoelt, want ik kan moeilijk antwoorden op een kreet, een slogan, een vage beschuldiging, als u niet concreet maakt wat u bedoelt.
Minister, het gaat over zeer belangrijke topambtenaren van uw eigen administratie, waar u geregeld contact mee hebt. Ik wil u twee citaten meegeven. De eerste ambtenaar zegt: “De politisering en het gebrek aan transparantie zijn groter dan ik had gedacht.” Dat is niet min. De tweede heeft het over “de manier waarop de regering (niet) heeft gecommuniceerd met de administratie over het afschaffen van een aantal entiteiten.” Dat geeft toch aan dat er gebreken geweest zijn met betrekking tot de transparantie, anders zouden die topambtenaren toch niet in het personeelsblad van de Vlaamse administratie open en bloot dergelijke verklaringen doen?
We zijn het erover eens dat er bespaard moet worden, maar dit gaat over de manier waarop. Onze topambtenaren en alle ambtenaren van de Vlaamse overheid moeten, in niet zo gemakkelijke tijden, gemotiveerd blijven om hun werkzaamheden uit te oefenen. Uiteindelijk wordt de burger daar beter van. Als er bespaard moet worden, moet dat in volle transparantie gebeuren.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer De Meulemeester, ik heb het artikel hier voor mij liggen. U zult het met mij eens zijn dat er ook zeer veel positieve zaken in staan. Er zijn zeer veel opmerkingen over zowel kleine als grotere zaken, die als heel positief worden ervaren door die topambtenaren.
Ten tweede onderschrijf ik het antwoord van de minister volledig. De kwaliteit van onze overheid moet een permanente zorg zijn. Wij moeten daar voortdurend op letten. De minister heeft ook aangegeven dat er zeker nog verbetermogelijkheden zijn. Dat zal voor deze en de volgende legislatuur, maar ook voor alles wat daarna komt, een permanente zorg moeten zijn.
Het is ook goed dat we op die manier die kritiek krijgen. U spreekt over transparantie. Wel, ik denk dat het juist een heel positief signaal is dat die topambtenaren die kritiek ook kúnnen geven. Het is opbouwende kritiek, die wij kunnen meenemen om zaken te verbeteren. Laat het een teken van transparantie zijn dat zij de mogelijkheid krijgen om die kritiek effectief te geven.
De heer Vereeck heeft het woord.
Minister, u verwijst door naar uw collega-ministers, maar de regering is natuurlijk één en ondeelbaar. Ik neem aan dat er enig overleg is met uw collega’s over de manier waarop u over die rationalisering communiceert.
Het is een goede zaak dat u rationaliseert en een en ander afschaft, maar tegelijk heeft deze Vlaamse Regering ook weer heel wat entiteiten bij gecreëerd. Denk maar aan de sector O&O (onderzoek en ontwikkeling), en het meest prominente voorbeeld is natuurlijk het Vlaams Energiebedrijf. Compleet overbodig, en wat meer is, compleet gepolitiseerd wat de samenstelling van de raad van bestuur betreft. Ik denk dus dat u ernstig rekening moet houden met deze kritieken die vanuit de administratie komen.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, gelukkig hebben we moedige en mondige topambtenaren in Vlaanderen. Dat moeten we stimuleren. Het is duidelijk dat het gebrek aan betrokkenheid van die topambtenaren bij de hervorming die de Vlaamse Regering in haar eigen administratie doorvoert, stuitend is. Die kritiek is er niet zomaar en is niet nieuw. Bij de hervorming van de strategische adviesraden vielen een aantal entiteiten ook uit de lucht.
Minister, beter bestuurlijk beleid behoeft een grote opkuisbeurt. Er moeten niet alleen minder entiteiten zijn, maar ze moeten transparanter zijn. Ik kan het ook niet meer uitleggen.
Ten slotte, mijnheer De Meulemeester, u weet het ook wel: politieke benoemingen op het N-niveau, weliswaar van kandidaten die met voldoening voor een proef zijn geslaagd, zijn toch de regel. Dat weet u toch?
