Report plenary meeting
Actuele vraag over het uitblijven van een akkoord tussen de gewesten en de federale overheid betreffende de verdeling van de klimaatlasten
Report
De heer Sanctorum heeft het woord.
Collega’s, u weet dat in Warschau de fameuze klimaattop van dit jaar van start is gegaan. Spijtig genoeg moeten we in de Filipijnen vaststellen waar klimaatverandering toe kan leiden. Op dit moment zijn 10 miljoen mensen getroffen, ongeveer evenveel mensen als er in België leven. De ramp in de Filipijnen heeft een verschrikkelijke impact.
Minister, als we de urgentie plaatsen naast de sense of urgency vanuit ons land, vanuit Vlaanderen, is er een zeer groot contrast. Vlaanderen komt zijn internationale financiële engagementen niet na. Als we uw Vlaams klimaatbeleidsplan mogen geloven, is er een kloof van 9 miljoen ton CO2. Dat betekent dat we nu al weten dat we komende jaren 9 miljoen ton CO2 te veel zullen uitstoten, en het Vlaamse beleid weet niet hoe we er iets aan kunnen doen.
Minister, de milieu-ngo’s hebben u daarvoor een score gegeven. U hebt de niet-benijdenswaardige score van twee op tien gekregen. Er zitten enkele hoogleraren in de zaal, ik weet niet hoe dat aan de universiteit wordt omschreven, maar het moet iets zijn als ‘grandioos gebuisd’.
Minister, u blijft zich verschuilen achter het uitblijven van de verdeling intra-Belgisch over die uitdagingen inzake klimaat. Wanneer gaat u concrete engagementen op tafel leggen, zeker wat die internationale klimaatfinanciering betreft, dus de ondersteuning van de landen in het Zuiden in hun strijd tegen de klimaatverandering?
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de ogen van heel de wereld zijn vandaag gericht op de ravage die de tyfoon heeft aangericht, en nog steeds aanricht, in de Filipijnen. Dan verwacht men veel van de internationale gemeenschap op het vlak van klimaatbeleid, ten eerste om verdere ontregeling van het klimaat in de toekomst te voorkomen en ten tweede om ontwikkelingslanden, die het minste schuld treffen aan de klimaatopwarming maar wel de grootste klappen ondergaan, bij te staan met financiële hulp, hulp voor aanpassingen en voor een vermindering van de broeikasgassen en het energieverbruik in die landen.
De geloofwaardigheid van de internationale klimaatonderhandelingen staat of valt met de manier waarop de engagementen die daar zijn aangegaan, ook worden nagekomen. Minister, we hebben destijds in 2009 samen de klimaattop van Kopenhagen bezocht. Daar heeft de Europese Unie zich geëngageerd tot een snellestartfinanciering van die aanpassingsmaatregelen in ontwikkelingslanden, die vanaf 2020 op kruissnelheid 100 miljard dollar per jaar zou moeten bedragen, maar in de beginperiode tussen 2010 en 2012 30 miljard dollar bedraagt.
Het moet gezegd zijn, minister, dat Europa als geheel zijn engagement is nagekomen, maar ons land jammer genoeg niet. België behoort tot de acht Europese lidstaten die de engagementen voor de snellestartfinanciering niet zijn nagekomen. In Belgische klimaatfinanciering draagt Vlaanderen maar een zeer klein aandeel: maar 6 procent van het bedrag dat België heeft opgeleverd komt van Vlaanderen. De sterkste schouders dragen dus niet de zwaarste lasten.
Ik las gisteren nog in De Morgen dat u volgens insiders een belangrijke taak wacht in Polen om de Poolse onderhandelaars te bewegen om niet op de rem te gaan staan. Kunt u dat internationaal erkend onderhandelingstalent niet aanwenden om uw federale, Waalse en Brusselse collega’s te overtuigen om tot een goed akkoord omtrent lastenverdeling te komen, ook wat betreft de financiering van het klimaatbeleid?
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, het is al gezegd, De Morgen van 12 november meldt dat Greenpeace de federale en gewestelijke ministers een rapport geeft voor de inspanningen in het klimaatdossier. Federaal staatssecretaris voor Leefmilieu Wathelet krijgt vijf op tien, Waals minister van Leefmilieu Henry krijgt tussen de vijf en de zeven op tien en u krijgt een abominabele score van twee op tien.
Ik weet niet waar u die avond geslapen hebt. Als mij dat overkwam vroeger, durfde ik niet naar huis en bleef ik bij vrienden overnachten.
Een lage score, minister, maar die is volgens ons niet terecht. Vlaanderen heeft sinds 2012 een klimaatbeleidsplan, een mitigatieplan. We hebben in maart 2012 een voorstel van resolutie goedgekeurd. We hebben ons daarmee achter de Europese reductiedoelstellingen geschaard om de uitstoot van broeikasgassen met 30 procent te verminderen tegen 2020.
De resolutie pleit binnen België natuurlijk wel voor “een gelijkmatige lastenverdeling van de Belgische doelstelling tussen de federale overheid en de gewesten op basis van potentieel en kostenefficiëntie”. Daar knelt het schoentje. Vlaanderen neemt wel degelijk een groot deel van de last op zich: 15 procent van de CO2-uitstoot en 13 procent van de hernieuwbare energiebronnen. We nemen ongeveer 63 procent van de inspanningen op ons.
Voor hernieuwbare energie doen we iets meer dan we zouden moeten volgens de afspraken in de resolutie. Dat extraatje kost ons al meteen 135 miljoen euro extra aan elektriciteitskosten. Het is belangrijk dat we correcte en billijke afspraken maken tussen de gewesten en de federale overheid. Dat moet ook gebeuren in de Nationale Klimaatcommissie. Wat tot nu toe op tafel lag, vinden wij niet billijk.
Minister, we moeten geen akkoord sluiten om het akkoord. De verdeling moet gelijkmatig zijn. Bestaan er voor u nog knelpunten om tot zo’n verdeling te komen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, deze actuele vragen verbazen me. We hebben gisteren in de commissie een debat gevoerd over het klimaatbeleid naar aanleiding van de bespreking van de beleidsbrief. Mijnheer Sanctorum, u hebt daar vragen gesteld. U bent daarmee naar De Morgen gestapt. Op basis van dat artikel zegt u nu: het is actueel en ik stel een actuele vraag.
De heren Vandaele en Martens heb ik gisteren geen woord horen zeggen. Ze hebben blijkbaar geen nood aan een grondig debat maar willen wel scoren op basis van oneliners en plat populisme. Mijnheer Martens, uw verwijzing naar de Filipijnen heeft me eigenlijk geschandaliseerd. U ook, mijnheer Sanctorum, de manier waarop u dat misbruikt om het klimaatbeleid hier vandaag aan bod te laten komen, is schandalig. Goed, daar zullen we het straks over hebben.
Ik ben bereid om uw vragen te beantwoorden, maar deze gang van zaken vind ik toch wel bizar.
Dank u, mijnheer Vandaele, dat u vermeldt dat het rapport van Greenpeace weinig basis heeft. Ik vind dat natuurlijk ook. Ik hoop dat al degenen die ernaar verwijzen en eruit citeren, het ook effectief gelezen hebben. Het is niet moeilijk, het telt slechts zes bladzijden. In het rapport halen de landen met heel grote ambities die heel grote verwachtingen scheppen op lange termijn, maar eigenlijk nog niets gedaan hebben, een score tussen vijf en zeven op tien. Ze krijgen het voordeel van de twijfel.
Vlaanderen heeft een realistisch klimaatbeleidsplan, dat werd goedgekeurd door de meerderheid. Het is na intens overleg met heel het middenveld en heel veel organisaties tot stand gekomen. Wie een realistisch beleid uitwerkt dat in de praktijk resultaten haalt, krijgt van Greenpeace een twee op tien. Chapeau. Ferm rapport. Daar wil ik niet langer woorden aan vuilmaken.