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, ik heb mij de voorbije jaren in de commissie vaak kritisch uitgelaten over de veelheid aan entiteiten in ons bestuurlijk Vlaams landschap en ik ben blij dat er moedige keuzes worden gemaakt. Ik vind het ook positief dat in een blad dat ruim wordt verspreid, ambtenaren de kans krijgen om zonder druk hun positieve en negatieve ervaringen van vorig jaar en hun verwachtingen voor volgend jaar vrij te geven. Ik vind het niet speciaal moedig. Ik vind het goed dat het kan en dat iedereen daarvoor de ruimte krijgt. Dat neemt niet weg dat overleg erg belangrijk is, onder meer om de rationalisatie van de managementondersteunende diensten tot een goed einde te brengen en succes te boeken. Het komt inderdaad aan alle ministers toe om via hun beleidsraad en bilateraal in hun beleidsdomein goed te communiceren. Ik zou dus vragen dat alle ministers dat goed en tijdig zouden doen zodat de leidende ambtenaren verder kunnen communiceren binnen hun eigen entiteiten.
De heer De Loor heeft het woord.
Collega’s, ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de vraag van de heer De Meulemeester een storm in een glas water is. Ook ik ben een trouwe lezer van het ambtenarenblad 13 en ik vind het belangrijk dat de ambtenaren aan het woord komen en er vrijuit hun mening kunnen geven en vrijuit kunnen spreken. Ik denk dat niemand er voorstander van is dat we evolueren naar een blad dat gecensureerd wordt of naar informatie die gecensureerd wordt. Dat kan absoluut niet de bedoeling zijn. Daarom lijkt het me ook niet echt logisch dat de heer De Meulemeester van Open Vld zou pleiten voor het aan banden leggen van de vrije meningsuiting. (Opmerkingen)
Wat mij betreft, vind ik het heel positief en geeft dit artikel blijk van bekommerde en geëngageerde ambtenaren en die hebben we echt wel nodig. (Applaus bij sp.a)
Voorzitter, ik heb vastgesteld dat de heer De Meulemeester in zijn repliek niets heeft toegevoegd. Mijnheer De Meulemeester, u hebt gewoon herhaald wat u gezegd had, zonder onderbouwing. Als u het hebt over een gebrek aan transparantie, als u het hebt over politisering, maak het dan hard zodat ik concreet kan antwoorden.
Ik zeg alleen dat deze operatie met het afschaffen van tien entiteiten, leidt tot meer transparantie, meer duidelijkheid. Als u het mij vraagt, collega’s, moet de volgende regering nog stappen in die richting zetten. We hebben in de eerste periode van deze legislatuur ingezet op andere prioriteiten, maar ik denk dat de Vlaamse overheid nog te veel entiteiten heeft en dat je nog kunt rationaliseren en dus nog tot meer transparantie kunt komen.
Het is een goede zaak dat Klasse en 13 onafhankelijke bladen zijn met een onafhankelijke redactie, dat iedereen daarin zijn mening kan uiten, dat onze ambtenaren spreekrecht hebben, dat er geen greep van de politiek op is. Ik hoop en ik denk ook dat we het parlementsbreed zo kunnen houden.
Wat de communicatie betreft, heeft de heer Kennes het juist verwoord. Mijnheer Vereeck, ik moet de collega’s toch niet bij de hand nemen. Er zijn beleidsraden, er zijn contacten tussen elke minister en zijn ambtenaren. Ik herhaal – en ik spreek alleen voor mezelf, want ik heb niet de behoefte om elk van mijn collega’s daar op aan te spreken en te ondervragen – dat ik het logisch vind dat je bij zulke operaties je mensen op de hoogte brengt. Ik heb het met mijn twee entiteiten vooraf gedaan en gezegd dat dit eraan kwam. Ik heb het gedaan na de beslissing vooraleer er gecommuniceerd is.
Uit wat ik in 13 lees, blijkt dat de minister-president exact hetzelfde heeft gedaan, want de administrateur-generaal zegt dat hij op de hoogte is gebracht. Dat is een goede zaak. Ik vind dit een zaak voor elke collega. Daarover hoeft niet eens te worden overlegd: elke verantwoordelijke moet dat doen.