Collega’s, u vraagt wanneer de discussie die we in de Nationale Klimaatcommissie hebben, wordt opgelost. Ik heb al herhaaldelijk gezegd dat die Nationale Klimaatcommissie een lange periode niet heeft gefunctioneerd omdat er geen Federale Regering was. Ondertussen is dat wel het geval. We komen opnieuw samen op 4 december. U zou moeten weten welke partijen er allemaal rond de tafel zitten: sp.a, de N-VA, Ecolo, Open Vld, CD&V. Die worden afgevaardigd vanuit de verschillende regeringen. Iedereen wil graag een goed akkoord.
Waar knelt het schoentje? Waarom is er tot vandaag nog altijd geen akkoord in die Nationale Klimaatcommissie? Dat komt omdat een aantal partners die aan de tafel zitten in de Nationale Klimaatcommissie geld hebben gezien. Ze hebben geld gezien want ze vinden dat ze recht hebben op een groot aandeel van de middelen die uit de veiling van de emissierechten komen. Als je aan dezelfde partijen vraagt wat hun inspanningen zijn in de praktijk, hoe ze de uitstoot van broeikasgassen naar beneden zullen halen, dan zwijgen ze en zeggen ze dat ze niet bevoegd zijn: wij doen niets, het is aan jullie om iets te doen.
Dat kunnen we natuurlijk niet aanvaarden. We willen gaan voor de reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Mijnheer Sanctorum, ik hoop dat dat ook uw doelstelling is, maar blijkbaar hebt u daar geen boodschap aan. Het is onze doelstelling en daar moeten we een Belgisch akkoord over hebben. Daarom is er vandaag nog altijd geen akkoord.
Het is gemakkelijk om rap rap een akkoord te maken, de centen te laten aan degenen die het vragen, en dan zien dat er geen enkele inspanning gebeurt voor de reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Dat willen wij niet, en daarom ijveren we er in de Nationale Klimaatcommissie verder voor om daar uit te geraken en tot een billijke verdeling te komen van de lusten en de lasten in het klimaatbeleid.
Een onderdeel van dat pakket in de Nationale Klimaatcommissie – ook op vraag van uw partij, mijnheer Sanctorum, want u hebt mee de federale bijzondere wet onderhandeld van de zesde staatshervorming – is de klimaatresponsabilisering. In die klimaatresponsabilisering is afgesproken dat er in de Nationale Klimaatcommissie een samenwerkingsakkoord moet zijn over alle deelaspecten voor we het federale fonds kunnen oprichten dat de klimaatresponsabilisering moet uitvoeren.
U hebt zelf de koppeling gemaakt tussen het akkoord in de Nationale Klimaatcommissie en een afspraak over de internationale klimaatfinanciering. Ik kan dat alleen maar vaststellen, en ik vind het bijzonder eigenaardig dat u hier het hoge woord komt voeren en heel demagogisch te werk gaat op de kap van mensen die in diepe ellende zitten. Dat vind ik echt een schande. En dan komt u hier doodleuk zeggen: het is uw schuld, minister, dat dat allemaal gebeurt in de Filipijnen. Dat is echt een schande en beneden alle peil.
Hoe zit het met de internationale klimaatfinanciering? We hebben afgesproken dat een aandeel van het Klimaatfonds dat we in Vlaanderen hebben opgericht, zal worden ingezet voor internationale klimaatfinanciering.
Mijnheer Martens, u haalt een en ander door elkaar. U spreekt over de ‘fast start’-financiering, maar dat is al lang voorbij. De langetermijnfinanciering tot 2020 is helemaal iets anders dan een ‘fast start’-financiering. Misschien had u dat nog niet door, maar ik wil u dat heel uitdrukkelijk schetsen. Dan moeten we inderdaad onze verantwoordelijkheid nemen. We hebben de afspraak gemaakt binnen de Vlaamse Regering dat een substantieel aandeel van het Klimaatfonds naar de financiering zal gaan. Het is logisch dat we daar nu nog geen percentage op kunnen kleven omdat we eerst een billijke afspraak willen in de Nationale Klimaatcommissie.
Dat is waar we voor gaan, en het liefst op korte termijn en samen met alle partners die ook in die Nationale Klimaatcommissie zitten. Ik herhaal: daarin zitten vertegenwoordigers van sp.a, de N-VA, Ecolo, Open Vld en CD&V. Laten we alstublieft allemaal samen zo snel mogelijk tot een akkoord komen.
Minister, uw antwoord is een beetje zoals verwacht. Het is ieders fout, buiten die van uzelf. Dat is eigenlijk een teken van zwakte. Het is de schuld van de Walen, van de Brusselaars, van de andere partijen. Wat de internationale klimaatfinanciering betreft, zijn we schulden aan het opbouwen. U gaat toch met mij akkoord dat we die internationale engagementen nog altijd zullen invullen? Ik neem aan van wel. Jaar na jaar, telkens als we in Vlaanderen geen potje reserveren voor de internationale klimaatfinanciering, los van het intra-Belgische akkoord, als we dat geld niet plannen, bouwen we schulden op.
Het principe van schuld wordt in het Vlaams Parlement toch beschouwd als iets dat we te allen tijde moeten vermijden, nietwaar, collega’s van de N-VA? Dit is een schuld die we aan het opbouwen zijn. Minister, u moet jaar na jaar een potje reserveren voor de internationale klimaatfinanciering, los van de intra-Belgische deal.
En dan zou u aan een echt Vlaams klimaatbeleid werken, ook op het vlak van de internationale financiering. Maar u laat het gewoon. Ik heb soms de indruk dat het u gewoon niet interesseert.
Minister, ik weet niet wat u gebeten heeft. Gisteren in de commissie ging het debat over de beleidsbrief voor volgend jaar. Het debat hier gaat over de engagementen die niet zijn ingelost. We zijn internationale engagementen aangegaan over die snellestartfinanciering die we als Belgen, als een van de acht Europese landen, niet nakomen. Het gaat nu ook over het uitblijven vorige week van een akkoord binnen de nationale klimaatcommissie, voor de zoveelste keer op rij.
We zijn al vier jaar na het Europees 20-20-20-programma, waarin de doelstellingen over de verschillende Europese lidstaten werden verdeeld. In die vier jaar na die Europese lastenverdeling zijn we er nog altijd niet in geslaagd om in eigen land een lastenverdeling waar te maken. Eerlijk gezegd, als u de relatie niet ziet tussen de engagementen op het vlak van internationale klimaatfinanciering en wat er vandaag in de Filipijnen gebeurt, denk ik dat u van een andere planeet komt. Die relatie is er dus wel degelijk. We hebben ons geëngageerd om ontwikkelingslanden bij te staan, om de schade ten gevolge van de klimaatopwarming te kunnen financieren. We zijn die engagementen niet nagekomen. Dat is een regelrechte schande! (Applaus van de heer Jan Roegiers)
Minister, we zitten op dezelfde golflengte wanneer we zeggen dat het om een billijke en gelijkmatige inspanning moet gaan. Wat tot nu toe op tafel lag, was dat inderdaad ook in onze ogen niet. Niet, mijnheer Martens, wat de 'fast start finance' betreft en ook niet wat de hernieuwbare energie, het terugdringen van CO2 of de inkomsten uit de emissiehandel betreft.
De heer Sanctorum zegt dat Vlaanderen het engagement niet nakomt. Mijnheer Sanctorum, ik denk dat u zich vergist. De heer Martens heeft het wel goed voor. Hij zegt dat het een Belgisch engagement is. Dat was het ook. Om geen namen te noemen, premier Leterme heeft zich indertijd in Kopenhagen in het vuur van zijn betoog geëngageerd tot 150 miljoen euro. Daarvan moeten we inderdaad nog een gat van 57 miljoen euro dichtrijden. Dat dat nog niet is gebeurd, heeft volgens mij inderdaad te maken met het feit dat dat niet teruggekoppeld was met de gewesten.