Men had het over raden van bestuur waarbij de aandeelhouder zijn bestuurders benoemt. Dat is de evidentie zelve. Ik heb het decreet betreffende deugdelijk bestuur ingevoerd. In alle raden van bestuur moeten er nu ook onafhankelijke bestuurders zijn. Dat zijn we nu volop aan het uitvoeren.
Mijnheer Caron, er is nog niets beslist over de strategische adviesraden. U hebt daar een paar keer vragen over gesteld. We hebben daarover nu het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) binnengekregen. Dat is een zeer algemeen advies. De regering zal nu dus beslissingen moeten nemen ter zake. Ik heb u gezegd dat er nog helemaal niets is beslist ter zake. Dit is ook van een andere orde, net zoals dat van de managementondersteunende diensten van een andere orde is. We doen dat in volledig overleg met het College van Ambtenaren-Generaal (CAG). Op basis van de studie van Ernst & Young willen we nog maximaal 10 managementondersteunende diensten hebben in plaats van 34, en ze moeten allemaal minimaal 2000 personeelsleden bedienen. Het CAG heeft daar voorstellen over gedaan. De regering zal daar binnenkort ook een beslissing over nemen. Hier gaat het natuurlijk over een regeringsbeslissing: het is de regering die de verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie, voor de vraag over welke entiteiten en hoeveel entiteiten het gaat. Wel, u kunt daar de minister en de regering op aanspreken. We hebben een beslissing genomen waarvan ik vind dat ze in de goede richting gaat, maar dit mag voor mij in de komende periode nog verder gaan.
Mijnheer De Meulemeester, nogmaals, u herhaalt wat u hebt gezegd als u het hebt over politisering en een gebrek aan transparantie. U neemt die kritiek over. Zeg dan over welke aangelegenheden het gaat. Ik kan alleen maar zeggen dat alle wervingen via een verzelfstandigd agentschap gebeuren, namelijk Jobpunt Vlaanderen. Ik heb dat niet ingevoerd: dat dateert al van voor ik er was. Externe selectiebureaus, die na een Europese aanbesteding worden aangeduid, doen die assessments en stellen finaal twee, drie, vier, soms eens vijf kandidaten voor aan de regering. Soms zijn er ook geen kandidaten, als men vindt dat niemand is geslaagd. Dat is onlangs gebeurd. Dan is er de finale beoordeling door de regering. Wat mij betreft, worden die kandidaten, als ze naar de regering komen, ernstig ondervraagd, wordt daar ernstig op ingegaan. Dan nemen we een beslissing, waarbij we inderdaad vaak te maken hebben met topkandidaten die elkaar waard zijn. Dan moeten we finaal een afgewogen keuze maken. Dat is in de privésector ook zo. Dat is ook zo bij een gemeentebestuur. Die keuze moet worden gemotiveerd. De keuze kan altijd worden aangevochten als men vindt dat die niet correct is.
Minister, ik begrijp de zenuwachtigheid eigenlijk niet zo goed. Er is sprake van belangrijke kritiek van topambtenaren in het personeelsblad van de Vlaamse overheid. Het lijkt me de taak van parlementsleden om, wanneer we dat lezen, duidelijkheid te vragen aan u, als minister. Daar lijkt me niets verkeerds mee. Het zou maar jammer zijn als ook die topambtenaren hun mening niet zouden kunnen uiten. We zullen in elk geval nauwlettend in het oog houden hoe het zit met die politisering. Minister, ik heb dit niet gezegd. Dit zijn uitlatingen van hoge ambtenaren van de Vlaamse administratie. Het is onze plicht om dat hier naar voren te brengen en duidelijkheid te vragen van u.
Mijnheer De Loor, ik kan u geruststellen: ik behoor nog altijd tot de partij van de vrijheid. Ik voel me zeer op mijn gemak. Ik vind het vreemd dat u hier plots naar voren komt als de grote verdediger van de vrije meningsuiting. Ik meen dat Open Vld op dat vlak van niemand lessen te krijgen heeft. (Applaus bij Open Vld en het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.