Minister, als klap op de vuurpijl worden we nu geconfronteerd met de zesde staatshervorming. De besprekingen in de Kamer en de Senaat zijn volop aan de gang. We zien dat daar, net voor die klimaatproblematiek, blijkbaar een beweging is om het federale niveau opnieuw de regie te laten voeren, zelfs met mogelijkheid tot het sanctioneren van de gewesten. Hoe staat u tegenover die gang van zaken?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega’s, de heer Sanctorum verwees daarnet naar universiteiten en hoogleraren die hier aanwezig zijn. Ik denk dat die hoogleraren en universiteiten beschaamd zouden zijn over de manier waarop het rapport door Greenpeace is gemaakt. De manier waarop de klimaatproblematiek door die ngo wordt aangepakt en naar voren wordt geschoven, is van het laagste niveau.
Ik betreur ten zeerste dat men de klimaatproblematiek op die manier niet ernstig neemt. Het is niet ernstig om op die manier een beoordeling te maken van een beleid. We moeten kijken naar de feiten en niet te werk gaan op de manier waarop Greenpeace dat op dit moment doet. De feiten zijn dat Vlaanderen een goedgekeurd beleidsplan en een klimaatfonds heeft. We hebben hier kamerbreed een resolutie goedgekeurd met een duidelijk mandaat voor de minister en voor de Vlaamse Regering wat betreft de internationale engagementen en de onderhandelingen op dat punt. Ik ben het met u eens dat we zo snel mogelijk moeten overgaan tot de nodige engagementen wat betreft de internationale klimaatfinanciering, maar dan uiteraard in Belgisch verband, want het is een Belgisch engagement.
Minister, ik hoop samen met u dat er zo snel mogelijk een goed akkoord komt in het kader van de nationale klimaatconferentie, waarbij iedereen dan ook zijn verantwoordelijkheid opneemt.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat de collega’s vandaag aanklagen dat die snellestartfinanciering om de ontwikkelingslanden bij te staan bij de verandering van het klimaat slechts moeilijk een doorstart vindt. Dat is natuurlijk wel pijnlijk omdat uw voormalige federale minister Leterme die bevoegdheid aan de gewesten heeft gegeven zonder inspraak van de gewesten. Collega’s, het lijkt mij belangrijk dat hier te melden.
Ik weet niet of u de voorgeschiedenis kent, maar het is deze Federale Regering die de gelden die de gewesten toekomen om iets te doen voor het klimaat tegenhoudt. Minister, de gelden die ons toekomen om daadwerkelijk iets te doen voor het klimaat worden tegengehouden. Minister, het lijkt mij dan ook hoog tijd dat u uw collega’s uit de Federale Regering aanspreekt, en u, mijnheer Martens, uw regeringspartners, om daadwerkelijk iets te doen aan de gelden die ons toekomen. Dan zullen we veel verder staan dan vandaag.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, ik weet dat de minister zich steeds achter de Federale Regering of achter de Europese Commissie kan verschuilen, maar ik spreek haar al lang aan op de aanhoudende bevoordeling in dit land van dieselmotoren in vergelijking met benzinemotoren. Hierdoor ligt de uitstoot van NOx hier een stuk hoger dan met benzine- en gasmotoren het geval zou zijn. Daar heeft de minister niets aan gedaan.
Daarnaast heeft minister Van den Bossche, die nu spijtig genoeg al is vertrokken, toch wel een puinhoop gemaakt van de alternatieve energie. Eerst heeft haar voorganger, voormalig minister Stevaert, een te royale subsidiëring voor de alternatieve energie uitgewerkt. Er was geen link met de eigen productie of het eigen gebruik. Vervolgens heeft minister Van den Bossche dit in één beweging teruggeschroefd. Dit heeft tot het verlies van duizenden arbeidsplaatsen in die sector geleid. Bovendien is hierdoor ook de opwekking van alternatieve energie bijna verdwenen. De betrokkenen moeten er rekening mee houden dat ze allemaal boter op het hoofd hebben.
In feite hadden we van in het begin rekening moeten houden met de eigen productie en hadden we dit geleidelijk moeten afbouwen. Aangezien minister Van den Bossche besefte dat hiermee in het begin te kwistig is omgesprongen, heeft ze er in één keer het mes in gezet.
Het is belangrijk de zaken juist weer te geven. Alles is hier immers door elkaar gehaald en op een hoopje gegooid.
Volgens de heer Sanctorum en de heer Martens betreft het een Vlaams internationaal engagement. Het gaat echter om een engagement dat België is aangegaan. In feite gaat het zelfs om twee engagementen. De ‘fast start’-financiering is eigenlijk voorbij. Op lange termijn volgt dan de klimaatfinanciering. Er moet natuurlijk een interne verdeling in België komen. Dan moet blijken wie welk aandeel ten laste neemt.
Mijnheer Martens, ik vind uw woorden bijzonder eigenaardig. Wat de ‘fast start’-financiering betreft, heeft de Vlaamse Regering op het vlak van ontwikkelingssamenwerking en vanuit het beleidsdomein Leefmilieu veel inspanningen geleverd. Het zou nog beter kunnen. Ik kijk daarvoor ook naar uw partij. Wat zou uw partij binnen de Vlaamse Regering nog meer kunnen doen om meer middelen op tafel te leggen? U legt hier tenslotte in sterke mate de nadruk op.
We zetten in op de kwetsbaarste groepen op de aarde. We werken heel hard om die kwetsbare groepen te ondersteunen. Ik vind het echter eigenaardig dat u zo scherp reageert. Uw eigen partij maakt immers deel uit van de Vlaamse Regering. Uw partij is trouwens ook in de Nationale Klimaatcommissie vertegenwoordigd. Ik hoop dat sp.a daar ook inspanningen zal leveren om zo snel mogelijk tot een akkoord te komen.
Mijnheer Sanctorum, uw partij heeft in verband met de bijzondere wet zelf de koppeling gemaakt tussen een akkoord in de Nationale Klimaatcommissie en de internationale klimaatfinanciering. U moet me dus nu niet vertellen dat er nog geen akkoord is en geen middelen op tafel liggen. Ik vind het bijzonder eigenaardig dat u zelf die koppeling maakt en nu beweert dat er nog niets is gebeurd.
Ik wil er nogmaals op wijzen dat de minister-president, bevoegd voor de ontwikkelingssamenwerking, en ikzelf, als minister van Leefmilieu, op dit ogenblik al heel wat inspanningen hebben geleverd. We hopen zo snel mogelijk in de Nationale Klimaatcommissie een akkoord tot stand te brengen. Dit betekent echter dat alle partijen rond de tafel niet alleen de lusten mogen willen, maar ook de lasten moeten willen dragen. We moeten op een billijke wijze verdelen wie inzake de reductie van de broeikasgassen welk aandeel voor zijn rekening zal nemen. Het is gemakkelijk de middelen uit de veiling van de emissierechten te willen en tegelijkertijd geen enkele inspanning te leveren om een effectieve reductie van de uitstoot te realiseren. Een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen ten gevolge van inspanningen op alle bestuursniveaus in België is tenslotte wat we op het terrein willen zien.
Mijnheer Vandaele, u hebt terecht de zaken geschetst en me gevraagd hoe ik tegenover de zesde staatshervorming sta. Die staatshervorming omvat onder meer afspraken over een klimaatresponsabilisering. Dit hangt in zekere mate samen met het akkoord dat in de Nationale Klimaatcommissie moet worden bereikt. We hopen dat hier een billijk en fair akkoord uit zal voortvloeien en dat de klimaatresponsabilisering op die manier zal worden uitgevoerd. We hebben afspraken gemaakt. Alles zal afhangen van de akkoorden die de verschillende partners ter zake zullen afsluiten.
Het lijkt me gemakkelijk aan de zijlijn te staan en te roepen dat ik mijn verantwoordelijkheid niet neem. Ik herhaal nogmaals dat partijen als Open Vld, Ecolo, sp.a en CD&V allemaal in de Nationale Klimaatcommissie mee rond de tafel zitten. Ik hoop dat we op 4 december 2013 tot een akkoord zullen komen. We doen daar alles aan. We zijn bereid goede afspraken te maken. We willen snel een akkoord bereiken. Dat akkoord moet ons duidelijkheid verschaffen over ons aandeel binnen het internationaal engagement met betrekking tot de klimaatfinanciering. Dan zullen we weten welke inspanningen Vlaanderen kan leveren.
De Vlaamse Regering heeft een door alle regeringspartijen goedgekeurde afspraak gemaakt. De middelen van het Vlaams Klimaatfonds kunnen voor de internationale klimaatfinanciering worden aangewend. Ik hoop, net als de vraagstellers, dat we snel duidelijkheid zullen krijgen. Op dat moment zullen we die middelen zo snel mogelijk gebruiken. Op die manier kunnen we dan de engagementen nakomen die op dat ogenblik door de Nationale Klimaatcommissie zijn aangegaan.
Minister, de ondersteuning van de meest kwetsbare landen in het zuiden is een engagement binnen de Verenigde Naties. Dat is een internationaal genomen engagement, en daar hoort Vlaanderen dus ook bij.
De strategische adviesraden hebben een gezamenlijk advies uitgebracht en de grootteorde berekend van wat Vlaanderen zou moeten bijdragen. Voor de periode 2010-2012 ging het over 60 miljoen euro. U hebt 5 miljoen euro uitgetrokken. Voor 2013 gaat het over 83 miljoen euro. U hebt niets uitgetrokken. Voor 2014 gaat het over 134 miljoen euro, u hebt opnieuw niets uitgetrokken.
Ik herhaal het: u gaat een schuld aan en laat gewoon na om een degelijk beleid te voeren op het vlak van klimaat. U laat na om in een budget te voorzien om dat toekomstige engagement op het vlak van klimaatfinanciering te kunnen uitvoeren. (Applaus bij Groen)
Minister, uiteraard zijn wij voor een billijke verdeling van de lusten en lasten. U hebt gelijk dat ook de andere gewesten moeten doen wat ze kunnen om hun CO2-uitstoot terug te dringen. Maar de billijke verdeling van lasten gaat ook over de lasten ter financiering van onze internationale engagementen. En daar gebiedt de waarheid te zeggen dat voor de snellestartfinanciering Vlaanderen 5 miljoen euro heeft bijgedragen, Wallonië 8 miljoen euro en de federale overheid 78 miljoen euro. Vlaanderen heeft zijn proportionele aandeel in die lasten tot nog toe dus niet opgenomen.
Als er een akkoord komt, minister, ga ik ervan uit dat u bereid bent om het nodige te doen om dat akkoord ook mogelijk te maken. Ik ga ervan uit dat u een zekere welwillendheid aan de dag legt om op 4 december te landen. Want laat ons eerlijk zijn: op 4 december vindt de laatste vergadering plaats van de nationale klimaatcommissie die we in deze legislatuur nog hebben om met succes zo’n akkoord af te ronden. Als dat er niet is op 4 december, vier jaar na de Europese lastenverdeling, is dat een ware schande voor alle overheden in dit land.
Voorzitter, minister, collega’s, laat er geen twijfel over bestaan: ook voor ons moet Vlaanderen verantwoordelijkheid nemen in het klimaatdossier. We hebben ons daar samen toe geëngageerd, ook in de Vlaamse Regering. Ook als N-VA hebben we dat gedaan. Zowel in het binnenland als tegenover de ontwikkelingslanden moeten we die verantwoordelijkheid nemen, collega’s.
Wij zijn echter geen voorstander van een herfederalisering, minister, wel van billijke en correcte afspraken en gelijkmatige inspanningen. En die zullen we als N-VA zeer graag en genereus nakomen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.